"De Tiense Straatmuzikanten" geraken stilaan uitgezongen. Vandaag doen ze echter toch nog een "efforke" en zingen "As ich tàchetig zèn" (Als ik tachtig ben)
Om ook vandaag weer de ludieke noot niet te vergeten op deze blog, zingen "De Tiense Straatmuzikanten" nog maar eens één van hun liedjes. Ze gaan de Argentijnse toer op met hun lied "Argèntinsen tango"
In het lied bezingt de zanger hoe hij indertijd zijn huidige vrouw versierde.
Om het geheel goed verteerbar te houden gieten de "De Tiense Straatmuzikanten" nog een ludiek sausje over het geheel (zie bijlage). Deze keer hebben ze het over minirokjes in hun liedje "Miniraîske"
Ook de regionale pers schijnt de blog ontdekt te hebben want zij hebben er vandaag een artikel aan gewijd.
Ook vandaag weer brengen "De Tiense Straatmuzikanten" wat leute op de blog.
Zij zingen een liedje over hoe mooi het toch wel leven is.
De titel van hun lied in het Tiense dialect is "'T leëve es zoeë schoeën" op de muziek van de bekende Italiaanse film "La vita è bella"
Nog even in de marge het verhaal van de film "la vita è bella"
Toscane, 1939. De
joodse Italiaan Guido Benigni is een grenzeloze
optimist met grote dromen. Op zoek naar liefde en fortuin
sluit hij zijn ogen voor het groeiende fascisme en
anti-semitisme in zijn land. Vijf jaar later wordt Guido
met zijn vrouw Dora en hun zoontje gedeporteerd naar een
concentratiekamp. Om de gruwelen draaglijk te maken,
hangt Guido de clown uit. Hij maakt zijn zoontje wijs dat
het kampleven een ingenieus spel voor volwassenen is,
waarmee punten te verdienen zijn. Vooral je goed
verstoppen levert veel punten op.
Deze absurde, groteske benadering van
de Holocaust is de kracht van La vita è bella. Het
zoontje gelooft de leugens van zijn vader, maar de
toeschouwer weet wel beter. De wreedheden komen zodoende
extra pijnlijk aan het licht. Tegelijkertijd toont
Benigni dat het leven ook mooi en ontroerend kan zijn
"De Tiense Straatmuzikanten" hebben nog een tweede versie gemaakt op hun bekend liedje "Aà Moeèr". Een liedje dat zij op één van de allereerste bijdragen over de oude Tiense postkaarten reeds ten gehore hebben gebracht.
Het nieuwe liedje hebben zij dan ook erg toepasselijk "'tNief liejke vàn de moewer" genoemd.
In bijlage staat de MP3 versie om eens rustig te kunnen beluisteren.
Als ludiek intermezzo, na al deze zware geschiedkundige kost, weer een liedje van "De Tiense Straatmuzikanten genaamd "Eufrazie".(zie bijlage)
Het is een parodie op de bekende nummer "Nathalie" van de Franse zanger Gilbert Becaud . De zanger van "De Tiense Straatmuzikanten" bezingt zijn eerste ontmoeting met zijn jeugdliefje "Eurafzie" niet op het Rode Plein van Moskou zoals in het chanson van Becaud, doch aan de fontein op de Grote Markt van Tienen.
De vergelijking van de Tiense Grote Markt met het Rode Plein te Moskou moet natuurlijk met een hele dikke korrel zout genomen worden.
Als tussendoortje bezingen "De Tiense Straatmuzikanten" twee klontjes suiker in het Tiense dialect. In het Tiens klinkt dit "Twiee klaînkes saaîker" (zie eerste bijlage)
In bijlage een luchtfoto van het centrum met de aanduiding van de locatie waar de drie besproken middeleeuwse kerken van Tienen zijn gelegen. (zie tweede bijlage)
Na al deze zware historische kost nog een liedje van "De Tiense Straatmuzikanten" getiteld "Piercings" Intussen zullen jullie het Tiens dialect wel al voldoende onder de knie hebben om de inhoud van de tekst te kunnen verstaan.