De beste manier om luchtvervuiling te beperken is minder
energie te verbruiken. Zo werd tussen 1991 en 2001 het gemiddelde
energieverbruik per ton suiker verminderd met 15% dankzij een dynamisch milieu-
en energiebeleid. Na een externe audit betreffende het energieverbruik in al
onze suikerfabrieken in 2002,verbond de
Tiense Suikerraffinaderij zich ertoe tegen 2010 de doeltreffendheid van het
energieverbruik te verbeteren en de uitstoot van CO2 te verminderen.
Zo verbond de fabriek van Tienen zich ten opzichte van de
Vlaamse Overheid de uitstoot van CO2 gedurende de komende jaren met meer dan
20% te verminderen. In het zuiden van het land tekende de Tiense
Suikerraffinaderij een sectorovereenkomst met de Waalse Overheid waarbij overeengekomen
werd het energieverbruik met 10% en de uitstoot van CO2 met 13% te verminderen.
Dankzij de belangrijke investeringen zijn deze objectieven van 2002 nu reeds
ver overschreden!
Een andere prioriteit van de Tiense Suikerraffinaderij is
het maximaal verminderen van haar behoefte aan water uit de ondergrondse
reserves, bijvoorbeeld door zoveel mogelijk in gesloten circuits te werken. Om
de vervuiling in het afvalwater te beperken beschikken al onze suikerfabrieken
over gesofistikeerde, biologische zuiveringsinstallaties.
Om haar milieubeleid te concretiseren en haar verbintenissen
na te komen, heeft de Tiense Suikerraffinaderij in al haar fabrieken
milieuadviseurs aangesteld die een grondige en specifieke opleiding genoten hebben.
Een milieucontroleplan, in de vorm van een auditsysteem,werd ingevoerd en wordt voortdurend
bijgestuurd. Het milieubeleid van de Tiense Suikerraffinaderij vraagt momenteel
de ISO 14001 certificatie aan. Buiten de technische inspanningen voert de
directie een actieve communicatie- en sensibiliseringspolitiek, zowel intern
als extern. Respect voor het milieu is inderdaad eenieders verantwoordelijkheid.
De fabricatie van suiker bestaat erin de saccharose te extraheren
die in de suikerbiet aanwezig is. De T.S. spant zich voortdurend in om het
volume van de bijproducten en de afval tijdens dit procédé tot een minimum te
beperken maar ook om ze te recupereren of te recycleren. Zo worden tijdens het
wassen de bieten ontdaan van alle ongewenste stoffen die samen met de biet aan
de fabriek worden toegeleverd(onkruid,
stenen, grond, bladeren).
De kruidvangers verzamelen alle plantaardige restendie tot
veevoeder worden gerecycleerd. Stenen worden opgevangen door de stenenvangers
en aangeboden voor de verharding van veldwegen. Uit het modderwater van de wasinstallaties
worden nog stukjes bladeren, stengels en bieten afgescheiden, gewassen en verkocht
als veevoeder (Beety Food®).
Het modderwater wordt afgevoerd naar een bezinkvijver (foto links). De heldere
bovenloop gaat weer naar de fabriek en wordt opnieuw gebruikt voor het wassen
van de bieten. De grond die in de bezinkvijver achterblijft, droogt op natuurlijke
wijze en is identiek aan de grond van de velden waar hij vandaan komt. Hij kan
dus opnieuw naar de velden of als opvulaarde geherwaardeerd worden. Na de
sapwinning wordt de geperste pulp gebruikt als veevoeder, hetzij direct, hetzij
na drogen en persen als pellets (Beety Food® Energie).
De bescherming van het milieu en het respect voor de
levenskwaliteit van allen, in de eerste plaats van haar onmiddellijke buren
behoren tot prioriteiten van de Tiense Suikerraffinaderij.Een industrieel procédé zoals suikerwinning uit
de suikerbiet beïnvloedt onvermijdelijk zijn natuurlijke omgeving. Daarom voert
de Tiense Suikerraffinaderij een beleid van onafgebroken verbetering met als
doel zoveel mogelijk de risicos van milieuhinder uit te sluiten, het verbruik van
energie en toeleveringsmateriaal te beperken en de levenskwaliteit van de
buurtbewoners te beschermen.
In zijn milieubeleid wil de Tiense Suikerraffinaderij, in de
mate van het mogelijke, verder gaan dan wat wettelijk bepaald is. Zo heeft ze
zich ertoe verbonden de BAT (Best Available Technics - beste beschikbare
technieken) op te zoeken, te ontwikkelen en toe te passen, waarbij de voordelen
en de kosten onderling worden afgewogen. Tussen 2002 en 2006 werd deze politiek
geconcretiseerd door belangrijke industriële investeringen: ca 8.000.000 per
jaar. Deze investeringen hebben als doel de hinder van de oogst, het transport
en de verwerking van de suikerbieten te verminderen en het energieverbruik van
de fabrieken te verbeteren. Hierbij komen nog de kosten verbonden aan het
milieu en het recycleren van afval: zowat 3.000.000 per jaar.
De suikerbietenteelt speelt een belangrijke rol in het milieugebeuren.De suikerbiet is een uitstekende,natuurlijke omzetter van zonne-energie.
Inderdaad, van alle energie die hij via zijn bladeren tijdens de zeven maanden van
zijn groei heeft opgenomen, wordt 50 % teruggewonnen.Bovendien produceert een bietenveld
opmerkelijk meer zuurstof dan een bos: 13 miljoen liter per jaar en per hectare.
Daarbij is de suikerbiet ook een belangrijke verbruiker van CO2: meer dan 30
ton per jaar en per hectare.
De bietenteelt is tevens een sector met een zeer hoog niveau
van techniciteit. De inspanningen van de planters, het agronomisch onderzoek
van de suikerfabrieken en van het Koninklijk Belgisch Instituut voor
Verbetering van de Biet(KBIVB) , gaan
meer en meer de milieudimensie integreren.
Zo bijvoorbeeld de tarrareductie, maar ook de vooruitgang in
het domein van mechanisering, teeltmethodes en selectie van zaaigoed. De
rationele toepassing van meststoffen, grondverbeteringsmiddelen en
fytosanitaire behandelingen is zowel kostenbesparend als milieuvriendelijk. Het
globale resultaat: het gebruik van stikstofhoudende meststoffen ligt 30 tot 50%
lager, fytosanitaire behandelingen worden slechts toegepast als ze nuttig zijn
en de toepassing van insecticiden is 1.000-maal minder!De goed gestructureerde organisatie van het
KBIVB zorgt voor de verspreiding van de resultaten van dit opzoekingswerk: conferenties,
publicatie van praktische gidsen,artikelen
in de landbouwpers, opzetten van een netwerk voor observatie en advies. Het is
wellicht om al deze redenen dat het KBIVB (foto links) op 13 december 1996 officieel de
Prijs van het Ministerie van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen
heeft ontvangen. Deze prijs bekroont de initiatieven binnen een productiesector
die beantwoorden aan de objectieven van de overheid: de leefbaarheid van de
landbouw promoten en daarbij beantwoorden aan de wensen van de burger in verband
met het milieu.