Bezoek Tienen 09/12/2010
Welkom op 9 december 2010
in de zoetste stad van het ganse land.
18-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Piercings
Klik op de afbeelding om de link te volgen Na al deze zware historische kost nog een liedje van "De Tiense Straatmuzikanten" getiteld "Piercings"
Intussen zullen jullie het Tiens dialect wel al voldoende onder de knie hebben om de inhoud van de tekst te kunnen verstaan.

Bijlagen:
05 Piercings.mp3 (4.6 MB)   

18-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
Categorie:04. MP3-MP4
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.4 De geuren en kleuren van een 19de-eeuwse stad
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naast maatregelen ter verfraaiing en ontsluiting nam het stadsbestuur in de 19de eeuw ook de sanering ter harte. Een lange reeks politieordonnanties schetst ons een stad waarvan de meeste huizen nog uit hout, leem en stro waren opgetrokken en die nauwelijks over sanitaire voorzieningen beschikten.

Omdat de Gete en de Mene een constant gevaar voor wateroverlast inhielden, vormde ook het onderhoud van de waterwegen een permanente zorg.  Een ander heikel punt was de brandbestrijding. Na herhaald aandringen van de gouverneur van de provincie Zuid-Brabant werd op 23 augustus 1823 een politiereglement uitgevaardigd met hierin de dwingende eis dat geene woonhuizen, schueren, loodsen of andere gebouwen zullen andere gevels mogen hebben dan gemetseld van steen kalk en tras en niet mogen gedekt worden dan met lyen, pannen, tegels of ander hard dak.

Openbare hygiëne bleef nog geruime tijd een ijdel begrip. Huizen beschikten nauwelijks over latrines en als ze er al hadden, gaven ze vaak uit op de openbare weg. Ook het opruimen van dierlijke kadavers vormde een wezenlijk probleem. Een gezonde watervoorziening was eveneens aan de orde. In de periode tussen 1831 en 8 oktober 1836 werd een aantal proefboringen uitgevoerd met de bedoeling artesische putten te graven. Zo wou men de kwaliteit van het drinkwater verhogen en de kans op besmettelijke ziekten terugdrijven.

In de strijd tegen epidemische aandoeningen scoorde het stadsbestuur dan weer voortreffelijk. Vooral de vaccinatiecampagne tegen pokken wierp vruchten af. Een jaar na het aantreden van het nieuwe bestuur kreeg de Tiense stadsraad af te rekenen met een andere dodelijke epidemie, de cholera morbus. Om hieraan het hoofd te bieden werden maar liefst zes nieuwe stadsdokters aangesteld. In 1832 veroorzaakte het uitbreken van deze uiterst besmettelijke aandoening trouwens een meeruitgave in de godshuizen en werd in het Gasthuis (foto links) een speciale vleugel voor de opvang van besmette zieken voorzien. De stedelijke overheid propageerde daarnaast een aantal preventieve maatregelen. Het witten van het interieur van openbare gebouwen en particuliere woningen was er één van. Deze maatregel werd toegepast in het Gasthuis en in het Weeshuis.

18-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:01. Geschiedenis
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.5 Industriële archeologie (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Groot was het contrast met de directeurswoningen en de verblijven van het kaderpersoneel. In de beginfase was de binding tussen het bedrijf en de bedrijfsleider zo hecht dat hij ervoor koos om in zijn fabriek te verblijven. De functies wonen en werken werden, zoals dat binnen de ambachtelijke middens van het ancien régime gebruikelijk was, met mekaar verenigd. Zo woonde de familie Vinckenbosch in de fabriek (foto links). Vorig jaar is wat wij Tienenaars, "de villa" noemden afgebroken en vervangen door een groot embleem  (witte "T" op een blauw veld) van de Tiense Suikerraffinaderij.

Anderen resideerden in de onmiddellijke omgeving van het bedrijf. De familie Beauduin en later ook de familie Delacroix woonde in de directeurswoning, die ondergebracht werd in de voormalige verblijven van het Wittevrouwenklooster . Rond de vorige eeuwwisseling verhuisde Victor Beauduin naar het vroegere hotel de 'Tinnen Schotel' gelegen op de Grote Markt.

18-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
Categorie:01. Geschiedenis
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.5 Industriële archeologie (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Toen Vinckenbosch het bedrijf van J. Van den Berghe de Binkom opslorpte, vestigde hij zich op de site in Aandoren, gelegen tussen de Borggracht en de overblijfselen van de Tiense omheining. Op dezelfde plaats bevindt zich nog steeds het complex van de Tiense Suikerraffinaderij. Het bedrijf is zodanig gemoderniseerd dat er nog maar weinig van de oorspronkelijke 19de -eeuwse fabrieksgebouwen overblijft. Voor de aanvoer van de grondstoffen naar de fabriek werden twee spoorlijnen aangelegd die het station van Tienen met dat van Grimde (foto links) en het bietenplein van de Suikerraffinaderij verbonden. Deze lijnen zijn niet meer in gebruik.

Ons industrieel patrimonium omvat meer dan alleen de overblijfselen van de ambachtelijke en industriële activiteiten. Ook het aspect huisvesting speelde in de 19de eeuw een niet onbelangrijke rol. Meestal zorgden de bedrijven zelf voor de behuizing van de arbeiders. Het fenomeen van de gangetjes of impasses, waarbij de eigenaar een pand verkavelde om er arbeiderswoningen op te bouwen, was in Tienen zeker niet onbekend. Bij het ontstaan van de industriële ontwikkeling gingen bepaalde nijveraars over tot een eerste vorm van sociale woningbouw. Hierbij denken wij vooral aan Eugène Vanden Bossche, directeur en beheerder van de suikerfabriek Vanden Bossche et Janssens, die in 1867 in de nabijheid van zijn fabriek de Werkmanssteeg liet bouwen. De Tiense Suikerraffinaderij en de Citrique Belge  zetten deze huisvestingspolitiek tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw verder. De arbeiderswoningen van de Molenstraat, de Fabrieksstraat, de Kerkstraat, de Wulmersumsesteenweg en de Pastorijstraat in Grimde getuigen van een karakteristieke woningbouw in typische bruine baksteen. In 1948 diende de Tiense Suikerraffinaderij nog een aanvraag in voor de bouw van dertig woningen in de Slachthuisstraat. Tijdens de verkiezingstrijd van 1952 werd dit als één van de sociale verwezenlijkingen van het liberale stadsbestuur naar voren geschoven.

18-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
Categorie:01. Geschiedenis
>> Reageer (0)
17-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe in Tienen geraken?
Met de trein
Tienen ligt  aan de spoorlijn Luik - Leuven - Brussel - Oostende.
Er zijn drie treinen per uur naar Leuven, Brussel en verder.
Tijdens de spitsuren komen er per uur nog een paar extra treinen bij

Met de auto
Tienen is ook aan de E40 gelegen en is dus vlot met de auto te bereiken
Vanaf de afrit nr. 25 van de E40 tot aan de grote parking achter het station is het nog ongeveer 5 km rijden.

Het kan natuurlijk ook te voet doch dat zal voor de meesten wel wat te ver zijn zeker.

Voor de vroege vogels is er in het stationsgebouw een cafetaria waar aan democratische prijzen een bakje troost of iets anders lekkers te verkrijgen is. Als jullie van de trein stappen ligt de cafetaria rechts van de lokettenzaal.











17-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:05. Varia
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom in Tienen
Klik op de afbeelding om de link te volgen Een YouTube filmpje om de reizigers die toekomen in het station van Tien te verwelkomen.

http://www.youtube.com/watch?v=HBRnaC7Xf54&feature=related

Op de foto links kunt u zien hoe het station er nu uitziet, voeger was dit wel enigszins anders.

Voor de tweede wereldoorlog waren de sporen van het station van Tienen overkapt zoals te zien is op de foto's in bijlage.

Bijlagen:
Station_Tienen.bmp (194.8 KB)   
Station_Tienen2.bmp (296.9 KB)   

17-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
Categorie:04. MP3-MP4
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.3 De IJzeren weg (3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Uiteraard diende het nieuwe station en het voorliggende plein met het stadscentrum verbonden te worden. Op 1 maart 1839 besloot het stadsbestuur om een nieuwe straat aan te leggen die de verbinding met de Nieuwe Leuvensepoort en de Leuvenselaan tot stand zou brengen. Het oorspronkelijke ontwerp van deze straat was van directeur Masui van de spoorwegen in exploitatie en voorzag een weg van 300 meter lang en 20 meter breed. De uiteindelijke weg zou slechts 12 meter breed worden. Aan weerszijde werd de straat volgebouwd met statige herenwoningen, merendeels opgetrokken in neoklassieke stijl. De nieuwe straat en het stationsplein werden door de stad gekasseid. Door de aanleg van dit plein en de nodige verbindingen vanuit de stad was er een nieuwe wijk ontstaan. Hetzelfde fenomeen deed zich ook voor in de Leuvenselaan. Hoewel deze verbindingsweg uit 1715 dateert, werd hij pas in de loop van de 19de eeuw verder bebouwd met een reeks riante woningen.

In 1840 ging men van start met de bouw van een neoclassicistisch stationsgebouw, te midden van de locatie van de verdwenen Gallo-Romeinse vicus (foto links). Het reizigersgebouw van het station bestaat uit een verhoogd middendeel, aan weerskanten geflankeerd door lagere zijvleugels. Het geheel werd versierd met een fronton en voorzien van een torentje met uurwerk. Dit gebouw staat er nog steeds, zodat Tienen een van de weinige stationsgebouwen bezit dat in de loop der tijden niet door een modern vervangen werd.

17-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
Categorie:01. Geschiedenis
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.3 De IJzeren weg (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De aanleg van een lijn tussen de steden Brussel en Luik impliceerde ook de bouw van een aantal stations. De eerste locomotieven konden immers zonder halte niet meer dan 50 à 60 km afleggen. Al in 1836 vormde de inplanting van het stationsgebouw een van de belangrijkste zorgen van de Tiense gemeenteraad. Aanvankelijk werd geopteerd voor een ligging dicht bij de Bostsepoort. De uiteindelijke beslissing werd een tijdje uitgesteld, zodat de stad bij de officiële opening van de spoorlijn slechts over een voorlopig houten gebouwtje beschikte. In 1839 werd geopteerd voor de huidige locatie.

Door de bouw van het station veranderde de oude wijk Avendoren drastisch van uitzicht. Wegens haar functie als tussenstation werd Tienen van bij de aanvang uitgerust met een locomotiefdepot en werden ateliers en slaap- en wasplaatsen voor de machinisten en de stokers voorzien. Nieuwe hotels en herbergen voorzagen in de opvang van gestrande reizigers. Hierdoor kreeg een nieuw plein vorm (foto links) dat tot op de dag van vandaag nog nagenoeg hetzelfde is gebleven.

Op 10 augustus 1839 was tussen de Belgische staat en het stadsbestuur overeengekomen om het station buiten het stedelijke tolsysteem te houden. Om de aanvoer van goederen naar het stadscentrum mogelijk te maken, werd op de hoek van het plein een tolhuis gebouwd. Het bureau heeft slechts tot in 1860 dienst gedaan, want in datzelfde jaar werden de stadsoctrooien afgeschaft. Daarna werd het gebouw omgevormd tot Hôtel de l’Industrie.

17-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:01. Geschiedenis
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.3 De IJzeren weg (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De belangrijkste acceleratie van de nieuwe industriële groei tijdens de eerste helft van de 19de eeuw was de aanleg van de spoorlijn Leuven-Tienen. De jonge Belgische natie toonde al van bij de aanvang interesse voor de uitbouw van een spoorwegennet. Uit economisch oogpunt wou men namelijk een verbinding tussen Schelde, Maas en Rijn tot stand brengen die over het eigen grondgebied liep. De trein, het uit Engeland afkomstige nieuwe transportmiddel, leek hiervoor een ideaal alternatief. Het project dat deze verbinding over Leuven en Tienen liet lopen, won geleidelijk meer aan steun. Hierdoor werden immers de meest geïndustrialiseerde en de dichtst bevolkte gebieden betrokken. Op 1 mei 1834 bekrachtigde Leopold I de wet op de spoorwegen. Hierbij werd de aanleg van een uitgebreid spoorwegennet voorzien waarbij alle grote Belgische centra met elkaar en met de belangrijkste buitenlandse handelspartners verbonden werden. Binnen het jaar werd met de werkzaamheden van start gegaan en op 5 mei 1835 spoorde de eerste trein tussen Mechelen en Brussel.

Op 21 september 1837 werd de nieuwe spoorlijn Leuven-Tienen ingereden. Op 2 april 1838 nam men de lijn Tienen-Waremme in gebruik (foto links). In de loop van de 19de eeuw werden ook de lijnen Tienen-Hoegaarden-Geldenaken-Namen en Tienen-Diest-Mol tot stand gebracht. Voor de opkomende Tiense industrie had het spoorverkeer een aantal belangrijke voordelen. De reisduur werd immers aanzienlijk ingekort, de transportonkosten werden gedrukt en voor de eerste maal in de geschiedenis kon men op een vrij gemakkelijke manier grote hoeveelheden goederen vervoeren.

17-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
Categorie:01. Geschiedenis
>> Reageer (0)
16-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werk en werkloosheid in Tienen (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Meer dan 25 jaren zijn in Tienen herstructureringen aan de gang. Ondanks die aanhoudende herstructureringen, zeg maar afdankingen, slaagt Tienen erin een hoge werkzaamheidsgraad (aantal actieven in verhouding tot de beroepsbevolking) en een hoge werkgelegenheidsgraad (aantal arbeidsplaatsen in verhouding tot de beroepsbevolking) te bereiken en aan te houden. De laag-geschooldheid in Tienen, deels nog een gevolg van de late tertiarisering van het economisch landschap, is wel een probleem.

Precies om  de teloorgang van de klassieke industriële economie, gericht op massaproductie op te vangen, richt Tienen zich voluit op het aantrekken van kenniseconomie. Recent ondertekende de stad een samenwerkingsovereenkomst met de KUL om het feed-food-health project FFH016 op te starten. De regelmatige contacten met de KUL hebben tot doel spin-offs (bedrijven met technologische vernieuwing) in de stad aan te trekken. Geen massaproductie, wel toptechnologie, die niet zomaar herlokaliseerbaar is. Zo behoort IMEC als onderzoeksinstituut tot de top 3 van de wereld. De geografische nabijheid van IMEC schept unieke kansen voor onze regio, denk maar aan Photovoltech (=productie van wafels voor zonnepanelen).

Nog een weetje in de marge, het hypermoderne bedrijf Photovoltech (foto links) staat op Wijngaardberg, op dezelfde plaats waar 2500 jaar geleden de eerste nederzetting uit de IJzertijd ook al gelokaliseerd was. Het moet daar goed om te boeren zijn.

16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:03. Tienen nu
>> Reageer (1)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werk en werkloosheid in Tienen (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tienen is naar aantal inwoners en tewerkstelling de tweede stad van het arrondissement Leuven. Het is een socio-economische wetmatigheid dat entiteiten die een (klein)stedelijke functie vervullen een grote aantrekkingskracht hebben op kansarmen omwille van (goedkopere) huisvestingsmogelijkheden, sociale voorzieningen, minder sociale controle.…Hierdoor is er ook een duidelijke impact op de werkloosheidsevolutie: een stad is voorbestemd om een hogere werkloosheid te hebben dan een plattelandsgemeente. Dit is trouwens geen nieuw fenomeen: cfr. de trek naar de stad van het agrarisch proletariaat in de 19de eeuw.

Tienen is een stad met historisch een hoge graad van tewerkstelling in de secundaire sector: gericht op massaproductie. Massaproductie is tegenwoordig een zaak van de lage-loon-landen. De tertiarisering (diensteneconomie) gaat echter ook in Tienen verder. De stad verliest jobs in de primaire en in de secundaire sector, we winnen jobs in de tertiaire en in de quartaire sector. Deze overgang van een industriële naar een diensteneconomie  verloopt helaas niet steeds rimpelloos. Zo bestaan in een diensteneconomie andere profielen, andere competenties en vaardigheden dan in de klassieke industriële omgeving. Dit vergt bv. ernstige omscholing- en bijscholingsoperaties in regulier onderwijs en volwassenenonderwijs en dit heeft zijn tijd nodig.


16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
Categorie:03. Tienen nu
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tijdens de eerste decennia van de 19de eeuw werd werk gemaakt van de ontsluiting van de stad door middel van het aanleggen van grote verbindingswegen. Hierdoor werd aangeknoopt bij een fenomeen uit de 18de eeuw. In 1715 was de verbinding Leuven-Luik (foto links) tot stand gekomen en in 1775 werd een aanvang gemaakt met de aanleg van de baan Tienen-Hoegaarden, die later tot in Geldenaken werd doorgetrokken.

Toen Willem I op 22 juni 1829 de stad aandeed, toog het stadsbestuur met een speciaal verzoek naar de koning waarin de noodzaak van de aanleg van een gekasseide baan tussen Tienen en Hoei benadrukt werd. Vooral de bereikbaarheid van de brand-bouwstoffen en minerale rijkdommen uit het Luikse bekken werd hiervoor als reden aangehaald. In het rapport dat burgemeester Van Dormael in de zitting van 2 oktober 1837 aan de gemeenteraad voorlegde, schetste hij het belang van een degelijke wegeninfrastructuur als volgt: Ces diverses routes donneront à Tirlemont un ensemble de communication qui jointes à l'importante communication de cette ville avec toute la Belgique par le moyen du chemin de fer qui la traverse.

16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Als gevolg van deze spectaculaire bevolkingstoename brak de stad langzaam uit zijn middeleeuwse cocon. De stadsvesten werden ontmanteld en er werden nieuwe invalswegen aangelegd. In 1817 en 1818 werden speciale financiële inspanningen gedaan om de stadswallen af te graven en om te vormen tot wandelvesten. Ook de stadspoorten moesten er aan geloven. In 1822 werd een eerste beslissing genomen voor het slopen van de Kabbeekse- en de Lintersepoort. Dit betekent echter niet dat men resoluut van het principe van de ommuurde stad afstapte. Meestal bleef het onderste deel van de oude poorten nog enkele decennia bewaard. De Gevangenen- of Bostsepoort bleef tot in 1848 bestaan. In dat jaar moest zij plaatsruimen voor de aanleg van weg naar Hoei (foto links)Het afbraakmateriaal van deze poort werd herbruikt voor de bouw van de nieuwe stadsgevangenis "Het Toreke" dat nu stadsmuseum geworden. Op de bovenste verdieping van "Het Toreke" kunnen de middeleeuwse gevangenisdeuren  van de Gevangenen- of Bostsepoort, voorzien van hun Middeleeuwse graffiti  nog steeds bewonderd worden.

Dat in het huidige Tienen geen sporen bewaard bleven van de oude stadsomheining heeft waarschijnlijk te maken met de recyclage van het materiaal van de geslechte poorten en muren. Het plaatselijk gewonnen kwartsiet, dat voor de constructie van de verdedigingswerken gebruikt werd, leent zich immers prima voor het verharden van wegen.

Het verharden van het wegdek van de invalswegen was in de 19de eeuw absoluut prioritair. Dit had alles te maken met het feit dat de meeste buurtwegen tijdens de wintermaanden door de modder onberijdbaar werden. Om de communicatie met het hinterland te bevorderen, werden belangrijke wegwerkzaamheden uitgevoerd. Soms uit louter esthetische, soms uit praktische overwegingen werden ook in de binnenstand straten en pleinen aangepakt.

16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stringen in de rait
Klik op de afbeelding om de link te volgen Om de ludieke noot niet te vergeten na al deze zware historische kost, nog een eerder ondeugend liedje van "De Tiense Straatmuzikanten" met als titel "Stringen in de rait".

Ik ga er deze keer geen vertaling bijvoegen en jullie zelf laten uitzoeken waarover "De Tiense Straatmuzikanten" het deze keer hebben.

Bijlagen:
13 Stringen in de rait.mp3 (3.2 MB)   

15-11-2010 om 13:49 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (4)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Op bevel van de centrale overheid werden in 1725 de Haspoel op de Houtmarkt  dicht gegooid (foto links). Om onenigheid betreffende de watervoorziening te voorkomen, werd besloten twee monumentale pompen aan weerszijde van de O.-L.-Vrouw-ten-Poelkerk te plaatsen. De poel werd overwelfd en de monumentale pomp met arduinen Mariabeeld werd in 1730 voltooid. De uitvoering van deze werken had meer dan acht jaar en een proces tussen het stadsbestuur en de ambachten gekost.

De tweede helft van de 18de eeuw werd gemarkeerd door een grote bouwactiviteit. De stad bezit vandaag nog een respectabel aantal classicistische woningen die in sommige straten het uitzicht bepalen. (zie bijlage 1)

Tijdens de laatste decennia van de 18de eeuw zouden op bevel van het centrale bestuur nog een tweetal ingrijpende veranderingen plaatsvinden. In 1781 werd begonnen met de afbraak van de aarden wallen op de Tiense vesten. Drie jaar later werd door het decreet van 1784 het voortbestaan van het kerkhof rond de Sint-Germanuskerk in vraag gesteld. Stadsontvanger Charles Verlat slaagde erin om na heel wat discussies en manipulaties in 1796 de kerkhofgrond langs de Wolmarkt aan te kopen en er zes huizen te bouwen. Toen na onderbrekingen de bouw van de woningen in 1798 definitief werd verder gezet, liet Verlat in de gevel van het eerste huis volgende tekst aanbrengen: sique gradus cessant et rixae carolique labores.

Tussen 1806 en 1835 bleef het bevolkingsaantal in de stad schommelen rond de 8.000 inwoners. Pas na 1836 zou de stad uitgroeien tot een echt industriecentrum. In deze periode ging het bevolkingsaantal in Tienen voortdurend omhoog. Van 8.352 in 1841, ging het over 12.701 in 1875 en 17.582 in 1900, naar 19.529 in 1920. Deze stijging komt overeen met een aangroei van 70 % voor de periode tussen 1846 en 1900, terwijl de bevolkingstoename in gans België voor deze periode slechts 54,3 % bedroeg.

Bijlagen:
ScreenShot216.jpg (33.8 KB)   

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Enkele buitenlandse bezoekers getuigden in de loop van de 18de eeuw over hun verblijf in de stad. Zij schetsten ons een vrij adequaat beeld van wat er nog restte van de middeleeuwse stad. In 1763 startte Leopold Mozart een grote Europese reis waarbij hij samen met zijn zoon Wolfgang Amadeus (foto links) en zijn dochter Nannerl achtereenvolgens München, Frankfurt, Aken, Brussel en Parijs aandeed. Op hun weg naar Brussel overnachtte het gezin te Tienen. Zij verbleven in de ‘Tinnen Schotel’, het enige hotel met klasse dat de stad op dat ogenblik rijk was. Toch was Leopold achteraf niet zeer lovend over zijn verblijf. In een brief aan zijn vriend Hagenauer noemde hij Tienen een stad die duidelijk over zijn hoogtepunt heen was. Hetzelfde verhaal horen wij bij de Engelsman Samuel Vernon die enkele jaren later (1766) Tienen aandeed. Hij noemde het: a town seemingly on the decline, having probably been sometime more considerable than the present.

In de loop van de 18de eeuw onderging de stad enkele grote veranderingen. Op 2 april 1705 werd de Gareelmakerijstraat (huidige Nieuwstraat) bijna volledig vernield. Dertig huizen dienden heropgebouwd te worden. Ook de straatnaam werd aangepast. Na de ramp van 1635, waarbij het stadhuis op de Veemarkt af brandde en herstellingswerken uitbleven, besloot men de administratieve diensten van de stad onder te brengen in een nieuw pand. Op 23 november 1711 nam het stadsbestuur de beslissing om over te gaan tot de koop van een bestaande woning. Het werd het huis Immens op de Dries (huidige Grote Markt). Na de aankoop startten de aanpassingswerken die meer dan vier jaar in beslag namen. Het originele huis in Vlaamse renaissancestijl werd in 1720 van een centrale pui, die dienst zou doen voor de afkondiging van officiële berichten, voorzien.

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tijdens de regering van Johanna van Brabant en Wenceslas van Luxemburg vatten de Tienenaars andermaal het plan op om de stadsomheining te vergroten. In de loop van de 14de eeuw werd een uitgebreide wal aangelegd waardoor er binnen de verdedigingsgordel heel wat onbebouwde ruimte overbleef (foto links). Of dit was uit misplaatste hoop op de toekomst of om de stadskern van artillerievuur te vrijwaren, is niet duidelijk. Zeker is dat de grote omheining ook de meest afgelegen stadswijken omsloot. De nieuwe verdedigingsgordel beperkte zich tot het opwerpen van aarden wallen (de ‘Leugenvesten’) en de bouw van een aantal nieuwe poorten en torens. Vrij spoedig bleek de verdediging moeilijk haalbaar. Bovendien was de bloei van de stad al duidelijk over haar hoogtepunt heen. In elk geval was de in 1360 gestarte aanleg meer dan honderd jaar later nog niet voltooid. Bovendien begonnen de hertogen van langsom hun interesse te verliezen. Tijdens de 14de eeuw kozen ze Brussel als hun vaste residentieplaats waardoor de plaatselijke residenties aan belang verloren. In 1372 schonk Johanna het voormalige ‘Hertogenhuis’, gelegen op de hoek van de huidige Hennemarkt en de O.-L.-Vrouwbroederstraat, aan de Karmelieten.

Op 29 maart 1512 verleende Maximiliaan van Oostenrijk aan de Tiense autoriteiten de toestemming om over te gaan tot aanpassingswerken. Hiervoor werd gebruik gemaakt van delen van de oude omheining. De Borggracht werd opnieuw de zuidelijke stadsgrens. De bestaande muur van de tweede omheining begrensde de stad in het noorden. In het oosten bracht men in 1537-1538 een nieuwe verbinding tot stand tussen de Oude Poort en het Sliksteen. In een tweede fase werd in het westelijke stadsdeel een muur opgetrokken tussen de Leuvensepoort en de Roos. Dit gebeurde in 1596 met de hulp van Spaanse soldaten . De inwoners van de stad werden van bij de aanvang van de werken verplicht om hun diensten te verlenen. Dit ‘vrijwilligerwerk’ kreeg een ruggensteuntje van de overheid toen Karel V in 1537 aan de magistraat de toelating gaf om werkweigeraars te bestraffen. Bij het begin van de 17de eeuw werden nog herstellingswerken uitgevoerd waardoor de versterking aan doeltreffendheid won. De derde omheining met zijn wallen en buitenpoorten zou gedurende de volgende decennia meermaals zijn degelijkheid bewijzen.

Tijdens het laatste traject van onze wandeling van het zwembad naar het station zullen we voor een deel langs het westelijk traject van de vierde en laatste door de Spanjaarden aangelegde omwalling van de stad  wandelen.

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tot slot van de geschiedenis van Tienen, nog een reeks bijdragen over hoe het uitzicht van de stad evolueerde door de eeuwen heen. We beginnen ons verhaal in de 12de eeuw omdat betrouwbare historische gegevens van voor deze periode (nog) ontbreken.

Tijdens de regering van Hendrik I (1190-1235) en zijn opvolgers kende Tienen een snelle economische groei. Gedurende deze periode verwierf de stad het recht om een wekelijkse marktdag te houden (1220). Dit stimuleerde haar ontwikkeling als commercieel centrum. Haar ligging op de belangrijke oost-westas maakte bovendien een deelname aan de internationale handel mogelijk. Daarnaast was de Brabantse lakenindustrie gedurende deze periode in volle expansie. Het bevolkingsaantal nam gestadig toe en de eerste omheining werd vrij snel te klein. Omdat er zich wijken buiten de muren begonnen te vormen, was een uitbreiding van het stadsterritorium noodzakelijk.

Volgens de 17de-eeuwse kroniekschrijver Gramaye startte men in 1194 met de constructie van de tweede omheining. Ter hoogte van de huidige Oude Vestenstraat werd een muur gebouwd en in het zuiden werd de Borggracht (1230) aangelegd. Op de splitsing tussen de Gete en de Borggracht werd een sluisgebouw gebouwd dat men de Nieuwe Sluis of Roos noemde (1233) (foto links). De gracht werd extra versterkt door de aanleg van verdedigingsmuren en torens. De uitbreiding van de omheining had tot gevolg dat de nieuwe wijk rond de Dries, waar zich de O.-L.-Vrouw-ten-Poelkapel bevond, binnen de stadskern kwam te liggen.

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
14-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.7 Werkhuizen Gilain
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De Werkhuizen van Gilain of Ateliers de construction de machines à vapeur, mécaniques, chaudières à vapeur et filiature de laine kwamen tot stand in de lokalen van de afgeschafte St.-Sebastiaansgilde. Na de Franse revolutie besloot de uit Charleroi afkomstige mecanicien Jacques Joseph Gilain (foto links) hier een wolspinnerij te vestigen. Toen de textielindustrie in de Nederlanden af te rekenen kreeg met Engelse concurrentie schakelde Gilain in 1825 over op het vervaardigen van stoommachines voor de textielsector. In de jaren dertig van de 19de eeuw werd de productie uitgebreid met toestellen voor de verwerking van de florissante Haspengouwse voedingsindustrie. Vooral de pas opgerichte suikerfabrieken vormden een belangrijke afzetmarkt.

In het tweede kwart van de 19de eeuw breidde Jacques Joseph Gilain zijn oorspronkelijke spinnerij uit met een werkhuis dat aan de achterzijde uitgaf op de recent aangelegde spoorlijn. Hier specialiseerde hij zich in de fabricatie en de assemblage van stoommachines, die voornamelijk bestemd waren voor de voedingsindustrie. Gedurende een korte periode werden ook tram- en spoorweglocomotieven vervaardigd.

In 1879 werd het familiebedrijf omgevormd tot de Société anonyme des Ateliers de Construction J.J. Gilain met sociale zetel te Tienen (foto zie bijlage). Het kreeg toen de allures van een industriële vestiging met wereldklasse. De periode tussen beide wereldoorlogen vormde voor de Ateliers de Construction Mécaniques de Tirlemont een eerder woelige periode. Bij het begin van de jaren dertig moest de oude firma zelfs haar toevlucht nemen tot liquidatie. In 1934 werd een nieuwe maatschappij opgericht onder de naam Société Anonyme des Ateliers de Construction Mécanique de Tirlemont  of kortweg ACMT. In 1959 werd dit bedrijf opgenomen in het consortium van de Ateliers Belges Réunis of ABR. Onder druk van een nieuwe crisis werd de firma in 1962 verplicht om het centrum van Tienen te verlaten. De site ter hoogte van de Zijdelingsestraat bleef tot 1967 gehandhaafd.

Dat in Tienen ooit de beroemde seniorentrams gemaakt werden voor Antwerpen bewijst de PowerPoint presentatie in bijlage. "Het trammuseum van Berchem".

Bijlagen:
Ateliers de Construction J.J. Gilain.jpg (30.3 KB)   
Trammuseum Berchem.pps (3.6 MB)   

14-11-2010 om 17:08 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
>> Reageer (1)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.6 De stille kracht
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De Grote Gete en de Mene speelden een belangrijke rol in de industriële ontwikkeling van de stad. Het water werd niet alleen aangewend als hulpmiddel in het fabricatieproces, maar leverde ook de nodige energie om te komen tot het eindproduct. Molens (foto links) zetten de waterkracht om in bruikbare energie voor de verwerking van de grondstoffen. Ook andere natuurlijke krachtbronnen als wind en paardenkracht werden voor dit doel aangewend. Tot in de 19de eeuw, toen andere meer krachtige energiebronnen als stoom, organische brandstoffen en elektriciteit de ambachtelijke molens verdrongen, zou dit zo blijven.

Rond 1850 waren er te Tienen nog dertien molens bedrijvig waarvan vier bloemwatermolens, vijf olierosmolens, een bloemwindmolen, een oliewatermolen, een schorswatermolen en een aardappelmeelmolen.

14-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Zoeken in blog

HIER BENEDEN (ARCHIEF PER DAG) ZIJN ALLE ONDERWERPEN, DIE DE VOORGAANDE DAGEN VERSCHENEN ZIJN OP DEZE BLOG, NOGMAALS TE CONSULTEREN!!!!
Archief per dag
  • 10-12-2010
  • 09-12-2010
  • 08-12-2010
  • 07-12-2010
  • 06-12-2010
  • 05-12-2010
  • 04-12-2010
  • 03-12-2010
  • 02-12-2010
  • 01-12-2010
  • 30-11-2010
  • 29-11-2010
  • 28-11-2010
  • 27-11-2010
  • 26-11-2010
  • 25-11-2010
  • 24-11-2010
  • 23-11-2010
  • 22-11-2010
  • 21-11-2010
  • 20-11-2010
  • 19-11-2010
  • 18-11-2010
  • 17-11-2010
  • 16-11-2010
  • 15-11-2010
  • 14-11-2010
  • 13-11-2010
  • 12-11-2010
  • 11-11-2010
  • 10-11-2010
  • 09-11-2010
  • 08-11-2010
  • 07-11-2010
  • 06-11-2010
  • 05-11-2010
  • 04-11-2010
  • 03-11-2010
  • 02-11-2010
  • 01-11-2010
  • 31-10-2010
    Categorieën
  • 01. Geschiedenis (14)
  • 02. Suikerindustrie (32)
  • 03. Tienen nu (25)
  • 04. MP3-MP4 (16)
  • 05. Varia (5)
  • Inhoud blog
  • Dit is het einde, dit doet de deur dicht.
  • In Tienen ligt ongeveer 1 cm sneeuw (07:00)
  • Mithras-mysteries
  • Grujn, grujn van thaas
  • Nog tien toeristische tips voor een toekomstig bezoek aan Tienen
  • Trein naar huis - lichte avondmaaltijd
  • De Romeinen achterna.
  • Alle Tienenaars heten jullie allemaal welkom in hun stad
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (2)
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (1)
  • Programma van het bezoek aan Tienen op 9 december 2010
  • Nog enkele laatste belangrijke tips!!!
  • As ich tàchetig zèn
  • Research & development
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - suiker is een halffabricaat
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - A, B en C suiker
  • Sterktes en zwaktes van de bietsuikernijverheid - onstaan uit noodzaak
  • El bandido
  • De electrische krachtcentrale van de suikerfabriek
  • Afvalproducten - de citroenzuur cyclus
  • De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
  • Argèntinsen tango
  • De bietencampagne - de rasperij.
  • De suikerfabriek - ontvangst van de bieten
  • Miniraîske
  • Het zaaien en rooien van de bieten
  • Bietenzaad - De kleine en de grote bieten
  • De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 2
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 1
  • Mêên waai
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (3)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (2)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (1)
  • Spêêtig, spêêtig
  • 11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
  • 10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
  • 9. Tiense Suikerraffinaderij - Het verdrag van Rome
  • Tienen - waar ligt dat?
  • 8. Tiense Suikerraffinaderij - De tweede naoorlogse periode
  • 7. Tiense Suikerraffinaderij - Oorlog en burgerdeugd
  • 6. Tiense Suikerraffinaderij - De moeilijke jaren dertig
  • 5. Tiense Suikerraffinaderij - Het herstel
  • Oude postkaarten (3)
  • 4. Tiense Suikerraffinaderij - Een gedwongen halte
  • 3. Tiense Suikerraffinaderij wordt een NV
  • 2. Tiense Suikerraffinaderij - De eerste vlucht
  • 1. Tiense Suikerraffinaderij - Het prille begin
  • Oude postkaarten (2)
  • 8. De geschiedenis van de suiker - Riet of biet?
  • 7. De geschiedenis van de suiker - Bieten voor de keizer
  • 6. De geschiedenis van de suiker - Suiker verovert de wereld
  • 5. De geschiedenis van de suiker - Europese suikersteden
  • Oude postkaarten (1)
  • 4. De geschiedenis van de suiker - Karamel, kalk en kruisvaarten
  • 3. De geschiedenis van de suiker - De Persische connectie
  • 2. De geschiedenis van de suiker - Sarkara
  • 1. De geschiedenis van de suiker - De goddelijke dauw
  • De scheur van noenkel Fille
  • Tienen en zijn bestuurders
  • Tienen en zijn bevolking
  • 'T leëve es zoeë schoeën
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (2)
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (1)
  • 'tNief liejke vàn de moewer
  • Hotelschool Ter Veldborn
  • Het Suikermuseum
  • Museum het Toreke
  • De Grote Markt
  • Da wàs nen tèèd
  • De wijk Grimde
  • 6.9 De drie Romeinse tumuli van Grimde
  • 6.8 De necropolis van Grimde
  • 6.7 Kapel van Onze Lieve Vrouw-ten-Steen
  • Eufrazie
  • 6.6 Sint-Lambertuskerk te Overlaar
  • 6.5 Sint-Genovevakerk te Oplinter
  • 6.4 Kerk van de Goddelijke Zaligmaker te Hakendover
  • Twiee klaînkes saaîker
  • 6.3 Paterskerk op het Begijnhof
  • 6.2 O.L.V.-ten-Poelkerk op de Grote Markt
  • 6.1 Sint-Germanuskerk en Vrijthof op de Veemarkt
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (2)
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (1)
  • 5.6 Soldaten in de stad
  • Piercings
  • 5.4 De geuren en kleuren van een 19de-eeuwse stad
  • 5.5 Industriële archeologie (2)
  • 5.5 Industriële archeologie (1)
  • Hoe in Tienen geraken?
  • Welkom in Tienen
  • 5.3 De IJzeren weg (3)
  • 5.3 De IJzeren weg (2)
  • 5.3 De IJzeren weg (1)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (2)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (1)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (2)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (1)
  • Stringen in de rait
  • 5.1 De middeleeuwse stad (4)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (3)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (2)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (1)
  • 4.7 Werkhuizen Gilain
  • 4.6 De stille kracht
  • 4.5 Kouskesfabrieken
  • 4.4 Leerlooierijen
  • Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
  • 4.3 Brouwerijen en stokerijen
  • 4.2 Ambachtelijk Tienen
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (2)
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (1)
  • Tienen - 10 10 10
  • 3.5 Zo werd het later
  • 3.4 De plaatselijke rechtspraak
  • Opgewekt Tienen
  • 3.3 Het stadsbestuur
  • 3.2 De inbreng van de hertog
  • 3.1 Zo was het vroeger
  • Ich hem hower in men oewer
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • As ich tàchetig zèn (Als ik tachtig ben)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (3)
  • Pikke Stijkès en het Tiense dialect.
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (2)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (1)
  • Zè gèè ràp oep eur pejàd (ben je snel geïrriteerd)
  • Het 13 maal en de paardenprocessie te Hakendover
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (4)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (3)
  • Jà, 't ès zoewevèèr (Ja, het is zover)
  • Van biet tot suiker en de skyline van Tienen
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (2)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (2)
  • Pensioenliejke (Pensioenliedje)
  • Nog enkele oude postkaarten van Tienen rond 1900.
  • Het wapenschild van de stad Tienen
  • Bekende Tienenaars
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.5 Keizer Karel en de zijnen
  • Tienen tintelende stad.
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • Sààsuwalitéé
  • Nog enkele oude prentkaarten van Tienen
  • 2.4 Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië
  • 2.4 De groeiende macht van de steden
  • Tiense kloosters - Het begijnhof
  • Tiense kloosters - De cellebroeders
  • Tiense Kloosters - Bogaardenklooster
  • 2.4 Hertog Jan II
  • 2.4 Van hertog Godfried III tot Jan Primus
  • 2.4 Van graven tot hertogen
  • Het Tiens dialect en de ich-mich lijn.
  • 2.3 Thuinas
  • 2.2 De Gallo-Romeinse vicus
  • 1.1 Een omgracht complex uit de IJzertijd
  • Tienen zo als het was een eeuw geleden.


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!