De leemstreek rond Tienen leent
zich uitstekend tot de teelt van graangewassen, granen die verwerkt werden tot
meel en brood, maar ook tot bier en jenever. In de kadastrale atlas van Popp
uit het midden van de 19de eeuw werden nog zes brouwerijen en acht
jeneverstokerijen opgenomen. Van de 19de -eeuwse Tiense brouwerijen
zijn er nog wat relicten bewaard. De acht Tiense stokerijen overleefden de
Duitse koperopeisingen tijdens de Eerste Wereldoorlog en de wetten tegen het
alcoholisme niet. Vooral de wet Vandervelde (1919) ter beteugeling van de
openbare dronkenschap, betekende de doodsteek voor deze bedrijven.
De
brouwerij Den Anker was oorspronkelijk gelegen op de hoek van het Torsinplein
en de Hoegaardenstraat en werd later geïncorporeerd in de brouwerij Pieraerts.
Deze brouwerij werd in de volksmond ook wel de Brouwerij der Dokters genoemd
en brouwde het populaire Zoegbier. De sluitsteen van de inrijpoort van de
oude brouwerijgebouwen bevindt zich nu in de St.-Katharinastraat. Hoe deze
steen hier terecht kwam, is tot op heden een raadsel. Vermoedelijk werd hij in
de gebouwen van de brouwerij Vandenschrieck ingemetseld na de overname van het
bedrijf door Theophile Pieraerts in 1926.
De
oorspronkelijke gebouwen van de brouwerij Vandenschrieck dateren uit de
zeventiger jaren van de 19de eeuw. Brouwer Eugène Janssens liet hier
tussen 1870 en 1873 een biermagazijn optrekken in de typische 19de-eeuwse
Rundbogenstil (foto links). In het vroegere biermagazijn werd
later het bedrijf van de gebroeders Vandenschrieck gevestigd. Deze brouwerij
bezat bij het begin van de 20ste eeuw depots in Brussel, Antwerpen
en Luik. Omstreeks 1928 werd de Tiense vestiging opgeslorpt door het Leuvense
Artois.
|