Bezoek Tienen 09/12/2010
Welkom op 9 december 2010
in de zoetste stad van het ganse land.
16-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werk en werkloosheid in Tienen (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Meer dan 25 jaren zijn in Tienen herstructureringen aan de gang. Ondanks die aanhoudende herstructureringen, zeg maar afdankingen, slaagt Tienen erin een hoge werkzaamheidsgraad (aantal actieven in verhouding tot de beroepsbevolking) en een hoge werkgelegenheidsgraad (aantal arbeidsplaatsen in verhouding tot de beroepsbevolking) te bereiken en aan te houden. De laag-geschooldheid in Tienen, deels nog een gevolg van de late tertiarisering van het economisch landschap, is wel een probleem.

Precies om  de teloorgang van de klassieke industriële economie, gericht op massaproductie op te vangen, richt Tienen zich voluit op het aantrekken van kenniseconomie. Recent ondertekende de stad een samenwerkingsovereenkomst met de KUL om het feed-food-health project FFH016 op te starten. De regelmatige contacten met de KUL hebben tot doel spin-offs (bedrijven met technologische vernieuwing) in de stad aan te trekken. Geen massaproductie, wel toptechnologie, die niet zomaar herlokaliseerbaar is. Zo behoort IMEC als onderzoeksinstituut tot de top 3 van de wereld. De geografische nabijheid van IMEC schept unieke kansen voor onze regio, denk maar aan Photovoltech (=productie van wafels voor zonnepanelen).

Nog een weetje in de marge, het hypermoderne bedrijf Photovoltech (foto links) staat op Wijngaardberg, op dezelfde plaats waar 2500 jaar geleden de eerste nederzetting uit de IJzertijd ook al gelokaliseerd was. Het moet daar goed om te boeren zijn.

16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:03. Tienen nu
>> Reageer (1)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werk en werkloosheid in Tienen (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tienen is naar aantal inwoners en tewerkstelling de tweede stad van het arrondissement Leuven. Het is een socio-economische wetmatigheid dat entiteiten die een (klein)stedelijke functie vervullen een grote aantrekkingskracht hebben op kansarmen omwille van (goedkopere) huisvestingsmogelijkheden, sociale voorzieningen, minder sociale controle.…Hierdoor is er ook een duidelijke impact op de werkloosheidsevolutie: een stad is voorbestemd om een hogere werkloosheid te hebben dan een plattelandsgemeente. Dit is trouwens geen nieuw fenomeen: cfr. de trek naar de stad van het agrarisch proletariaat in de 19de eeuw.

Tienen is een stad met historisch een hoge graad van tewerkstelling in de secundaire sector: gericht op massaproductie. Massaproductie is tegenwoordig een zaak van de lage-loon-landen. De tertiarisering (diensteneconomie) gaat echter ook in Tienen verder. De stad verliest jobs in de primaire en in de secundaire sector, we winnen jobs in de tertiaire en in de quartaire sector. Deze overgang van een industriële naar een diensteneconomie  verloopt helaas niet steeds rimpelloos. Zo bestaan in een diensteneconomie andere profielen, andere competenties en vaardigheden dan in de klassieke industriële omgeving. Dit vergt bv. ernstige omscholing- en bijscholingsoperaties in regulier onderwijs en volwassenenonderwijs en dit heeft zijn tijd nodig.


16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
Categorie:03. Tienen nu
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tijdens de eerste decennia van de 19de eeuw werd werk gemaakt van de ontsluiting van de stad door middel van het aanleggen van grote verbindingswegen. Hierdoor werd aangeknoopt bij een fenomeen uit de 18de eeuw. In 1715 was de verbinding Leuven-Luik (foto links) tot stand gekomen en in 1775 werd een aanvang gemaakt met de aanleg van de baan Tienen-Hoegaarden, die later tot in Geldenaken werd doorgetrokken.

Toen Willem I op 22 juni 1829 de stad aandeed, toog het stadsbestuur met een speciaal verzoek naar de koning waarin de noodzaak van de aanleg van een gekasseide baan tussen Tienen en Hoei benadrukt werd. Vooral de bereikbaarheid van de brand-bouwstoffen en minerale rijkdommen uit het Luikse bekken werd hiervoor als reden aangehaald. In het rapport dat burgemeester Van Dormael in de zitting van 2 oktober 1837 aan de gemeenteraad voorlegde, schetste hij het belang van een degelijke wegeninfrastructuur als volgt: Ces diverses routes donneront à Tirlemont un ensemble de communication qui jointes à l'importante communication de cette ville avec toute la Belgique par le moyen du chemin de fer qui la traverse.

16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Als gevolg van deze spectaculaire bevolkingstoename brak de stad langzaam uit zijn middeleeuwse cocon. De stadsvesten werden ontmanteld en er werden nieuwe invalswegen aangelegd. In 1817 en 1818 werden speciale financiële inspanningen gedaan om de stadswallen af te graven en om te vormen tot wandelvesten. Ook de stadspoorten moesten er aan geloven. In 1822 werd een eerste beslissing genomen voor het slopen van de Kabbeekse- en de Lintersepoort. Dit betekent echter niet dat men resoluut van het principe van de ommuurde stad afstapte. Meestal bleef het onderste deel van de oude poorten nog enkele decennia bewaard. De Gevangenen- of Bostsepoort bleef tot in 1848 bestaan. In dat jaar moest zij plaatsruimen voor de aanleg van weg naar Hoei (foto links)Het afbraakmateriaal van deze poort werd herbruikt voor de bouw van de nieuwe stadsgevangenis "Het Toreke" dat nu stadsmuseum geworden. Op de bovenste verdieping van "Het Toreke" kunnen de middeleeuwse gevangenisdeuren  van de Gevangenen- of Bostsepoort, voorzien van hun Middeleeuwse graffiti  nog steeds bewonderd worden.

Dat in het huidige Tienen geen sporen bewaard bleven van de oude stadsomheining heeft waarschijnlijk te maken met de recyclage van het materiaal van de geslechte poorten en muren. Het plaatselijk gewonnen kwartsiet, dat voor de constructie van de verdedigingswerken gebruikt werd, leent zich immers prima voor het verharden van wegen.

Het verharden van het wegdek van de invalswegen was in de 19de eeuw absoluut prioritair. Dit had alles te maken met het feit dat de meeste buurtwegen tijdens de wintermaanden door de modder onberijdbaar werden. Om de communicatie met het hinterland te bevorderen, werden belangrijke wegwerkzaamheden uitgevoerd. Soms uit louter esthetische, soms uit praktische overwegingen werden ook in de binnenstand straten en pleinen aangepakt.

16-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stringen in de rait
Klik op de afbeelding om de link te volgen Om de ludieke noot niet te vergeten na al deze zware historische kost, nog een eerder ondeugend liedje van "De Tiense Straatmuzikanten" met als titel "Stringen in de rait".

Ik ga er deze keer geen vertaling bijvoegen en jullie zelf laten uitzoeken waarover "De Tiense Straatmuzikanten" het deze keer hebben.

Bijlagen:
13 Stringen in de rait.mp3 (3.2 MB)   

15-11-2010 om 13:49 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (4)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Op bevel van de centrale overheid werden in 1725 de Haspoel op de Houtmarkt  dicht gegooid (foto links). Om onenigheid betreffende de watervoorziening te voorkomen, werd besloten twee monumentale pompen aan weerszijde van de O.-L.-Vrouw-ten-Poelkerk te plaatsen. De poel werd overwelfd en de monumentale pomp met arduinen Mariabeeld werd in 1730 voltooid. De uitvoering van deze werken had meer dan acht jaar en een proces tussen het stadsbestuur en de ambachten gekost.

De tweede helft van de 18de eeuw werd gemarkeerd door een grote bouwactiviteit. De stad bezit vandaag nog een respectabel aantal classicistische woningen die in sommige straten het uitzicht bepalen. (zie bijlage 1)

Tijdens de laatste decennia van de 18de eeuw zouden op bevel van het centrale bestuur nog een tweetal ingrijpende veranderingen plaatsvinden. In 1781 werd begonnen met de afbraak van de aarden wallen op de Tiense vesten. Drie jaar later werd door het decreet van 1784 het voortbestaan van het kerkhof rond de Sint-Germanuskerk in vraag gesteld. Stadsontvanger Charles Verlat slaagde erin om na heel wat discussies en manipulaties in 1796 de kerkhofgrond langs de Wolmarkt aan te kopen en er zes huizen te bouwen. Toen na onderbrekingen de bouw van de woningen in 1798 definitief werd verder gezet, liet Verlat in de gevel van het eerste huis volgende tekst aanbrengen: sique gradus cessant et rixae carolique labores.

Tussen 1806 en 1835 bleef het bevolkingsaantal in de stad schommelen rond de 8.000 inwoners. Pas na 1836 zou de stad uitgroeien tot een echt industriecentrum. In deze periode ging het bevolkingsaantal in Tienen voortdurend omhoog. Van 8.352 in 1841, ging het over 12.701 in 1875 en 17.582 in 1900, naar 19.529 in 1920. Deze stijging komt overeen met een aangroei van 70 % voor de periode tussen 1846 en 1900, terwijl de bevolkingstoename in gans België voor deze periode slechts 54,3 % bedroeg.

Bijlagen:
ScreenShot216.jpg (33.8 KB)   

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Enkele buitenlandse bezoekers getuigden in de loop van de 18de eeuw over hun verblijf in de stad. Zij schetsten ons een vrij adequaat beeld van wat er nog restte van de middeleeuwse stad. In 1763 startte Leopold Mozart een grote Europese reis waarbij hij samen met zijn zoon Wolfgang Amadeus (foto links) en zijn dochter Nannerl achtereenvolgens München, Frankfurt, Aken, Brussel en Parijs aandeed. Op hun weg naar Brussel overnachtte het gezin te Tienen. Zij verbleven in de ‘Tinnen Schotel’, het enige hotel met klasse dat de stad op dat ogenblik rijk was. Toch was Leopold achteraf niet zeer lovend over zijn verblijf. In een brief aan zijn vriend Hagenauer noemde hij Tienen een stad die duidelijk over zijn hoogtepunt heen was. Hetzelfde verhaal horen wij bij de Engelsman Samuel Vernon die enkele jaren later (1766) Tienen aandeed. Hij noemde het: a town seemingly on the decline, having probably been sometime more considerable than the present.

In de loop van de 18de eeuw onderging de stad enkele grote veranderingen. Op 2 april 1705 werd de Gareelmakerijstraat (huidige Nieuwstraat) bijna volledig vernield. Dertig huizen dienden heropgebouwd te worden. Ook de straatnaam werd aangepast. Na de ramp van 1635, waarbij het stadhuis op de Veemarkt af brandde en herstellingswerken uitbleven, besloot men de administratieve diensten van de stad onder te brengen in een nieuw pand. Op 23 november 1711 nam het stadsbestuur de beslissing om over te gaan tot de koop van een bestaande woning. Het werd het huis Immens op de Dries (huidige Grote Markt). Na de aankoop startten de aanpassingswerken die meer dan vier jaar in beslag namen. Het originele huis in Vlaamse renaissancestijl werd in 1720 van een centrale pui, die dienst zou doen voor de afkondiging van officiële berichten, voorzien.

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tijdens de regering van Johanna van Brabant en Wenceslas van Luxemburg vatten de Tienenaars andermaal het plan op om de stadsomheining te vergroten. In de loop van de 14de eeuw werd een uitgebreide wal aangelegd waardoor er binnen de verdedigingsgordel heel wat onbebouwde ruimte overbleef (foto links). Of dit was uit misplaatste hoop op de toekomst of om de stadskern van artillerievuur te vrijwaren, is niet duidelijk. Zeker is dat de grote omheining ook de meest afgelegen stadswijken omsloot. De nieuwe verdedigingsgordel beperkte zich tot het opwerpen van aarden wallen (de ‘Leugenvesten’) en de bouw van een aantal nieuwe poorten en torens. Vrij spoedig bleek de verdediging moeilijk haalbaar. Bovendien was de bloei van de stad al duidelijk over haar hoogtepunt heen. In elk geval was de in 1360 gestarte aanleg meer dan honderd jaar later nog niet voltooid. Bovendien begonnen de hertogen van langsom hun interesse te verliezen. Tijdens de 14de eeuw kozen ze Brussel als hun vaste residentieplaats waardoor de plaatselijke residenties aan belang verloren. In 1372 schonk Johanna het voormalige ‘Hertogenhuis’, gelegen op de hoek van de huidige Hennemarkt en de O.-L.-Vrouwbroederstraat, aan de Karmelieten.

Op 29 maart 1512 verleende Maximiliaan van Oostenrijk aan de Tiense autoriteiten de toestemming om over te gaan tot aanpassingswerken. Hiervoor werd gebruik gemaakt van delen van de oude omheining. De Borggracht werd opnieuw de zuidelijke stadsgrens. De bestaande muur van de tweede omheining begrensde de stad in het noorden. In het oosten bracht men in 1537-1538 een nieuwe verbinding tot stand tussen de Oude Poort en het Sliksteen. In een tweede fase werd in het westelijke stadsdeel een muur opgetrokken tussen de Leuvensepoort en de Roos. Dit gebeurde in 1596 met de hulp van Spaanse soldaten . De inwoners van de stad werden van bij de aanvang van de werken verplicht om hun diensten te verlenen. Dit ‘vrijwilligerwerk’ kreeg een ruggensteuntje van de overheid toen Karel V in 1537 aan de magistraat de toelating gaf om werkweigeraars te bestraffen. Bij het begin van de 17de eeuw werden nog herstellingswerken uitgevoerd waardoor de versterking aan doeltreffendheid won. De derde omheining met zijn wallen en buitenpoorten zou gedurende de volgende decennia meermaals zijn degelijkheid bewijzen.

Tijdens het laatste traject van onze wandeling van het zwembad naar het station zullen we voor een deel langs het westelijk traject van de vierde en laatste door de Spanjaarden aangelegde omwalling van de stad  wandelen.

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.1 De middeleeuwse stad (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tot slot van de geschiedenis van Tienen, nog een reeks bijdragen over hoe het uitzicht van de stad evolueerde door de eeuwen heen. We beginnen ons verhaal in de 12de eeuw omdat betrouwbare historische gegevens van voor deze periode (nog) ontbreken.

Tijdens de regering van Hendrik I (1190-1235) en zijn opvolgers kende Tienen een snelle economische groei. Gedurende deze periode verwierf de stad het recht om een wekelijkse marktdag te houden (1220). Dit stimuleerde haar ontwikkeling als commercieel centrum. Haar ligging op de belangrijke oost-westas maakte bovendien een deelname aan de internationale handel mogelijk. Daarnaast was de Brabantse lakenindustrie gedurende deze periode in volle expansie. Het bevolkingsaantal nam gestadig toe en de eerste omheining werd vrij snel te klein. Omdat er zich wijken buiten de muren begonnen te vormen, was een uitbreiding van het stadsterritorium noodzakelijk.

Volgens de 17de-eeuwse kroniekschrijver Gramaye startte men in 1194 met de constructie van de tweede omheining. Ter hoogte van de huidige Oude Vestenstraat werd een muur gebouwd en in het zuiden werd de Borggracht (1230) aangelegd. Op de splitsing tussen de Gete en de Borggracht werd een sluisgebouw gebouwd dat men de Nieuwe Sluis of Roos noemde (1233) (foto links). De gracht werd extra versterkt door de aanleg van verdedigingsmuren en torens. De uitbreiding van de omheining had tot gevolg dat de nieuwe wijk rond de Dries, waar zich de O.-L.-Vrouw-ten-Poelkapel bevond, binnen de stadskern kwam te liggen.

15-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
14-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.7 Werkhuizen Gilain
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De Werkhuizen van Gilain of Ateliers de construction de machines à vapeur, mécaniques, chaudières à vapeur et filiature de laine kwamen tot stand in de lokalen van de afgeschafte St.-Sebastiaansgilde. Na de Franse revolutie besloot de uit Charleroi afkomstige mecanicien Jacques Joseph Gilain (foto links) hier een wolspinnerij te vestigen. Toen de textielindustrie in de Nederlanden af te rekenen kreeg met Engelse concurrentie schakelde Gilain in 1825 over op het vervaardigen van stoommachines voor de textielsector. In de jaren dertig van de 19de eeuw werd de productie uitgebreid met toestellen voor de verwerking van de florissante Haspengouwse voedingsindustrie. Vooral de pas opgerichte suikerfabrieken vormden een belangrijke afzetmarkt.

In het tweede kwart van de 19de eeuw breidde Jacques Joseph Gilain zijn oorspronkelijke spinnerij uit met een werkhuis dat aan de achterzijde uitgaf op de recent aangelegde spoorlijn. Hier specialiseerde hij zich in de fabricatie en de assemblage van stoommachines, die voornamelijk bestemd waren voor de voedingsindustrie. Gedurende een korte periode werden ook tram- en spoorweglocomotieven vervaardigd.

In 1879 werd het familiebedrijf omgevormd tot de Société anonyme des Ateliers de Construction J.J. Gilain met sociale zetel te Tienen (foto zie bijlage). Het kreeg toen de allures van een industriële vestiging met wereldklasse. De periode tussen beide wereldoorlogen vormde voor de Ateliers de Construction Mécaniques de Tirlemont een eerder woelige periode. Bij het begin van de jaren dertig moest de oude firma zelfs haar toevlucht nemen tot liquidatie. In 1934 werd een nieuwe maatschappij opgericht onder de naam Société Anonyme des Ateliers de Construction Mécanique de Tirlemont  of kortweg ACMT. In 1959 werd dit bedrijf opgenomen in het consortium van de Ateliers Belges Réunis of ABR. Onder druk van een nieuwe crisis werd de firma in 1962 verplicht om het centrum van Tienen te verlaten. De site ter hoogte van de Zijdelingsestraat bleef tot 1967 gehandhaafd.

Dat in Tienen ooit de beroemde seniorentrams gemaakt werden voor Antwerpen bewijst de PowerPoint presentatie in bijlage. "Het trammuseum van Berchem".

Bijlagen:
Ateliers de Construction J.J. Gilain.jpg (30.3 KB)   
Trammuseum Berchem.pps (3.6 MB)   

14-11-2010 om 17:08 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
>> Reageer (1)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.6 De stille kracht
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De Grote Gete en de Mene speelden een belangrijke rol in de industriële ontwikkeling van de stad. Het water werd niet alleen aangewend als hulpmiddel in het fabricatieproces, maar leverde ook de nodige energie om te komen tot het eindproduct. Molens (foto links) zetten de waterkracht om in bruikbare energie voor de verwerking van de grondstoffen. Ook andere natuurlijke krachtbronnen als wind en paardenkracht werden voor dit doel aangewend. Tot in de 19de eeuw, toen andere meer krachtige energiebronnen als stoom, organische brandstoffen en elektriciteit de ambachtelijke molens verdrongen, zou dit zo blijven.

Rond 1850 waren er te Tienen nog dertien molens bedrijvig waarvan vier bloemwatermolens, vijf olierosmolens, een bloemwindmolen, een oliewatermolen, een schorswatermolen en een aardappelmeelmolen.

14-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.5 Kouskesfabrieken
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In de 19de eeuw telde de stad nog vijf bedrijven die gespecialiseerd waren in de fabricatie van wollen stoffen, flanel en kousen. De firma Bonneterie Elite werd in 1829 opgericht. Het oorspronkelijke gebouw was een ontwerp van architect Albert Geens en bevond zich op de plaats van de 19de -eeuwse leerlooierij van Charles Vrijsens. Van deze textielfabriek, die na de oorlog op de productie van nylonkousen overschakelde, is niets meer overgebleven.

Aan de overkant van de vroegere vesten was de Fabrique de Bonneterie Herve et Frères gevestigd. Deze firma had zich gespecialiseerd in het vervaardigen van kousen, sokken en kielen. Het bedrijf kwam tot stand op de vroegere site van de azijnstokerij Thielens. In 1902 werd het geheel overgenomen door Albert Petit, die de nog bestaande gebouwen inrichtte als opslagplaats voor steenkolen. Deze locatie werd uiteindelijk opgekocht door de uit Verviers afkomstige familie Herve, die in de vroegere Moutmolen aan de Getelaan een textielfabriekje uitbaatte. In 1912 dienden de gebroeders Herve een bouwaanvraag in om de originele infrastructuur van de oude azijnstokerij uit te breiden met ateliers voor de productie van kousen.

14-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.4 Leerlooierijen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De minder rijke gronden van het Hageland leenden zich uitstekend voor intensieve veeteelt, maar ook in het vruchtbare Haspengouw werd vee geteeld. Dit deed men ondermeer voor de bemesting nodig voor de verrijking van de akkers. Ook het  huidenvetters- of leerlooiersambacht dankte haar oorsprong aan de uitgebreide runderteelt in de regio. Het kende in Tienen een eeuwenoude traditie. De kadastrale atlas vermeldt nog vier leerlooierijen rond het midden van de 19de eeuw. Vanouds waren de belangrijksten gelegen langs de Gete en de Mene. Het water van de rivier werd immers gebruikt voor het spoelen van de huiden.

De 19de-eeuwse leerlooierij van Vrijsens is volledig verdwenen (foto links). Alleen de benaming ‘Huidvettersstraat’ verraadt nog de vroegere bedrijvigheid in deze stadswijk. Eén van de bekendste Tiense leerlooierijen, de Tannerie Kamp , was niet in deze straat gevestigd. Zij werd in 1910 in de Hoegaardenstraat opgericht op de plaats van de oude huidenvetterij Loyaerts.

14-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Als tussendoortje nog een liedje van "De Tiense Straatmuzikanten met als titel "Sint Germàànestoure". De Sint-Germanustoren is de toren van de hoofdkerk die de stad en de omgeving domineert.

http://detiensestraatmuzikanten.hetklikt.be/liedjes/liedjeszingen12.html

Hierna een poging om de tekst in het Tiens dialect te vertalen.

Sint Germàànestoure
            (Sint-Geramanus toren)

 

Dékkes moet ich noo nog pààze,

(dikwijls ik nu nog denken)
as ich no den toure zîen.

(als ik nu naar de toren kijk)

Vreuger spèlden heum e melodîeke,

            (vroeger speelde hij een melodietje)

zoe huët ge niks in de top tîen.

            (zo hebt u niets in de top tien)

As ich 's ooves in mé bèd lei,

            (Als ik ’s avonds in mijn bed lig)

huër ich het vantêêd vanèèr,

            (hoor ik het soms opniuew)

Mà dàd és dàn in mén druëme, jàà,

            (maar dan is dat in mijn dormen)

ich voenk het 'n schoeën èèr ... (twieë kirre)

            (ik vond het een mooie melodie… twee maal)

Schoeëne Sint Germàànestoure,

            (Mooie Sint-Germanustoren)

spélt dà lîeke noo nog ins –

            (speel dat liedje nu nog eens -)

Iederieën zult gêê bekoure,

            (iedereen zal gij bekoren)

do an ontsnapt ginne mins.

            (daaraan ontsnapt geen mens)

Rèchte Sint Germàànestoure,

            (Rechte Sint-Germanustoren)

makt mich lèk e kind zoe blêê

            (maak mij als een kind zo blij)

Bé dà lîeken aat mén kejoengesjoëre –

            (met het liedje uit mijn kwajongensjaren)

èn dà d'és al lank verbêê ... (twieë kirre)

            (en dat is al lang voorbij…twee maal)

As ich vreuger ins goenk wàndele bé mé lîef,

            (Als ik vroeger met mijn lief eens ging wandelen)

zoe hànd in hànd,

            (zo hand in hand)

Klingelde dà melodîeke,

            (klinkt dat melodietje)

èn wélle voenke dà plezànt.

            (en wij vonden dat plezant)

Noo és het àllemol verànderd,

            (Nu is het allemaal veranderd)

ne mins dàd és noo volle persei,

            (een mens dat is nu steeds gehaast)

Mà às gêê 't nog ins wilt speile,

            (Maar als gij het nog eens wil spelen)

zinge we 't allemoël mei ... (twieë kirre)

            (zingen we het allemaal mee)

 


13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.3 Brouwerijen en stokerijen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De leemstreek rond Tienen leent zich uitstekend tot de teelt van graangewassen, granen die verwerkt werden tot meel en brood, maar ook tot bier en jenever. In de kadastrale atlas van Popp uit het midden van de 19de eeuw werden nog zes brouwerijen en acht jeneverstokerijen opgenomen. Van de 19de -eeuwse Tiense brouwerijen zijn er nog wat relicten bewaard. De acht Tiense stokerijen overleefden de Duitse koperopeisingen tijdens de Eerste Wereldoorlog en de wetten tegen het alcoholisme niet. Vooral de wet Vandervelde (1919) ter beteugeling van de openbare dronkenschap, betekende de doodsteek voor deze bedrijven.

De brouwerij ‘Den Anker’ was oorspronkelijk gelegen op de hoek van het Torsinplein en de Hoegaardenstraat en werd later geïncorporeerd in de brouwerij Pieraerts. Deze brouwerij werd in de volksmond ook wel de ‘Brouwerij der Dokters’ genoemd en brouwde het populaire ‘Zoegbier’. De sluitsteen van de inrijpoort van de oude brouwerijgebouwen bevindt zich nu in de St.-Katharinastraat. Hoe deze steen hier terecht kwam, is tot op heden een raadsel. Vermoedelijk werd hij in de gebouwen van de brouwerij Vandenschrieck ingemetseld na de overname van het bedrijf door Theophile Pieraerts in 1926.

De oorspronkelijke gebouwen van de brouwerij Vandenschrieck dateren uit de zeventiger jaren van de 19de eeuw. Brouwer Eugène Janssens liet hier tussen 1870 en 1873 een biermagazijn optrekken in de typische 19de-eeuwse Rundbogenstil (foto links). In het vroegere biermagazijn werd later het bedrijf van de gebroeders Vandenschrieck gevestigd. Deze brouwerij bezat bij het begin van de 20ste eeuw depots in Brussel, Antwerpen en Luik. Omstreeks 1928 werd de Tiense vestiging opgeslorpt door het Leuvense Artois.

13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.2 Ambachtelijk Tienen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In de loop van de 18de eeuw kantelde de conjunctuur. Een gunstige demografische evolutie was vrijwel overal merkbaar. Tegen de achtergrond van deze evolutie was het pauperisme echter niet weg te denken. Algemeen wordt aangenomen dat 40 % van de huisgezinnen het totaal niet breed had. Ongeveer de helft hiervan was nu en dan aangewezen op steun van de Tafel van de Heilige Geest of van andere liefdadige instellingen. 8 % van de gezinnen werd als werkelijk arm beschouwd. Enkele jaren later was deze situatie enigszins gewijzigd en hadden ondernemende zelfstandigen nieuwe bedrijven gestart. Op 12 april 1762 kregen François de Haert en Louis Verlat vrijstelling van taksen voor het invoeren van grondstoffen. De stad verleende hen daarbij de toelating om hun stoffen te loden met het stadswapen (foto links). Ook andere meesters en corporaties leken mee te genieten van de verbeterde conjunctuur. Vooral de succesrijke activiteiten van de plaatselijke tingieters en beeldsnijders springen hierbij in het oog. Tot in de 19de eeuw vonden zij in de stad en de omgeving voldoende opdrachtgevers en afnemers voor hun koopwaren.

Dat de industriële ontwikkeling te Tienen zeer nauw verbonden is met de bloei en de evolutie van de landbouw in Hageland en Haspengouw staat volledig buiten discussie. De Brabantse leemstreek, een vanouds zeer vruchtbaar gebied, vormde de ideale groeibodem voor agrarische experimenten met ontginningsmethoden en de introductie van nieuwe teelten die de plaatselijke ambachtelijke verwerking stimuleerden. De ligging op de grens van twee bodemgesteldheden bepaalde tevens de oriëntatie van de landbouw. Ten noorden van de stad, in het minder rijke Hageland, primeerde de veeteelt. Ten zuiden legde men zich al vroeg toe op gewassen voor industriële verwerking.

13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.1 Het middeleeuwse laken (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een tijdelijke opflakkering kwam er bij het begin van de 16de eeuw toen een octrooi van Karel V uit 1517 Tienen de toelating verleende om de Gete bevaarbaar te maken (foto 2). Het plan dateerde van het einde van de 15de eeuw, maar was wegens de oorlog met Gelderland uitgesteld. De Gete werd uitgediept en van sluizen voorzien, zodat eind 1525 met een beperkte binnenscheepvaart gestart werd. De stad wist op deze manier een nieuwe vorm van welvaart te verwerven. De Tachtigjarige Oorlog stelde hier een abrupt einde aan. De Gete verzandde en de sluizen en bruggen werden weinig of niet onderhouden. Van scheepvaart was er bijgevolg geen sprake meer. Op economisch vlak kende de stad een absoluut dieptepunt dat door het débacle van 1635 verergerde. Tot 1660 zou de stad gebukt gaan onder de gevolgen van de verwoesting. Het herstel werd bijkomend vertraagd door de algemeen ongunstige conjunctuur waarin de streek zich bevond. Dorpen lagen er verlaten bij en de velden werden gezien de constante oorlogstoestand weinig of niet bewerkt. Tot aan het verdrag van Munster in 1648 was er zeker geen sprake van enige economische heropleving. In 1650 gaf Filips IV aan Tienen de toestemming om de Gete andermaal uit te baggeren. De Frans-Spaanse oorlogen en de Spaanse Successieoorlog bleven een heropbloei echter in de weg staan. Tijdens de voogdij van don Juan van Oostenrijk viel de scheepvaart in Tienen voorgoed stil.

 Op het einde van de 17de eeuw was Tienen nog een schim van de welvarende middeleeuwse stad die het ooit geweest was. In 1693 werden 740 gezinnen geteld, wat overeenkwam met 4.143 inwoners. Zoals in de meeste andere steden van de Zuidelijke Nederlanden kende het traditionele ambachtswezen gedurende deze periode een sterk verval. Zeker na de verwoesting van 1635 was de invloed van de ambachten sterk teruggelopen. Op economisch vlak won het brouwersambacht steeds meer aan invloed ten koste van de traditionele lakenindustrie.

13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4.1 Het middeleeuwse laken (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Nadat we de geschiedkundige feiten op een rijtje gezet hebben en hoe de stad door de eeuwen heen bestuurd werd bekeken hebben gaan we nu is zien hoe de Nijverheid in Tienen ontstond en zich verder ontwikklelde tot in de huidige tijd.

De economische groei van het middeleeuwse Tienen hing zeer sterk samen met de speciale aandacht van de Brabantse hertogen voor deze stad. Ook de commercieel gunstige ligging op de belangrijke oost-westelijke handelsroute was hier zeker niet vreemd aan. Vrij snel ontwikkelde zich dan ook een bloeiend gilden- en ambachtswezen.

In de 12de eeuw ontstond de gilde van de draperie (foto links) die de belangrijkste patriciërs van de stad groepeerde. Hierdoor genoot zij een uitgebreid aantal privileges en voorrechten, die haar tot een essentieel onderdeel van het politieke en sociale leven maakte. Via haar vertegenwoordiging in de naties van de stad oefende de lakengilde een rechtstreekse controle uit op de samenstelling van de stadsmagistraat. Anderzijds werden de voorzitter, de oud-meier en de zeven bestuursleden of gildedekens rechtstreeks door het stadsbestuur gekozen en benoemd. In praktijk kwam het erop neer dat zowel de leden van de magistraat als de vertegenwoordigers van de lakengilde uit dezelfde sociale klasse kwamen. In de tweede helft van de 13de en het begin van de 14de eeuw waren zij steevast afkomstig uit de Tiense geldaristocratie. Door belangrijke investeringen baanden zij de weg voor de interregionale en internationale handel. Al in 1337-1338 importeerden visionaire Tienenaars wol uit Engeland. Dit initiatief zou de basis vormen van een bloeiende textielindustrie. In de 14de eeuw kende Tienen zijn economisch hoogtepunt. Via de jaarmarkten van Frankfort am Main en de Noord-Duitse Hanze verwierf de Tiense lakennijverheid internationale bekendheid. Het standaardlaken werd verhandeld in Midden- en Zuid-Duitsland. Door tussenkomst van de Hanze werd het Tiense laken ook in Pruisen, Silezië, Polen en Hongarije op de markt gebracht.

Op het einde van de 15de eeuw verloor de Tiense lakennijverheid zijn internationale betekenis. De moeilijke politieke situatie tijdens de jaren tachtig en de hardhandige aanpak van Albrecht van Saksen in 1507 waren hier zeker niet vreemd aan. Bovendien ontbrak het de stad aan de nodige slagkracht om het vroegere welvaartspeil te herstellen. De vertegenwoordigers van de lakennijverheid bleven echter in zeer sterke mate de stadseconomie controleren zodat de stedelijke overheid zich voor de instandhouding van de textielindustrie bleef inzetten. Dit gebeurde onder meer door het verlenen van belastingsvermindering en het aantrekken van vreemde ambachtslieden.


13-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tienen - 10 10 10
Naar aanleiding van de 10 10 10 actie op 10 oktober 2010 te Tienen werd het volgend promotiefilmpje gemaakt.

http://www.youtube.com/watch?v=SoGmC05F5ps

Hier nog een tweede filmpje over wat er toen allemaal te beleven viel van 10 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds in Tienen.

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/redactietips/redactietips_2eNiveau/1.880907


12-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.5 Zo werd het later
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Na de Franse revolutie werd een totaal nieuw politiek en sociaal bestel in het leven geroepen. Toch waren de lokale gevolgen niet zo ingrijpend als aanvankelijk gedacht. In het begin kwamen de talrijke wisselingen van bestuur de stevigheid van het regime zeker niet ten goede. Vooral in 1793 ondervonden de Fransen te Tienen een hardnekkige weerstand bij het samenstellen van een nieuw bestuur. Wederzijdse achterdocht ondermijnde de bereidheid om met elkaar in zee te gaan. Het feit dat de bestuursfuncties niet langer bezoldigd waren en de beleidsmensen aan meer persoonlijke risico's werden blootgesteld, schrikte potentiële kandidaten af. Daarnaast nam het aantal beleidstaken dat bovendien diende uitgevoerd te worden met een quasi lege stadskas aanzienlijk toe. Na 1800 leek deze toestand enigszins gestabiliseerd en keerde men naar de oude gewoonten terug. Vanaf het jaar V werd een soort democratische verkiezing ingesteld waardoor een college van kiesgerechtigden de gemeenteraad of assemblée primaire kon samenstellen. In de praktijk kwam het erop neer dat door de overheid uit de honderd hoogst aangeslagen belastingbetalers gerekruteerd werd. Ondanks nieuwe principes van vrijheid en gelijkheid bleef men bijgevolg vaak uit de oude vijver vissen. Zelfs edellieden en grondeigenaren die voordien bestuursfuncties hadden uitgeoefend werden, alle revolutionaire principes ten spijt, niet uit de nieuwe gemeenteraden geweerd.

Bij het intreden van het Hollands bewind in 1815, toen er zich opnieuw een radicale politieke verschuiving voordeed, bleef de algemene teneur van de Franse tijd gehandhaafd. In de meeste gevallen zette het kleine clubje van gekozenen hun functies gewoon verder. Na de Belgische onafhankelijkheid kwam hier verandering in. Een nieuw bestuur werd gevormd en bepaalde namen verdwenen resoluut uit de lijsten der gekozenen.

Op vrijdag 22 oktober 1830 werden verkiezingen georganiseerd voor de samenstelling van een nieuwe gemeenteraad. Deze raad zou bestaan uit een burgemeester, 2 schepenen en 9 raadsleden. Het kiesbureau werd gevormd door de twaalf hoogste belastingplichtigen van de stad en voorgezeten door de ouderdomsdeken Jean François Renson. Tachtig stembiljetten werden door de voorzitter geopend en voorgelezen. Tijdens de twee stemronden kwam François Van Dormael (foto links) als winnaar uit de bus. Hij werd de eerste burgemeester van het onafhankelijke België en zou deze functie tot 5 oktober 1848 uitoefenen. De olieslager Jean Adrien Maes en de rentenier Trudo Deluesemans werden schepenen. Verder bestond de raad uit Louis Blyckaerts, Jean-Baptiste Vandermonde, Louis Koeckelkoren, Egide Vanderschilde, Servais Rondas, Henri Marneff, Joseph Vinckenbosch, Jean Vanherberghen-Hamoir en Pierre Dewilde.

12-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Zoeken in blog

HIER BENEDEN (ARCHIEF PER DAG) ZIJN ALLE ONDERWERPEN, DIE DE VOORGAANDE DAGEN VERSCHENEN ZIJN OP DEZE BLOG, NOGMAALS TE CONSULTEREN!!!!
Archief per dag
  • 10-12-2010
  • 09-12-2010
  • 08-12-2010
  • 07-12-2010
  • 06-12-2010
  • 05-12-2010
  • 04-12-2010
  • 03-12-2010
  • 02-12-2010
  • 01-12-2010
  • 30-11-2010
  • 29-11-2010
  • 28-11-2010
  • 27-11-2010
  • 26-11-2010
  • 25-11-2010
  • 24-11-2010
  • 23-11-2010
  • 22-11-2010
  • 21-11-2010
  • 20-11-2010
  • 19-11-2010
  • 18-11-2010
  • 17-11-2010
  • 16-11-2010
  • 15-11-2010
  • 14-11-2010
  • 13-11-2010
  • 12-11-2010
  • 11-11-2010
  • 10-11-2010
  • 09-11-2010
  • 08-11-2010
  • 07-11-2010
  • 06-11-2010
  • 05-11-2010
  • 04-11-2010
  • 03-11-2010
  • 02-11-2010
  • 01-11-2010
  • 31-10-2010
    Categorieën
  • 01. Geschiedenis (14)
  • 02. Suikerindustrie (32)
  • 03. Tienen nu (25)
  • 04. MP3-MP4 (16)
  • 05. Varia (5)
  • Inhoud blog
  • Dit is het einde, dit doet de deur dicht.
  • In Tienen ligt ongeveer 1 cm sneeuw (07:00)
  • Mithras-mysteries
  • Grujn, grujn van thaas
  • Nog tien toeristische tips voor een toekomstig bezoek aan Tienen
  • Trein naar huis - lichte avondmaaltijd
  • De Romeinen achterna.
  • Alle Tienenaars heten jullie allemaal welkom in hun stad
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (2)
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (1)
  • Programma van het bezoek aan Tienen op 9 december 2010
  • Nog enkele laatste belangrijke tips!!!
  • As ich tàchetig zèn
  • Research & development
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - suiker is een halffabricaat
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - A, B en C suiker
  • Sterktes en zwaktes van de bietsuikernijverheid - onstaan uit noodzaak
  • El bandido
  • De electrische krachtcentrale van de suikerfabriek
  • Afvalproducten - de citroenzuur cyclus
  • De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
  • Argèntinsen tango
  • De bietencampagne - de rasperij.
  • De suikerfabriek - ontvangst van de bieten
  • Miniraîske
  • Het zaaien en rooien van de bieten
  • Bietenzaad - De kleine en de grote bieten
  • De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 2
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 1
  • Mêên waai
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (3)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (2)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (1)
  • Spêêtig, spêêtig
  • 11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
  • 10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
  • 9. Tiense Suikerraffinaderij - Het verdrag van Rome
  • Tienen - waar ligt dat?
  • 8. Tiense Suikerraffinaderij - De tweede naoorlogse periode
  • 7. Tiense Suikerraffinaderij - Oorlog en burgerdeugd
  • 6. Tiense Suikerraffinaderij - De moeilijke jaren dertig
  • 5. Tiense Suikerraffinaderij - Het herstel
  • Oude postkaarten (3)
  • 4. Tiense Suikerraffinaderij - Een gedwongen halte
  • 3. Tiense Suikerraffinaderij wordt een NV
  • 2. Tiense Suikerraffinaderij - De eerste vlucht
  • 1. Tiense Suikerraffinaderij - Het prille begin
  • Oude postkaarten (2)
  • 8. De geschiedenis van de suiker - Riet of biet?
  • 7. De geschiedenis van de suiker - Bieten voor de keizer
  • 6. De geschiedenis van de suiker - Suiker verovert de wereld
  • 5. De geschiedenis van de suiker - Europese suikersteden
  • Oude postkaarten (1)
  • 4. De geschiedenis van de suiker - Karamel, kalk en kruisvaarten
  • 3. De geschiedenis van de suiker - De Persische connectie
  • 2. De geschiedenis van de suiker - Sarkara
  • 1. De geschiedenis van de suiker - De goddelijke dauw
  • De scheur van noenkel Fille
  • Tienen en zijn bestuurders
  • Tienen en zijn bevolking
  • 'T leëve es zoeë schoeën
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (2)
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (1)
  • 'tNief liejke vàn de moewer
  • Hotelschool Ter Veldborn
  • Het Suikermuseum
  • Museum het Toreke
  • De Grote Markt
  • Da wàs nen tèèd
  • De wijk Grimde
  • 6.9 De drie Romeinse tumuli van Grimde
  • 6.8 De necropolis van Grimde
  • 6.7 Kapel van Onze Lieve Vrouw-ten-Steen
  • Eufrazie
  • 6.6 Sint-Lambertuskerk te Overlaar
  • 6.5 Sint-Genovevakerk te Oplinter
  • 6.4 Kerk van de Goddelijke Zaligmaker te Hakendover
  • Twiee klaînkes saaîker
  • 6.3 Paterskerk op het Begijnhof
  • 6.2 O.L.V.-ten-Poelkerk op de Grote Markt
  • 6.1 Sint-Germanuskerk en Vrijthof op de Veemarkt
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (2)
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (1)
  • 5.6 Soldaten in de stad
  • Piercings
  • 5.4 De geuren en kleuren van een 19de-eeuwse stad
  • 5.5 Industriële archeologie (2)
  • 5.5 Industriële archeologie (1)
  • Hoe in Tienen geraken?
  • Welkom in Tienen
  • 5.3 De IJzeren weg (3)
  • 5.3 De IJzeren weg (2)
  • 5.3 De IJzeren weg (1)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (2)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (1)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (2)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (1)
  • Stringen in de rait
  • 5.1 De middeleeuwse stad (4)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (3)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (2)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (1)
  • 4.7 Werkhuizen Gilain
  • 4.6 De stille kracht
  • 4.5 Kouskesfabrieken
  • 4.4 Leerlooierijen
  • Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
  • 4.3 Brouwerijen en stokerijen
  • 4.2 Ambachtelijk Tienen
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (2)
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (1)
  • Tienen - 10 10 10
  • 3.5 Zo werd het later
  • 3.4 De plaatselijke rechtspraak
  • Opgewekt Tienen
  • 3.3 Het stadsbestuur
  • 3.2 De inbreng van de hertog
  • 3.1 Zo was het vroeger
  • Ich hem hower in men oewer
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • As ich tàchetig zèn (Als ik tachtig ben)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (3)
  • Pikke Stijkès en het Tiense dialect.
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (2)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (1)
  • Zè gèè ràp oep eur pejàd (ben je snel geïrriteerd)
  • Het 13 maal en de paardenprocessie te Hakendover
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (4)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (3)
  • Jà, 't ès zoewevèèr (Ja, het is zover)
  • Van biet tot suiker en de skyline van Tienen
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (2)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (2)
  • Pensioenliejke (Pensioenliedje)
  • Nog enkele oude postkaarten van Tienen rond 1900.
  • Het wapenschild van de stad Tienen
  • Bekende Tienenaars
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.5 Keizer Karel en de zijnen
  • Tienen tintelende stad.
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • Sààsuwalitéé
  • Nog enkele oude prentkaarten van Tienen
  • 2.4 Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië
  • 2.4 De groeiende macht van de steden
  • Tiense kloosters - Het begijnhof
  • Tiense kloosters - De cellebroeders
  • Tiense Kloosters - Bogaardenklooster
  • 2.4 Hertog Jan II
  • 2.4 Van hertog Godfried III tot Jan Primus
  • 2.4 Van graven tot hertogen
  • Het Tiens dialect en de ich-mich lijn.
  • 2.3 Thuinas
  • 2.2 De Gallo-Romeinse vicus
  • 1.1 Een omgracht complex uit de IJzertijd
  • Tienen zo als het was een eeuw geleden.


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!