Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
31-10-2010
2.3 Thuinas
Langs de
rand van de oude Gallo-Romeinse vicus werd in de vroege Middeleeuwen een kapel
opgericht ter ere van Sint-Martinus van Tours. Hij was één van de oudste
heiligen van het christendom. Traditioneel verwijst de keuze van deze
patroonheilige naar een vroege kerkstichting, die op zijn beurt een
continuïteit van bewoning vanaf de Romeinse periode laat vermoeden (foto
1).
De Sint-Martinuskerk was de oudste parochiekerk van Tienen.
Het was de eigenkerk van een familie die zich van Avendoren noemde en die op
deze plaats een adellijk goed bezat. In 1816 verdween het Romaanse
kerkgebouwtje nadat het in 1798 als nationaal goed verkocht werd.
Een
tweede bewoningskern situeerde zich meer oostelijk, rond de beter verdedigbare
Sint-Germanusheuvel (huidige Veemarkt). Sommige auteurs situeren de oorsprong
van de eerste Sint-Germanuskerk in de 9de eeuw. Volgens een 12de-eeuwse transcriptie
van een charter uit 20 april 872 bevestigde Karel de Kale de Parijse abdij van
Saint-Germain des Près in het bezit van de villa Thuinas. In het originele charter ontbreekt deze vermelding en in het
12de-eeuwse cartularium werd voornoemde passage geschrapt.
Hoewel er
nog veel onzekerheden bestaan rond de exacte oorsprong van de St.-Germanuskerk (foto
2), mogen we stellen dat er zich rond dit kerkje een nederzetting
vormde.
Een tweede vroege vermelding van het bestaan van
een villa of vroege nederzetting vinden we terug in de levensbeschrijving van
de H. Amalberga, daterend uit de 12de eeuw. Volgens dit relaas stak de heilige
tijdens haar vlucht voor Karel Martel de Gete over op een plaats die men Tienas
noemde. Deze feiten vonden plaats in de 8ste eeuw (foto 3).
Om de Romeinse legioenen, die de Rijngrens bij Keulen beveiligden, te kunnen voeden werd er in de eerste eeuw na Christus in het hinterland een goed geolied netwerk van landbouwnederzettingen gecreëerd. Er ontstonden een reeks marktdorpen in het vruchtbare Haspengouw, die de landbouwopbrengsten verzamelden en als tussen opslagplaatsen fungeerden voor verder transport naar Tongeren en Keulen.
Op de site van het Grijpenveld,
ten zuiden van het huidig station werd in 2002 door het Vlaams Instituut voor
het onroerend erfgoed ca. 20 ha van de
zuidwestelijke randzone van de vicus van Tienen onderzocht. De vicus van Tienen
wordt momenteel beschouwd als één van de belangrijkste nederzettingen van de
Civitas Tungrorum met als hoofdstad Tongeren.
De oudste structuren van de vicus
horen tot de Tibero-Claudische periode, de stichtingsfase van het vicus. Het
gaat om een vierkante ceremoniële ruimte omgeven door een gracht. Uit dezelfde
periode behoort een woonstalhuis met enkele afvalkuilen. Op het einde van de 1
ste eeuw breidde de vicus zich uit van het centrum naar de rand en werden op
het Grijpenveld 2 kiezelwegen aangelegd. Langs 1 van deze wegen werd een
drukwaterleiding aangelegd voor de toevoer van water voor het Romeins
badgebouw, opgegraven aan de Zijdelingsestraat. Rondom de wegen ontwikkelde
zich een ambachtelijke zone.
Tienen is één van de oudste nederzettingen in ons land en heeft wortels die teruggaan tot de IJzertijd. Voor diegenen die met het spoor vanuit Leuven toekomen zullen vlak voordat de trein het station van Tienen binnen zal rijden rechts een heuvel zien liggen. Deze heuvel wordt de Wijngaardberg genoemd. Daar stond 2500 jaar geleden de wieg van Tienen, nu staan er een reeks industriële gebouwen.
In de 6de eeuw voor Christus werd
op de zuidoostelijke helling van de Wijngaardberg ten zuidwesten van het huidige
Tienen een vierkante ruimte van 3,25 ha begrensd met een driedubbele
omgrachting met enkele onderbrekingen als ingang. De inplanting van het complex
in het landschap is van belang. De zuidelijke ingang geeft toegang tot de
vochtige gronden van de vallei van de Menebeek, terwijl de noordelijke ingang
uitgeeft op de leemgronden van het plateau. De keuze van de inplanting van het
enclos, op de helling tussen de vallei en de top van de Wijngaardberg getuigt
van de wil om diverse landschappen te exploiteren voor landbouw en veeteelt.
Binnenin komen enkele
concentraties van palen waarschijnlijk overeen met de plaats van 2 huizen,
gelijktijdig of niet. Een aantal opslagkuilen of silos dienden voor het
bewaren van graan en andere producten. Daarnaast werden er ook enkele
schuurtjes op palen aangetroffen. Deze hadden eveneens een opslagfunctie. De
aanwezigheid van structuren voor het bewaren van voedsel toont het belang van
landbouw voor de samenleving aan. Het belang van landbouw voor het bestaan in
die tijd kan ook worden afgeleid uit het feit de opvullingen van de buiten
gebruik geraakte silos of opslagkuilen vaak gepaard gingen met complexe
rituelen. In de silos van de Wijngaardberg is de hoeveelheid versierd
aardewerk opvallend hoger dan in de andere kuilen. Het belang van het plaatsen
van versierd aardewerk in bepaalde contexten werd reeds meermaals vastgesteld.
Het bestaan van gelijkaardige intentionele deposities in silos in Engeland,
Frankrijk en België en zonder twijfel in een groot gebied rond deze landen zou
kunnen wijzen op gelijkaardige geloofswerelden, gebaseerd op de vereisten van
een bestaan gebaseerd op landbouw.
Dit is een gelegenheidsblog voor het publiceren van wat extra
randinformatie als voorbereiding van het bezoek van de Mailgroep Reizen aan Tienen op
donderdag 9 december 2010.
We beginnen onze ontdekkingstocht door de zoetste stad van het land met een reeks oude postkaarten (zie bijlage)
Zo zag Tienen er ongeveer een eeuw geleden uit. Veel van de historische gebouwen op de postkaarten zijn weinig of niet veranderd en ook vandaag nog goed te herkennen in het straatbeeld.
"De Tiense Straatmuzikanten" zorgen voor de aangepaste achtergrondmuziek. Zij zingen een lied met als titel "Aa moeër".
Het liedje
lijkt over een oude waterketel (Aa moeër) te gaan, doch de zanger bezingt in
een dubbele bodem de vleselijke liefde. Het Franse
woord voor liefde is amour met dezelfde uitspraak zoals een oude waterketel
klinkt in het Tiens dialect. Met deze
wetenschap in het achterhoofd krijgt de tekst van het liedje een gans andere
inhoud.