Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
26-11-2010
Oude postkaarten (1)
Nog een reeks oude postkaarten van Tienen zoals de stad er aan het begin van de 20ste eeuw uitzag.
Rond 1900 kwam de fotografie meer en meer bereikbaar voor de gewone sterveling. Het was de gewoonte rond de eeuwwisseling om verschillende stadsgezichten te fotograferen en van deze foto's postkaarten te maken. Deze postkaarten konden aan de toeristen verkocht worden om een berichtje naar het thuisfront te sturen.
Nu vormen deze oude postkaarten voor ons een schat aan informatie. Ze brengen heel wat gebouwen en stadsgezichten die nu ofwel verdwenen of wel zwaar gerenoveerd zijn opnieuw tot leven .
In bijlage een "wmv" bestand met enkele postkaarten met een begeleidend een muziekje van "De Tiense Straatmuzikanten. Om dit audio bestand te kunnen bekijken en te beluisteren dienen jullie wel "Windows Media Player" of een gelijkaardig programma op de PC geïnstalleerd hebben staan.
4. De geschiedenis van de suiker - Karamel, kalk en kruisvaarten
In de 7de eeuw veroverden de
Arabieren Perzië en viel de hele suikerrietteelt en suikerhandel in hun handen.
Zij exporteerden meteen het suikerriet naar Egypte, Rhodos, Noord-Afrika,
Zuid-Spanje en Cyprus.
Arabische
zoetekauwen ontdekten al gauw hoe zij de suikerstroop konden zuiveren. Zo
ontstond een donkerbruin, kleverig product dat zij Khurat al Milh
noemden. Deze naam leeft nog voort in ons woord karamel.
Maar daar
bleef het niet bij. De Egyptenaren gingen nog een stapje verder en gebruikten
kalk om de suikerstroop te zuiveren. Zo bleef suiker eeuwenlang een strikt
Arabische specialiteit, tot de kruisvaarders arriveerden Via die middeleeuwse
vechtjassen belandde de suiker ook in Europa, waar het aanvankelijk enkel bij
de apotheker werd verkocht tegen duizelingwekkend hoge prijzen.
Europeanen
bedachten allerlei koosnaampjes voor de verschillende suikervariëteiten. Zij
hadden het over suiker in brood, suiker in steen, rotssuiker, sucre caffetin,
casson, muskarraatsuiker, kandij, suiker uit Barbarije, Madeirasuiker en Crac
uit Montréal. En de kooplui? Die sloegen munt uit al dat zoets.
De termen Suiker in brood
of suiker in steen verwijzen allebei naar geraffineerde suiker die in
kegelvorm is gegoten en heel sterk lijkt op wat suikerproducenten vandaag nog
steeds suikerbrood noemen. Een suikerbrood heeft traditioneel een afgeronde
top en is veelal ongeveer een halve meter hoog. Het suikerbrood van
suikerproducenten is dus niet te verwarren met een uit suiker, eieren en bloem
gebakken brood.
Caffetin-suiker ontleende zijn naam aan de
Genuese kolonie Caffa. Deze suiker werd in palmbladen gewikkeld die in het
Arabisch Caffa worden genoemd.
Sucre
casson is een
broze, makkelijk te verpulveren suiker. Wanneer deze suiker helemaal is
verpulverd, spreken wij van crac, de voorloper van de moderne
poedersuiker.
Muskaraatsuiker is suiker die met muskus is
geparfumeerd. De naam is van Arabische oorsprong.
Kandijsuiker
is samengesteld uit grotere kristallen dan gewone witte suiker. Op het einde
van de 15de eeuw moest een goede apotheker minstens vijf soorten kandij in
voorraad hebben: gewone kandij en kandij geparfumeerd met rozen, viooltjes,
citroen of aalbessen.
Suiker
uit Barbarije werd uit
Marokko en Tunesië naar Brugge aangevoerd.
Madeirasuiker kwam uit Portugal
Crac uit
Montréal werd in
een Syrische stad aan de Dode Zee bereid.
3. De geschiedenis van de suiker - De Persische connectie
Omstreeks 510 vóór Christus
vielen de Perzen India binnen. Zij leerden er de Indische sarkara kennen en
besloten meteen zelf suikerriet te gaan verbouwen aan de oostkust van de
Middellandse Zee. Dat werd een enorm succes. Alle volkeren in het Midden-Oosten
raakten meteen verlekkerd op de Perzische suiker. De Perzen, die altijd al een
neus voor zaken hadden, monopoliseerden onmiddellijk de suikerrietteelt en
eigenden zich het alleenrecht toe op de suikerhandel.
Maar op
de schepen en karavanen die de suiker tot bij de kopers brachten, werd ook al
eens een suikerrietplant meegesmokkeld. En weldra werd de suikerstengel
verbouwd van de Indus vallei tot de Zwarte Zee en van de Perzische Golf tot aan
de grenzen van de Sahara.
Omstreeks
het jaar 600 slaagden de Perzen erin de suiker kristallisatie aanzienlijk te
verbeteren. Zij goten de vloeibare massa in kegelvormige dozen en zo ontstond
het zogeheten suikerbrood. De Perzen noemden het Tabarseth. Dat gaf hen
weer een voorsprong op de concurrentie. Maar niet voor lang
Het gebeurde in Melanesië, een eilandengroep ten noordoosten van Australië.
Zon 10.000 jaar geleden gingen de mensen er zich interesseren voor een
rietachtige zoete plant, het suikerriet. Geregeld plukten ze een stengel om er
genoeglijk op te kauwen. Al gauw dook er ook suikerriet op in China. Even later
bleek deze plant in heel Zuidoost Azië te woekeren als onkruid.
Hoe ze erbij kwamen, weet niemand, maar op een dag besloten de Hindoes
rietstengels uit te persen en te koken. Zo ontstond er een zoete massa die ze
lieten uitkristalliseren. Dit product noemden ze sarkara. Uit deze
Sanskriet stam hebben nagenoeg alle talen ter wereld hun woord voor suiker
afgeleid.
De Hindoes ontdekten zij dat vruchten heel lang in sarkara konden
worden bewaard. Hiermee legden zij de basis voor onze jam. Maar toen kregen de
Perzen lucht van al dat zoets bij hun oosterburen
1. De geschiedenis van de suiker - De goddelijke dauw
Mensen
onderscheiden slechts vier basis smaken: zoet, zuur, zout en bitter. Maar wij
worden allemaal geboren met een uitgesproken voorkeur voor wat zoet is. Logisch
dus dat onze voorouders in de prehistorie al gingen experimenteren met zoete
planten en vruchten. Toen zij de honing ontdekten, konden zij hun geluk niet
op. Ook al ging de oogst vaak gepaard met venijnige bijensteken.
Bij de oude Grieken werd honing het basisingrediënt voor zoete gerechten en
dranken Het was wellicht onder invloed van de licht alcoholische hydromel dat de
dichters uit de oudheid de honing bezongen als goddelijke dauw of straling
der sterren.
Honing had echter één groot nadeel: het was een schaars product. Bijgevolg
was het ook duur. Een halve liter honing kostte in het oude Athene even veel
als een schaap. Het lag dus voor de hand dat de mens op zoek zou gaan naar een
alternatief. Dat werd sarkara