Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
06-12-2010
Research & development
Zoals ieder innoverend en dynamisch bedrijf is de Tiense Suikerraffinaderij
(T.S.) voortdurend op zoek naar
expansiemogelijkheden. Het beheer van de innovatie is een van de steunfuncties
binnen de T.S. Groep. De opdracht van deze afdeling is een innovatiecultuur op
lange termijn te verwezenlijken en de ontwikkeling te bevorderen van nieuwe
ideeën om beter de behoeften van de markt te anticiperen.
Naast haar interne onderzoeksactiviteiten, werkt de T.S. samen
met talrijke binnen- en buitenlandse universiteiten en researchinstituten,
onder meer in het kader van Europese onderzoeksprogrammas. In totaal besteedt
de Tiense Suikerraffinaderij per jaar ongeveer 8 miljoen EUR aan onderzoek en
ontwikkeling.
De T.S. ontwikkelde eveneens nieuwe voedingsingrediënten uit
de cichorei wortel. Inuline en oligofructose leveren een unieke combinatie van
technologische eigenschappen (smaak en textuur verbetering) en nutritionele
voordelen (zoals stimulering van de goede darmflora, verbeterde calcium opname
en regulatie van de darmtransit).
De afdeling Onderzoek & Ontwikkeling
Deze afdeling ontwikkelde specifieke koolhydraten, onttrokken
uit de cichorei wortel. Dankzij hun nutritionele voordelen was de T.S. in staat
de nieuwe behoeften van de consument inzake voeding en gezondheid te
anticiperen.
Een volledig nieuw productieproces werd op labo en piloot schaal
uitgewerkt en vervolgens toegepast op industriële schaal. Ook de technologische
kenmerken en potentiële toepassingen van deze nieuwe ingrediënten werden
nauwgezet bestudeerd om er de unieke voordelen van te bepalen.
Nog steeds blijft het onderzoek naar de nutritionele eigenschappen
van inuline en aanverwante producten een belangrijke pijler. Talrijke onderzoeken
over hun voordelen op gebied van humane en ook dier voeding zijn lopende in
samenwerking met befaamde internationaal erkende teams. Er werd ook geïnnoveerd
in de ontwikkeling van gemodificeerde inulines voor gebruik buiten de
voedingssector, o.a. in cosmetica en de chemische industrie.
Innoverende suikerspecialiteiten
TiLight® (foto links) was het eerste caloriearme suikerklontje ter
wereld. Wit of bruin (op basis van rietsuiker) en met hetzelfde zoetende vermogen
als het traditionele klontje maar met viermaal minder calorieën. TiLight®
bestaat ook in poedervorm.
Daarnaast heeft de T.S. TiFlora® en TiCalcium® op de markt
gelanceerd. TiFlora® biedt de unieke combinatie van bietsuiker en actieve
voedingsvezels die uit de cichorei wortel zijn onttrokken (inuline) en niet
alleen de goede darmflora herstellen maar ook de transit doorheen het
spijsverteringsstelsel verbeteren. TiCalcium®, op basis van suiker, inuline en
calcium onderhoudt het beendergestel.
De T.S. en Douwe Egberts ontwikkelden samen Momenti. Deze
suikerklontjes verrijkt met heerlijke aromas bestaan in vier verschillende smaken
(chocolade, amaretto, irish cream en praliné). Smaken die perfect passen bij
koffie. Meer recent werd TiChef op de markt gebracht. TiChef is suiker met
aroma (citroen of vanille) ) en geeft aan pannenkoeken, gebak en desserten een
verrassend lekkere smaak.
De testfabriek
Binnen de suikerfabriek van Tienen is er ook aparte kleinere installatie, die de testfabriek (zie bijlage) genoemd wordt. Daar worden nieuwe productieprocedés uitgetest op semi-industriële schaal. Nadat een nieuw meestal deelprocedé op punt is gesteld op laboratoriumschaal wordt het procedé opgeschaald in deze testfabriek omdat bij opschaling soms nog onverwachte problemen kunnen opduiken. Als ook de resultaten van de testfabriek bevredigend verlopen kan begonnen worden het verder opschalen naar industrieel niveau. Meestal doet men dan een investering in één van de fabrieken en als ook dit goede resultaten geeft wordt het nieuwe procedé in de overige fabrieken van de groep overgenomen.
Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - suiker is een halffabricaat
De Tiense suikerraffinaderij heeft een verpakkingsafdeling ,
waar tal van suikersoorten die allemaal in de winkelrekken te vinden zijn,
geproduceerd worden. Dit is echter minder dan 10% van haar productie. Jaar per
jaar verminderd zelfs de verkoop van pure suikeraan de verbruiker.
Desondanks neemt het suikerverbruik in België nog steeds
toe. Wij verorberen met zijn allen ieder jaar meer suiker zonder dat wij het
goed beseffen. Drinken we een glas cola dan hebben we een equivalent van 7
suikerklontjes onbewust naar binnen gewerkt. Suiker zit in enorm veel
voedingsmiddelenverwerkt, zoals in
koekjes en tal van andere zoetigheden.
Hierdoor produceert de Tiense Suikergroep voor meer dan 90%
een halffabricaat dat nog verder dient verwerkt te worden door andere
industrieën.Hierdoor komt de prijs die
de fabriek krijgt voor haar half afgewerkt eindproduct onder druk te staan.De Tiense suikerfabriek heeft in het verleden
talloze pogingen ondernomen om een hoogwaardiger eindproduct te produceren
zoals de Tilight producten en de
vezelrijke suikers welke men een caloriearm of darmtransit bevorderendaureool trachtte toe te dichten, doch meestal zonder het
gewenste succes. Suiker is decalorie
leverancier bij uitstek en is moeilijk te verzoenen met een caloriearme
voeding.
Ook de recente pogingen op hightech landbouw en voeding
gerelateerde nieuwe industrieën aan te trekken in het kielzog van de Tiense
Suikerraffinaderij is tot op heden eerder dode letter gebleven.
Sterktes en zwaktes van de suikernijverheid - A, B en C suiker
De boeren mogen gecontingenteerd een vast en vooraf afgesproken aantal hectare suikerbieten per jaar telen die door de Europese Unie gesubsidieerd zullen worden. De opbrengst in ton
suikerbietenper hectare en per jaar is eveneens vastgelegd in regels.
Voor de suikeropbrengst van deze oppervlakte krijgen de
bietentelers bovenop de wereldprijs een vaste subsidie per ton bieten. De
gesubsidieerdebietenprijs per ton wordt
de A-suikerprijs of gewoon de suikerprijs genoemd.
Omdat de opbrengst in ton en per hectare van jaar tot jaar
kan verschillen kan de boer er in slagen op zijn vast gecontingenteerd areaal
bietengrondentoch meer ton bieten
teelten dan het vast gesubsidieerde aantalton. Voor deze meer productie krijgt de boer ook een lagere subsidie per
ton. De suiker geproduceerd op deze wijze wordt de B-suiker genoemd.
De boer kan indien hij dit wenst ongelimiteerd suikerbieten
planten. Doch de prijs die hij hiervoor zal ontvangen van de suikerfabriek is
de wereldprijs. De prijs die de boer kan krijgen op de wereldmarkt wordt de C-suikerprijs genoemd.De productie van C-suiker is niet rendabel
en gebeurd dus in de praktijk quasi nooit.
In essentie is de niet gesubsidieerde suikerteelt dus niet
rendabelen kan dus enkel bestaan door
de landbouwsubsidies. Dit is natuurlijk één van de achilleshielen van de Belgische
maar ook van de Europese suikerindustrie. De suikerbieten teelt ( A en B suiker) geldt
als één van de rendabelste landbouwteelten, doch is in essentie is deze teelt aan wereldprijzen (C suiker) totaal niet
rendabel.
Sterktes en zwaktes van de bietsuikernijverheid - onstaan uit noodzaak
De suikerindustrie is in het begin van de 19de
eeuw in onze streken ontstaan uit noodzaak.De Engelsen, als heersers over de zeven wereldzeeën, hadden alle havens
op het Europese vasteland geblokkeerd om de aanvoer van grondstoffen naar het
Frankrijk van Napoleon te blokkeren.
Door deze blokkade kon geen rietsuiker meer ingevoerd worden
en zocht men op het Europese vasteland naar alternatieven. Zo kwam de
suikerbiet en de vruchtbare gronden van Haspengouw in beeld en groeide de
suikerindustrie in het Tiense als kool. Ook de afschaffing van de slavernij waardoor rietsuikerproductie een heel stuk duurder werd zorgde dat de suiker uit bieten een hoge vlucht nam in het oude continent.
Door de intussen geautomatiseerde rietsuikerteelt, met in sommige streken tot drie oogsten
per jaar, is rietsuikerteelt in essentie veel rendabeler als de bietsuikerindustrie die het moet stellen
met slechts één oogst per jaar. Op de wereldmarkt kan de suiker gewonnen uit
bieten momenteel niet concurreren met de suiker gewonnen uit suikerriet. Het gevolg was dat de
Europese Unie al kort naar haar oprichting de bietsuiker heeft gesubsidieerd om
de eigen suikerproductie te beschermen tegen de veel goedkopere rietsuiker. Zo is de A, de B en de C suikerprijs ontstaan.
De electrische krachtcentrale van de suikerfabriek
De suikerfabriek is een enorme slokop van energie. In de
bietencampagne verbruikt de fabriek meer elektriciteit dan de ganse stad Tienen
te samen. Deze enorme hoeveelheid elektriciteit kan het normale elektriciteitsnet
niet aanleveren. Omdat er ook grote fluctuaties op het elektriciteitsverbruik
van de fabriek zitten zou dit het normale elektriciteitsnet en van de stad al
te zeer verstoren.
Vandaar dat de suikerfabriek altijd al een eigen elektrische
centrale heeft gehad. Hierdoor werkt de fabriek totaal onafhankelijk van het elektriciteitsnet
en heeft de werking van de fabriek totaal geen invloed op de toevoer van elektriciteit
aan de stad.
De drie hoge schouwen die reeds van ver in het landschap
zichtbaar zijn staan midden in de elektrische centrale en vormen het hart van
de fabriek.
Het elektriciteitsverbruik enerzijds en de energieprijzen
anderzijds worden door de fabriek dag na dag nauwgezet opgevolgd. Volgens de
evolutie van de energieprijzen kan de elektrische centrale van de suikerfabriek
erg gemakkelijk overschakelen van energiebron.
De elektrische turbine van de centrale kan aangedreven
worden door zowel steenkool, gas als door mazout en dit afhankelijk van de
evolutie van de energieprijzen. Op een paar uur tijd kunnen de technici de centrale
omschakelen op een andere voedingsbron.
Op het einde van het proces is er ook nog heel wat
koeling nodig. Vroeger zorgde daar de SEM-toren voor. Doch deze koeltechniek
werd verlaten en vervangen door een andere modernere technieken. De SEM-toren
stond er de laatste jaren werkloos bij en werd zelfs wat bouwvallig. Een paar
jaar geleden is onze SEM-toren afgebroken waardoor de "skyline" van de stad wel
wat werd aangetast.
In bijlage kunnen jullie een luchtfoto vinden van een deel van de suikerfabriek met de aanduiding van de hierboven besproken elementen.
De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
De kristallisatie vertrekt van het diksap dat naast
suiker en water nog heel wat onzuiverheden bevat. Deze onzuiverheden worden er
in verschillende productiestappen geleidelijk aan uitgehaald. De onzuiverheden worden
in verschillende stappen gebonden aan toegevoegde actieve kalk. In het jargon
spreekt men van de eerste carbo, de tweede carbo en derde carbo. De
bedoeling is witte suiker te bekomen, want het zijn de onzuiverheden die de
witte kleur van suiker maskeren. Al deze zuiveringsstappen worden nauwgezet
opgevolgd in het productielabo dat midden in de kristallisatie is gelegen. Het
productielabo neemt op geregelde tijdstippen meerdere keren per dag stalen op
verschillende kritische punten van de productie-installaties. Al deze stalen
worden geanalyseerd en dag per dag bijgehouden. De productieverantwoordelijke
kan zo de productie perfect volgen. Indien nodig, of bij afwijkende cijfers van
het productielabo, kan het proces zo tijdig worden bijgestuurd
Nadat het diksap voldoende gezuiverd is wordt het
verder ingedikt totdat de suiker begint uit te kristalliseren. Met grote
centrifuges worden de suikerkristallen opgevangen volgensde gewenst grootte; Zo ontstaan de
verschillende suikervormen, zoals kristalsuiker, fijne suiker, poedersuiker,
In het grondplan van de Tiense Suikerraffinaderij (zie bijlage) staan de installaties van de kristallisatie, de verpakking en de opslag van de afgewerkte suikers in het blauw omrand.
Een klassieke suikerfabriek bestaat uit twee grote delen,
de rasperij en de kristallisatie. In de rasperij worden de bieten in een eerste productiegang verwerkt naar
dik suikersap met ongeveer 65% suiker. In het vakjargon wordt dit suikersap diksap genoemd. Het "diksap" wordt ik grote
citernes gestockeerd voor later verdere verwerking in de kristallisatie afdeling.
In de kristallisatie wordt het diksap verder verwerkt
tot verschillende suikerproducten. Op het grondplan van de Tiense
Suikerraffinaderij (zie bijlage) is de rasperij, rood omrand. Het rood omrande deel van de installaties
draaien enkel tijdens de bietencampagne in de herfst, De krachtcentrale
en de onderhoud en administratieve diensten werken zowel voor de rasperij als
voor de kristallisatie. De ganse fabriek van Tienen is momenteel ongeveer 30 hectare groot (800 m lang en 400 m breed). Vroeger, zowat 40 jaar geleden toen men in de campagne nog tot vaste ruwe suiker ging, was de oppervlakte van de fabriek nog ongeveer één vierde groter. De verschillende onderdelen waren toen met spoorlijnen met elkaar verbonden.
Voor 1980 was de fabriek zelfs nog heel wat groter in oppervlakte dan nu omdat er toen een ander productieproces gevolgd werd. De campagne zette de suiker toen om niet naar "diksap" zoals nu doch produceerde vaste ruwe suiker die dan verder in het jaar verder uitgekristalliseerd werd naar de verschillende suikersoorten, en dit volgens een gans ander productieprocedé Dit proces was enerzijds merkelijk arbeidsintensiever en had anderzijds heel wat meer fabricageruimte en gebouwen nodig dan het huidig productieprocedé dat compacter en met hogere productiehallen werkt Kort na de tweede wereldoorlog werkte de fabriek met 4.000. personeelsleden, vandaag door ver doorgedreven automatisering nog met amper 200 vaste personeelsleden..
Iedere grote suikerfabriek zoals de fabriek van Tienen er ook
eentje is, heeft nog een reeks satelliet fabrieken die enkel een rasperij
hebben en de plaatselijke bieten tot "diksap" verwerken. Deze satelliet fabrieken
kunnen hun geproduceerd diksap tijdelijk opslaan voor later vervoer en verwerking naar de
hoofdfabriek waar wel een kristallisatie afdeling is
In België zijn er naast de fabriek in Tienen nog twee andere grote
suikerfabrieken. Eentje in Wanze (bij Hoei) en een tweede in Brugelette (bij Ath
in de provincie Henegouwen) .Van deze drie suikerfabrieken verwerkt Wanze de
grootste tonnages. Doch Tienen staat hiërarchisch boven de twee andere
suikerfabrieken en is het het hoofd van de Belgische tak van het Duitse
moederbedrijf Südzucker dat Europees gestructureerd is.(zie kaartje van de suikerfabrieken van België in bijlage)
De rasperij van de suikerfabriek start eind september op, en
blijft 24 op 24 continu draaien tot eind december. Dan zijn alle bieten
verwerkt en valt de rasperij terug stil. De periode dat de rasperij draait
wordt de bietencampagne genoemd. De rest van het jaar ligt de rasperij stil er
worden er enkel onderhoudswerkzaamheden verricht.
De
bieten komen gecontingenteerd toe op wat de Plein genoemd wordt (zie grondplan in bijlage). Bij het oprijden
van de Plein worden de camions automatisch gewogen. Vooraleer de bieten mogen
gelost worden, wordt van elke vracht een staal genomen. Dit staal wordt
onmiddellijk geanalyseerd in wat het Receptielabo genoemd wordt en ook op de
Plein gelegen is. Bij deze analyse wordt het suikergehalte en de tarra
(=grond dat nog aan de bieten kleeft) bepaald. Op basis van de gegevens die
ingezameld worden op de Plein wordt de prijs die de fabriek zal betalen voor
de vracht bepaald. Alles is volledig geautomatiseerd en verloopt erg snel.
Per
dag verwerkt de suikerfabriek van Tienen ongeveer 10.000 ton bieten dit zijn iedere dag 350
camions van ongeveer 30 ton. Om de 4 minuten lost één camion zijn bietenvracht. Dit gaat
zo 24 uur per dag verder en dit tussen 70 en 80 dagen kalenderdagen lang. Per bietencampagne verwerkt de
suikerfabriek van Tienen dus ongeveer 750.000 ton bieten tot diksap.Hieruit puurt de fabriek tussen 100.000 tot 130.000 ton pure suiker afhankelijk van hoe suikerrijk de bietencampagne dat jaar was. Dus voor iedere Belg, groot of klein produceert de Tiense Suikerraffinaderij ieder jaar alleen al 10 tot 12 kg pure suiker.
Hierna een link naar een YouTube filmpje hoe de ontvangst van de bieten in de fabriek verloopt.
De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
Vandaag verorberen de drie suikerfabrieken van de Tiense Groep jaarlijks zo'n 4 miljard ton bieten, goed voor 600 à 700.000 ton suiker. In totaal telt de bedrijvengroep van de Tiense Suikerraffinaderij over zijn drie vestigingen Wanze, Brugelette en Tienen, 1.800 personeelsleden.
Diversificatie heeft ervoor gezorgd dat de omzet slechts voor 60 procent meer gedraineerd wordt uit suikeractiviteiten. Dat België straks minder suiker zal produceren, wil men in Tienen niet gezegd hebben. De suikerbiet is immers kieskeurig. De plant gedijt het best op akkerbouwgronden in Groot-Britannië, België, Zuid-Nederland, Duitsland en een stukje van Polen. Mogelijk opteert de EU ervoor om zijn suikerproductie in deze banaanvormige klimatologische gordel te vrijwaren. In de noordelijke gebieden wordt de productie immers negatief beïnvloed door koude weersomstandigheden en door korte groeiseizoenen, terwijl in de meer zuidelijke gebieden het weer vaak te heet en te droog is voor de productie van dit soort gewassen.
Südzucker heeft vandaag ruim 99 % van de aandelen van de Groep Tienen in haar bezit. Met 4,7 miljoen ton suiker produceert deze suikergigant 21,5 % van het Europese productiequotum. Südzucker telt intussen meer dan 50 suikerfabrieken in tien Europese landen. Van Frankrijk in het westen tot Moldavië in het oosten. In bijlage zijn twee kaartjes toegevoegd met op het eerste kaartje het marktaandeel dat Südzucker per land heeft en op het tweede kaartje de verschillende suikerfabrieken per land onder controle van Südzucker. In België heeft Südzucker een dominant marktaandeel van 72%
De vestigingen van de Tiense Groep in Tienen, Wanze en Brugelette fabriceren 72 procent van de Belgische suikerproductie. De helft van deze suikerproductie is bestemd voor de binnenlandse markt. Niet de gezinnen, maar wel de industrie verbruikt het merendeel van die suiker. Vooral de chocoladefabrikanten zijn goede klanten in Tienen. De andere helft van de productie is bestemd voor de export, evenveel binnen als buiten de EU. De suiker die over de Europese grenzen gaat, komt vooral terecht in Arabische landen zoals Saoudi-Arabië.
Links het embleem van de Tiense Suikerraffinaderij dat voor iedere Belg wel genoegzaam bekend zal zijn. Het is een witte letter "T" op een blauw veld. De witte kleur van de "T" is de kleur van het suikerklontje dat sneeuwwit moet zijn. De blauwe kleur van de achtergrond verwijst naar de meer dan 100 jarige overheersing van de Liberale partij in Tienen.
Tot op de dag van vandaag heeft de Tiense liberale vakbond en het liberaal ziekenfonds een merkelijk hoger percentage leden dan het landelijke gemiddelde. Ook de VLD staat in Tienen nog steeds erg sterk doch heeft de laatste 40 jaar slechts één maal terug de lakens kunnen uitdelen. Zij heeft het leiderschap moeten afstaan aan de SPa..Dit fenomeen liep parralel met de tanende invloed van de Tiense Suikerraffinaderij op Tienen en op het Tiense stadsbestuur.
De CD&V als kleinste partner zit steeds op de wip en zat de laatste dertig jaar steeds mee in het stadsbestuur.
De foto links is de huidige algemeen directeur van de Tiense Suikerraffinaderij, ir. Dirk Ruytings, een echteTienenaar. Hij is opgegroeid en woont nog steeds in de wijk Sint-Margriet-Houtem, ten noordoosten van het stadscentrum..Ik heb in het begin van mijn professionele carrière, nog nauw met hem samengewerkt in het productielabo van de Tiense Suikerfabriek.
De beste manier om luchtvervuiling te beperken is minder
energie te verbruiken. Zo werd tussen 1991 en 2001 het gemiddelde
energieverbruik per ton suiker verminderd met 15% dankzij een dynamisch milieu-
en energiebeleid. Na een externe audit betreffende het energieverbruik in al
onze suikerfabrieken in 2002,verbond de
Tiense Suikerraffinaderij zich ertoe tegen 2010 de doeltreffendheid van het
energieverbruik te verbeteren en de uitstoot van CO2 te verminderen.
Zo verbond de fabriek van Tienen zich ten opzichte van de
Vlaamse Overheid de uitstoot van CO2 gedurende de komende jaren met meer dan
20% te verminderen. In het zuiden van het land tekende de Tiense
Suikerraffinaderij een sectorovereenkomst met de Waalse Overheid waarbij overeengekomen
werd het energieverbruik met 10% en de uitstoot van CO2 met 13% te verminderen.
Dankzij de belangrijke investeringen zijn deze objectieven van 2002 nu reeds
ver overschreden!
Een andere prioriteit van de Tiense Suikerraffinaderij is
het maximaal verminderen van haar behoefte aan water uit de ondergrondse
reserves, bijvoorbeeld door zoveel mogelijk in gesloten circuits te werken. Om
de vervuiling in het afvalwater te beperken beschikken al onze suikerfabrieken
over gesofistikeerde, biologische zuiveringsinstallaties.
Om haar milieubeleid te concretiseren en haar verbintenissen
na te komen, heeft de Tiense Suikerraffinaderij in al haar fabrieken
milieuadviseurs aangesteld die een grondige en specifieke opleiding genoten hebben.
Een milieucontroleplan, in de vorm van een auditsysteem,werd ingevoerd en wordt voortdurend
bijgestuurd. Het milieubeleid van de Tiense Suikerraffinaderij vraagt momenteel
de ISO 14001 certificatie aan. Buiten de technische inspanningen voert de
directie een actieve communicatie- en sensibiliseringspolitiek, zowel intern
als extern. Respect voor het milieu is inderdaad eenieders verantwoordelijkheid.
De fabricatie van suiker bestaat erin de saccharose te extraheren
die in de suikerbiet aanwezig is. De T.S. spant zich voortdurend in om het
volume van de bijproducten en de afval tijdens dit procédé tot een minimum te
beperken maar ook om ze te recupereren of te recycleren. Zo worden tijdens het
wassen de bieten ontdaan van alle ongewenste stoffen die samen met de biet aan
de fabriek worden toegeleverd(onkruid,
stenen, grond, bladeren).
De kruidvangers verzamelen alle plantaardige restendie tot
veevoeder worden gerecycleerd. Stenen worden opgevangen door de stenenvangers
en aangeboden voor de verharding van veldwegen. Uit het modderwater van de wasinstallaties
worden nog stukjes bladeren, stengels en bieten afgescheiden, gewassen en verkocht
als veevoeder (Beety Food®).
Het modderwater wordt afgevoerd naar een bezinkvijver (foto links). De heldere
bovenloop gaat weer naar de fabriek en wordt opnieuw gebruikt voor het wassen
van de bieten. De grond die in de bezinkvijver achterblijft, droogt op natuurlijke
wijze en is identiek aan de grond van de velden waar hij vandaan komt. Hij kan
dus opnieuw naar de velden of als opvulaarde geherwaardeerd worden. Na de
sapwinning wordt de geperste pulp gebruikt als veevoeder, hetzij direct, hetzij
na drogen en persen als pellets (Beety Food® Energie).
De bescherming van het milieu en het respect voor de
levenskwaliteit van allen, in de eerste plaats van haar onmiddellijke buren
behoren tot prioriteiten van de Tiense Suikerraffinaderij.Een industrieel procédé zoals suikerwinning uit
de suikerbiet beïnvloedt onvermijdelijk zijn natuurlijke omgeving. Daarom voert
de Tiense Suikerraffinaderij een beleid van onafgebroken verbetering met als
doel zoveel mogelijk de risicos van milieuhinder uit te sluiten, het verbruik van
energie en toeleveringsmateriaal te beperken en de levenskwaliteit van de
buurtbewoners te beschermen.
In zijn milieubeleid wil de Tiense Suikerraffinaderij, in de
mate van het mogelijke, verder gaan dan wat wettelijk bepaald is. Zo heeft ze
zich ertoe verbonden de BAT (Best Available Technics - beste beschikbare
technieken) op te zoeken, te ontwikkelen en toe te passen, waarbij de voordelen
en de kosten onderling worden afgewogen. Tussen 2002 en 2006 werd deze politiek
geconcretiseerd door belangrijke industriële investeringen: ca 8.000.000 per
jaar. Deze investeringen hebben als doel de hinder van de oogst, het transport
en de verwerking van de suikerbieten te verminderen en het energieverbruik van
de fabrieken te verbeteren. Hierbij komen nog de kosten verbonden aan het
milieu en het recycleren van afval: zowat 3.000.000 per jaar.
De suikerbietenteelt speelt een belangrijke rol in het milieugebeuren.De suikerbiet is een uitstekende,natuurlijke omzetter van zonne-energie.
Inderdaad, van alle energie die hij via zijn bladeren tijdens de zeven maanden van
zijn groei heeft opgenomen, wordt 50 % teruggewonnen.Bovendien produceert een bietenveld
opmerkelijk meer zuurstof dan een bos: 13 miljoen liter per jaar en per hectare.
Daarbij is de suikerbiet ook een belangrijke verbruiker van CO2: meer dan 30
ton per jaar en per hectare.
De bietenteelt is tevens een sector met een zeer hoog niveau
van techniciteit. De inspanningen van de planters, het agronomisch onderzoek
van de suikerfabrieken en van het Koninklijk Belgisch Instituut voor
Verbetering van de Biet(KBIVB) , gaan
meer en meer de milieudimensie integreren.
Zo bijvoorbeeld de tarrareductie, maar ook de vooruitgang in
het domein van mechanisering, teeltmethodes en selectie van zaaigoed. De
rationele toepassing van meststoffen, grondverbeteringsmiddelen en
fytosanitaire behandelingen is zowel kostenbesparend als milieuvriendelijk. Het
globale resultaat: het gebruik van stikstofhoudende meststoffen ligt 30 tot 50%
lager, fytosanitaire behandelingen worden slechts toegepast als ze nuttig zijn
en de toepassing van insecticiden is 1.000-maal minder!De goed gestructureerde organisatie van het
KBIVB zorgt voor de verspreiding van de resultaten van dit opzoekingswerk: conferenties,
publicatie van praktische gidsen,artikelen
in de landbouwpers, opzetten van een netwerk voor observatie en advies. Het is
wellicht om al deze redenen dat het KBIVB (foto links) op 13 december 1996 officieel de
Prijs van het Ministerie van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen
heeft ontvangen. Deze prijs bekroont de initiatieven binnen een productiesector
die beantwoorden aan de objectieven van de overheid: de leefbaarheid van de
landbouw promoten en daarbij beantwoorden aan de wensen van de burger in verband
met het milieu.
11. Tiense Suikerraffinaderij - De wijzigingen van de jaren 87/92
In mei 87 wordt de Tiense Suikerraffinaderij geïntroduceerd op
de beurs van Brussel. 25% van de aandelen worden hierdoor onder het publiek
verspreid. De meerderheid,hetzij 75%
blijft in handen van de familiale Groep. In de loop van het jaar 1989 neemt
deze laatste de beslissing de suikeractiviteiten van de T.S. van de hand te
doen om voldoende middelen vrij te maken voor een belangrijke expansie in de voedingssector
op wereldvlak.Eind 1989 wordt dus een
overeenkomst afgesloten tussen de T.S. Holding en de Südzucker AG waarbij de
eerste aan de laatste al zijn aandelen in de suikeractiviteiten van de T.S.
verkoopt. De T.S. Holding behoudt alle diversificatiefilialen en Südzucker
verbindt zich ertoe een OAB te doen voor de aandelen die nog onder het publiek
verspreid zijn. Dit gebeurt in maart 1990. De bestuurders van de Duitse Groep geven
de wens te kennen dat de T.S. zich verder onafhankelijk zou blijven ontwikkelen,
zonder wijziging van directie of kaderleden.
Met een productie van 4,6 miljoen ton suiker en een geconsolideerde
omzet van 5,8 miljard in 2006/07 is de Groep Südzucker, die in 2001 via de
Tiense ook Saint-Louis Sucre, tweede producent in Frankrijk, opkocht, de
belangrijkste suikergroep van de EU. De Groep Südzucker heeft een
leiderspositie op de Europese markt (21,5% van het Europees productiequotum) en produceert in 50 suikerfabrieken in 10 Europese landen. Van Frankrijk in het westen en Moldavië in het oosten.
10. Tiense Suikerraffinaderij - Een tienjarenplan voor technische en sociale vooruitgang
In dit nieuwe klimaat ontwikkelt de Tiense
Suikerraffinaderij zich gestadig tot het eind van de jaren zeventig. Met als objectief
een van meest productieve suiker producerende groepen van de EU te worden,
werkt ze op dat ogenblik een groots project van vernieuwing uit. Met de medewerking
van een wereldbekende consultant wordt een nauwkeurige en volledige analyse
opgemaakt. De handicaps van de groep worden zonder enige toegevendheid
omschreven:complexiteit van het
productienet, onvoldoende productiviteit,te uitgebreid productengamma, verouderd materieel, zware
energie-uitgaven...
Er moest dus zonder dralen een structuurhervorming doorgevoerd
en investeringen gedaan worden. Deze structuurwijzingen treffen het geheel van
de groep en omvatten eveneens de afschaffing van werkgelegenheden op alle
niveaus. Daarom wordt meteen een plan van vroegtijdig pensioen bestudeerd en in
1981 toegepast.
Ook het beheersysteem moet volledig herzien worden. Men
geeft de te ver doorgedreven centralisatie op, ten gunste van de autonomie van
de verschillende eenheden, en men stelt een multidisciplinair management in
waarvan de kern het Uitvoerend Comité is. De commerciële diensten worden in
autonome cellen gegroepeerd volgens de markten die bediend worden, de producten
die verkocht worden en de behoeften van de eindverbruiker.
In 1984 wordt nog een
aanvullende stap gezet om de producten van de Tiense Suikerraffinaderij
volledig af te stemmen op de behoeften van de verbruiker van het jaar 2000. Dat
is de opdracht van de nieuwe New Business Development cel die op de oude
dienst voor Opzoekingen en Ontwikkeling geënt wordt.
9. Tiense Suikerraffinaderij - Het verdrag van Rome
Het Verdrag van Rome, waarmee de Europese Economische Gemeenschap
het daglicht ziet, wordt ondertekend op 25 maart 1957. Maar het is pas het
volgende jaar, tijdens de conferentie van Stresa, dat de basisprincipes van de Gemeenschappelijke
Landbouwpolitiek bepaald worden. Een politiek die bij de suikerfabrikanten en
suikerbiettelers vele vragen doet rijzen. Inderdaad, binnen deze Europese Markt
voert ons land de meest liberale politiek. Met andere woorden, onze industrie is
de minst beschermde. Onze salarissen liggen hoog, onze sociale lasten zijn
zwaar en onze energie is zeer duur. Zullen onze partners daar niet van meet af
aan voordeel uithalen?
In 1963-64 uiten zowel de suikerfabrikanten als de
suikerbiettelers dezelfde eis: ieder jaar moeten de prijzen van de suikerbiet en
van de suiker herzien worden, tot in alle zes landen van de EEG hetzelfde regime
in voege treedt. Maar we moeten tot 1 juli 1968 wachten vooraleer de
gemeenschappelijke reglementering inzake suiker wordt ingevoerd.De Gemeenschappelijke landbouwpolitiek berust
op drie fundamentele principes: de eenheid van de markt die de vrije circulatie
van producten mogelijk maakt, de voorkeur van de gemeenschap die beschermende maatregelen
inhoudt ten overstaan van landen buiten de EU en tenslotte de financiële
solidariteit die gebaseerd is op een systeem van bijdragen, afhoudingen en
terugbetalingen. Ieder land krijgt productie quotas toegewezen. In 1968 bedraagt
het jaarlijks suikerquota voor België 550.000 ton. Dat cijfer is in 2001 tot
826.000 ton gestegen. 559.846 ton daarvan gaan naar de ondernemingen van de
groep Tiense Suikerraffinaderij.
8. Tiense Suikerraffinaderij - De tweede naoorlogse periode
Van 1940 tot 1945 hadden de suikerfabrieken en de raffinaderijen
onophoudelijk gedraaid om het land te bevoorraden. Nu, na de oorlogsjaren,
beschikt onze suikerindustrie nog slechts over oude en vervallen uitrustingen. In
1945 reeds neemt de Tiense Suikerraffinaderij opnieuw contact op met haar
wetenschappelijke en technische correspondenten. Ze stuurt ook haar eigen
experts uit voor informatieopdrachten over de hele wereld. Het resultaat is een
rationalisatieprogramma waarvan de eerste uitwerkingen in 1946-47 merkbaar
zijn. In 1949 bedraagt de nationale productie van witte suiker voor het eerst
meer dan 300.000 ton. Het jaar daarop wordt meteen al de 399.000 ton gehaald.
De oogst is overvloedig en de Tiense Suikerraffinaderij ziet zich verplicht,
ten koste van zware investeringen, het vermogen van haar installaties en haar
opslagcapaciteiten te verhogen. Maar er bestaat geen evenwicht tussen de
productie en het verbruik van suiker. Daardoor verkeert de wereldmarkt in een
haast permanente crisissituatie. Dat is de reden waarom vertegenwoordigers van
de meeste suiker producerende landen elkaar in juli-augustus 1953 te Londen
ontmoeten en de vorige akkoorden aanvullen. Deze akkoorden worden in 1956
verlengd, maar krijgen het hard te verduren als de Suez kwestie uitbarst.
Gelukkig zal de Gemeenschappelijke Markt nieuwe horizonten voor onze
suikerindustrie openen.
7. Tiense Suikerraffinaderij - Oorlog en burgerdeugd
De vier jaren van de nazi-bezetting brengen het land weer
zijn aandeel van opofferingen en lijden. Toch is het duidelijk dat de
suikerindustrie, zonder de uiterst positieve actie van de suikerconfederatie,
voor onoplosbare problemen zou staan. In voortdurende samenwerking met het
Ministerie van Landbouw en Ravitaillering en het Commissariaat van Prijzen en
Salarissen zorgt de confederatie van bij het begin tot op het einde van de
oorlog voor een eerlijke en regelmatige verdeling van suiker. Ze komt ook op
voor de belangen van de fabrikanten, de suikerbiettelers en de bevolking.Ondanks een indrukwekkende daling van het
productiepeil slaagt de Tiense Suikerraffinaderij erin al haar personeel aan
het werk te houden en zelfs mensen aan te werven.
In 1941, als reactie op het verbod de lonen te verhogen,begint de groep met een systeem van
driemaandelijkse voorschotten voor bedienden en arbeiders in functie van de gezinslast.
Later, zodra het conflict voorbij is, zullen deze schulden overigens volledig
kwijtgescholden worden.Door haar
civiele houding, die ook nog op andere manieren tot uiting komt, krijgt de
Tiense Suikerraffinaderij bij verschillende gelegenheden het hard te verduren
vanwege de bezetters en de collaborateurs. Vervolgingen, inbeslagnemingen en
aanslagen zijn schering en inslag tijdens het jaar 1944. Tot de Amerikanen op 7
september Tienen komen bevrijden. Ondanks de wrede knevelarijen betreurt de
Tiense Suikerraffinaderij het niet dat zij haar civiele verantwoordelijkheden is
nagekomen. Gebogen, maar niet gebroken, kan zij zich eindelijk naar een
rooskleurigere toekomst richten.
6. Tiense Suikerraffinaderij - De moeilijke jaren dertig
Het decennium dat de tweede wereldoorlog voorafgaat begint
met de grote, economische crisis die voor ons land rampzalige gevolgen heeft.
De Belgische uitvoer, die in 1928 31 miljard frank bedraagt, is in 1932
teruggelopen tot slechts 15 miljard!In
volle branding wordt de Tiense Suikerraffinaderij met andere problemen
geconfronteerd. Rusland verwerft het monopolie van de suikerlevering aan Perzië
en dat betekent voor onze onderneming een sterke daling van de uitvoer.In 1931 produceren de industrielanden teveel
suiker en de markt wordt steeds maar onstabieler.
Op dat ogenblik wordt, onder voorzitterschap van de afgevaardigde-beheerder
van de Tiense Suikerraffinaderij,een
internationale conferentie georganiseerd. Het resultaat hiervan is het eerste,
globale suikerakkoord: het Chadbourne plan. Het is voorzien voor vijf jaar,
maar wordt in 1934 reeds opgegeven omdat de suikerprijs opnieuw een sterke
daling kent. Het is pas in 1937 dat 23 landen te Londen een nieuw akkoord
ondertekenen om uit deze hopeloze situatie te geraken. De Tiense
Suikerraffinaderij heeft nog meer gelukkige initiatieven. Onder meer de
oprichting, in 1932, van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Verbetering van
de Suikerbiet (KBIVS). Het instituut heeft een dubbele opdracht: opzoekingen en
vulgarisatie. Het is aan zijn werk te danken dat in domeinen als selectie van
zaden, keuze van bemesting, bestrijding van parasieten en teelttechnieken een
tastbare vooruitgang wordt geboekt. In de voetsporen van dit instituut richten
de Belgische suikerfabrikanten in 1938 de Beroepsconfederatie van Suiker en
zijn Derivaten op.Tijdens de tweede
wereldoorlog zal dit organisme trouwens een zeer belangrijke, burgerlijke rol
spelen.
Op het sociale vlak is de Tiense Suikerraffinaderij bij
verschillende gelegenheden de wetgever voor. Onder meer wat het betaalde verlof
betreft dat al verschillende jaren in voege is voor de beroemde wet van 8 juli
1936 gestemd wordt. Ook de acht werkuren per dag zijn reeds ingeburgerd op het ogenblik
dat ze verplicht gesteld worden.
Vlak na de oorlog moet de Tiense Suikerraffinaderij het hoofd
bieden aan een zeer ongunstige situatie. De landbouw is de periode van stilstand
nog maar nauwelijks te boven. En de onlusten in Europa hebben de verkopen van rietsuiker
bevorderd die zich stevig op de exportmarkten gevestigd heeft. De beheerders
van de Tiense Suikerraffinaderij zijn vast van plan de handschoen op te nemen en
starten een politiek van overleg. Eén van de gevolgen daarvan is de oprichting,
in 1929, van de Samenwerkende Vereniging van Suikerfabrikanten.
Tegenover de politiek van bescherming die in andere landen gevoerd
wordt, stelt de Tiense Suikerraffinaderij alles in het werk om de
productiekosten te drukken. Haar fabricatie organiseert ze wetenschappelijk en
ze rationaliseert haar fabrieken. Ze werft ingenieurs aan om nieuwe procédés
uit te werken. Een van de resultaten daarvan is de beroemde T.S. continu diffusor,
die kort daarop ook door talrijke concurrenten wordt overgenomen.
De Belgische buitenlandse handel herstelt zich geleidelijk en
de openbare schuld vermindert. In heel West-Europa zien we een industriële
concentratie. Op 17 oktober 1928 worden de suikerfabrieken van Wanze, Braives
en Les Waleffes in de Groep Tiense Suikerraffinaderij opgenomen.In 1929 volgen ook de suikerfabrieken van
Genappe. De Tiense Suikerraffinaderij speelt nu een overwegende rol in de
Belgische suikersector.