Bezoek Tienen 09/12/2010
Welkom op 9 december 2010
in de zoetste stad van het ganse land.
03-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog enkele oude prentkaarten van Tienen
Klik op de afbeelding om de link te volgen In het begin van de 20-ste eeuw werd de fotografie bereikbaar voor enkele techneuten.
Mede door de aanleg van het spoorwegennet ontdekte de toplaag van de bevolking dat reizen uitsluitend voor het plezier erg aangenaam kon zijn.
Als materieel bewijs van de gemaakte reis kwam de postkaart meer en meer in zwang.
De eerste fotografen legden zich dan ook toe om mooie stadsgezichten vast te leggen op de gevoelige plaat en er daarna een reeks postkaarten van te laten drukken om te kunnen verkopen aan de toeristen.
Vandaag is het zelfs een hobby geworden de verschillende reeksen postkaarten per stad of streek te verzamelen.
In bijlage nog een reeks van deze oude postkaarten.
Om deze bijlage te kunnen bekijken is wel "PowerPoint" of "PowerPointViewer" noodzakelijk.

Bijlagen:
Tienen in Het Verre Verleden.pps (6.1 MB)   

03-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.4 Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tijdens de daaropvolgende eeuwen bleef Tienen nadeel ondervinden van zijn strategische ligging. De directe nabijheid van de Luikse grens vormde een permanente bedreiging, waartegen de grote omheining geen soelaas bood. In 1489 wist de ervaren veldheer Albrecht van Saksen de stad dan ook gemakkelijk in te nemen. Hij deed dit op vraag van Maximiliaan van Oostenrijk  die hem met de onderdrukking van de rebellie van de Brabantse steden belast had. De overrompeling van Tienen wekte verslagenheid bij de overige steden en het duurde niet lang of ook Brussel en Leuven capituleerden voor de Habsburgs-Bourgondische overmacht. Op 14 augustus van datzelfde jaar werd de vrede getekend in het klooster van Danenbroek. In 1494 volgde de zestienjarige Filips de Schone (1494-1506) zijn vader Maximiliaan op. Filips was net als zijn moeder, Maria van Bourgondië (1457-1482) , geen lang leven beschoren. Toen hij in 1506 op amper achtentwintigjarige leeftijd stierf, nam Maximiliaan opnieuw het regentschap waar. Ditmaal was het voor zijn kleinzoon, de latere Karel V.

Bijlagen:
Maximiliiaan van Oostenrijk.jpg (14.7 KB)   

03-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.4 De groeiende macht van de steden
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Elke nieuwe successiekwestie namen de steden ter hand om belangrijke nieuwe voorrechten af te dwingen. Toen Jan III na zijn dood in 1355 alleen dochters naliet, ontstond er een strijd om de opvolging. Pretendenten waren Wenceslas van Luxemburg, die gehuwd was met de oudste dochter Johanna, en Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen en echtgenoot van de jongere zuster Margareta. In deze strijd had Tienen aanvankelijk de kant van Lodewijk gekozen. Uiteindelijk zou de strijd in het voordeel van Johanna van Brabant en Wenceslas van Luxemburg (1355-1406) beslecht worden. Het nieuwe hertogelijke paar haalde Tienen uit de financiële problemen door de stad op 17 december 1358 belastingsrecht te verlenen. Om zich blijvend van de loyaliteit van de Brabantse steden te verzekeren, deed Johanna een aantal belangrijke concessies die resulteerden in het beroemde Charter van de Blijde Intrede (3 januari 1356). De nieuwe grondwettelijke oorkonde werd in februari van datzelfde jaar te Leuven bezegeld. Zij beschermde de inwoners van Brabant  tegen de willekeur van de landsheer en verleende tevens een nog grotere inspraak in het bestuur van het hertogdom.

Bijlagen:
Johanna van Brabant en Wenceslas van Luxemburg.jpg (15.1 KB)   

03-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tiense kloosters - Het begijnhof
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Door de talrijke oorlogen in onze streken sneuvelden er veel mannen, waardoor er een chronisch vrouwen overschot was. Als beveiliging groepeerden zich geleidelijk aan deze alleenstaande vrouwen in gemeenschappen die later begijnhoven genoemd werden en een religieus karakter kregen.

Een begijnhof was een wereld op zich. Dit kwam doordat deze hoven aan de stadsrand gelegen waren en ook ommuurd waren. Begijnen waren godvruchtige vrouwen, wonend in aparte woningen maar verenigd in een gemeenschap. Ze waren aan een mystieke regel onderworpen, maar vormden geen kloosterorde. Wel droegen ze specifieke kleding, kwamen weinig buiten hun muren en betaalden belastingen, omdat ze niet onderworpen waren aan de gelofte van armoede. Verder onderwierpen ze zich aan het gezag van hun oversten, de zogenaamde regentessen of grootjuffrouwen. Wat ze bezaten, behielden ze zolang ze leefden.

Aan de hand van een brief uit november 1202 van Geldolf van Ryckel, abt van de Sint-Geertruiabdij te Leuven, zou men kunnen zeggen dat dit begijnhof al voor 1202 bestond. Vermoedelijk werd het begijnhof eerder rond 1240 gesticht is. Zeker is dat al in 1245 de bouwwerken aan hun kerk startten. In 1250 zegende een hulpbisschop deze in aanbouw zijnde kerk in. Door  verscheidene schenkingen vergrootten de begijnen gaandeweg hun domein. Enkele oude bronnen zeggen dat de gemeenschap al snel groeide naar 300 begijnen. In 1754 bestond het Begijnhof uit 57 huizen, naast het gemeenschappelijk Convent, de Infirmerie en het “Contoir”. Opvallend was dat vele van de begijnen van goede afkomst waren. Het aantal begijnen slonk echter zienderogen.

Tijdens de Franse revolutie werd het begijnhof afgeschaft en kwamen de goederen in handen van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen. In 1823 waren er nog slechts 27 begijntjes overgebleven. Sommigen gaven onderwijs aan arme meisjes. Het laatste begijntje, Anne Catherine Kestens, stierf op de gezegende leeftijd van 79 jaar, op 19 maart 1866. Bij bombardementen in 1944 werden de 16e en 17e eeuwse huisjes van het begijnhof vernield. De vroeg-gotische kerk uit de 13e en 14e eeuw, die de oudste begijnhofkerk van België was, brandde af in september 1976. Daarvan rest nu alleen nog een ruïne  waarvan de westgevel en het koor de opvallendste elementen zijn. De spitsboogvenster  hebben nog hun maaswerk.

De gerestaureerde ruïne van de begijnhof kerk is vrij toegankelijk voor het publiek.

02-11-2010 om 22:48 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tiense kloosters - De cellebroeders
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In de huidige Kapucijnenstraat bevond zich het kleine klooster van de Lollarden. Dit klooster werd rond 1300 door twee Brusselse broeders opgericht.  Deze Lollarden hielden zich toen vooral bezig met ziekenverzorging en het begraven van doden. ("lollen" betekent in het Middelnederlands "prevelen"). Vanaf 1441 werden ze Cellebroeders genoemd. Deze naam is afkomstig van het Latijnse “cella” wat kamertje betekent, waarin de broeders zelf woonden of waar ze de zieken en krankzinnigen verzorgden. Op het einde van de 16de eeuw had de stad veel te lijden onder oorlogsgeweld en besmettelijke ziekten. De Tiense bevolking werd op het einde van deze eeuw met een derde verminderd. Tot overmaat van ramp vielen vijandelijke troepen in 1589 de stad binnen waarbij het klooster vernield werd.

In de 17de eeuw schonk de stad de kloosterorde een nieuwe woonplaats in de Veldbornstraat op voorwaarde dat de broeders hun diensten aan de gemeenschap zouden voortzetten. Nieuwe gebouwen werden opgericht en in de 18de eeuw uitgebreid. Zo verrees in 1773 de kapel in Lodewijk XVI-stijl. Ook dit klooster werd niet gespaard tijdens de Franse overheersing. De broeders moesten vluchten en konden pas vijf jaar later terugkeren naar hun geplunderd klooster. 

De Cellebroeders kochten de huizen van Ponsaert, Ark van Noë en de Renesse aan. Toch was al het leed nog niet geleden. Op 30 juli 1930 ontstond er een brand in de gebouwen langs de kant de Renesse, waardoor men in 1931 een nieuw gebouw diende op te trekken.

Momenteel noemt de site "Broeders Alexianen Tienen" en is nu het een gerenommeerd  afkickcentrum voor drug en alcohol verslaafden.

http://www.alexianentienen.be/index.php

02-11-2010 om 16:21 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tiense Kloosters - Bogaardenklooster
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De bogaarden of beggaarden waren de mannelijke tegenhangers van de begijnen. Qua organisatie hadden zij veel overeenkomsten met de begijnen. Het was een groep vrome mannen, die men oorspronkelijk "beguini" en vanaf circa 1250 "beghardi" ging noemen. Zij leefden net als hun vrouwelijke tegenhangers in afzonderlijke woningen, die gegroepeerd waren rond een centraal kerkgebouw. Hoewel zij hetzelfde habijt droegen en mekaar onderling steunden door het organiseren van een aantal centrale voorzieningen, zoals ziekenverpleging en dodenbegraving, waren ze oorspronkelijk aan geen enkele orderegel verbonden. De bogaarden waren economisch vooral actief in de textielindustrie, die in deze periode in alle Brabantse steden een hoge bloei kende. Ze mochten een groot gedeelte van hun winsten voor eigen rekening bewaren, waardoor zij een vrij onafhankelijk  bestaan kenden. In de 13de en de 14de eeuw vielen ze, net als hun vrouwelijke tegenhangers, ten prooi aan een reeks vervolgingen op beschuldiging van ketterij. Daarna evolueerde de lekengemeenschap steeds meer naar een echte kloostergemeenschap met geestelijken en broeders. 

Om hun samenlevingsvorm enigszins te regulariseren namen de meeste bogaardenhuizen in de eerste helft van de 14de eeuw de regel van de reguliere derde orde Sint-Franciscus aan. Omdat de lakenindustrie toen ook over haar hoogtepunt heen was, onderwierpen de Tiense bogaarden zich aan het kapittel van Zepperen, waar zich het moederklooster bevond.

Tijdens de verwoesting van Tienen in 1635 gingen de oorspronkelijke gebouwen volledig in vlammen op, waarbij ook het kloosterarchief verloren ging.  Men ging snel met de wederopbouw van start en er werd ook aan bezitsuitbreiding gedaan, zodat de goederen van het klooster zich in de loop van de 17de eeuw uitstrekten tot aan de achterzijde van de woningen van het huidige Torsinplein. Ten tijde van de Franse revolutie werd het klooster opgeheven en herbestemd tot een gendarmeriekazerne. In de loop van de 19de eeuw werd het vroegere klooster in kleine loten verkocht en omgevormd tot particuliere woningen. 

Het huidige gebouw dateert uit de 18de eeuw. Het kwam op de plaats van andere oudere kloosterdependances. De voorgevel, bestaande uit vijf vensters en een deur, wordt bekroond met een driehoekig fronton met laadvenster. Op de zolderverdieping bevond zich een graanschuur. Het gelijkvloers bestond uit een ontvangstruimte en de gemeenschappelijke vertrekken van de kloosterlingen. Op de verdieping lagen de slaapvertrekken van de prior en andere hogere geestelijken. De gevels werden opgetrokken in bruinrode baksteen en zijn voorzien van hoekkettingen en raamomlijstingen uit witte Gobertangesteen. Ook de sokkel van de voorgevel en de dakrand met steigergaten zijn vervaardigd in kalkzandsteen.

02-11-2010 om 12:39 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.4 Hertog Jan II
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het huwelijk van Jan II (1294-1312) met Margareta van York, de dochter van de Engelse koning Edward I, bezorgde de hertogen van Brabant en Limburg een internationale status. Jan II was op politiek vlak een opmerkelijk zwakkere figuur dan zijn beroemde vader. Zijn taak bestond er vrijwel uitsluitend in om zonder wapengekletter de gebiedsuitbreiding van zijn illustere voorgangers te bestendigen.

Aan Tienen schonk hij op 19 mei 1303 een charter waarin hij een aantal politieke, juridische en economische bepalingen naar voren schoof. Op politiek vlak werd het overwicht van het patriciaat op het gemeen bevestigd. Daarnaast konden, behalve in enkele voorbehouden gevallen, Tienenaars nog uitsluitend door de plaatselijke schepenbank berecht worden. De spectaculaire economische groei had tevens Joden en Lombarden naar de stad gelokt. Omdat geldhandel in de Middeleeuwen voor christenen taboe was, hadden zij zich in deze lucratieve bezigheid weten te specialiseren. Om woekerwinsten tegen te gaan bepaalde Jan II de rentevoet waartegen geld kon geleend worden.

De omvang van de stad en haar materiële rijkdom beïnvloedden in sterke mate haar politieke en juridische slagkracht. In de 14de eeuw werd in Brabant onderscheid gemaakt tussen de ‘vrijheden’ of verstedelijkte dorpen die over een vrijheidskeur beschikten en de eigenlijke ‘steden’. In de loop van de eeuw ontwikkelde zich hiervoor de term ‘hoofdstad’. De hoofdsteden waren meestal met zeven, want dit was een heilig getal. Als vertegenwoordiger der kleinere steden en vrijheden verdedigden zij als ‘derde stand’ de gemeenschappelijke belangen bij de landsheer. In het hertogdom Brabant waren dit Leuven, Brussel, Antwerpen, 's Hertogenbosch, Tienen, Nijvel en Zoutleeuw . In deze hoedanigheid ondertekenden zij de belangrijkste hertogelijke landcharters.

Om zijn opvolging te vrijwaren, stond Jan II het eerste landcharter toe dat algemeen als het Charter van Kortenberg bekend staat. Een tweede oorkonde van 27 september 1312 stelde een raad samen, de zogenaamde Staten van Brabant, bestaande uit vier edelen en tien vertegenwoordigers der steden. Leuven en Brussel stuurden waren goed voor elk drie vertegenwoordigers. De steden Antwerpen, 's Hertogenbosch, Tienen en Zoutleeuw telden elk één afgevaardigde in de raad die om de drie weken te Kortenberg zetelde. Het charter werd mede bekrachtigd en bezegeld door de stad Tienen.

01-11-2010 om 14:44 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.4 Van hertog Godfried III tot Jan Primus

In 1168 verleende Godfried III (1142-1190) een charter dat als het oudst bewaard op schrift gestelde privilegie van het hertogdom beschouwd wordt. Hiermee bevestigde hij alle eerder verleende vrijheden. Daarnaast stelde hij de stad vrij van het zogenaamde recht van de dode hand, waardoor de hertog afzag van het recht om zich als landheer goederen toe te eigenen die niet meer konden vererven.

Om de hegemonie in het oostelijk deel van zijn territorium te bevestigen, koos hertog Hendrik I  (1190-1235) Tienen als bruggenhoofd. Vooral bij het begin van de 13de eeuw verbleef hij meermaals in de stad. Toch waren het zijn troepen die op 13 oktober 1213, na hun nederlaag bij Steppes (Montenaken), de stad zwaar teisterden.

Op 5 juni 1288 versloeg Jan I (1267-1294) nabij Woeringen de geallieerde legers van de aartsbisschop van Keulen, de graaf van Gelre en de graaf van Luxemburg. Hierdoor wist hij het graafschap Limburg (d.i. het huidige land van Herve) bij zijn bezittingen te voegen. Deze overwinning bezorgde hem een toenemend aanzien buiten de grenzen van het hertogdom. De overwinning had ook voor Tienen positieve gevolgen. Tijdens de slag traden de burgerlijke milities van de Brabantse steden voor het eerst militair op de voorgrond  Onder leiding van hoofdmeier Gilles van de Berghe wisten vooral de Tiense boogschutters zich te onderscheiden, waardoor de stad als tegenprestatie een aantal nieuwe vrijheden kreeg  Uit het charter van 24 februari 1291 kunnen we opmaken dat Tienen op het einde van de 13de eeuw tolrechten bezat, dat er openbare markten werden gehouden en dat de stad beschikte over een eigen systeem van maten en gewichten.

De gestileerde beeltenis van hertog Jan I, ook wel Jan Primus genoemd, staat op ieder flesje bier dat in de brouwerij van Haacht gebrouwen wordt.


01-11-2010 om 14:37 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.4 Van graven tot hertogen

Tijdens de vroege Middeleeuwen maakte Thuinas deel uit van het graafschap Bruningerode. Het oude graafschap strekte zich uit tussen de Dijle en de Grote Gete en behoorde tot het prinsbisdom Luik. In 987 had prinsbisschop Notger dit gebied in leen gekregen van de keizer van het Heilig Roomse Rijk, Otto III.

In hun streven om de handelsweg Brugge-Keulen te domineren lieten de steeds machtiger wordende graven van Leuven hun begerig oog op Bruningerode vallen. In 1013 behaalde de graaf van Leuven, Lambrecht I , bij Hoegaarden een belangrijke overwinning op prinsbisschop Balderik II. Hierdoor werd Thuinas bij het graafschap Leuven gevoegd. De nieuw verworven nederzetting bekleedde een sleutelpositie in de uitbreidingspolitiek van de graven en vormde een vooruitgeschoven vesting tegenover de Luikenaars. Dit resulteerde de aanleg van een afdoende verdedigingsgordel en het verwerven van stadsrechten. De stad werd rond 1014 voor de eerste maal ommuurd. De eerste omheining beperkte zich tot de bouw van een muur en de aanleg van een gracht rond de St.-Germanusheuvel. Het water dat de noordelijke gracht vulde was afkomstig van de Mene, een riviertje dat ten zuiden van de stad vloeide en dat in de 11de eeuw speciaal voor dit doel vergraven werd.

Naast Bruningerode verwierven de graven van Leuven omstreeks 1100 ook de graafschappen Brussel en Grez, het domein van Orthen (het latere ’s-Hertogenbosch) en het gebied rond de abdijen van Nijvel en Gembloers.  Deze bezittingen vormden de kern van het latere hertogdom Brabant. Rond 1106 werd graaf Godfried I (1095-1139)  tot hertog van Neder-Lotharingen en markgraaf van Antwerpen verheven, wat hem behoorlijk wat prestige opleverde. Ondanks zijn toenemend succes op territoriaal vlak verloor de hertog de interesse voor Tienen niet. Gedurende deze periode overlaadden Godfried en zijn opvolgers de stad met speciale voorrechten en fungeerde zij regelmatig als hertogelijke residentieplaats.

01-11-2010 om 14:22 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Tiens dialect en de ich-mich lijn.

In het Hageland , waartoe ook Tienen behoort, spreekt men Brabantse dialecten, maar ten gevolge van hun geografische ligging hebben ze bepaalde invloeden van het Limburgs ondergaan. Dit is onder meer in het Tiens dialect nog zeer duidelijk te horen.

Heel vaak wordt onterecht gedacht dat Tienen in Limburg  gelegen is. Dit  ondanks dat er nog twee Vlaams –Brabantse fusiegemeenten,  Linter en Zoutleeuw  nog meer oostelijk gelegen zijn.  Er dient nog 17 km in oostelijke richting afgelegd te worden vooraleer de eerste Limburgse gemeente, de stad Sint-Truiden bereikt wordt. Dit is dezelfde afstand die we vanuit Tienen in westelijke richting moeten afleggen om Leuven te bereiken. In bijlage kunt u een kaartje van Vlaams-Brabant vinden met niet Brussel in het centrum doch eerder Leuven in het centrum van de provincie. Hierdoor onstaat het misverstand dat Tienen in Limburg zou liggen.

De Getelijn (G-lijn)

Ten oosten van Tienen treffen we de oude grens aan tussen het hertogdom Brabant en het graafschap Loon (omvatte ongeveer het huidig grondgebied van Belgisch en Nederlands Limburg)

Een hele bundel isofonen  (=een klein, systematisch taalverschil tussen dialecten dat als een grens door een taalgebied loopt)  valt juist of ongeveer samen met deze oude grens. Omdat deze grens eerst de Gete volgt, spreek men van de Getelijn. Deze lijn (of eerder grenzenbundel) is de meest karakteristieke scheidingslijn tussen het Brabants en het Limburgs dialect.

De Uerdingerlijn (U-lijn) ook de ich/mich lijn genoemd

De belangrijkste dialectgrens in het Hageland is de Uerdinger lijn. Ze vertrekt op de taalgrens ten noorden van het Waalse dorpje Bevekom (Beauvechain) en loopt in noordoostelijke richting ten oosten van de gemeenten Opvelp, Neervelp, Vertrijk, Boutersem, Lubbeek, Sint-Joris-Winge, Onze-Lieve-Vrouw Tielt, Scherpenheuvel en Zichem.

Verder loopt de U-lijn door het noordwesten van Belgisch-Limburg, het uiterste zuidoosten van Noord-Brabant en het noorden van Nederlands-Limburg. In Duitsland gaat ze over de Rijn te Uerdingen (vandaar de naam).

Het meest opvallende kenmerk is de uitspraak van de persoonlijke voornaamwoorden "ik, mij, u". Ten oosten van de U-lijn zegt men ich, mich, oech, ten westen ik, ma, a/oe.

Daarom spreekt men ook van de ich/mich-lijn. De overgang van k naar ch is een gevolg van de Hoogduitse klankverschuiving. We kunnen het fenomeen vergelijken met de kringen in een vijver waarin je een steen hebt geworpen. De laatste kringen sterven uit tussen Roosbeek en Boutersem met de ch van ich, mich, oech, och




Voor de liefhebbers van het Tiens dialect volgt hierna een link naar een internetsite waar een hele reeks verhaaltjes in het o zo sappige Tiense dialect kunt beluisteren.

http://www.tienen.be/showpage.aspx?id=1027

En nu maar hopen dat jullie het allemaal kunnen verstaan. Als hulpje staat en naast het verhaaltje (=geluidsfragment) telkens ook een woordenlijst met de vertaling van typisch Tiense woorden in het dialect.

Bijlagen:
ScreenShot118.jpg (48.1 KB)   

01-11-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
31-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.3 Thuinas

Langs de rand van de oude Gallo-Romeinse vicus werd in de vroege Middeleeuwen een kapel opgericht ter ere van Sint-Martinus van Tours. Hij was één van de oudste heiligen van het christendom. Traditioneel verwijst de keuze van deze patroonheilige naar een vroege kerkstichting, die op zijn beurt een continuïteit van bewoning vanaf de Romeinse periode laat vermoeden (foto 1).

De Sint-Martinuskerk was de oudste parochiekerk van Tienen. Het was de eigenkerk van een familie die zich ‘van Avendoren’ noemde en die op deze plaats een adellijk goed bezat. In 1816 verdween het Romaanse kerkgebouwtje nadat het in 1798 als nationaal goed verkocht werd.

Een tweede bewoningskern situeerde zich meer oostelijk, rond de beter verdedigbare Sint-Germanusheuvel (huidige Veemarkt). Sommige auteurs situeren de oorsprong van de eerste Sint-Germanuskerk in de 9de eeuw. Volgens een 12de-eeuwse transcriptie van een charter uit 20 april 872 bevestigde Karel de Kale de Parijse abdij van Saint-Germain des Près in het bezit van de villa ‘Thuinas’. In het originele charter ontbreekt deze vermelding en in het 12de-eeuwse cartularium werd voornoemde passage geschrapt.

Hoewel er nog veel onzekerheden bestaan rond de exacte oorsprong van de St.-Germanuskerk (foto 2), mogen we stellen dat er zich rond dit kerkje een nederzetting vormde.

Een tweede vroege vermelding van het bestaan van een ‘villa’ of vroege nederzetting vinden we terug in de levensbeschrijving van de H. Amalberga, daterend uit de 12de eeuw. Volgens dit relaas stak de heilige tijdens haar vlucht  voor Karel Martel de Gete over op een plaats die men Tienas noemde. Deze feiten vonden plaats in de 8ste eeuw (foto 3).








31-10-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2.2 De Gallo-Romeinse vicus
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Om de Romeinse legioenen, die de Rijngrens bij Keulen beveiligden, te kunnen voeden werd er in de eerste eeuw na Christus in het hinterland een goed geolied netwerk van landbouwnederzettingen gecreëerd. Er ontstonden een reeks marktdorpen in het vruchtbare Haspengouw, die de landbouwopbrengsten verzamelden en als tussen opslagplaatsen fungeerden voor verder transport naar Tongeren en Keulen.

Op de site van het Grijpenveld, ten zuiden van het huidig station werd in 2002 door het Vlaams Instituut voor het onroerend erfgoed  ca. 20 ha van de zuidwestelijke randzone van de vicus van Tienen onderzocht. De vicus van Tienen wordt momenteel beschouwd als één van de belangrijkste nederzettingen van de Civitas Tungrorum met als hoofdstad Tongeren.

De oudste structuren van de vicus horen tot de Tibero-Claudische periode, de stichtingsfase van het vicus. Het gaat om een vierkante ceremoniële ruimte omgeven door een gracht. Uit dezelfde periode behoort een woonstalhuis met enkele afvalkuilen. Op het einde van de 1 ste eeuw breidde de vicus zich uit van het centrum naar de rand en werden op het Grijpenveld 2 kiezelwegen aangelegd. Langs 1 van deze wegen werd een drukwaterleiding aangelegd voor de toevoer van water voor het Romeins badgebouw, opgegraven aan de Zijdelingsestraat. Rondom de wegen ontwikkelde zich een ambachtelijke zone.

31-10-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1.1 Een omgracht complex uit de IJzertijd
Klik op de afbeelding om de link te volgen Tienen is één van de oudste nederzettingen in ons land en heeft wortels die teruggaan tot de IJzertijd.
Voor diegenen die met het spoor vanuit Leuven toekomen zullen vlak voordat de trein het station van Tienen binnen zal rijden rechts een heuvel zien liggen.  Deze heuvel wordt de Wijngaardberg genoemd. Daar stond 2500 jaar geleden de wieg van Tienen, nu staan er een reeks industriële gebouwen
.

In de 6de eeuw voor Christus werd op de zuidoostelijke helling van de Wijngaardberg ten zuidwesten van het huidige Tienen een vierkante ruimte van 3,25 ha begrensd met een driedubbele omgrachting met enkele onderbrekingen als ingang. De inplanting van het complex in het landschap is van belang. De zuidelijke ingang geeft toegang tot de vochtige gronden van de vallei van de Menebeek, terwijl de noordelijke ingang uitgeeft op de leemgronden van het plateau. De keuze van de inplanting van het enclos, op de helling tussen de vallei en de top van de Wijngaardberg getuigt van de wil om diverse landschappen te exploiteren voor landbouw en veeteelt.

Binnenin komen enkele concentraties van palen waarschijnlijk overeen met de plaats van 2 huizen, gelijktijdig of niet. Een aantal opslagkuilen of silo’s dienden voor het bewaren van graan en andere producten. Daarnaast werden er ook enkele schuurtjes op palen aangetroffen. Deze hadden eveneens een opslagfunctie. De aanwezigheid van structuren voor het bewaren van voedsel toont het belang van landbouw voor de samenleving aan. Het belang van landbouw voor het bestaan in die tijd kan ook worden afgeleid uit het feit de opvullingen van de buiten gebruik geraakte silo’s of opslagkuilen vaak gepaard gingen met complexe rituelen. In de silo’s van de Wijngaardberg is de hoeveelheid versierd aardewerk opvallend hoger dan in de andere kuilen. Het belang van het plaatsen van versierd aardewerk in bepaalde contexten werd reeds meermaals vastgesteld. Het bestaan van gelijkaardige intentionele deposities in silo’s in Engeland, Frankrijk en België en zonder twijfel in een groot gebied rond deze landen zou kunnen wijzen op gelijkaardige geloofswerelden, gebaseerd op de vereisten van een bestaan gebaseerd op landbouw.

31-10-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tienen zo als het was een eeuw geleden.
Klik op de afbeelding om de link te volgen Dit is een gelegenheidsblog voor het publiceren van wat extra randinformatie als voorbereiding van het bezoek van de Mailgroep Reizen aan Tienen op donderdag 9 december 2010.

We beginnen onze ontdekkingstocht door de zoetste stad van het land met een reeks oude postkaarten (zie bijlage)

Zo zag Tienen er ongeveer een eeuw geleden uit. Veel van de historische gebouwen op de postkaarten zijn weinig of niet veranderd en ook vandaag nog goed te herkennen in het straatbeeld.

"De Tiense Straatmuzikanten" zorgen voor de aangepaste achtergrondmuziek.
Zij zingen een lied met als titel "Aa moeër".

Het liedje lijkt over een oude waterketel (Aa moeër) te gaan, doch de zanger bezingt in een dubbele bodem de vleselijke liefde. Het Franse woord voor liefde is “amour” met dezelfde uitspraak zoals een oude waterketel klinkt in het Tiens dialect. Met deze wetenschap in het achterhoofd krijgt de tekst van het liedje een gans andere inhoud.

Groetjes,

jcob

Bijlagen:
Tienen vroeger.wmv (2.8 MB)   

31-10-2010 om 00:00 geschreven door jcob1374  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
>> Reageer (1)


Zoeken in blog

HIER BENEDEN (ARCHIEF PER DAG) ZIJN ALLE ONDERWERPEN, DIE DE VOORGAANDE DAGEN VERSCHENEN ZIJN OP DEZE BLOG, NOGMAALS TE CONSULTEREN!!!!
Archief per dag
  • 10-12-2010
  • 09-12-2010
  • 08-12-2010
  • 07-12-2010
  • 06-12-2010
  • 05-12-2010
  • 04-12-2010
  • 03-12-2010
  • 02-12-2010
  • 01-12-2010
  • 30-11-2010
  • 29-11-2010
  • 28-11-2010
  • 27-11-2010
  • 26-11-2010
  • 25-11-2010
  • 24-11-2010
  • 23-11-2010
  • 22-11-2010
  • 21-11-2010
  • 20-11-2010
  • 19-11-2010
  • 18-11-2010
  • 17-11-2010
  • 16-11-2010
  • 15-11-2010
  • 14-11-2010
  • 13-11-2010
  • 12-11-2010
  • 11-11-2010
  • 10-11-2010
  • 09-11-2010
  • 08-11-2010
  • 07-11-2010
  • 06-11-2010
  • 05-11-2010
  • 04-11-2010
  • 03-11-2010
  • 02-11-2010
  • 01-11-2010
  • 31-10-2010
    Categorieën
  • 01. Geschiedenis (14)
  • 02. Suikerindustrie (32)
  • 03. Tienen nu (25)
  • 04. MP3-MP4 (16)
  • 05. Varia (5)
  • Inhoud blog
  • Dit is het einde, dit doet de deur dicht.
  • In Tienen ligt ongeveer 1 cm sneeuw (07:00)
  • Mithras-mysteries
  • Grujn, grujn van thaas
  • Nog tien toeristische tips voor een toekomstig bezoek aan Tienen
  • Trein naar huis - lichte avondmaaltijd
  • De Romeinen achterna.
  • Alle Tienenaars heten jullie allemaal welkom in hun stad
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (2)
  • Goed opletten bij het binnensporen van het station van Tienen (1)
  • Programma van het bezoek aan Tienen op 9 december 2010
  • Nog enkele laatste belangrijke tips!!!
  • As ich tàchetig zèn
  • Research & development
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - suiker is een halffabricaat
  • Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - A, B en C suiker
  • Sterktes en zwaktes van de bietsuikernijverheid - onstaan uit noodzaak
  • El bandido
  • De electrische krachtcentrale van de suikerfabriek
  • Afvalproducten - de citroenzuur cyclus
  • De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
  • Argèntinsen tango
  • De bietencampagne - de rasperij.
  • De suikerfabriek - ontvangst van de bieten
  • Miniraîske
  • Het zaaien en rooien van de bieten
  • Bietenzaad - De kleine en de grote bieten
  • De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 2
  • Tiense Suikerraffinaderij - Pormotiefilm deel 1
  • Mêên waai
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (3)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (2)
  • 12. Tiense Suikerraffinaderij & Milieu (1)
  • Spêêtig, spêêtig
  • 11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
  • 10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
  • 9. Tiense Suikerraffinaderij - Het verdrag van Rome
  • Tienen - waar ligt dat?
  • 8. Tiense Suikerraffinaderij - De tweede naoorlogse periode
  • 7. Tiense Suikerraffinaderij - Oorlog en burgerdeugd
  • 6. Tiense Suikerraffinaderij - De moeilijke jaren dertig
  • 5. Tiense Suikerraffinaderij - Het herstel
  • Oude postkaarten (3)
  • 4. Tiense Suikerraffinaderij - Een gedwongen halte
  • 3. Tiense Suikerraffinaderij wordt een NV
  • 2. Tiense Suikerraffinaderij - De eerste vlucht
  • 1. Tiense Suikerraffinaderij - Het prille begin
  • Oude postkaarten (2)
  • 8. De geschiedenis van de suiker - Riet of biet?
  • 7. De geschiedenis van de suiker - Bieten voor de keizer
  • 6. De geschiedenis van de suiker - Suiker verovert de wereld
  • 5. De geschiedenis van de suiker - Europese suikersteden
  • Oude postkaarten (1)
  • 4. De geschiedenis van de suiker - Karamel, kalk en kruisvaarten
  • 3. De geschiedenis van de suiker - De Persische connectie
  • 2. De geschiedenis van de suiker - Sarkara
  • 1. De geschiedenis van de suiker - De goddelijke dauw
  • De scheur van noenkel Fille
  • Tienen en zijn bestuurders
  • Tienen en zijn bevolking
  • 'T leëve es zoeë schoeën
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (2)
  • De geschiedenis van het zwembad van Tienen (1)
  • 'tNief liejke vàn de moewer
  • Hotelschool Ter Veldborn
  • Het Suikermuseum
  • Museum het Toreke
  • De Grote Markt
  • Da wàs nen tèèd
  • De wijk Grimde
  • 6.9 De drie Romeinse tumuli van Grimde
  • 6.8 De necropolis van Grimde
  • 6.7 Kapel van Onze Lieve Vrouw-ten-Steen
  • Eufrazie
  • 6.6 Sint-Lambertuskerk te Overlaar
  • 6.5 Sint-Genovevakerk te Oplinter
  • 6.4 Kerk van de Goddelijke Zaligmaker te Hakendover
  • Twiee klaînkes saaîker
  • 6.3 Paterskerk op het Begijnhof
  • 6.2 O.L.V.-ten-Poelkerk op de Grote Markt
  • 6.1 Sint-Germanuskerk en Vrijthof op de Veemarkt
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (2)
  • 5.7 Nieuwe huisvesting (1)
  • 5.6 Soldaten in de stad
  • Piercings
  • 5.4 De geuren en kleuren van een 19de-eeuwse stad
  • 5.5 Industriële archeologie (2)
  • 5.5 Industriële archeologie (1)
  • Hoe in Tienen geraken?
  • Welkom in Tienen
  • 5.3 De IJzeren weg (3)
  • 5.3 De IJzeren weg (2)
  • 5.3 De IJzeren weg (1)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (2)
  • Werk en werkloosheid in Tienen (1)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (2)
  • 5.2 Tienen breekt uit zijn oude cocon (1)
  • Stringen in de rait
  • 5.1 De middeleeuwse stad (4)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (3)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (2)
  • 5.1 De middeleeuwse stad (1)
  • 4.7 Werkhuizen Gilain
  • 4.6 De stille kracht
  • 4.5 Kouskesfabrieken
  • 4.4 Leerlooierijen
  • Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
  • 4.3 Brouwerijen en stokerijen
  • 4.2 Ambachtelijk Tienen
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (2)
  • 4.1 Het middeleeuwse laken (1)
  • Tienen - 10 10 10
  • 3.5 Zo werd het later
  • 3.4 De plaatselijke rechtspraak
  • Opgewekt Tienen
  • 3.3 Het stadsbestuur
  • 3.2 De inbreng van de hertog
  • 3.1 Zo was het vroeger
  • Ich hem hower in men oewer
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • 2.11 In een nieuwe verpakking
  • As ich tàchetig zèn (Als ik tachtig ben)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (3)
  • Pikke Stijkès en het Tiense dialect.
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (2)
  • 2.10 En toen kwamen de Fransen (1)
  • Zè gèè ràp oep eur pejàd (ben je snel geïrriteerd)
  • Het 13 maal en de paardenprocessie te Hakendover
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (4)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (3)
  • Jà, 't ès zoewevèèr (Ja, het is zover)
  • Van biet tot suiker en de skyline van Tienen
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (2)
  • 2.9 Keizerlijke telgen van Oostenrijkse bloede (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (1)
  • 2.8 Een burenruzie met gevolgen (2)
  • Pensioenliejke (Pensioenliedje)
  • Nog enkele oude postkaarten van Tienen rond 1900.
  • Het wapenschild van de stad Tienen
  • Bekende Tienenaars
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.7 Tienen, 1635
  • 2.5 Keizer Karel en de zijnen
  • Tienen tintelende stad.
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • 2.6 Oorlog om religie
  • Sààsuwalitéé
  • Nog enkele oude prentkaarten van Tienen
  • 2.4 Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië
  • 2.4 De groeiende macht van de steden
  • Tiense kloosters - Het begijnhof
  • Tiense kloosters - De cellebroeders
  • Tiense Kloosters - Bogaardenklooster
  • 2.4 Hertog Jan II
  • 2.4 Van hertog Godfried III tot Jan Primus
  • 2.4 Van graven tot hertogen
  • Het Tiens dialect en de ich-mich lijn.
  • 2.3 Thuinas
  • 2.2 De Gallo-Romeinse vicus
  • 1.1 Een omgracht complex uit de IJzertijd
  • Tienen zo als het was een eeuw geleden.


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!