De electrische krachtcentrale van de suikerfabriek
De suikerfabriek is een enorme slokop van energie. In de
bietencampagne verbruikt de fabriek meer elektriciteit dan de ganse stad Tienen
te samen. Deze enorme hoeveelheid elektriciteit kan het normale elektriciteitsnet
niet aanleveren. Omdat er ook grote fluctuaties op het elektriciteitsverbruik
van de fabriek zitten zou dit het normale elektriciteitsnet en van de stad al
te zeer verstoren.
Vandaar dat de suikerfabriek altijd al een eigen elektrische
centrale heeft gehad. Hierdoor werkt de fabriek totaal onafhankelijk van het elektriciteitsnet
en heeft de werking van de fabriek totaal geen invloed op de toevoer van elektriciteit
aan de stad.
De drie hoge schouwen die reeds van ver in het landschap
zichtbaar zijn staan midden in de elektrische centrale en vormen het hart van
de fabriek.
Het elektriciteitsverbruik enerzijds en de energieprijzen
anderzijds worden door de fabriek dag na dag nauwgezet opgevolgd. Volgens de
evolutie van de energieprijzen kan de elektrische centrale van de suikerfabriek
erg gemakkelijk overschakelen van energiebron.
De elektrische turbine van de centrale kan aangedreven
worden door zowel steenkool, gas als door mazout en dit afhankelijk van de
evolutie van de energieprijzen. Op een paar uur tijd kunnen de technici de centrale
omschakelen op een andere voedingsbron.
Op het einde van het proces is er ook nog heel wat
koeling nodig. Vroeger zorgde daar de SEM-toren voor. Doch deze koeltechniek
werd verlaten en vervangen door een andere modernere technieken. De SEM-toren
stond er de laatste jaren werkloos bij en werd zelfs wat bouwvallig. Een paar
jaar geleden is onze SEM-toren afgebroken waardoor de "skyline" van de stad wel
wat werd aangetast.
In bijlage kunnen jullie een luchtfoto vinden van een deel van de suikerfabriek met de aanduiding van de hierboven besproken elementen.
Op
het einde van het proces blijft een dikke stroperige zwarte massa over waar
nog heel wat restsuiker in zit. De nog aanwezige restsuiker kan er niet meer op een economische manier uitgehaald worden
Deze zwarte restmassa wordt melasse genoemd
en wordt verder verwerkt in de nabijgelegen fabriek Citrique Belge, een
spin-off van de suikerfabriek doch nu een zelfstandig bedrijf onder de koepel van DSM (=De StaatsMijnen) een Nederlands bedrijf.
In de Citrique brengt men de melasse in grote
cirkelvormige pannen en laat daarop op een gecontroleerde manier bacteriën
groeien. Door deze bacteriële werking worden de restsuikers in de melasse
omgezet tot citroenzuur dat vlot een afnemer zal vinden in de frisdrankenindustrie.
De afgewerkte melasse wordt op het einde van de citroenzuurcyclus (ook de Krebs
cyclus genoemd) als grond-verbeteraar terug naar de velden van Haspengouw gebracht. Zo
is de cirkel volledig rond.
In bijlage een grondplan van Tienen, waar de locatie van zowel de suikerfabriek als van de citroenzuurfabriek "Citrique" op vermeld staan
De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
De kristallisatie vertrekt van het diksap dat naast
suiker en water nog heel wat onzuiverheden bevat. Deze onzuiverheden worden er
in verschillende productiestappen geleidelijk aan uitgehaald. De onzuiverheden worden
in verschillende stappen gebonden aan toegevoegde actieve kalk. In het jargon
spreekt men van de eerste carbo, de tweede carbo en derde carbo. De
bedoeling is witte suiker te bekomen, want het zijn de onzuiverheden die de
witte kleur van suiker maskeren. Al deze zuiveringsstappen worden nauwgezet
opgevolgd in het productielabo dat midden in de kristallisatie is gelegen. Het
productielabo neemt op geregelde tijdstippen meerdere keren per dag stalen op
verschillende kritische punten van de productie-installaties. Al deze stalen
worden geanalyseerd en dag per dag bijgehouden. De productieverantwoordelijke
kan zo de productie perfect volgen. Indien nodig, of bij afwijkende cijfers van
het productielabo, kan het proces zo tijdig worden bijgestuurd
Nadat het diksap voldoende gezuiverd is wordt het
verder ingedikt totdat de suiker begint uit te kristalliseren. Met grote
centrifuges worden de suikerkristallen opgevangen volgensde gewenst grootte; Zo ontstaan de
verschillende suikervormen, zoals kristalsuiker, fijne suiker, poedersuiker,
In het grondplan van de Tiense Suikerraffinaderij (zie bijlage) staan de installaties van de kristallisatie, de verpakking en de opslag van de afgewerkte suikers in het blauw omrand.
Om ook vandaag weer de ludieke noot niet te vergeten op deze blog, zingen "De Tiense Straatmuzikanten" nog maar eens één van hun liedjes. Ze gaan de Argentijnse toer op met hun lied "Argèntinsen tango"
In het lied bezingt de zanger hoe hij indertijd zijn huidige vrouw versierde.
De bieten worden gelost is grote silos en vervolgens met grote
waterstralen in de "zwemgoten" geduwd. De bieten worden zo gewassen en zwemmen de
rasperij binnen.In de "zwemgoten" wordt de grond welke nog aan de bieten kleeft verwijderd. Ook de stenen en
anderen ongerechtigheden blijven achter in de "zwemgoten" want zij zouden de raspen kunnen beschadigen.
De bieten worden in de rasperij door een grote rasp gehaald
waardoor er een soort frietjes ontstaan. Deze frietjes gaan in één van de
twee grote horizontale cilinders van ongeveer 45 m lang en 10 m hoog. Zij worden in het jargon de continus genoemd. De continus zijn twee grote
diffusors waar de bietenfrietjes in heet water terecht komen en hun suiker
afgeven aan het warme water. Aan de ene zijde van de continu" komt het suikerwater te
voorschijn en aan de andere kant van de continu de uitgeloogde bietenfrietjes
die nu de naam pulp krijgen. Iedere "continu" kan ongeveer 5.000 tot 6.000 ton bieten per dag verwerken. Dit is ongeveer 14 vrachtwagens bieten van elk 30 ton per uur en dit 24 uur per dag en zeven dagen per week.
De pulp gaat naar de pulpdrogerij om eerst het restwater eruit te persen en daarna verder te drogen. Door de boeren wordt de "pulp" terug opgehaald naar ratio van het aantal geleverde bieten om als diervoeder voor de winter te worden ingekuild.
Het suikersap wordt verder ingedikt in de verdampers tot
de gewenste dikte en krijgt dan de naam diksap. Dit diksap (=65% suiker) zal dan de rest
van het jaar verder verwerkt worden tot allerlei suikerproducten in de kristallisatie afdeling.Tot in de jaren zeventig van vorige eeuw dikte men het suikersap nog verder in tot er ruwe vaste suiker bekomen werd. Omdat dit procedé erg arbeidsintensief en ren ook meer productieruimte opslorpte werd de oude werkwijze om tot ruwe vaste suiker te gaan tijdens de campagne ongeveer dertig jaar geleden verlaten.
Op het grondplan van de Tiense Suikerraffinaderij in bijlage, staan de verschillende onderdelen van de suikerfabriek welke draaien in de bietencampagne rood omrand.
Een klassieke suikerfabriek bestaat uit twee grote delen,
de rasperij en de kristallisatie. In de rasperij worden de bieten in een eerste productiegang verwerkt naar
dik suikersap met ongeveer 65% suiker. In het vakjargon wordt dit suikersap diksap genoemd. Het "diksap" wordt ik grote
citernes gestockeerd voor later verdere verwerking in de kristallisatie afdeling.
In de kristallisatie wordt het diksap verder verwerkt
tot verschillende suikerproducten. Op het grondplan van de Tiense
Suikerraffinaderij (zie bijlage) is de rasperij, rood omrand. Het rood omrande deel van de installaties
draaien enkel tijdens de bietencampagne in de herfst, De krachtcentrale
en de onderhoud en administratieve diensten werken zowel voor de rasperij als
voor de kristallisatie. De ganse fabriek van Tienen is momenteel ongeveer 30 hectare groot (800 m lang en 400 m breed). Vroeger, zowat 40 jaar geleden toen men in de campagne nog tot vaste ruwe suiker ging, was de oppervlakte van de fabriek nog ongeveer één vierde groter. De verschillende onderdelen waren toen met spoorlijnen met elkaar verbonden.
Voor 1980 was de fabriek zelfs nog heel wat groter in oppervlakte dan nu omdat er toen een ander productieproces gevolgd werd. De campagne zette de suiker toen om niet naar "diksap" zoals nu doch produceerde vaste ruwe suiker die dan verder in het jaar verder uitgekristalliseerd werd naar de verschillende suikersoorten, en dit volgens een gans ander productieprocedé Dit proces was enerzijds merkelijk arbeidsintensiever en had anderzijds heel wat meer fabricageruimte en gebouwen nodig dan het huidig productieprocedé dat compacter en met hogere productiehallen werkt Kort na de tweede wereldoorlog werkte de fabriek met 4.000. personeelsleden, vandaag door ver doorgedreven automatisering nog met amper 200 vaste personeelsleden..
Iedere grote suikerfabriek zoals de fabriek van Tienen er ook
eentje is, heeft nog een reeks satelliet fabrieken die enkel een rasperij
hebben en de plaatselijke bieten tot "diksap" verwerken. Deze satelliet fabrieken
kunnen hun geproduceerd diksap tijdelijk opslaan voor later vervoer en verwerking naar de
hoofdfabriek waar wel een kristallisatie afdeling is
In België zijn er naast de fabriek in Tienen nog twee andere grote
suikerfabrieken. Eentje in Wanze (bij Hoei) en een tweede in Brugelette (bij Ath
in de provincie Henegouwen) .Van deze drie suikerfabrieken verwerkt Wanze de
grootste tonnages. Doch Tienen staat hiërarchisch boven de twee andere
suikerfabrieken en is het het hoofd van de Belgische tak van het Duitse
moederbedrijf Südzucker dat Europees gestructureerd is.(zie kaartje van de suikerfabrieken van België in bijlage)
De rasperij van de suikerfabriek start eind september op, en
blijft 24 op 24 continu draaien tot eind december. Dan zijn alle bieten
verwerkt en valt de rasperij terug stil. De periode dat de rasperij draait
wordt de bietencampagne genoemd. De rest van het jaar ligt de rasperij stil er
worden er enkel onderhoudswerkzaamheden verricht.
De
bieten komen gecontingenteerd toe op wat de Plein genoemd wordt (zie grondplan in bijlage). Bij het oprijden
van de Plein worden de camions automatisch gewogen. Vooraleer de bieten mogen
gelost worden, wordt van elke vracht een staal genomen. Dit staal wordt
onmiddellijk geanalyseerd in wat het Receptielabo genoemd wordt en ook op de
Plein gelegen is. Bij deze analyse wordt het suikergehalte en de tarra
(=grond dat nog aan de bieten kleeft) bepaald. Op basis van de gegevens die
ingezameld worden op de Plein wordt de prijs die de fabriek zal betalen voor
de vracht bepaald. Alles is volledig geautomatiseerd en verloopt erg snel.
Per
dag verwerkt de suikerfabriek van Tienen ongeveer 10.000 ton bieten dit zijn iedere dag 350
camions van ongeveer 30 ton. Om de 4 minuten lost één camion zijn bietenvracht. Dit gaat
zo 24 uur per dag verder en dit tussen 70 en 80 dagen kalenderdagen lang. Per bietencampagne verwerkt de
suikerfabriek van Tienen dus ongeveer 750.000 ton bieten tot diksap.Hieruit puurt de fabriek tussen 100.000 tot 130.000 ton pure suiker afhankelijk van hoe suikerrijk de bietencampagne dat jaar was. Dus voor iedere Belg, groot of klein produceert de Tiense Suikerraffinaderij ieder jaar alleen al 10 tot 12 kg pure suiker.
Hierna een link naar een YouTube filmpje hoe de ontvangst van de bieten in de fabriek verloopt.
Om het geheel goed verteerbar te houden gieten de "De Tiense Straatmuzikanten" nog een ludiek sausje over het geheel (zie bijlage). Deze keer hebben ze het over minirokjes in hun liedje "Miniraîske"
Ook de regionale pers schijnt de blog ontdekt te hebben want zij hebben er vandaag een artikel aan gewijd.
Vroeg in hetvoorjaar ploegen de boeren hun gronden en maken ze klaar om te zaaien. Daarna wordt met volautomatische zaaimachines het bietenzaad (=pillenzaad) in rijen en op vaste afstanden
in de rij gezaaid.
De suikerbieten ontkiemen en groeien van een kleine scheut in april tot een diep wortelende suikerbiet in oktober. Door gebruik te maken van de moderne bietenzaden vraat de teelt zelf weinig of geen verdere tussenkomst van de bietenteler tijdens het groeiseizoen.
In het volgende "YouTube" filmpje kunnen jullie zien hoe suikerbieten volledig machinaal worden gezaaid.
Vanaf midden september beginnen de boeren met het rooien
van hun suikerbieten. Het rooien van alle de bietenvelden duurt ongeveer 2 maanden
tot midden november. De boeren maken ieder jaar vooraf afspraken met
de suikerfabriek wanneer en hoeveel ton bieten zij kunnen leveren. In het volgende "YouTube" filmpje zien jullie hoe de suikerbieten volledig machinaal geoogst worden.
Vanaf november liggen er op de velden vele hopen bieten
die op transport en verwerking door de suikerfabriek liggen te wachten. Bij
vorst dienen deze bietenhopen afgedekt te worden, want bevroren bieten maken de
messen van de rasperij snel bot met stilstanden tot gevolg.
Rond Kerstmis zijn alle bieten verwerkt door de suikerfabriek en kan een nieuwe cyclus suikerbieten telen beginnen.
Tot zowat 50 jaar geleden hadden de boeren enkel niet gemodificeerd
meervoudig bietenzaad ter beschikking Zij zaaiden tot dan het bietenzaad zoals
het door de bietenplant zelf geproduceerd werd.
Ongewijzigd bietenzaad heeft de vorm van een veelhoek met
op ieder hoekpunt een kiempunt. In principe kunnen er uit één bietenzaadje
dus tien tot vijftien bietenplanten ontstaan. In de praktijk komen de meeste kiempunten
niet tot ontwikkeling. Doch uit gewoon bietenzaadkomen toch telkens twee tot drie plantjes tot
ontwikkeling .De boer wenst een stevige bietenplant te oogsten. Daarom moest
hij in het voorjaar op een niet geautomatiseerd manier de twee of drie overtollige
plantjes verwijderen om per bietenzaadje dus slechts één stevige bietenplant over te
houden.
Dit was tot de jaren vijftig van vorige eeuw een enorm werk waarvoor
veel seizoenarbeiders nodig waren om de opgroeiendebieten uit te dunnen De boeren noemde de voorjaarsperiode waar de
bieten uitgedund werden de kleine bieten. De periode in de herfst, wanneer de
bieten gerooid werden om naar de suikerfabriek gebracht te worden, noemden de
boeren de grote bieten.
Onder
andere de firma SES NV (zie tweede bijlage),een spin-off van de Tiense Suikerraffinaderij,
heeft in het verleden baanbrekend werk verricht om het bietenzaad te veredelen.
Eerst werd het probleem van het meervoudig bietenzaad aangepakt. In de jaren
zestig ontwikkelden zij de pillenzaad (foto links)Het was een techniek waarbij ieder
bietenzaadje een soort jasje aangemeten kreeg zodat er maar één groeipunt tot ontwikkeling kon komen. Het zeer arbeidsintensief werk van het uitdunnen
van de bieten tijdens het voorjaar werd hiermee van de baan geholpen. De
vermelding de kleine bieten kon van dan af naar de geschiedenisboeken
verwezen worden.
Nadien heeft de firma SES nog verder gewerkt aan de veredeling
van het bietenzaad. Zo werden en allerlei stoffen toegevoegd aan het omhullend
jasje waardoor het bietenzaadje extra voedingstoffen bij het kiemen meekreeg. Ook werden er bepaalde pesticiden en insecticiden toegevoegd aan de coating van het bietenzaad, zodat de plant meer resistent werd aan allerlei
ziekten en infecties.
Momenteel houdt de firma SES, gelegen op het industrieterrein van Tienen (zie eerste bijlage), zich voornamelijk bezig met de
veredeling van andere plantenzaden zoals maïszaden en anderen.
De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
Vandaag verorberen de drie suikerfabrieken van de Tiense Groep jaarlijks zo'n 4 miljard ton bieten, goed voor 600 à 700.000 ton suiker. In totaal telt de bedrijvengroep van de Tiense Suikerraffinaderij over zijn drie vestigingen Wanze, Brugelette en Tienen, 1.800 personeelsleden.
Diversificatie heeft ervoor gezorgd dat de omzet slechts voor 60 procent meer gedraineerd wordt uit suikeractiviteiten. Dat België straks minder suiker zal produceren, wil men in Tienen niet gezegd hebben. De suikerbiet is immers kieskeurig. De plant gedijt het best op akkerbouwgronden in Groot-Britannië, België, Zuid-Nederland, Duitsland en een stukje van Polen. Mogelijk opteert de EU ervoor om zijn suikerproductie in deze banaanvormige klimatologische gordel te vrijwaren. In de noordelijke gebieden wordt de productie immers negatief beïnvloed door koude weersomstandigheden en door korte groeiseizoenen, terwijl in de meer zuidelijke gebieden het weer vaak te heet en te droog is voor de productie van dit soort gewassen.
Südzucker heeft vandaag ruim 99 % van de aandelen van de Groep Tienen in haar bezit. Met 4,7 miljoen ton suiker produceert deze suikergigant 21,5 % van het Europese productiequotum. Südzucker telt intussen meer dan 50 suikerfabrieken in tien Europese landen. Van Frankrijk in het westen tot Moldavië in het oosten. In bijlage zijn twee kaartjes toegevoegd met op het eerste kaartje het marktaandeel dat Südzucker per land heeft en op het tweede kaartje de verschillende suikerfabrieken per land onder controle van Südzucker. In België heeft Südzucker een dominant marktaandeel van 72%
De vestigingen van de Tiense Groep in Tienen, Wanze en Brugelette fabriceren 72 procent van de Belgische suikerproductie. De helft van deze suikerproductie is bestemd voor de binnenlandse markt. Niet de gezinnen, maar wel de industrie verbruikt het merendeel van die suiker. Vooral de chocoladefabrikanten zijn goede klanten in Tienen. De andere helft van de productie is bestemd voor de export, evenveel binnen als buiten de EU. De suiker die over de Europese grenzen gaat, komt vooral terecht in Arabische landen zoals Saoudi-Arabië.
Links het embleem van de Tiense Suikerraffinaderij dat voor iedere Belg wel genoegzaam bekend zal zijn. Het is een witte letter "T" op een blauw veld. De witte kleur van de "T" is de kleur van het suikerklontje dat sneeuwwit moet zijn. De blauwe kleur van de achtergrond verwijst naar de meer dan 100 jarige overheersing van de Liberale partij in Tienen.
Tot op de dag van vandaag heeft de Tiense liberale vakbond en het liberaal ziekenfonds een merkelijk hoger percentage leden dan het landelijke gemiddelde. Ook de VLD staat in Tienen nog steeds erg sterk doch heeft de laatste 40 jaar slechts één maal terug de lakens kunnen uitdelen. Zij heeft het leiderschap moeten afstaan aan de SPa..Dit fenomeen liep parralel met de tanende invloed van de Tiense Suikerraffinaderij op Tienen en op het Tiense stadsbestuur.
De CD&V als kleinste partner zit steeds op de wip en zat de laatste dertig jaar steeds mee in het stadsbestuur.
De foto links is de huidige algemeen directeur van de Tiense Suikerraffinaderij, ir. Dirk Ruytings, een echteTienenaar. Hij is opgegroeid en woont nog steeds in de wijk Sint-Margriet-Houtem, ten noordoosten van het stadscentrum..Ik heb in het begin van mijn professionele carrière, nog nauw met hem samengewerkt in het productielabo van de Tiense Suikerfabriek.
De beste manier om luchtvervuiling te beperken is minder
energie te verbruiken. Zo werd tussen 1991 en 2001 het gemiddelde
energieverbruik per ton suiker verminderd met 15% dankzij een dynamisch milieu-
en energiebeleid. Na een externe audit betreffende het energieverbruik in al
onze suikerfabrieken in 2002,verbond de
Tiense Suikerraffinaderij zich ertoe tegen 2010 de doeltreffendheid van het
energieverbruik te verbeteren en de uitstoot van CO2 te verminderen.
Zo verbond de fabriek van Tienen zich ten opzichte van de
Vlaamse Overheid de uitstoot van CO2 gedurende de komende jaren met meer dan
20% te verminderen. In het zuiden van het land tekende de Tiense
Suikerraffinaderij een sectorovereenkomst met de Waalse Overheid waarbij overeengekomen
werd het energieverbruik met 10% en de uitstoot van CO2 met 13% te verminderen.
Dankzij de belangrijke investeringen zijn deze objectieven van 2002 nu reeds
ver overschreden!
Een andere prioriteit van de Tiense Suikerraffinaderij is
het maximaal verminderen van haar behoefte aan water uit de ondergrondse
reserves, bijvoorbeeld door zoveel mogelijk in gesloten circuits te werken. Om
de vervuiling in het afvalwater te beperken beschikken al onze suikerfabrieken
over gesofistikeerde, biologische zuiveringsinstallaties.
Om haar milieubeleid te concretiseren en haar verbintenissen
na te komen, heeft de Tiense Suikerraffinaderij in al haar fabrieken
milieuadviseurs aangesteld die een grondige en specifieke opleiding genoten hebben.
Een milieucontroleplan, in de vorm van een auditsysteem,werd ingevoerd en wordt voortdurend
bijgestuurd. Het milieubeleid van de Tiense Suikerraffinaderij vraagt momenteel
de ISO 14001 certificatie aan. Buiten de technische inspanningen voert de
directie een actieve communicatie- en sensibiliseringspolitiek, zowel intern
als extern. Respect voor het milieu is inderdaad eenieders verantwoordelijkheid.
De fabricatie van suiker bestaat erin de saccharose te extraheren
die in de suikerbiet aanwezig is. De T.S. spant zich voortdurend in om het
volume van de bijproducten en de afval tijdens dit procédé tot een minimum te
beperken maar ook om ze te recupereren of te recycleren. Zo worden tijdens het
wassen de bieten ontdaan van alle ongewenste stoffen die samen met de biet aan
de fabriek worden toegeleverd(onkruid,
stenen, grond, bladeren).
De kruidvangers verzamelen alle plantaardige restendie tot
veevoeder worden gerecycleerd. Stenen worden opgevangen door de stenenvangers
en aangeboden voor de verharding van veldwegen. Uit het modderwater van de wasinstallaties
worden nog stukjes bladeren, stengels en bieten afgescheiden, gewassen en verkocht
als veevoeder (Beety Food®).
Het modderwater wordt afgevoerd naar een bezinkvijver (foto links). De heldere
bovenloop gaat weer naar de fabriek en wordt opnieuw gebruikt voor het wassen
van de bieten. De grond die in de bezinkvijver achterblijft, droogt op natuurlijke
wijze en is identiek aan de grond van de velden waar hij vandaan komt. Hij kan
dus opnieuw naar de velden of als opvulaarde geherwaardeerd worden. Na de
sapwinning wordt de geperste pulp gebruikt als veevoeder, hetzij direct, hetzij
na drogen en persen als pellets (Beety Food® Energie).
De bescherming van het milieu en het respect voor de
levenskwaliteit van allen, in de eerste plaats van haar onmiddellijke buren
behoren tot prioriteiten van de Tiense Suikerraffinaderij.Een industrieel procédé zoals suikerwinning uit
de suikerbiet beïnvloedt onvermijdelijk zijn natuurlijke omgeving. Daarom voert
de Tiense Suikerraffinaderij een beleid van onafgebroken verbetering met als
doel zoveel mogelijk de risicos van milieuhinder uit te sluiten, het verbruik van
energie en toeleveringsmateriaal te beperken en de levenskwaliteit van de
buurtbewoners te beschermen.
In zijn milieubeleid wil de Tiense Suikerraffinaderij, in de
mate van het mogelijke, verder gaan dan wat wettelijk bepaald is. Zo heeft ze
zich ertoe verbonden de BAT (Best Available Technics - beste beschikbare
technieken) op te zoeken, te ontwikkelen en toe te passen, waarbij de voordelen
en de kosten onderling worden afgewogen. Tussen 2002 en 2006 werd deze politiek
geconcretiseerd door belangrijke industriële investeringen: ca 8.000.000 per
jaar. Deze investeringen hebben als doel de hinder van de oogst, het transport
en de verwerking van de suikerbieten te verminderen en het energieverbruik van
de fabrieken te verbeteren. Hierbij komen nog de kosten verbonden aan het
milieu en het recycleren van afval: zowat 3.000.000 per jaar.
De suikerbietenteelt speelt een belangrijke rol in het milieugebeuren.De suikerbiet is een uitstekende,natuurlijke omzetter van zonne-energie.
Inderdaad, van alle energie die hij via zijn bladeren tijdens de zeven maanden van
zijn groei heeft opgenomen, wordt 50 % teruggewonnen.Bovendien produceert een bietenveld
opmerkelijk meer zuurstof dan een bos: 13 miljoen liter per jaar en per hectare.
Daarbij is de suikerbiet ook een belangrijke verbruiker van CO2: meer dan 30
ton per jaar en per hectare.
De bietenteelt is tevens een sector met een zeer hoog niveau
van techniciteit. De inspanningen van de planters, het agronomisch onderzoek
van de suikerfabrieken en van het Koninklijk Belgisch Instituut voor
Verbetering van de Biet(KBIVB) , gaan
meer en meer de milieudimensie integreren.
Zo bijvoorbeeld de tarrareductie, maar ook de vooruitgang in
het domein van mechanisering, teeltmethodes en selectie van zaaigoed. De
rationele toepassing van meststoffen, grondverbeteringsmiddelen en
fytosanitaire behandelingen is zowel kostenbesparend als milieuvriendelijk. Het
globale resultaat: het gebruik van stikstofhoudende meststoffen ligt 30 tot 50%
lager, fytosanitaire behandelingen worden slechts toegepast als ze nuttig zijn
en de toepassing van insecticiden is 1.000-maal minder!De goed gestructureerde organisatie van het
KBIVB zorgt voor de verspreiding van de resultaten van dit opzoekingswerk: conferenties,
publicatie van praktische gidsen,artikelen
in de landbouwpers, opzetten van een netwerk voor observatie en advies. Het is
wellicht om al deze redenen dat het KBIVB (foto links) op 13 december 1996 officieel de
Prijs van het Ministerie van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen
heeft ontvangen. Deze prijs bekroont de initiatieven binnen een productiesector
die beantwoorden aan de objectieven van de overheid: de leefbaarheid van de
landbouw promoten en daarbij beantwoorden aan de wensen van de burger in verband
met het milieu.
11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
In mei 87 wordt de Tiense Suikerraffinaderij geïntroduceerd op
de beurs van Brussel. 25% van de aandelen worden hierdoor onder het publiek
verspreid. De meerderheid,hetzij 75%
blijft in handen van de familiale Groep. In de loop van het jaar 1989 neemt
deze laatste de beslissing de suikeractiviteiten van de T.S. van de hand te
doen om voldoende middelen vrij te maken voor een belangrijke expansie in de voedingssector
op wereldvlak.Eind 1989 wordt dus een
overeenkomst afgesloten tussen de T.S. Holding en de Südzucker AG waarbij de
eerste aan de laatste al zijn aandelen in de suikeractiviteiten van de T.S.
verkoopt. De T.S. Holding behoudt alle diversificatiefilialen en Südzucker
verbindt zich ertoe een OAB te doen voor de aandelen die nog onder het publiek
verspreid zijn. Dit gebeurt in maart 1990. De bestuurders van de Duitse Groep geven
de wens te kennen dat de T.S. zich verder onafhankelijk zou blijven ontwikkelen,
zonder wijziging van directie of kaderleden.
Met een productie van 4,6 miljoen ton suiker en een geconsolideerde
omzet van 5,8 miljard in 2006/07 is de Groep Südzucker, die in 2001 via de
Tiense ook Saint-Louis Sucre, tweede producent in Frankrijk, opkocht, de
belangrijkste suikergroep van de EU. De Groep Südzucker heeft een
leiderspositie op de Europese markt (21,5% van het Europees productiequotum) en produceert in 50 suikerfabrieken in 10 Europese landen. Van Frankrijk in het westen en Moldavië in het oosten.
10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
In dit nieuwe klimaat ontwikkelt de Tiense
Suikerraffinaderij zich gestadig tot het eind van de jaren zeventig. Met als objectief
een van meest productieve suiker producerende groepen van de EU te worden,
werkt ze op dat ogenblik een groots project van vernieuwing uit. Met de medewerking
van een wereldbekende consultant wordt een nauwkeurige en volledige analyse
opgemaakt. De handicaps van de groep worden zonder enige toegevendheid
omschreven:complexiteit van het
productienet, onvoldoende productiviteit,te uitgebreid productengamma, verouderd materieel, zware
energie-uitgaven...
Er moest dus zonder dralen een structuurhervorming doorgevoerd
en investeringen gedaan worden. Deze structuurwijzingen treffen het geheel van
de groep en omvatten eveneens de afschaffing van werkgelegenheden op alle
niveaus. Daarom wordt meteen een plan van vroegtijdig pensioen bestudeerd en in
1981 toegepast.
Ook het beheersysteem moet volledig herzien worden. Men
geeft de te ver doorgedreven centralisatie op, ten gunste van de autonomie van
de verschillende eenheden, en men stelt een multidisciplinair management in
waarvan de kern het Uitvoerend Comité is. De commerciële diensten worden in
autonome cellen gegroepeerd volgens de markten die bediend worden, de producten
die verkocht worden en de behoeften van de eindverbruiker.
In 1984 wordt nog een
aanvullende stap gezet om de producten van de Tiense Suikerraffinaderij
volledig af te stemmen op de behoeften van de verbruiker van het jaar 2000. Dat
is de opdracht van de nieuwe New Business Development cel die op de oude
dienst voor Opzoekingen en Ontwikkeling geënt wordt.