Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
08-07-2009
Legenden rond Nicolaas
Legenden rond Nicolaas (slot)
In Vlaanderen.
Het aantal afbeeldingen in Vlaanderen van de bekerlegende is bijzonder schaars. Renaat Van der Linden somt er in zijn "Iconografie van Sint-Niklaas in Vlaanderen) drie op.
De oudste afbeelding staat op de doopvont (12de eeuw) van de Sint-Laurentiuskerk te Zedelgem. De legende van de drie maagden en de drie scholieren zijn er ook op afgebeeld. Willy Peirsegaele, die de doopvont grondig bestudeerde; betwist de stelling dat één zijde volledig aan de bekerlegende gewijd is.
Een afbeelding uit de 14de eeuw vindt men in de Gravenkapel van de O.L. Vrouwkapel te Kortrijk.
In 1444 vervaardigde Arnold Dreyers een gewelfsleutel met de bekerlegende voor een straalkapel in de Sint-Sulpitiuskerk te Diest. De kapel was oorspronkelijk aan Sint-Nicolaas toegewijd, maar sedert het midden van de 19de eeuw staat er een altaar voor drie andere heiligen. (Franciscus, Antonius en Clara).
In de Kathedralen van Tours, Auxerre, Chartres en Bourges (Fr) ziet men de legenden op glasramen. Lieven Dehandschutter. uit: Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen
Charles W. Jones wijst in zijn studie "Saint Nicolas of Myra, Bari and Manhattan" (1978) op de gelijkenissen tussen de Basilios- en de bekerlegenden. De bekerlegende verklaart volgens hem tevens het patronaat van Sint-Nicolaas over de wijndragers en -verkopers. Jones ziet ook een parallel met de legende van de Egyptische soldaat Sint-Menas.
Eutrope, een burger van alexandie, laat bij een goudsmid twee gouden schalen maken. Eén daarvan is voor het altaar van Sint-Menas. Tijdens de zeereis gebruikt Eutrope een maaltijd die wordt opgediend op de schaal die voor Sint-Menas bestemd is. De slaaf die de schaal nadien moet afwassen, laat ze ontglippen, zodat ze in zee terechtkomt. Uit vrees voor bestraffing springt ook de slaaf in het water.
Wanneer Eutrope in de basiliek van Sint-Menas aankomt daagt daar ook de slaaf op met de schaal. (wordt vervolgt) uit: Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen.
Tijdens de zeereis naar Myra vraagt de vader aan de zoon wat water te scheppen met de eerste beker. De zoon valt daarbij echter met de kostbare beker in het water en verdrinkt. Zijn ouders zijn zeer bedroeft maar besluiten toch hun reis verder te zetten en de tweede beker te offeren.
In de Sint-Nicolaaskerk te Myra zet de vader de beker op het altaar. Als door een onzichtbare hand bewogen, schuift de beker evenwel weg en valt. Ook een tweede poging om de beker op het altaar te plaatsen mislukt om dezelfde redenen.
De verwondering is compleet wanneer daarna de doodgewaande zoon in de kerk verschijnt, de originele beker in de hand. Hij vertelt dat Sint-Nicolaas hem gered had toen hij in de golven verdwenen was.
Uit dankbaarheid offert de vader beide bekers aan Sint-Nicolaas. (wordt vervolgd) uit: Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen
De bekerlegende ontstond niet in Klein-Azie, waar Sint Nicolaas leefde, maar in West-Europa. In zijn standaardwerk "Nicolauskult und Nicolausbrauch im Abendlande" (1931) situeert Karl Meisen de oorsprong meer bepaald in Noord Frankrijk.
De oudste geschreven versies zijn te vinden in het zgn. Battle Abbey-handschrift (11de eeuw), dat thans in Londen bewaard wordt, en in "La Vie de Saint-Nicolas" van de Normandische schrijver Robert Wace (12de eeuw).
Een edelman smeekt Sint-Nicolaas om de geboorte van een zoon. Hij belooft een bedevaart naar Myra te ondernemen en een gouden beker op het Nicolaasaltaar te offeren indien zijn gebeden verhoord worden. En inderdaad, er wordt een zoon geboren. Wanneer het kind wat groter werd, was de tijd gekomen voor de beloofde pelgrimstocht naar Myra. De vader liet een beker vervaardigen bij een goudsmid. Toen de vader de afgewerkte beker voor het eerst te zien kreeg, was hij zo onder de indruk van diens pracht dat hij besloot hem voor zichzelf te houden. Hij gaf de goudsmid de opdracht een kopie te maken die dan op het Nicolaasaltaar zou geplaatst worden. (wordt vervolgd) uit: Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen
Sinterklaas is dol op spannende verhalen en een park om in rond te dwalen. Dan is een pretpark natuurlijk ideaal. Sint en Piet kennen ze bijna allemaal. De Efteling met de Halve Maen, het spookslot en de grote achtbaan. Het pony attractiepark in Slagharen dat bezoeken ze ook al vele jaren. Het grootste staat echter over de grens en Sinterklaas vervult nu je liefste wens Jij mag naar een echt kinderparadijs. helemaal naar Eurodisney in Parijs. Pieter Feller
09/06 Uittredend Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux (sp.a) heeft beslist dat ook Sinterklaas en Sint-Maarten behoren tot het Cultureel Erfgoed Vlaanderen. Een wijze en juiste beslissing van deze minister, als je het mij vraagt. Deze tradities kunnen later ook gaan deel uitmaken van de lijst van werelderfgoed van de Unesco. uit: gazet van Antwerpen.
Dan is er nog de Nicolaasabdij in Angers, gesticht door Foulques Nerra, graaf van Anjou en stamvader van de Plantagenets, die tijdens zijn tweede bedevaart naar Jeruzalem van de verdrinkingsdood werd gered door Nicolaas van Myra.
Louis Janssen haalt deze laatste legende aan , in "Nicolaas, de duivel en de doden" (1993) om te bewijzen van de verspreiding in Noord-Europa van de cultus rond Sint Nicolaas nog voor de Normandische verovering een feit was.
Maar dan komt volgens Karl Meisen in zijn "Nicolauskult und Nicolausbrauch im Abendlande" (1931) de belangrijkste verklaring voor de verspreiding van de heilige in onze streken: de roof van de relieken van Nicolaas van Myra naar Bari in 1087 (translatio). En ook hier toonde Nicolaas zich de beschermer van de zeelieden: "Bij het overbrengen van Nicolaas'gebeente naar Bari stormde het zodanig dat het schip moest uitwijken naar een haven: Patara, Nicolaas geboortestad."
Dat bij de verspreiding van de Nicolaascultus de zeelieden een belangrijke rol gespeeld hebben, is bijna vanzelfsprekend. De Normandiërs, die dan ook Zuid-Italië beheersten, wisten hun bewondering voor deze merkwaardige heilige over te brengen op hun neven in het Noorden. Dit gebeurde al ten dele voor de translatio, maar het zwaartepunt ligt zonder twijfel erna. Geert Vandenhende uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
In de legende over de bedevaart van Nicolaas naar het Heilig Land wekt hij een matroos die tijdens een storm uit de grote mast te pletter was gevallen, opnieuw tot leven. Tevens bedaart hij de storm. Bij zijn vervroegde terugkeer toont Nicolaas opnieuw zijn krachten over de zee wanneer de kapitein van het schip hem niet onmiddelijk naar zijn streek wil terugbrengen. Ook deze bemanning dankte hem en vroegen hem om vergeving. Nicolaas verschijnt nog in tal van andere legenden aan pelgrims op zee om hen van naderend onheil te verwittigen.
In nog latere legenden treedt Nicolaas opnieuw op als beschermer van zeelieden en drenkelingen. Zo bericht Ordericus dat Willem de Veroveraar bij zijn overtocht van Normandië naar Winchelsea (Engeland) in 1067-68, in een storm terecht kwam. Hij riep de heilige aan en kwam zodoende zonder averij aan waar hij moest zijn. (wordt vervolgd) Geert Vandenhende
Dit bewijzen de talrijke plaatsen aan de kusten van Klein-Azië en de eilanden die naar Nicolaas genoemd zijn. Zonder twijfel hangt de verspreiding samen met de drukke scheepvaart op de Middelandse Zee. In onze streken werden de uit de Griekse kerk stammende legenden en patronaten overgenomen. Het thema van de redding van zeelui en drenkelingen wordt in tal van andere legenden gecombineerd met andere thema's. Zo vinden we in de bekerlegende Sint-Nicolaas terug als beschermer op zee waar hij een verdronken gewaand kind opnieuw met zijn ouders verenigd wanneer deze hun belofte om een mooie beker te schenken niet meer te breken. Sint-Nicolaas is niet alleen beschermer op zee maar kan hier ook gebroken beloften bestraffen zoals in de legende die verhaalt over de hongersnood in Lycië. "De bevelhebbers wilden niet naar de hen zopas verschenen Nicolaas luisteren die hen bevolen had om de graanschepen naar Lyrië te brengen. Een hevige storm verplichtte hen uiteindelijk om naar de aangewezen havenstad te varen." (wordt vervolgd) Geert Vandenhende
De Heilige Nicolaas treedt in tal van legenden op als beschermer van de zeelieden. Zo verteld één van die legenden over de weinig benijdenswaardige situatie van de bemanning tijdens een hevige storm. De matrozen vreesden dat zij een zeemansgraf zouden krijgen. De zeelui riepen de hulp in van de nog levende Nicolaas: "NIKLAAS? DIENAAR VAN God, indien het waar is, wat we over u vernomen hebben, verstrek ons dan uw hulp." De beschermheilige verscheen met Gods toestemming en sprak: "U roept me. Hier ben ik." En hij begon hen onmiddelijk te helpen aan de zeilen en de touwen. Weldra was de storm gestild. Toen de zeelieden aan wal kwamen, begaven ze zich naar zijn kerk. Hoewel ze hem nog nooit tevoren gezien hadden, hoefde niemand hem aan te tonen en ze herkenden hem onmiddelijk. Zij dankten God en hem voor de redding. Hij verklaarde hen echter: "Niet ik, maar uw geloof en de barmhartigheid van God hebben u gered."
Deze legende wordt als één van de belangrijkste voor de verspreiding van de Nicolaascultus in onze streken aanzien. Nicolaas bezat in het Byzantijnse Rijk reeds dit patronaat. (wordt vervolgd) Geert Vandenhende
Dit laatste werd bevestigd op de mooie en druk vereerde Nicolaasicoon op een pilaar in de rechterzijbeuk. Met deze icoon worden de gediplomeerde officieren van de Marinehogeschool gezegend voor hun verdere militaire loopbaan. De icoon van de H. Nicolaas Wonderdoener heeft al veel zieken uit hun lijden verlost en wordt ook aanzien als de heilige voor snelle hulp. Plaketten op de kerk herdenken de zeelieden die omkwamen op zee. Onlangs werden de namen toegevoegd van de matrozen die de dood vonden in 2000 tijdens de tragedie met de kernonderzeeër Koursk. Met dank aan Nicolas en larissa Novicova Raf Rumens uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Nicolaaskathedraal (1) Sint-Petersburg Ook nog de Epifania en Marinekathedraal genoemd. Als aandenken aan de roemrijke overwinningen van de Russische vloot liet tsarina Elisaweta Petrova vanaf 1752 deze kathedraal bouwen op de gronden van het zeeregiment. Het is niet te verwonderen dat de H. Nicolaas als patroon van de zeelieden en reizigers hier zo intens wordt vereerd. De kathedraal werd gebouwd naar een ontwerp van de beroemde architekt Sawa Tschewakinski. Het kerkgebouw telt twee verdiepingen die overkoepeld zijn door niet minder dan vijf vergulde koepels met een kruis er bovenop. De buitenzijde is volledig licht blauw en wit geschilderd en toont veel gelijkenis met de paleizen van de Italiaanse architecten Rastrelli en Rossi. De Nicolaaskathedraal is een van de weinige kerken die tijdens de Sovjetperiode openbleef en zijn oorspronkelijk interieur bewaarde. De bindingen met de marine zullen hierbij zeker een rol gespeeld hebben. Speciaal is dat de klokkentoren, gebouwd tussen 1756 en 58, op ongeveer 90m van de kerk staat. De kerk had samen met de inwoners veel te lijden door de 900 dagen belegering tijdens de 2e wereldoorlog. Als beloning voor de dapperheid, geduld en lijden tijdens deze periode schonk de Libanese metropoliet Lija Karam een medaillon met zilveren beslag met een relikwie van de H. Nicolaas erin. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap. Raf Rumes
Als de Sint jarig is, dan geeft hij een feest, maar hij is blij als het vijf december is geweest. Want hij is natuurlijk hoogbejaard en raakt bekaf van rijden op zijn paard. Stad in stad uit, dak op dak af. Ook nog eens sjouwen met die zware staf en leiding geven aan alle Zwarte Pieten. Als het voorbij is, gaat hij echt genieten. De knellende mijter af en de tabberd uit, lekker ontspannen op de boot in de kajuit. Ook de Pieten lachen, ze hebben vrij, een drukke tijd is weer voorbij. En dan, het zal je niet verbazen, heffen ze de champagneglazen. Pieter Feller
In tegenstelling tot de erg statische afbeelding van Nicolaas op het centrale schilderij, is er heel wat actie te zien op de zijpanelen: 1. Nicolaas die muntstukken door het venster strooit en de dochter die haar bedlegerige vader te eten geeft; 2. het vullen, sjouwen en leegmaken van zakkengraan; 3. de man die de bijl hanteert boven de bloedende knapenhoofden, terwijl de vrouw voor de nodige 'toelichting' zorgt; 4. drie knapen die uit het pekelvat stappen en de handen vouwen.(Het ontbrekende paneel) De drie aangekochte zijpanelen waren de vorige eeuw tweemaal tijdelijk herenigd met het hoofdschilderij. Dat gebeurde ter gelegenheid van de tentoonstelling rond de Anonieme Vlaamse Primitieven (1969) en Hans Memling (1994). Wellicht is er een nieuw mirakel nodig om het vierde, nog ontbrekende zijpaneel terug te vinden, zodat het retabel terug compleet is. Vermoedelijk bevindt het werk zich momenteel in .....Spanje! Lieven Dehandschutter uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Het middenpaneel van het retabel kwam in 1933 in het bezit van het Groeningemuseum als onderdeel van het legaat van de Princes de Croy. Op het schilderij prijkt bisschop Nicolaas, zonder baard en zonder specifieke attributen. Lange tijd was er zelfs twijfel of het de Heilige Nicolaas betrof. Op de achtergrond herkent men duidelijk de stad Brugge: de Onze-Lieve-vrouwekerk, de Sint-Salvatorkerk, het Oosterlingenhuis, de Poortersloge en de Jeruzalemkerk. Studiewerk van Nicole Verhaegen bracht in 1959 aan het licht dat het centrale schilderij en de vier zijpanelen oorspronkelijk één geheel hadden gevormd. Daardoor verkreeg men ook definitief zekerheid omtrent de identiteit van Nicolaas op het middenpaneel. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap