Bezoek Tienen 09/12/2010
Welkom op 9 december 2010
in de zoetste stad van het ganse land.
13-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Als tussendoortje nog een liedje van "De Tiense Straatmuzikanten met als titel "Sint Germàànestoure". De Sint-Germanustoren is de toren van de hoofdkerk die de stad en de omgeving domineert.

http://detiensestraatmuzikanten.hetklikt.be/liedjes/liedjeszingen12.html

Hierna een poging om de tekst in het Tiens dialect te vertalen.

Sint Germàànestoure
            (Sint-Geramanus toren)

 

Dékkes moet ich noo nog pààze,

(dikwijls ik nu nog denken)
as ich no den toure zîen.

(als ik nu naar de toren kijk)

Vreuger spèlden heum e melodîeke,

            (vroeger speelde hij een melodietje)

zoe huët ge niks in de top tîen.

            (zo hebt u niets in de top tien)

As ich 's ooves in mé bèd lei,

            (Als ik ’s avonds in mijn bed lig)

huër ich het vantêêd vanèèr,

            (hoor ik het soms opniuew)

Mà dàd és dàn in mén druëme, jàà,

            (maar dan is dat in mijn dormen)

ich voenk het 'n schoeën èèr ... (twieë kirre)

            (ik vond het een mooie melodie… twee maal)

Schoeëne Sint Germàànestoure,

            (Mooie Sint-Germanustoren)

spélt dà lîeke noo nog ins –

            (speel dat liedje nu nog eens -)

Iederieën zult gêê bekoure,

            (iedereen zal gij bekoren)

do an ontsnapt ginne mins.

            (daaraan ontsnapt geen mens)

Rèchte Sint Germàànestoure,

            (Rechte Sint-Germanustoren)

makt mich lèk e kind zoe blêê

            (maak mij als een kind zo blij)

Bé dà lîeken aat mén kejoengesjoëre –

            (met het liedje uit mijn kwajongensjaren)

èn dà d'és al lank verbêê ... (twieë kirre)

            (en dat is al lang voorbij…twee maal)

As ich vreuger ins goenk wàndele bé mé lîef,

            (Als ik vroeger met mijn lief eens ging wandelen)

zoe hànd in hànd,

            (zo hand in hand)

Klingelde dà melodîeke,

            (klinkt dat melodietje)

èn wélle voenke dà plezànt.

            (en wij vonden dat plezant)

Noo és het àllemol verànderd,

            (Nu is het allemaal veranderd)

ne mins dàd és noo volle persei,

            (een mens dat is nu steeds gehaast)

Mà às gêê 't nog ins wilt speile,

            (Maar als gij het nog eens wil spelen)

zinge we 't allemoël mei ... (twieë kirre)

            (zingen we het allemaal mee)

 


13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.3 Brouwerijen en stokerijen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De leemstreek rond Tienen leent zich uitstekend tot de teelt van graangewassen, granen die verwerkt werden tot meel en brood, maar ook tot bier en jenever. In de kadastrale atlas van Popp uit het midden van de 19de eeuw werden nog zes brouwerijen en acht jeneverstokerijen opgenomen. Van de 19de -eeuwse Tiense brouwerijen zijn er nog wat relicten bewaard. De acht Tiense stokerijen overleefden de Duitse koperopeisingen tijdens de Eerste Wereldoorlog en de wetten tegen het alcoholisme niet. Vooral de wet Vandervelde (1919) ter beteugeling van de openbare dronkenschap, betekende de doodsteek voor deze bedrijven.

De brouwerij ‘Den Anker’ was oorspronkelijk gelegen op de hoek van het Torsinplein en de Hoegaardenstraat en werd later geïncorporeerd in de brouwerij Pieraerts. Deze brouwerij werd in de volksmond ook wel de ‘Brouwerij der Dokters’ genoemd en brouwde het populaire ‘Zoegbier’. De sluitsteen van de inrijpoort van de oude brouwerijgebouwen bevindt zich nu in de St.-Katharinastraat. Hoe deze steen hier terecht kwam, is tot op heden een raadsel. Vermoedelijk werd hij in de gebouwen van de brouwerij Vandenschrieck ingemetseld na de overname van het bedrijf door Theophile Pieraerts in 1926.

De oorspronkelijke gebouwen van de brouwerij Vandenschrieck dateren uit de zeventiger jaren van de 19de eeuw. Brouwer Eugène Janssens liet hier tussen 1870 en 1873 een biermagazijn optrekken in de typische 19de-eeuwse Rundbogenstil (foto links). In het vroegere biermagazijn werd later het bedrijf van de gebroeders Vandenschrieck gevestigd. Deze brouwerij bezat bij het begin van de 20ste eeuw depots in Brussel, Antwerpen en Luik. Omstreeks 1928 werd de Tiense vestiging opgeslorpt door het Leuvense Artois.

13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.2 Ambachtelijk Tienen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In de loop van de 18de eeuw kantelde de conjunctuur. Een gunstige demografische evolutie was vrijwel overal merkbaar. Tegen de achtergrond van deze evolutie was het pauperisme echter niet weg te denken. Algemeen wordt aangenomen dat 40 % van de huisgezinnen het totaal niet breed had. Ongeveer de helft hiervan was nu en dan aangewezen op steun van de Tafel van de Heilige Geest of van andere liefdadige instellingen. 8 % van de gezinnen werd als werkelijk arm beschouwd. Enkele jaren later was deze situatie enigszins gewijzigd en hadden ondernemende zelfstandigen nieuwe bedrijven gestart. Op 12 april 1762 kregen François de Haert en Louis Verlat vrijstelling van taksen voor het invoeren van grondstoffen. De stad verleende hen daarbij de toelating om hun stoffen te loden met het stadswapen (foto links). Ook andere meesters en corporaties leken mee te genieten van de verbeterde conjunctuur. Vooral de succesrijke activiteiten van de plaatselijke tingieters en beeldsnijders springen hierbij in het oog. Tot in de 19de eeuw vonden zij in de stad en de omgeving voldoende opdrachtgevers en afnemers voor hun koopwaren.

Dat de industriële ontwikkeling te Tienen zeer nauw verbonden is met de bloei en de evolutie van de landbouw in Hageland en Haspengouw staat volledig buiten discussie. De Brabantse leemstreek, een vanouds zeer vruchtbaar gebied, vormde de ideale groeibodem voor agrarische experimenten met ontginningsmethoden en de introductie van nieuwe teelten die de plaatselijke ambachtelijke verwerking stimuleerden. De ligging op de grens van twee bodemgesteldheden bepaalde tevens de oriëntatie van de landbouw. Ten noorden van de stad, in het minder rijke Hageland, primeerde de veeteelt. Ten zuiden legde men zich al vroeg toe op gewassen voor industriële verwerking.

13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.1 Het middeleeuwse laken (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een tijdelijke opflakkering kwam er bij het begin van de 16de eeuw toen een octrooi van Karel V uit 1517 Tienen de toelating verleende om de Gete bevaarbaar te maken (foto 2). Het plan dateerde van het einde van de 15de eeuw, maar was wegens de oorlog met Gelderland uitgesteld. De Gete werd uitgediept en van sluizen voorzien, zodat eind 1525 met een beperkte binnenscheepvaart gestart werd. De stad wist op deze manier een nieuwe vorm van welvaart te verwerven. De Tachtigjarige Oorlog stelde hier een abrupt einde aan. De Gete verzandde en de sluizen en bruggen werden weinig of niet onderhouden. Van scheepvaart was er bijgevolg geen sprake meer. Op economisch vlak kende de stad een absoluut dieptepunt dat door het débacle van 1635 verergerde. Tot 1660 zou de stad gebukt gaan onder de gevolgen van de verwoesting. Het herstel werd bijkomend vertraagd door de algemeen ongunstige conjunctuur waarin de streek zich bevond. Dorpen lagen er verlaten bij en de velden werden gezien de constante oorlogstoestand weinig of niet bewerkt. Tot aan het verdrag van Munster in 1648 was er zeker geen sprake van enige economische heropleving. In 1650 gaf Filips IV aan Tienen de toestemming om de Gete andermaal uit te baggeren. De Frans-Spaanse oorlogen en de Spaanse Successieoorlog bleven een heropbloei echter in de weg staan. Tijdens de voogdij van don Juan van Oostenrijk viel de scheepvaart in Tienen voorgoed stil.

 Op het einde van de 17de eeuw was Tienen nog een schim van de welvarende middeleeuwse stad die het ooit geweest was. In 1693 werden 740 gezinnen geteld, wat overeenkwam met 4.143 inwoners. Zoals in de meeste andere steden van de Zuidelijke Nederlanden kende het traditionele ambachtswezen gedurende deze periode een sterk verval. Zeker na de verwoesting van 1635 was de invloed van de ambachten sterk teruggelopen. Op economisch vlak won het brouwersambacht steeds meer aan invloed ten koste van de traditionele lakenindustrie.

13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.1 Het middeleeuwse laken (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Nadat we de geschiedkundige feiten op een rijtje gezet hebben en hoe de stad door de eeuwen heen bestuurd werd bekeken hebben gaan we nu is zien hoe de Nijverheid in Tienen ontstond en zich verder ontwikklelde tot in de huidige tijd.

De economische groei van het middeleeuwse Tienen hing zeer sterk samen met de speciale aandacht van de Brabantse hertogen voor deze stad. Ook de commercieel gunstige ligging op de belangrijke oost-westelijke handelsroute was hier zeker niet vreemd aan. Vrij snel ontwikkelde zich dan ook een bloeiend gilden- en ambachtswezen.

In de 12de eeuw ontstond de gilde van de draperie (foto links) die de belangrijkste patriciërs van de stad groepeerde. Hierdoor genoot zij een uitgebreid aantal privileges en voorrechten, die haar tot een essentieel onderdeel van het politieke en sociale leven maakte. Via haar vertegenwoordiging in de naties van de stad oefende de lakengilde een rechtstreekse controle uit op de samenstelling van de stadsmagistraat. Anderzijds werden de voorzitter, de oud-meier en de zeven bestuursleden of gildedekens rechtstreeks door het stadsbestuur gekozen en benoemd. In praktijk kwam het erop neer dat zowel de leden van de magistraat als de vertegenwoordigers van de lakengilde uit dezelfde sociale klasse kwamen. In de tweede helft van de 13de en het begin van de 14de eeuw waren zij steevast afkomstig uit de Tiense geldaristocratie. Door belangrijke investeringen baanden zij de weg voor de interregionale en internationale handel. Al in 1337-1338 importeerden visionaire Tienenaars wol uit Engeland. Dit initiatief zou de basis vormen van een bloeiende textielindustrie. In de 14de eeuw kende Tienen zijn economisch hoogtepunt. Via de jaarmarkten van Frankfort am Main en de Noord-Duitse Hanze verwierf de Tiense lakennijverheid internationale bekendheid. Het standaardlaken werd verhandeld in Midden- en Zuid-Duitsland. Door tussenkomst van de Hanze werd het Tiense laken ook in Pruisen, Silezië, Polen en Hongarije op de markt gebracht.

Op het einde van de 15de eeuw verloor de Tiense lakennijverheid zijn internationale betekenis. De moeilijke politieke situatie tijdens de jaren tachtig en de hardhandige aanpak van Albrecht van Saksen in 1507 waren hier zeker niet vreemd aan. Bovendien ontbrak het de stad aan de nodige slagkracht om het vroegere welvaartspeil te herstellen. De vertegenwoordigers van de lakennijverheid bleven echter in zeer sterke mate de stadseconomie controleren zodat de stedelijke overheid zich voor de instandhouding van de textielindustrie bleef inzetten. Dit gebeurde onder meer door het verlenen van belastingsvermindering en het aantrekken van vreemde ambachtslieden.


13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tienen - 10 10 10
Naar aanleiding van de 10 10 10 actie op 10 oktober 2010 te Tienen werd het volgend promotiefilmpje gemaakt.

http://www.youtube.com/watch?v=SoGmC05F5ps

Hier nog een tweede filmpje over wat er toen allemaal te beleven viel van 10 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds in Tienen.

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/redactietips/redactietips_2eNiveau/1.880907


12-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.5 Zo werd het later
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Na de Franse revolutie werd een totaal nieuw politiek en sociaal bestel in het leven geroepen. Toch waren de lokale gevolgen niet zo ingrijpend als aanvankelijk gedacht. In het begin kwamen de talrijke wisselingen van bestuur de stevigheid van het regime zeker niet ten goede. Vooral in 1793 ondervonden de Fransen te Tienen een hardnekkige weerstand bij het samenstellen van een nieuw bestuur. Wederzijdse achterdocht ondermijnde de bereidheid om met elkaar in zee te gaan. Het feit dat de bestuursfuncties niet langer bezoldigd waren en de beleidsmensen aan meer persoonlijke risico's werden blootgesteld, schrikte potentiële kandidaten af. Daarnaast nam het aantal beleidstaken dat bovendien diende uitgevoerd te worden met een quasi lege stadskas aanzienlijk toe. Na 1800 leek deze toestand enigszins gestabiliseerd en keerde men naar de oude gewoonten terug. Vanaf het jaar V werd een soort democratische verkiezing ingesteld waardoor een college van kiesgerechtigden de gemeenteraad of assemblée primaire kon samenstellen. In de praktijk kwam het erop neer dat door de overheid uit de honderd hoogst aangeslagen belastingbetalers gerekruteerd werd. Ondanks nieuwe principes van vrijheid en gelijkheid bleef men bijgevolg vaak uit de oude vijver vissen. Zelfs edellieden en grondeigenaren die voordien bestuursfuncties hadden uitgeoefend werden, alle revolutionaire principes ten spijt, niet uit de nieuwe gemeenteraden geweerd.

Bij het intreden van het Hollands bewind in 1815, toen er zich opnieuw een radicale politieke verschuiving voordeed, bleef de algemene teneur van de Franse tijd gehandhaafd. In de meeste gevallen zette het kleine clubje van gekozenen hun functies gewoon verder. Na de Belgische onafhankelijkheid kwam hier verandering in. Een nieuw bestuur werd gevormd en bepaalde namen verdwenen resoluut uit de lijsten der gekozenen.

Op vrijdag 22 oktober 1830 werden verkiezingen georganiseerd voor de samenstelling van een nieuwe gemeenteraad. Deze raad zou bestaan uit een burgemeester, 2 schepenen en 9 raadsleden. Het kiesbureau werd gevormd door de twaalf hoogste belastingplichtigen van de stad en voorgezeten door de ouderdomsdeken Jean François Renson. Tachtig stembiljetten werden door de voorzitter geopend en voorgelezen. Tijdens de twee stemronden kwam François Van Dormael (foto links) als winnaar uit de bus. Hij werd de eerste burgemeester van het onafhankelijke België en zou deze functie tot 5 oktober 1848 uitoefenen. De olieslager Jean Adrien Maes en de rentenier Trudo Deluesemans werden schepenen. Verder bestond de raad uit Louis Blyckaerts, Jean-Baptiste Vandermonde, Louis Koeckelkoren, Egide Vanderschilde, Servais Rondas, Henri Marneff, Joseph Vinckenbosch, Jean Vanherberghen-Hamoir en Pierre Dewilde.

12-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.4 De plaatselijke rechtspraak
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De middeleeuwse rechtspraak was verdeeld over de hertogelijke en de stedelijke instellingen.

De schepenbank van Tienen was bevoegd in burgerlijke en criminele materie, de audiëntie van de burgemeesters en de raad behandelde alle gevallen van burgerlijke en criminele rechtspraak  waar de beschuldigde als burger (poorter) van de stad niet de uitdrukkelijke wens uitsprak om voor de schepenbank te verschijnen, de tolkamer was bevoegd in handelsgeschillen en de gilde van de draperie controleerde de maten en gewichten en beslechtte alle geschillen hieromtrent.

Elke maandag werden de stadszaken door de voltallige magistraat, bestaande uit burgemeester, schepenen en raadsleden, behandeld. Op woensdag zetelden de rechtbank voor de burgers van de stad. Op vrijdag werd recht gesproken voor de omwonenden en niet-Tienenaars. De schepenbank was in eerste aanleg bevoegd voor burgerlijke zaken en in eerste en laatste instantie voor strafrechterlijke kwesties. In criminele zaken was tegen haar vonnis geen beroep meer mogelijk. Bovendien bezat zij meestal het halsrecht waardoor zij doodstraffen kon uitspreken. De (hoofd)meier stond in voor de uitvoering hiervan.

De costuymen of het gewoonterecht vormde de basis van de middeleeuwse rechtspraak. Deze rechtsregels werden oorspronkelijk mondeling overgeleverd. Indien er twijfel bestond over de toepassing of de interpretatie trokken de leden van de schepenbank op ‘hoofdvaart’ naar een belangrijkere rechtbank. Bedoeling was om hier om raad te vragen. De meeste schepenbanken hadden vaste hoofdrechtbanken waar zij ‘ten hoofde’ gingen. In de loop van de eeuwen namen de vorstelijke justitieraden deze functie over. Zij werden de vaste hoofdrechtbanken voor de stedelijke schepenbanken.

12-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
11-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opgewekt Tienen
Klik op de afbeelding om de link te volgen In Tienen is een vereniging die zich "Opgewekt Tienen" noemt en zich tot doel gesteld heeft de stad te promoten zowel naar binnen als naar buiten toe. Dit trachten zij te bereiken door het organiseren van allerlei meestal ludieke evenementen.
Zo organiseerde "Opgewekt Tienen" op 28 april 2010 in het station een verwelkomingsconcert voor de treinreizigers op het perron van het station.
In het volgend YouTube filmpje kunt u zien hoe één en ander toen aan toe ging.

http://www.youtube.com/watch?v=HBRnaC7Xf54&feature=related


11-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.3 Het stadsbestuur
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het eigenlijke bestuur van de stad werd voor het eerst in januari 1478 vastgelegd door Maria van Bourgondië en haar gemaal Maximiliaan van Oostenrijk. Dit charter geeft ons voor het eerst een gedetailleerd overzicht van de samenstelling en de organisatie van het Tiense stadsbestuur tijdens de Middeleeuwen.

Twee stadsraden verzekerden het bestuur. De binnenraad of magistraat bestond uit twee burgemeesters, zeven schepenen en acht raadsleden. De buitenraad was eveneens samengesteld uit acht afgevaardigden die rechtstreeks uit de ambachten gerekruteerd werden. De leden van de binnenraad of magistraat bezaten zowel de wetgevende, de uitvoerende als de rechterlijke macht. Voor het treffen van buitengewone maatregelen diende de magistraat steeds de buitenraad te raadplegen. De magistraat benoemde tevens het stadspersoneel. De pensionaris en de secretaris waren de belangrijkste stadsambtenaren. Zij werden voor het leven aangesteld.

Wat de aanstelling van het stadsbestuur betreft speelden de ambachten, die verenigd waren in de ‘Acht Naties’, een toonaangevende rol. Elk jaar, acht dagen voor het feest van St. Jan de Doper, duidde elke natie zijn afgevaardigde aan. De acht gekozenen verenigden zich op het stadhuis en stelden een dubbele lijst van kandidaten samen. Uit deze lijst werd uiteindelijk de magistraat gekozen. De acht afgevaardigden der ambachten stonden ook rechtstreeks in voor de benoeming van de raadsleden van de binnenraad. Ondanks het feit dat het belang van de lakennijverheid in de loop van de 15de eeuw wegkwijnde, wist de gilde van de draperie zich op politiek vlak  te handhaven. Samen met de kruisboogschutters, de handboogschutters en de kolveniers vormde zij de ‘Vier Leden van Tienen’, die in de loop van de Nieuwe Tijd de bevoegdheden van de middeleeuwse ‘Acht Naties’ overnamen. Tot aan de Franse revolutie zouden deze instellingen de plaatselijke politiek blijven domineren.

11-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.2 De inbreng van de hertog
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Om de belangen van de vorst te verdedigen werden in de belangrijkste steden ook hertogelijke instellingen in het leven geroepen. Zij stonden voornamelijk in voor het innen van de belastingen en het instellen van gerechtelijke vervolging bij misdrijven. In Tienen waren dit de hoofdmeierij en de tolkamer.

In de 12de en het begin van de 13de eeuw werd het hertogdom Brabant opgesplitst in zes districten. Hertog Hendrik I lag grotendeels aan de basis van deze indeling.  Aan het hoofd van elke entiteit stond een ambtenaar die oorspronkelijk gerekruteerd werd uit de directe omgeving van de hertog. Later werd hij gekozen uit de plaatselijke adel of het stadspatriciaat. In Vlaanderen werd de vorstelijke vertegenwoordiger algemeen aangeduid als baljuw. In Brabant had deze naam weinig bijval. Alleen Nijvel kende een baljuw, de overige districten werden geleid door een amman (Brussel), een meier (Leuven, Tienen, 's Hertogenbosch) of een schout (Antwerpen). De zes districten of hoofdomschrijvingen bestonden uit een aantal dorpen dat gegroepeerd was rond een ‘hoofdstad’. De hoofdmeierij Tienen was op haar beurt onderverdeeld in vier ondergeschikte entiteiten die men eveneens met de benaming meierij aanduidde. Dit waren Zoutleeuw, Halen, Kumtich en de meierij van de Gete.

De middeleeuwse meier of hoofdmeier was de plaatsvervanger van de landsheer in het hem toegewezen territorium. Hij oefende de vorstelijke macht uit op regionaal gebied en bezat administratieve, militaire en rechterlijke functies. Bij alle publieke ceremonies ging hij de stadsmagistraat vooraf. Als rechtstreekse vertegenwoordiger van de vorst zorgde hij voor de doorstroming van de verordeningen van het centrale naar het plaatselijke niveau. Op rechterlijk gebied was hij de maner van de schepenbank. Hij zat de schepenbank voor en spoorde de plaatselijke gerechtsdienaren aan om recht te spreken. De hoofdmeier stond ook in voor de arrestatie van de beschuldigden en de uitvoering van het vonnis. De militaire opdracht van de hoofdmeier was vrij belangrijk. Hij voerde niet alleen de plaatselijke legerbenden en stadsmilities aan, hij was ook verantwoordelijk voor de openbare orde en de veiligheid. Daarnaast stond hij in voor de wapen- en heerschouwingen en verleende af en toe assistentie bij belastingsinning.

De luitenant-meier was de adjunct van de hoofdmeier. Hij werd op zijn beurt bijgestaan door de vorsters of praters. Zij werden net als de hoofdmeier rechtstreeks door de vorst benoemd en moesten toezicht houden op de uitvoering van de bevelen van de hoofdmeier. De handhaving van de openbare orde rustte in hun handen.

De tolkamer was de tweede hertogelijke instelling. Zij speelde een zeer belangrijke rol in het hertogelijke bestuur. Haar bevoegdheid strekte zich naast de stad Tienen ook uit over de steden en gebieden van Aarschot, Zichem, Diest en Jodoigne. Aan het hoofd van de tolkamer stond de rentmeester van de domeinen. Hij werd in zijn functie bijgestaan door de gesworen erflaeten of gesworen coopluyden. De tolkamer inde de tollen en accijnzen op koopwaren en goederen en regelde, als tegenprestatie, het onderhoud van openbare wegen, rivieren, bruggen enz. De rentmeester hield ook toezicht op de betaling van de vorstelijke renten en cijnzen. Als rechtbank was de tolkamer bevoegd in handelsgeschillen. Het tribunaal van de tolkamer had als taak het vorstelijke domein te behoeden van alle mogelijke inbreuken en verdedigde de domaniale rechten van de vorst op regionaal vlak.

11-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.1 Zo was het vroeger
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Nadat we geschiedenis van Tienen door de eeuwen heen als feiten op een rijtje gezet hebben, gaan we het nu even hebben hoe de stad vroeger en nu bestuurd werd.

Door het ontstaan van de stad als nieuw concept groeide in de Middeleeuwen ook de vraag naar een eigen bestuur en een aangepaste rechtspraak. Rond 1150 beschikten alle Brabantse steden over een eigen schepenbank waarin burgers zetelden die instonden voor de rechtspraak. Voor het bestuur duidden zij zelf een raad van gezworenen aan. Tijdens het ancien regime bestond er geen scheiding van machten. De vertegenwoordigers van de bestuurlijke instellingen vertegenwoordigden zowel de wetgevende, de uitvoerende als de rechterlijke macht. Het kluwen van bevoegdheden waarover de plaatselijke machthebbers beschikten leek dan ook vaak onontwarbaar.


11-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
10-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ich hem hower in men oewer
Klik op de afbeelding om de link te volgen Nog een straatoptreden van "De Tiense Straatmuzikanten" als tussendoortje.
Het liedje heeft als titel " Ich hem hower in men oewer" wat zoveel betekent als: "Ik heb haar in mijn oor".

Bijlagen:
03 Ich hem hower in mèn oewer.mp3 (3.3 MB)   

10-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (2)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.11 In een nieuwe verpakking
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het mandaat van Goossens vormde de aanzet tot meer dan 150 jaar liberaal bewind. Het liberale overwicht werd pas doorbroken met de aanstelling van de socialist Rik Boel in 1965. Deze sterke politieke tendens had zonder twijfel te maken met het ontstaan van de Tiense Suikerraffinaderij, waarvan de directeurs, beheerders en commissarissen een uitgesproken liberale voorkeur hadden. Deze figuren speelden bovendien een vooraanstaande rol op gemeentelijk vlak. De belangrijkste vertegenwoordiger van dit fenomeen was Victor Beauduin (foto links). Hij werd op 14 april 1845 geboren te Rosoux-Crenwich in de provincie Luik en overleed te Elsene op 9 november 1904. Van opleiding was hij doctor in de rechten. In zijn geboortedorp was hij tevens landbouwer en oprichter van de Sucrerie de Rosoux. Na de dood van Henri-Antoine Vinckenbosch in 1874 kwam hij samen met Louis-Joseph-Henri Vinckenbosch aan het hoofd van de Société en nom collectif Vinckenbosch et Cie. In 1887 werd Beauduin afgevaardigd-beheerder van de nieuw opgerichte N.V. Tiense Suikerraffinaderijen. Hij zou dit trouwens tot aan zijn dood in 1904 blijven.

Victor Beauduin was een zeer verdienstelijk politicus. Op 29 oktober 1878 werd hij voor de eerste maal tot gemeenteraadslid van de stad Tienen gekozen. Toen Louis Vinckenbosch in 1892, na een mandaat van amper één jaar kwam te overlijden, werd hij bij Koninklijk Besluit als plaatsvervangend burgemeester aangeduid. Bij de volgende verkiezingen werd hij herverkozen. Hij zou de burgemeesterssjerp tot aan zijn dood dragen. Binnen het stadsbestuur genoot Beauduin de steun van de volledige liberale achterban. Door zijn toedoen werd de stad zowel op sociaal-economisch, als op cultureel vlak volledig gemoderniseerd. De waterleiding werd aangelegd, het wegennet werd uitgebreid, de straten werden gesaneerd en er werd aan woningbeleid gedaan. Daarnaast stimuleerde hij het culturele leven door de oprichting van een stadsbibliotheek en een stadsmuseum. Tevens stond hij in voor de wederopbouw van de afgebrande stadsschouwburg.

Via de imposante persoonlijkheid van Beauduin kende het liberale gedachtegoed ook weerklank op nationaal en internationaal vlak. Van 27 mei 1900 tot 9 november 1904 was Beauduin volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Leuven. Zijn tussenkomsten en redevoeringen in de kamer waren legio. Zij hadden vooral betrekking op het landbouwvraagstuk en droegen bij tot de oprichting en vorming van landbouwcommissies. Hij was tevens voorzitter van het ‘Beschermcomité voor werkmanswoningen van Tienen, Glabbeek, Zoutleeuw en Diest’, ondervoorzitter van de provinciale landbouwcommissie, voorzitter van de ‘Provinciale kas tegen veesterfte’ en voorzitter van de ‘Volksbank van Tienen’. Gedurende beperkte tijd maakte hij ook deel uit van de provincieraad van Brabant.

Het vroegere hotel de ‘Tinnen Schotel’ op de Grote Markt, waar tegenwoordig de muziekacademie en de dienst Cultuur van de stad zijn ondergebracht, was een tijd lang de woning van burgemeester Victor Beauduin . Toen hij zich in 1875 met zijn gezin te Tienen vestigde, bewoonde hij oorspronkelijk de directeurswoning van de Tiense Suikerraffinaderij. In 1894 kocht hij het prachtige herenhuis op de Grote Markt. Zijn erfgenamen zouden het goed in 1909 aan de stad verkopen. Later werd hier een nijverheidsschool gevestigd die een tijd lang zijn naam zou dragen.

10-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. 2.11 In een nieuwe verpakking
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Op 23 september wist de plaatselijke burgerwacht  bovendien de terugtrekkende Hollandse troepen uit de stad te weren door de Leuvensepoort met man en macht te verdedigen  Op 28 september sloegen vrijwilligers de Hollanders opnieuw af aan de Maastrichtsepoort. Het Tiense vrijwilligerskorps onderscheidde zich eveneens bij de gevechten aan de brug bij Walem in de provincie Antwerpen. Het jaar daarop vonden in Tienen opnieuw schermutselingen plaats. In augustus 1831 rukten de troepen van Willem op voor de Maastrichtsepoort. De Tienenaars probeerden zich te weren, maar moesten zwichten voor de overmacht.

Uiteindelijk werd België onafhankelijk verklaard. Op 22 oktober 1830 werd Francois Van Dormael (foto links) de eerste burgemeester van de stad onder onafhankelijk bewind. Hij was een politieke nieuwkomer en werd voor de eerste maal in de beraadslagingen van de gemeenteraad vermeld bij zijn benoeming tot tweede luitenant van de schutterij op 10 juli 1829.  Volgens bepaalde bronnen geraakte Van Dormael als katholiek mandataris in opspraak wegens een dubieuze verhouding met zijn jonge huishoudster. De deken van St.-Germanus zou door middel van zijn persoonlijke tussenkomst zijn herverkiezing hebben beïnvloed. Hierdoor werd de liberaal Louis Goossens op 18 september 1848 de nieuwe burgemeester van de stad. In 1860 werd Van Dormael echter wel verkozen tot katholiek afgevaardigde voor het arrondissement Leuven, wat er op wijst dat hij binnen katholieke kringen zeker niet persona non grata  was. Een meer genuanceerde uitleg voor het verkiezingsdébacle van 1848 dringt zich bijgevolg op. Toen Willem I vrede sloot met de opstandige provinciën en de gezamenlijke vijand wegviel, was het monsterverbond tussen katholieken en liberalen tot sterven gedoemd. Tegenstrijdige belangen dreven beide partijen uit elkaar. Uiteindelijk verenigden de liberale krachten zich in 1840 in de eerste politieke partij van België, wat hen meteen ook een overwinning bij de parlementaire verkiezingen opleverde. Waarschijnlijk had de betere organisatie van de liberale krachten ook in Tienen gevolgen.

De straat waarin wij nu wonen in de Van Dormaelstraat zo genoemd naar de eerste burgemeester van Tienen sinds het Ancien Regime, Francois Van Dormael (foto links).

10-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.11 In een nieuwe verpakking
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De eerste decennia van de 19de eeuw vormden een duidelijke mijlpaal in de geschiedenis van de stad. Van een wegkwijnend 18de-eeuws provincieplaatsje evolueerde Tienen naar een welvarende 19de-eeuwse industriestad. In tegenstelling met wat algemeen gedacht wordt, kwam de aanzet hiervan niet van de liberale burgerij die vanaf het midden van de eeuw de lakens uitdeelde. Het startschot werd veel eerder gegeven, toen in de Zuidelijke Provinciën van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de industriële revolutie op gang kwam.

Toen in 1814 de Franse overheersing een einde nam, werd koning Willem I Frederik (1814-1830), prins van Oranje-Nassau (foto links) uitgeroepen tot de eerste vorst van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Willem I bezocht de stad drie maal. Op 23 september 1814 deed hij zijn intrede als nieuw gezagdrager der Nederlanden. Hij werd op het stadhuis ontvangen door de gemeenteraad en nam naar gewoonte zijn intrek in de herberg de ‘Tinnen Schotel’. Op 3 juni 1815, vijftien dagen voor de beslissende slag bij Waterloo, was hij er weer. Hij overnachtte opnieuw in de ‘Tinnen Schotel’, om zich de dag daarna richting St.-Truiden en Luik te begeven. Toen Willem I op 22 juni 1829 in zijne omreis door de verscheidene Provincien de stad Tienen voor de derde maal aandeed, wachtte hem een warm onthaal. Een deel van de bevolking voelde zich echter niet thuis binnen de nieuwe natie. Liberalen en katholieken bundelden de krachten in een monsterverbond. Dit resulteerde in een nieuwe opstand. In Brussel en Leuven braken de eerste onlusten uit. Om de orde binnen de eigen stad te handhaven werd naast de bestaande schutterij een burgerwacht opgericht. Alle inwoners welke als eygenaars of handel of neringdryvers in het handhaven der publieke rust belang hebben, werden op 28 augustus 1830 opgeroepen om de klus te klaren. De meeste burgers begonnen zich in paniek te bewapenen waardoor de situatie dreigde te ontaarden. Om onlusten te voorkomen werd op 24 september een stedelijke veiligheidsraad of Commissie van sureteit opgericht. Dagelijks zouden twee leden van deze raad in het stadhuis permanentie houden. Verder toonde Tienen zich een toegewijde aanhanger van de nieuwe revolutionaire gedachten. Tiense vrijwilligers namen deel aan de gevechten in het Warandepark te Brussel . 

Bijlagen:
Tinnen Schotel.jpg (31.9 KB)   

10-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
09-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.As ich tàchetig zèn (Als ik tachtig ben)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Als muzikaal intermezzo nog een nummertje van "De Tiense Straatmuzikanten" met als titel "As ich tàchetig zèn". Met als boodschap dat je zo oud bent als je je voelt.

Bijlagen:
02 As ich tàchetig zèn.mp3 (2.6 MB)   

09-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.10 En toen kwamen de Fransen (3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De regering van Napoleon I (1804-1815) (foto links) luidde voor Tienen een zeker herstel in. Na een bliksemcarrière als veldheer werd de Corsicaan Napoleon Bonaparte tot consul van de Franse Republiek benoemd. Later greep hij de macht en werd alleenheerser. Op 2 december 1804 kroonde hij zichzelf in de Parijse Notre-Dame tot keizer. Onder zijn regime werd het land verregaand gemoderniseerd. De cultus werd heringevoerd, de openbare diensten werden gereorganiseerd en de nijverheid herleefde. Napoleon I bracht twee maal een bezoek aan Tienen. Op 23 april 1803 deed hij de stad aan in het gezelschap van zijn eerste echtgenote Joséphine de Beauharnais. Bij zijn tweede bezoek op 1 september 1804 had hij zich al tot keizer uitgeroepen, maar was hij nog niet gekroond. Op 25 maart 1813 schonk hij de stad een nieuw wapenschild  Dit wapen staat nog steeds afgebeeld op de vier hoeken van het plafond van het kabinet van de burgemeester. Deze ruimte is trouwens volledig ingericht in empirestijl,  de heersende kunststijl uit de napoleontische periode. Op de schouw prijkt nog steeds een mooi borstbeeld van de Franse keizer uit 1811, uitgevoerd in Carraramarmer .

Napoleons veroveringspolitiek en zijn herhaalde conflicten met de andere Europese mogendheden zouden hem fataal worden. De Britse veldheer Arthur Wellesley wist hem in 1814 te Toulouse te verslaan. Na de vrede van Parijs werd Napoleon tot troonsafstand gedwongen en verbannen naar het eiland Elba. Dit feit leverde de Britse generaal de titel van hertog van Wellington op. Toen Napoleon vanuit zijn ballingsoord naar Parijs terugkeerde, werd Wellington aangesteld als opperbevelhebber van de geallieerde troepen. Zijn hoofkwartier bevond zich te Brussel. Op 3 mei 1815 ontmoette hij de bevelhebber van het Pruisische leger, veldmaarschalk Blücher, in de herberg de 'Tinnen Schotel' op de Grote Markt . Volgens de toenmalige stadssecretaris Jean Lambert de Wouters werden hier de voorbereidende gesprekken gevoerd voor de beslissende slag. Uiteindelijk werd Napoleon definitief verslagen te Waterloo. Hij stierf in 1821 in zijn ballingsoord op het eiland St.-Helena.

09-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pikke Stijkès en het Tiense dialect.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De liefhebbers van het Tiense dialect kunnen hun hartje ophalen bij de verhalen rond Pikke Stijkès die gebasseerd zijn op de gelijknamige roman van Leon Rubbens.

De idee voor de hoofdfiguur van het boek ontstond tijdens het leraarschap van Rubbens. Een negenjarig jongetje woonde in de Vollongang, in het Tiens van 50 jaar geleden "Impasse Vollon", tegenover de Katholieke Normaalschool op de Waaiberg.

Rubbens liet hem allerlei fratsen uithalen, die hem verteld werden door een aantal vrienden, zoals de tandarts Kamiel Moens en dokter Jean Smeesters. Hij noemde de sympathieke bengel Pikke Staikès. In het Tiensis "staikès" een stekelbaarsje. In zijn werk spelde Rubbens de naam minder fonlogisch met ij: "Pikke Stijkès".

Wil je  wat belevenissen van deze volksjongen horen in het Tiense dialect, surf dan naar de volgende internetsite :

http://www.tienen.be/showpage.aspx?id=1027

Omdat alle gebruikte uitdrukkingen niet altijd goed verstaanbaar zullen zijn voor een niet Tienenaar werd er bij ieder geluidsfragment een verklarende woordenlijst toegevoegd.

09-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.10 En toen kwamen de Fransen (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Voor Tienen verliep de terugtocht van de Fransen bijzonder tragisch. In de vergadering van de gemeenteraad van 10 maart 1793 wordt melding gemaakt van de ontploffing van het munitiedepot dat de Fransen in de houtopslagplaats van het minderbroederklooster hadden ondergebracht. De helft van de gebouwen werd bij de explosie vernield of zwaar beschadigd. Deuren, vensters en zelfs muren gingen hierbij aan flarden. Ook de kamer van de St.-Jorisgilde ondervond aanzienlijke schade. In het overlijdensregister van de St.-Germanusparochie werden op 10 maart 1793 drieëntwintig overledenen genoteerd, die nog dezelfde dag begraven werden. Bij de slachtoffers waren de drieëndertigjarige lokaalhouder van de St.-Jorisgilde, Jacques Verdyen, en zijn zoontjes Jacques, tien jaar, en Antoine, zes jaar oud. Zij kwamen terecht onder het puin van de gildenkamer. De rest van de stad had het eveneens zwaar te verduren. In het verslag van de gemeenteraad werd zelfs gewag gemaakt van tachtig dodelijke slachtoffers. Toch waren de Tienenaars maar al te blij dat de strijdende legers de stad voor de rest ongemoeid lieten. Uit dank voor la libération miraculeuse de notre ville  lieten zij in 1793 een zilveren ex-voto vervaardigen die zij aan de St.-Germanuskerk schonken (foto links).

Het Oostenrijkse herstel was van korte duur. Op 26 juni 1794 behaalden de Fransen een beslissende overwinning in de slag bij Fleurus. Op 19 juli 1794 verschenen de revolutionairen definitief in de stad. In 1795 werden onze gewesten bij Frankrijk gevoegd. De Fransen troffen een reeks maatregelen die bij de plaatselijke bevolking niet in goede aarde viel. Het invoeren van de conscriptie gaf een impuls aan het ontstaan van de Boerenkrijg. Terwijl Limburg in opstand kwam, bleef in Tienen alles betrekkelijk rustig.

09-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Zoeken in blog

HIER BENEDEN (ARCHIEF PER DAG) ZIJN ALLE ONDERWERPEN, DIE DE VOORGAANDE DAGEN VERSCHENEN ZIJN OP DEZE BLOG, NOGMAALS TE CONSULTEREN!!!!
Archief per dag
  • 10-12-2010
  • 09-12-2010
  • 08-12-2010
  • 07-12-2010
  • 06-12-2010
  • 05-12-2010
  • 04-12-2010
  • 03-12-2010
  • 02-12-2010
  • 01-12-2010
  • 30-11-2010
  • 29-11-2010
  • 28-11-2010
  • 27-11-2010
  • 26-11-2010
  • 25-11-2010
  • 24-11-2010
  • 23-11-2010
  • 22-11-2010
  • 21-11-2010
  • 20-11-2010
  • 19-11-2010
  • 18-11-2010
  • 17-11-2010
  • 16-11-2010
  • 15-11-2010
  • 14-11-2010
  • 13-11-2010
  • 12-11-2010
  • 11-11-2010
  • 10-11-2010
  • 09-11-2010
  • 08-11-2010
  • 07-11-2010
  • 06-11-2010
  • 05-11-2010
  • 04-11-2010
  • 03-11-2010
  • 02-11-2010
  • 01-11-2010
  • 31-10-2010
    Categorieën
  • 01. Geschiedenis (14)
  • 02. Suikerindustrie (32)
  • 03. Tienen nu (25)
  • 04. MP3-MP4 (16)
  • 05. Varia (5)
  • Inhoud blog
  • Dit is het einde, dit doet de deur dicht.
  • In Tienen ligt ongeveer 1 cm sneeuw (07:00)
  • Mithras-mysteries
  • Grujn, grujn van thaas
  • Nog tien toeristische tips voor een toekomstig bezoek aan Tienen
  • Trein naar huis - lichte avondmaaltijd
  • De Romeinen achterna.
  • Alle Tienenaars heten jullie allemaal welkom in hun stad
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (2)
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (1)
  • Programma van het bezoek aan Tienen op 9 december 2010
  • Nog enkele laatste belangrijke tips!!!
  • As ich tàchetig zèn
  • Research & development
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - suiker is een halffabricaat
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - A, B en C suiker
  • Sterktes en zwaktes van de bietsuikernijverheid - onstaan uit noodzaak
  • El bandido
  • De electrische krachtcentrale van de suikerfabriek
  • Afvalproducten - de citroenzuur cyclus
  • De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
  • Argèntinsen tango
  • De bietencampagne - de rasperij.
  • De suikerfabriek - ontvangst van de bieten
  • Miniraîske
  • Het zaaien en rooien van de bieten
  • Bietenzaad - De kleine en de grote bieten
  • De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 2
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 1
  • Mêên waai
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (3)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (2)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (1)
  • Spêêtig, spêêtig
  • 11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
  • 10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
  • 9. Tiense Suikerraffinaderij - Het verdrag van Rome
  • Tienen - waar ligt dat?
  • 8. Tiense Suikerraffinaderij - De tweede naoorlogse periode
  • 7. Tiense Suikerraffinaderij - Oorlog en burgerdeugd
  • 6. Tiense Suikerraffinaderij - De moeilijke jaren dertig
  • 5. Tiense Suikerraffinaderij - Het herstel
  • Oude postkaarten (3)
  • 4. Tiense Suikerraffinaderij - Een gedwongen halte
  • 3. Tiense Suikerraffinaderij wordt een NV
  • 2. Tiense Suikerraffinaderij - De eerste vlucht
  • 1. Tiense Suikerraffinaderij - Het prille begin
  • Oude postkaarten (2)
  • 8. De geschiedenis van de suiker - Riet of biet?
  • 7. De geschiedenis van de suiker - Bieten voor de keizer
  • 6. De geschiedenis van de suiker - Suiker verovert de wereld
  • 5. De geschiedenis van de suiker - Europese suikersteden
  • Oude postkaarten (1)
  • 4. De geschiedenis van de suiker - Karamel, kalk en kruisvaarten
  • 3. De geschiedenis van de suiker - De Persische connectie
  • 2. De geschiedenis van de suiker - Sarkara
  • 1. De geschiedenis van de suiker - De goddelijke dauw
  • De scheur van noenkel Fille
  • Tienen en zijn bestuurders
  • Tienen en zijn bevolking
  • 'T leëve es zoeë schoeën
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (2)
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (1)
  • 'tNief liejke vàn de moewer
  • Hotelschool Ter Veldborn
  • Het Suikermuseum
  • Museum het Toreke
  • De Grote Markt
  • Da wàs nen tèèd
  • De wijk Grimde
  • 6.9 De drie Romeinse tumuli van Grimde
  • 6.8 De necropolis van Grimde
  • 6.7 Kapel van Onze Lieve Vrouw-ten-Steen
  • Eufrazie
  • 6.6 Sint-Lambertuskerk te Overlaar
  • 6.5 Sint-Genovevakerk te Oplinter
  • 6.4 Kerk van de Goddelijke Zaligmaker te Hakendover
  • Twiee klaînkes saaîker
  • 6.3 Paterskerk op het Begijnhof
  • 6.2 O.L.V.-ten-Poelkerk op de Grote Markt
  • 6.1 Sint-Germanuskerk en Vrijthof op de Veemarkt
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (2)
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (1)
  • 5.6 Soldaten in de stad
  • Piercings
  • 5.4 De geuren en kleuren van een 19de-eeuwse stad
  • 5.5 Industriële archeologie (2)
  • 5.5 Industriële archeologie (1)
  • Hoe in Tienen geraken?
  • Welkom in Tienen
  • 5.3 De IJzeren weg (3)
  • 5.3 De IJzeren weg (2)
  • 5.3 De IJzeren weg (1)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (2)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (1)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (2)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (1)
  • Stringen in de rait
  • 5.1 De middeleeuwse stad (4)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (3)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (2)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (1)
  • 4.7 Werkhuizen Gilain
  • 4.6 De stille kracht
  • 4.5 Kouskesfabrieken
  • 4.4 Leerlooierijen
  • Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
  • 4.3 Brouwerijen en stokerijen
  • 4.2 Ambachtelijk Tienen
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (2)
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (1)
  • Tienen - 10 10 10
  • 3.5 Zo werd het later
  • 3.4 De plaatselijke rechtspraak
  • Opgewekt Tienen
  • 3.3 Het stadsbestuur
  • 3.2 De inbreng van de hertog
  • 3.1 Zo was het vroeger
  • Ich hem hower in men oewer
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • As ich tàchetig zèn (Als ik tachtig ben)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (3)
  • Pikke Stijkès en het Tiense dialect.
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (2)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (1)
  • Zè gèè ràp oep eur pejàd (ben je snel geïrriteerd)
  • Het 13 maal en de paardenprocessie te Hakendover
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (4)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (3)
  • Jà, 't ès zoewevèèr (Ja, het is zover)
  • Van biet tot suiker en de skyline van Tienen
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (2)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (2)
  • Pensioenliejke (Pensioenliedje)
  • Nog enkele oude postkaarten van Tienen rond 1900.
  • Het wapenschild van de stad Tienen
  • Bekende Tienenaars
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.5 Keizer Karel en de zijnen
  • Tienen tintelende stad.
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • Sààsuwalitéé
  • Nog enkele oude prentkaarten van Tienen
  • 2.4 Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië
  • 2.4 De groeiende macht van de steden
  • Tiense kloosters - Het begijnhof
  • Tiense kloosters - De cellebroeders
  • Tiense Kloosters - Bogaardenklooster
  • 2.4 Hertog Jan II
  • 2.4 Van hertog Godfried III tot Jan Primus
  • 2.4 Van graven tot hertogen
  • Het Tiens dialect en de ich-mich lijn.
  • 2.3 Thuinas
  • 2.2 De Gallo-Romeinse vicus
  • 1.1 Een omgracht complex uit de IJzertijd
  • Tienen zo als het was een eeuw geleden.


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!