Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
03-12-2010
Miniraîske
Om het geheel goed verteerbar te houden gieten de "De Tiense Straatmuzikanten" nog een ludiek sausje over het geheel (zie bijlage). Deze keer hebben ze het over minirokjes in hun liedje "Miniraîske"
Ook de regionale pers schijnt de blog ontdekt te hebben want zij hebben er vandaag een artikel aan gewijd.
Vroeg in hetvoorjaar ploegen de boeren hun gronden en maken ze klaar om te zaaien. Daarna wordt met volautomatische zaaimachines het bietenzaad (=pillenzaad) in rijen en op vaste afstanden
in de rij gezaaid.
De suikerbieten ontkiemen en groeien van een kleine scheut in april tot een diep wortelende suikerbiet in oktober. Door gebruik te maken van de moderne bietenzaden vraat de teelt zelf weinig of geen verdere tussenkomst van de bietenteler tijdens het groeiseizoen.
In het volgende "YouTube" filmpje kunnen jullie zien hoe suikerbieten volledig machinaal worden gezaaid.
Vanaf midden september beginnen de boeren met het rooien
van hun suikerbieten. Het rooien van alle de bietenvelden duurt ongeveer 2 maanden
tot midden november. De boeren maken ieder jaar vooraf afspraken met
de suikerfabriek wanneer en hoeveel ton bieten zij kunnen leveren. In het volgende "YouTube" filmpje zien jullie hoe de suikerbieten volledig machinaal geoogst worden.
Vanaf november liggen er op de velden vele hopen bieten
die op transport en verwerking door de suikerfabriek liggen te wachten. Bij
vorst dienen deze bietenhopen afgedekt te worden, want bevroren bieten maken de
messen van de rasperij snel bot met stilstanden tot gevolg.
Rond Kerstmis zijn alle bieten verwerkt door de suikerfabriek en kan een nieuwe cyclus suikerbieten telen beginnen.
Tot zowat 50 jaar geleden hadden de boeren enkel niet gemodificeerd
meervoudig bietenzaad ter beschikking Zij zaaiden tot dan het bietenzaad zoals
het door de bietenplant zelf geproduceerd werd.
Ongewijzigd bietenzaad heeft de vorm van een veelhoek met
op ieder hoekpunt een kiempunt. In principe kunnen er uit één bietenzaadje
dus tien tot vijftien bietenplanten ontstaan. In de praktijk komen de meeste kiempunten
niet tot ontwikkeling. Doch uit gewoon bietenzaadkomen toch telkens twee tot drie plantjes tot
ontwikkeling .De boer wenst een stevige bietenplant te oogsten. Daarom moest
hij in het voorjaar op een niet geautomatiseerd manier de twee of drie overtollige
plantjes verwijderen om per bietenzaadje dus slechts één stevige bietenplant over te
houden.
Dit was tot de jaren vijftig van vorige eeuw een enorm werk waarvoor
veel seizoenarbeiders nodig waren om de opgroeiendebieten uit te dunnen De boeren noemde de voorjaarsperiode waar de
bieten uitgedund werden de kleine bieten. De periode in de herfst, wanneer de
bieten gerooid werden om naar de suikerfabriek gebracht te worden, noemden de
boeren de grote bieten.
Onder
andere de firma SES NV (zie tweede bijlage),een spin-off van de Tiense Suikerraffinaderij,
heeft in het verleden baanbrekend werk verricht om het bietenzaad te veredelen.
Eerst werd het probleem van het meervoudig bietenzaad aangepakt. In de jaren
zestig ontwikkelden zij de pillenzaad (foto links)Het was een techniek waarbij ieder
bietenzaadje een soort jasje aangemeten kreeg zodat er maar één groeipunt tot ontwikkeling kon komen. Het zeer arbeidsintensief werk van het uitdunnen
van de bieten tijdens het voorjaar werd hiermee van de baan geholpen. De
vermelding de kleine bieten kon van dan af naar de geschiedenisboeken
verwezen worden.
Nadien heeft de firma SES nog verder gewerkt aan de veredeling
van het bietenzaad. Zo werden en allerlei stoffen toegevoegd aan het omhullend
jasje waardoor het bietenzaadje extra voedingstoffen bij het kiemen meekreeg. Ook werden er bepaalde pesticiden en insecticiden toegevoegd aan de coating van het bietenzaad, zodat de plant meer resistent werd aan allerlei
ziekten en infecties.
Momenteel houdt de firma SES, gelegen op het industrieterrein van Tienen (zie eerste bijlage), zich voornamelijk bezig met de
veredeling van andere plantenzaden zoals maïszaden en anderen.
De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
Vandaag verorberen de drie suikerfabrieken van de Tiense Groep jaarlijks zo'n 4 miljard ton bieten, goed voor 600 à 700.000 ton suiker. In totaal telt de bedrijvengroep van de Tiense Suikerraffinaderij over zijn drie vestigingen Wanze, Brugelette en Tienen, 1.800 personeelsleden.
Diversificatie heeft ervoor gezorgd dat de omzet slechts voor 60 procent meer gedraineerd wordt uit suikeractiviteiten. Dat België straks minder suiker zal produceren, wil men in Tienen niet gezegd hebben. De suikerbiet is immers kieskeurig. De plant gedijt het best op akkerbouwgronden in Groot-Britannië, België, Zuid-Nederland, Duitsland en een stukje van Polen. Mogelijk opteert de EU ervoor om zijn suikerproductie in deze banaanvormige klimatologische gordel te vrijwaren. In de noordelijke gebieden wordt de productie immers negatief beïnvloed door koude weersomstandigheden en door korte groeiseizoenen, terwijl in de meer zuidelijke gebieden het weer vaak te heet en te droog is voor de productie van dit soort gewassen.
Südzucker heeft vandaag ruim 99 % van de aandelen van de Groep Tienen in haar bezit. Met 4,7 miljoen ton suiker produceert deze suikergigant 21,5 % van het Europese productiequotum. Südzucker telt intussen meer dan 50 suikerfabrieken in tien Europese landen. Van Frankrijk in het westen tot Moldavië in het oosten. In bijlage zijn twee kaartjes toegevoegd met op het eerste kaartje het marktaandeel dat Südzucker per land heeft en op het tweede kaartje de verschillende suikerfabrieken per land onder controle van Südzucker. In België heeft Südzucker een dominant marktaandeel van 72%
De vestigingen van de Tiense Groep in Tienen, Wanze en Brugelette fabriceren 72 procent van de Belgische suikerproductie. De helft van deze suikerproductie is bestemd voor de binnenlandse markt. Niet de gezinnen, maar wel de industrie verbruikt het merendeel van die suiker. Vooral de chocoladefabrikanten zijn goede klanten in Tienen. De andere helft van de productie is bestemd voor de export, evenveel binnen als buiten de EU. De suiker die over de Europese grenzen gaat, komt vooral terecht in Arabische landen zoals Saoudi-Arabië.
Links het embleem van de Tiense Suikerraffinaderij dat voor iedere Belg wel genoegzaam bekend zal zijn. Het is een witte letter "T" op een blauw veld. De witte kleur van de "T" is de kleur van het suikerklontje dat sneeuwwit moet zijn. De blauwe kleur van de achtergrond verwijst naar de meer dan 100 jarige overheersing van de Liberale partij in Tienen.
Tot op de dag van vandaag heeft de Tiense liberale vakbond en het liberaal ziekenfonds een merkelijk hoger percentage leden dan het landelijke gemiddelde. Ook de VLD staat in Tienen nog steeds erg sterk doch heeft de laatste 40 jaar slechts één maal terug de lakens kunnen uitdelen. Zij heeft het leiderschap moeten afstaan aan de SPa..Dit fenomeen liep parralel met de tanende invloed van de Tiense Suikerraffinaderij op Tienen en op het Tiense stadsbestuur.
De CD&V als kleinste partner zit steeds op de wip en zat de laatste dertig jaar steeds mee in het stadsbestuur.
De foto links is de huidige algemeen directeur van de Tiense Suikerraffinaderij, ir. Dirk Ruytings, een echteTienenaar. Hij is opgegroeid en woont nog steeds in de wijk Sint-Margriet-Houtem, ten noordoosten van het stadscentrum..Ik heb in het begin van mijn professionele carrière, nog nauw met hem samengewerkt in het productielabo van de Tiense Suikerfabriek.
De beste manier om luchtvervuiling te beperken is minder
energie te verbruiken. Zo werd tussen 1991 en 2001 het gemiddelde
energieverbruik per ton suiker verminderd met 15% dankzij een dynamisch milieu-
en energiebeleid. Na een externe audit betreffende het energieverbruik in al
onze suikerfabrieken in 2002,verbond de
Tiense Suikerraffinaderij zich ertoe tegen 2010 de doeltreffendheid van het
energieverbruik te verbeteren en de uitstoot van CO2 te verminderen.
Zo verbond de fabriek van Tienen zich ten opzichte van de
Vlaamse Overheid de uitstoot van CO2 gedurende de komende jaren met meer dan
20% te verminderen. In het zuiden van het land tekende de Tiense
Suikerraffinaderij een sectorovereenkomst met de Waalse Overheid waarbij overeengekomen
werd het energieverbruik met 10% en de uitstoot van CO2 met 13% te verminderen.
Dankzij de belangrijke investeringen zijn deze objectieven van 2002 nu reeds
ver overschreden!
Een andere prioriteit van de Tiense Suikerraffinaderij is
het maximaal verminderen van haar behoefte aan water uit de ondergrondse
reserves, bijvoorbeeld door zoveel mogelijk in gesloten circuits te werken. Om
de vervuiling in het afvalwater te beperken beschikken al onze suikerfabrieken
over gesofistikeerde, biologische zuiveringsinstallaties.
Om haar milieubeleid te concretiseren en haar verbintenissen
na te komen, heeft de Tiense Suikerraffinaderij in al haar fabrieken
milieuadviseurs aangesteld die een grondige en specifieke opleiding genoten hebben.
Een milieucontroleplan, in de vorm van een auditsysteem,werd ingevoerd en wordt voortdurend
bijgestuurd. Het milieubeleid van de Tiense Suikerraffinaderij vraagt momenteel
de ISO 14001 certificatie aan. Buiten de technische inspanningen voert de
directie een actieve communicatie- en sensibiliseringspolitiek, zowel intern
als extern. Respect voor het milieu is inderdaad eenieders verantwoordelijkheid.
De fabricatie van suiker bestaat erin de saccharose te extraheren
die in de suikerbiet aanwezig is. De T.S. spant zich voortdurend in om het
volume van de bijproducten en de afval tijdens dit procédé tot een minimum te
beperken maar ook om ze te recupereren of te recycleren. Zo worden tijdens het
wassen de bieten ontdaan van alle ongewenste stoffen die samen met de biet aan
de fabriek worden toegeleverd(onkruid,
stenen, grond, bladeren).
De kruidvangers verzamelen alle plantaardige restendie tot
veevoeder worden gerecycleerd. Stenen worden opgevangen door de stenenvangers
en aangeboden voor de verharding van veldwegen. Uit het modderwater van de wasinstallaties
worden nog stukjes bladeren, stengels en bieten afgescheiden, gewassen en verkocht
als veevoeder (Beety Food®).
Het modderwater wordt afgevoerd naar een bezinkvijver (foto links). De heldere
bovenloop gaat weer naar de fabriek en wordt opnieuw gebruikt voor het wassen
van de bieten. De grond die in de bezinkvijver achterblijft, droogt op natuurlijke
wijze en is identiek aan de grond van de velden waar hij vandaan komt. Hij kan
dus opnieuw naar de velden of als opvulaarde geherwaardeerd worden. Na de
sapwinning wordt de geperste pulp gebruikt als veevoeder, hetzij direct, hetzij
na drogen en persen als pellets (Beety Food® Energie).
De bescherming van het milieu en het respect voor de
levenskwaliteit van allen, in de eerste plaats van haar onmiddellijke buren
behoren tot prioriteiten van de Tiense Suikerraffinaderij.Een industrieel procédé zoals suikerwinning uit
de suikerbiet beïnvloedt onvermijdelijk zijn natuurlijke omgeving. Daarom voert
de Tiense Suikerraffinaderij een beleid van onafgebroken verbetering met als
doel zoveel mogelijk de risicos van milieuhinder uit te sluiten, het verbruik van
energie en toeleveringsmateriaal te beperken en de levenskwaliteit van de
buurtbewoners te beschermen.
In zijn milieubeleid wil de Tiense Suikerraffinaderij, in de
mate van het mogelijke, verder gaan dan wat wettelijk bepaald is. Zo heeft ze
zich ertoe verbonden de BAT (Best Available Technics - beste beschikbare
technieken) op te zoeken, te ontwikkelen en toe te passen, waarbij de voordelen
en de kosten onderling worden afgewogen. Tussen 2002 en 2006 werd deze politiek
geconcretiseerd door belangrijke industriële investeringen: ca 8.000.000 per
jaar. Deze investeringen hebben als doel de hinder van de oogst, het transport
en de verwerking van de suikerbieten te verminderen en het energieverbruik van
de fabrieken te verbeteren. Hierbij komen nog de kosten verbonden aan het
milieu en het recycleren van afval: zowat 3.000.000 per jaar.
De suikerbietenteelt speelt een belangrijke rol in het milieugebeuren.De suikerbiet is een uitstekende,natuurlijke omzetter van zonne-energie.
Inderdaad, van alle energie die hij via zijn bladeren tijdens de zeven maanden van
zijn groei heeft opgenomen, wordt 50 % teruggewonnen.Bovendien produceert een bietenveld
opmerkelijk meer zuurstof dan een bos: 13 miljoen liter per jaar en per hectare.
Daarbij is de suikerbiet ook een belangrijke verbruiker van CO2: meer dan 30
ton per jaar en per hectare.
De bietenteelt is tevens een sector met een zeer hoog niveau
van techniciteit. De inspanningen van de planters, het agronomisch onderzoek
van de suikerfabrieken en van het Koninklijk Belgisch Instituut voor
Verbetering van de Biet(KBIVB) , gaan
meer en meer de milieudimensie integreren.
Zo bijvoorbeeld de tarrareductie, maar ook de vooruitgang in
het domein van mechanisering, teeltmethodes en selectie van zaaigoed. De
rationele toepassing van meststoffen, grondverbeteringsmiddelen en
fytosanitaire behandelingen is zowel kostenbesparend als milieuvriendelijk. Het
globale resultaat: het gebruik van stikstofhoudende meststoffen ligt 30 tot 50%
lager, fytosanitaire behandelingen worden slechts toegepast als ze nuttig zijn
en de toepassing van insecticiden is 1.000-maal minder!De goed gestructureerde organisatie van het
KBIVB zorgt voor de verspreiding van de resultaten van dit opzoekingswerk: conferenties,
publicatie van praktische gidsen,artikelen
in de landbouwpers, opzetten van een netwerk voor observatie en advies. Het is
wellicht om al deze redenen dat het KBIVB (foto links) op 13 december 1996 officieel de
Prijs van het Ministerie van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen
heeft ontvangen. Deze prijs bekroont de initiatieven binnen een productiesector
die beantwoorden aan de objectieven van de overheid: de leefbaarheid van de
landbouw promoten en daarbij beantwoorden aan de wensen van de burger in verband
met het milieu.
11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
In mei 87 wordt de Tiense Suikerraffinaderij geïntroduceerd op
de beurs van Brussel. 25% van de aandelen worden hierdoor onder het publiek
verspreid. De meerderheid,hetzij 75%
blijft in handen van de familiale Groep. In de loop van het jaar 1989 neemt
deze laatste de beslissing de suikeractiviteiten van de T.S. van de hand te
doen om voldoende middelen vrij te maken voor een belangrijke expansie in de voedingssector
op wereldvlak.Eind 1989 wordt dus een
overeenkomst afgesloten tussen de T.S. Holding en de Südzucker AG waarbij de
eerste aan de laatste al zijn aandelen in de suikeractiviteiten van de T.S.
verkoopt. De T.S. Holding behoudt alle diversificatiefilialen en Südzucker
verbindt zich ertoe een OAB te doen voor de aandelen die nog onder het publiek
verspreid zijn. Dit gebeurt in maart 1990. De bestuurders van de Duitse Groep geven
de wens te kennen dat de T.S. zich verder onafhankelijk zou blijven ontwikkelen,
zonder wijziging van directie of kaderleden.
Met een productie van 4,6 miljoen ton suiker en een geconsolideerde
omzet van 5,8 miljard in 2006/07 is de Groep Südzucker, die in 2001 via de
Tiense ook Saint-Louis Sucre, tweede producent in Frankrijk, opkocht, de
belangrijkste suikergroep van de EU. De Groep Südzucker heeft een
leiderspositie op de Europese markt (21,5% van het Europees productiequotum) en produceert in 50 suikerfabrieken in 10 Europese landen. Van Frankrijk in het westen en Moldavië in het oosten.
10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
In dit nieuwe klimaat ontwikkelt de Tiense
Suikerraffinaderij zich gestadig tot het eind van de jaren zeventig. Met als objectief
een van meest productieve suiker producerende groepen van de EU te worden,
werkt ze op dat ogenblik een groots project van vernieuwing uit. Met de medewerking
van een wereldbekende consultant wordt een nauwkeurige en volledige analyse
opgemaakt. De handicaps van de groep worden zonder enige toegevendheid
omschreven:complexiteit van het
productienet, onvoldoende productiviteit,te uitgebreid productengamma, verouderd materieel, zware
energie-uitgaven...
Er moest dus zonder dralen een structuurhervorming doorgevoerd
en investeringen gedaan worden. Deze structuurwijzingen treffen het geheel van
de groep en omvatten eveneens de afschaffing van werkgelegenheden op alle
niveaus. Daarom wordt meteen een plan van vroegtijdig pensioen bestudeerd en in
1981 toegepast.
Ook het beheersysteem moet volledig herzien worden. Men
geeft de te ver doorgedreven centralisatie op, ten gunste van de autonomie van
de verschillende eenheden, en men stelt een multidisciplinair management in
waarvan de kern het Uitvoerend Comité is. De commerciële diensten worden in
autonome cellen gegroepeerd volgens de markten die bediend worden, de producten
die verkocht worden en de behoeften van de eindverbruiker.
In 1984 wordt nog een
aanvullende stap gezet om de producten van de Tiense Suikerraffinaderij
volledig af te stemmen op de behoeften van de verbruiker van het jaar 2000. Dat
is de opdracht van de nieuwe New Business Development cel die op de oude
dienst voor Opzoekingen en Ontwikkeling geënt wordt.
9. Tiense Suikerraffinaderij - Het verdrag van Rome
Het Verdrag van Rome, waarmee de Europese Economische Gemeenschap
het daglicht ziet, wordt ondertekend op 25 maart 1957. Maar het is pas het
volgende jaar, tijdens de conferentie van Stresa, dat de basisprincipes van de Gemeenschappelijke
Landbouwpolitiek bepaald worden. Een politiek die bij de suikerfabrikanten en
suikerbiettelers vele vragen doet rijzen. Inderdaad, binnen deze Europese Markt
voert ons land de meest liberale politiek. Met andere woorden, onze industrie is
de minst beschermde. Onze salarissen liggen hoog, onze sociale lasten zijn
zwaar en onze energie is zeer duur. Zullen onze partners daar niet van meet af
aan voordeel uithalen?
In 1963-64 uiten zowel de suikerfabrikanten als de
suikerbiettelers dezelfde eis: ieder jaar moeten de prijzen van de suikerbiet en
van de suiker herzien worden, tot in alle zes landen van de EEG hetzelfde regime
in voege treedt. Maar we moeten tot 1 juli 1968 wachten vooraleer de
gemeenschappelijke reglementering inzake suiker wordt ingevoerd.De Gemeenschappelijke landbouwpolitiek berust
op drie fundamentele principes: de eenheid van de markt die de vrije circulatie
van producten mogelijk maakt, de voorkeur van de gemeenschap die beschermende maatregelen
inhoudt ten overstaan van landen buiten de EU en tenslotte de financiële
solidariteit die gebaseerd is op een systeem van bijdragen, afhoudingen en
terugbetalingen. Ieder land krijgt productie quotas toegewezen. In 1968 bedraagt
het jaarlijks suikerquota voor België 550.000 ton. Dat cijfer is in 2001 tot
826.000 ton gestegen. 559.846 ton daarvan gaan naar de ondernemingen van de
groep Tiense Suikerraffinaderij.
Voor diegenen die na al mijn verhaaltjes nog steeds niet zouden weten waar Tienen juist gelegen is hier nog een wmv bestandje (Windows Media Player) met de juiste ligging.
8. Tiense Suikerraffinaderij - De tweede naoorlogse periode
Van 1940 tot 1945 hadden de suikerfabrieken en de raffinaderijen
onophoudelijk gedraaid om het land te bevoorraden. Nu, na de oorlogsjaren,
beschikt onze suikerindustrie nog slechts over oude en vervallen uitrustingen. In
1945 reeds neemt de Tiense Suikerraffinaderij opnieuw contact op met haar
wetenschappelijke en technische correspondenten. Ze stuurt ook haar eigen
experts uit voor informatieopdrachten over de hele wereld. Het resultaat is een
rationalisatieprogramma waarvan de eerste uitwerkingen in 1946-47 merkbaar
zijn. In 1949 bedraagt de nationale productie van witte suiker voor het eerst
meer dan 300.000 ton. Het jaar daarop wordt meteen al de 399.000 ton gehaald.
De oogst is overvloedig en de Tiense Suikerraffinaderij ziet zich verplicht,
ten koste van zware investeringen, het vermogen van haar installaties en haar
opslagcapaciteiten te verhogen. Maar er bestaat geen evenwicht tussen de
productie en het verbruik van suiker. Daardoor verkeert de wereldmarkt in een
haast permanente crisissituatie. Dat is de reden waarom vertegenwoordigers van
de meeste suiker producerende landen elkaar in juli-augustus 1953 te Londen
ontmoeten en de vorige akkoorden aanvullen. Deze akkoorden worden in 1956
verlengd, maar krijgen het hard te verduren als de Suez kwestie uitbarst.
Gelukkig zal de Gemeenschappelijke Markt nieuwe horizonten voor onze
suikerindustrie openen.
7. Tiense Suikerraffinaderij - Oorlog en burgerdeugd
De vier jaren van de nazi-bezetting brengen het land weer
zijn aandeel van opofferingen en lijden. Toch is het duidelijk dat de
suikerindustrie, zonder de uiterst positieve actie van de suikerconfederatie,
voor onoplosbare problemen zou staan. In voortdurende samenwerking met het
Ministerie van Landbouw en Ravitaillering en het Commissariaat van Prijzen en
Salarissen zorgt de confederatie van bij het begin tot op het einde van de
oorlog voor een eerlijke en regelmatige verdeling van suiker. Ze komt ook op
voor de belangen van de fabrikanten, de suikerbiettelers en de bevolking.Ondanks een indrukwekkende daling van het
productiepeil slaagt de Tiense Suikerraffinaderij erin al haar personeel aan
het werk te houden en zelfs mensen aan te werven.
In 1941, als reactie op het verbod de lonen te verhogen,begint de groep met een systeem van
driemaandelijkse voorschotten voor bedienden en arbeiders in functie van de gezinslast.
Later, zodra het conflict voorbij is, zullen deze schulden overigens volledig
kwijtgescholden worden.Door haar
civiele houding, die ook nog op andere manieren tot uiting komt, krijgt de
Tiense Suikerraffinaderij bij verschillende gelegenheden het hard te verduren
vanwege de bezetters en de collaborateurs. Vervolgingen, inbeslagnemingen en
aanslagen zijn schering en inslag tijdens het jaar 1944. Tot de Amerikanen op 7
september Tienen komen bevrijden. Ondanks de wrede knevelarijen betreurt de
Tiense Suikerraffinaderij het niet dat zij haar civiele verantwoordelijkheden is
nagekomen. Gebogen, maar niet gebroken, kan zij zich eindelijk naar een
rooskleurigere toekomst richten.
6. Tiense Suikerraffinaderij - De moeilijke jaren dertig
Het decennium dat de tweede wereldoorlog voorafgaat begint
met de grote, economische crisis die voor ons land rampzalige gevolgen heeft.
De Belgische uitvoer, die in 1928 31 miljard frank bedraagt, is in 1932
teruggelopen tot slechts 15 miljard!In
volle branding wordt de Tiense Suikerraffinaderij met andere problemen
geconfronteerd. Rusland verwerft het monopolie van de suikerlevering aan Perzië
en dat betekent voor onze onderneming een sterke daling van de uitvoer.In 1931 produceren de industrielanden teveel
suiker en de markt wordt steeds maar onstabieler.
Op dat ogenblik wordt, onder voorzitterschap van de afgevaardigde-beheerder
van de Tiense Suikerraffinaderij,een
internationale conferentie georganiseerd. Het resultaat hiervan is het eerste,
globale suikerakkoord: het Chadbourne plan. Het is voorzien voor vijf jaar,
maar wordt in 1934 reeds opgegeven omdat de suikerprijs opnieuw een sterke
daling kent. Het is pas in 1937 dat 23 landen te Londen een nieuw akkoord
ondertekenen om uit deze hopeloze situatie te geraken. De Tiense
Suikerraffinaderij heeft nog meer gelukkige initiatieven. Onder meer de
oprichting, in 1932, van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Verbetering van
de Suikerbiet (KBIVS). Het instituut heeft een dubbele opdracht: opzoekingen en
vulgarisatie. Het is aan zijn werk te danken dat in domeinen als selectie van
zaden, keuze van bemesting, bestrijding van parasieten en teelttechnieken een
tastbare vooruitgang wordt geboekt. In de voetsporen van dit instituut richten
de Belgische suikerfabrikanten in 1938 de Beroepsconfederatie van Suiker en
zijn Derivaten op.Tijdens de tweede
wereldoorlog zal dit organisme trouwens een zeer belangrijke, burgerlijke rol
spelen.
Op het sociale vlak is de Tiense Suikerraffinaderij bij
verschillende gelegenheden de wetgever voor. Onder meer wat het betaalde verlof
betreft dat al verschillende jaren in voege is voor de beroemde wet van 8 juli
1936 gestemd wordt. Ook de acht werkuren per dag zijn reeds ingeburgerd op het ogenblik
dat ze verplicht gesteld worden.
Vlak na de oorlog moet de Tiense Suikerraffinaderij het hoofd
bieden aan een zeer ongunstige situatie. De landbouw is de periode van stilstand
nog maar nauwelijks te boven. En de onlusten in Europa hebben de verkopen van rietsuiker
bevorderd die zich stevig op de exportmarkten gevestigd heeft. De beheerders
van de Tiense Suikerraffinaderij zijn vast van plan de handschoen op te nemen en
starten een politiek van overleg. Eén van de gevolgen daarvan is de oprichting,
in 1929, van de Samenwerkende Vereniging van Suikerfabrikanten.
Tegenover de politiek van bescherming die in andere landen gevoerd
wordt, stelt de Tiense Suikerraffinaderij alles in het werk om de
productiekosten te drukken. Haar fabricatie organiseert ze wetenschappelijk en
ze rationaliseert haar fabrieken. Ze werft ingenieurs aan om nieuwe procédés
uit te werken. Een van de resultaten daarvan is de beroemde T.S. continu diffusor,
die kort daarop ook door talrijke concurrenten wordt overgenomen.
De Belgische buitenlandse handel herstelt zich geleidelijk en
de openbare schuld vermindert. In heel West-Europa zien we een industriële
concentratie. Op 17 oktober 1928 worden de suikerfabrieken van Wanze, Braives
en Les Waleffes in de Groep Tiense Suikerraffinaderij opgenomen.In 1929 volgen ook de suikerfabrieken van
Genappe. De Tiense Suikerraffinaderij speelt nu een overwegende rol in de
Belgische suikersector.
De meeste van deze postkaarten handelen over het vliegveld van Goetsenhoven.
Ten zuiden van het centrum van Tienen ligt de deelgemeente Goetsenhoven waar jarenlang de opleidingsschool voor legerpiloten gelegen was.
Alle Belgische legerpiloten, waaronder ook Pins Filip van België, hebben hier hun eerste "vleugels" gekregen totdat de kazerne gesloten werd in 2000 en de opleidingen verhuist zijn naar Beauvechain.
De piloten in spe leerden hier vliegen met hun eerste vliegtuigje, de tweezitter Marcetti.(foto links)
In bijlage een "wmv" bestand (Windows Media Player) van de oude postkaarten en met muzikale begeleiding van "De Tiense Straatmuzikanten" . Zij zingen het lied dat "Ich verlouws mén hèt" (Ik verloor mijn hart) als titel heeft.