Tienen heeft meer dan 100 jaar een onafgebroken liberaal
bewind gekend. De stad werd meer dan een eeuw beheerd en bestuurd door de
suikerbaronnen van de suikerfabriek.
Tot in het midden van de twintigste eeuw was de liberale partij oppermachtig in
Tienen. Van enige oppositie was er toen nauwelijks sprake. De suikerfabriek gaf
en nam. In ruil voor loyaliteit zorgde
de fabriek niet alleen voor zijn personeel, doch ook familie en kennissen
genoten van de gunsten van de fabriek indien men zich achter de visie van de
suikerbaronnen schaarde.
De fabriek had reeds voor de tweede oorlog eigen
vakantiehuizen aan zee waar haar loyaal personeel en hun familie naar toe
konden. De suikerfabriek zorgde voor ontspanning en cultuur vooral dan in de
zaal Het Patronaat in de Beaudiunstraat (=straat die het stadscentrum met de
suikerfabriek verbind en vroeger de Lange straat genoemd werd).
De invloed van de fabriek op de bevolking was tin die dagen enorm. In
cafés van de andere (socialistische of katholieke strekking) gezien worden stond
gelijk met een doodzonde en zette direct heel wat voorrechten op de helling.
In de jaren zestig werd de bevolking mondiger en verloor de
fabriek geleidelijk aan haar invloed op stad en haar bevolking. Het
stadsbestuur veranderde van een liberaal gingen we naar een socialistisch bewind. En dit tot op
de dag van vandaag, met slecht één kort liberaal intermezzo rond de millenniumwisseling.
Momenteel is de suikerfabriek een bedrijf zoals een ander en
heeft nog erg weinig invloed op het stadsbestuur en op de Tienenaars.
In bijlage een "pdf" met de leden van het huidig Schepencollege met telkens hun naam, hun strekking en hun bevoegdheden.
Net zoals de meeste stedelijke kernen kende Tienen in de periode 1981 1991 een achteruitgang in de bevolking Deze terugloop van de bevolking deed zich echter ook voor in de onmiddellijke omgeving van Tienen (Hageland en Haspengouw).
De gemeenten ten zuiden en ten oosten van Leuven kenden in die periode wel een omvangrijke bevolkingsaangroei. Deze suburbanisatiegolf zette zich verder in de periode 1992 1997 en dit vooral in oostelijke richting en in de richting van Waals-Brabant .
Sinds 2000 kenden de meeste stedelijke kernen een lichte aangroei van de bevolking, een tendens die zich echter merkelijk minder voordeed in Tienen. Tienen kende een lichte stijging van de bevolking toch minder dan in de andere centrumsteden van de regio. Dit fenomeen kan tekenend zijn voor het (vooralsnog) ontbreken van een betekenisvolle centrumfunctie van Tienen voor de omliggende regio.
Tienen kampt met een snel verouderende bevolking zoals blijkt uit de bevolkingspiramide in bijlage. De basis (0 - 15 jaar) van de piramide (zie eerste bijlage) wordt wel erg smal en zal naar de toekomst toe problematisch kunnen worden.