Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
20-11-2010
Twiee klaînkes saaîker
Als tussendoortje bezingen "De Tiense Straatmuzikanten" twee klontjes suiker in het Tiense dialect. In het Tiens klinkt dit "Twiee klaînkes saaîker" (zie eerste bijlage)
In bijlage een luchtfoto van het centrum met de aanduiding van de locatie waar de drie besproken middeleeuwse kerken van Tienen zijn gelegen. (zie tweede bijlage)
De eerste Begijnhofkerk in België werd in 1240
gebouwd te Luik. Als tweede oudste begijnhof wordt vaak Tienen vermeld,
waar in 1245 met de bouw van de vroeggotische Begijnhofkerk werd
gestart. De vlakke voorgevel bevatte geen klokkentoren. De plattegrond
bestond uit drie beuken en een niet uitspringende pseudo-transept uit de
13de eeuw. Het koor en de zijkapellen dateren uit de 14de eeuw. Van het
schip zijn enkel de spitsbooggewelven tegen de voorgevel bewaard
gebleven. Die tonen duidelijk aan dat alle bogen op eenvoudige vierkante
zuilen rustten. De kerk bezat een gelambrizeerd houten tongewelf.
In 1843 verkocht de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (een
voorloper van het huidige OCMW) de Begijnhofkerk en de aanpalende
gebouwen aan de paters Dominicanen, die het geheel omvormden tot een
klooster. Dat de paters erg geliefd waren, merken we aan het feit dat de
Begijnhofkerk bij de Tienenaars nog altijd bekend staat als de
Paterskerk.
Op 22 september 1976 werd de kerk door een hevige brand grotendeels
vernield. Na restauratie werd de ruïne (foto links) in 1997 ingericht als wandelpark
met een historisch en toeristisch karakter.
De O.L.V.-ten-Poelkerk (foto links) wordt beschouwd als de wieg van de Brabantse hooggotiek. Het koor dateert van 1358-1359, het grondplan en de portalen, die in 1913 werden gerestaureerd, zijn van de hand van Jan van Osy uit Valencienne. De drie portalen in de westgevel zijn versierd met nissen, waarvan de sokkels gebeeldhouwde taferelen voorstellen uit het Oude en het Nieuwe Testament en vermoedelijk ook uit de bouwgeschiedenis van de kerk. De zijbeuken werden gebouwd naar de plannen van Jacob van Gobertingen (ook van Tienen genoemd) en Botso van Raetshoven (1383-1410). Het transept en de toren (1410-1438) zijn van de hand van Sulpitius van Vorst, die op het einde van de 15de eeuw werd opgevolgd door Mathias de Layens.
Na een brand werd de 70 meter hoge toren in 1654 bekroond met een barokke spits. In de eerste helft van de 19de eeuw vonden enkele verbouwingen plaats en werd de kerk uitgebreid met twee zijkoren en een sacristie. Het meubilair (altaren en biechtstoelen) zijn overwegend barok.
Oorspronkelijk was deze kerk een bedevaartskapel, gebouwd ter ere van Onze Lieve Vrouw ten Poel. Het miraculeuze beeld, van de hand van Walter Pans, bevindt zich nu boven het hoogaltaar. Aan de bouw is trouwens een legende verbonden waarin de Heilige Maagd en de inmiddels gedempte poel een hoofdrol spelen. Slechts in 1802 werd deze kapel een volwaardige parochiekerk. In 2002 werden het kruis en de haan, die enkele decennia van de toren verdwenen waren, teruggeplaatst.
Op de Veemarkt, het eerste middeleeuwse marktplein van Tienen, staat de Sint-Germanuskerk (foto links). De opeenvolgende vergrotingen, verbouwingen en restauraties, van oorspronkelijke klein abdijkerkje uit de 9de eeuw naar parochiekerk, leverden een samenvoeging van verschillende stijlen op, gaande van Romaans naar hooggotisch. Van de Romaanse viertorenbasiliek, met Maas- en Rijnlandse invloeden, bleef alleen de vroeg 13de-eeuwse westbouw bewaard. In het midden van de 16de eeuw werd de kerk voorzien van een hoog vooruitspringend transept en van een toren, die in 1713 op zijn beurt bekroond werd met een barokke spits. Het koor is gotisch en dateert uit 1310-1320. In de kerktoren hangt de originele beiaard van Willem Witlockx (1723). In haar huidige versie is deze beiaard met haar 54 klokken één van de grootste van het land. In juli en augustus kan men elke woensdagavond het klokkenspel komen beluisteren. Daarvoor werd in het Apostelenhof een luisterplaats ingericht.
Naast tal van andere waardevolle kunstwerken vestigen we vooral de aandacht op het prachtige orgel dat in 1988 volledig werd gerestaureerd. Van de laatgotische orgelkast (15de eeuw), gebouwd door R. Cockx, zijn nog een paar fragmenten aanwezig. Het orgel zelf werd gebouwd door D. Van der Distelen, maar in de 17de eeuw door J. Deeckens vervangen door een nieuw instrument, vandaar de naam "Deeckens-orgel". In de 19de eeuw neogotiseerde Ch. Anneessens de orgelkast. De heilige boven in de kast is de H. Gregorius.
De Collegiale Sint-Germanuskerk is oudste kerk en ook grootste kerk van de stad. Ze is tevens de zetel van de Dekenij Tienen - Hoegaarden.
Het Vrijthof is het huidige voorhof van de Sint-Germanuskerk, gelegen opzij van het hoofdkoor van de kerk. Deze plaats maakte deel uit van het oorspronkelijke kerkhof, dat na de vergroting van de kruisbeuk in de 16de eeuw in drieën verdeeld werd. De drie ongelijke delen kregen elk een eigen naam. Het Apostelenhof, gelegen tussen de zuidelijke transeptarm en de zuidelijke zijbeuk, was het gedeelte waar de leden van het broederschap der Twaalf Apostelen begraven werden. Het "Hooge Kerkhof" of het kerkhof van Sint-Germanus was gelegen aan de kant van de Wolmarkt.
Het derde deel, dat aangeduid wordt als het Vrijthof, is door de verbouwing in de 16de eeuw van functie veranderd. Het was niet langer een begraafplaats. Het werd een besloten hof, gesitueerd tussen de sacristie en het vroegere kappitelhuis. Hier bevindt zich een opmerkelijke ingemetselde steen met een afbeelding van Christus onder een wijnpers. Dit bas-reliëf, dat vervaardigd is uit witte kalkzandsteen van Gobertange, toont ons de Christusfiguur met lendendoek en doornenkroon, met de linkerhand hangend aan de bovenste balk van een wijnpers. Met de rechterhand toont hij de wonde, die zich hier opmerkelijk aan de rechterzijde bevindt. Op deze plaats is de steen ook doorboord. Dit gat stond waarschijnlijk in verbinding met de lavabo binnen in de sacristie. Onderaan de voorstelling bevinden zich zes werktuigen. Duidelijk herkenbaar zijn de hamer, een aantal steenbeitels en een winkelhaak. Dit materiaal is afkomstig uit het bouwbedrijf en verwijst naar de activiteiten van de steenhouwer. In deze gevel is ook een tweede steen ingemetseld. Het betreft hier een fragment van de 17de-eeuwse grafsteen van Guilam Van Blitterwyck.