Langs de
rand van de oude Gallo-Romeinse vicus werd in de vroege Middeleeuwen een kapel
opgericht ter ere van Sint-Martinus van Tours. Hij was één van de oudste
heiligen van het christendom. Traditioneel verwijst de keuze van deze
patroonheilige naar een vroege kerkstichting, die op zijn beurt een
continuïteit van bewoning vanaf de Romeinse periode laat vermoeden (foto
1).

De Sint-Martinuskerk was de oudste parochiekerk van Tienen.
Het was de eigenkerk van een familie die zich van Avendoren noemde en die op
deze plaats een adellijk goed bezat. In 1816 verdween het Romaanse
kerkgebouwtje nadat het in 1798 als nationaal goed verkocht werd.
Een
tweede bewoningskern situeerde zich meer oostelijk, rond de beter verdedigbare
Sint-Germanusheuvel (huidige Veemarkt). Sommige auteurs situeren de oorsprong
van de eerste Sint-Germanuskerk in de 9de eeuw. Volgens een 12de-eeuwse transcriptie
van een charter uit 20 april 872 bevestigde Karel de Kale de Parijse abdij van
Saint-Germain des Près in het bezit van de villa Thuinas. In het originele charter ontbreekt deze vermelding en in het
12de-eeuwse cartularium werd voornoemde passage geschrapt.
Hoewel er
nog veel onzekerheden bestaan rond de exacte oorsprong van de St.-Germanuskerk (foto
2), mogen we stellen dat er zich rond dit kerkje een nederzetting
vormde.

Een tweede vroege vermelding van het bestaan van
een villa of vroege nederzetting vinden we terug in de levensbeschrijving van
de H. Amalberga, daterend uit de 12de eeuw. Volgens dit relaas stak de heilige
tijdens haar vlucht voor Karel Martel de Gete over op een plaats die men Tienas
noemde. Deze feiten vonden plaats in de 8ste eeuw (foto 3).

|