Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
04-11-2010
2.5 Keizer Karel en de zijnen
Omdat
Maximiliaan sinds de dood van zijn eigen vader, Frederik III, te zeer begaan
was met het Duitse Rijk en de keizerskroon, liet hij zich in de Nederlanden
bijstaan door een landvoogd. Tot in 1515 werd de voogdij waargenomen door
Karels tante, Margaretha van Oostenrijk.
Gedurende deze periode kreeg het sterk
gecentraliseerde Habsburgse wereldrijk vorm. Toch probeerden plaatselijke heren
van de herhaalde machtsverschuivingen gebruik te maken om tegen het centrale
gezag te revolteren. In september 1507 had Tienen zwaar te lijden onder de
opstand van Gelderland. Dit voorval lag aan de basis van het plan om een beter
verdedigbare omheining aan te leggen. Na zijn meerderjarigverklaring nam de
vijftienjarige Karel (1515-1555) het bewind over de Nederlanden op zich.
In 1516 werd hij als Karel I tot koning van Spanje
en zijn aanhorigheden gekroond. Hierbij hoorden ook de nieuw verworven
overzeese koloniën. Na de dood van zijn grootvader, Maximiliaan van Oostenrijk,
stelde hij zich in 1519 kandidaat voor de Duitse troon en het keizersschap.
Zijn grootste rivaal, de Franse koning Frans I, wist hij handig buiten spel te
zetten. Hierdoor werden de kiemen gelegd voor een eeuwenlange vete met
verstrekkende gevolgen voor de toekomst. In 1520 werd hij als Karel V tot
keizer gekroond. Tienen zou in de daaropvolgende decennia trouw haar vorst
bijstaan in zijn oorlogen tegen de Franse aartsvijand.
Margaretha
van Oostenrijk, die na het vertrek van Karel naar Spanje in 1517, de belangen
van de Nederlanden opnieuw behartigde, probeerde een vredespolitiek te voeren.
Via enkele verdragen wist zij de prins-bisschop van Luik aan haar zijde wist te
scharen wat resulteerde in een tijdelijke adempauze voor de inwoners van de
grensstad Tienen. Tot een wapenstilstand met Gelderland kwam het echter niet.Bij het overlijden van de landvoogdes in 1530 hadden de stellingen van
Luther in de Nederlanden algemene ingang verworven. Daarnaast groeide de ontevredenheid
betreffende het binnenlandse en buitenlandse beleid van de keizer. Verregaande
financiële inspanningen voor de aanhoudende oorlogen, een doorgedreven
centralisatiepolitiek en een strakke houding tegenover de reformatie vormden
een prima voedingsbodem voor de daaropvolgende malaise.
Om de ludieke noot op deze blog niet uit het oog te verliezen, nog gauw een liedje van van "De Tiense Straatmuzikanten" dat als titel heeft meegekregen "Tienen tintelende stad" en ondertussen is uitgegroeid tot het lijflied van de stad Tienen. Gewoon met de muis klikken op de volgende link het het liedje zal opstarten.
In dit lied wordt de draak gestoken met enkele typisch Tiense politieke mistoestanden, zoals de Chinese straatstenen in de Nieuwstraat, die tot drie maal toe opnieuw dienden gelegd te worden omdat ze steeds los kwamen te zitten.
Alva werd
als landvoogd opgevolgd door Luis de Requenses. Toen Requenses in 1576
vroegtijdig om het leven kwam, werd de Raad van State het hoogste
bestuursorgaan. Om de rebellen tot de orde te roepen, brachten zij een
stratenleger op de been dat totaal niet opgewassen bleek tegen de Spaanse muiters.
In een eerste confrontatie moest dit leger dan ook het onderspit delven. Deze
veldslag vond plaats te Roosbeek op 14 september 1576. Uiteindelijk werd de
Staten-Generaal samengeroepen en werd op 8 november een tijdelijke
wapenstilstand ondertekend. De Pacificatie van Gent vormde een eerste poging om
tot een vergelijk te komen tussen de oorlogvoerende partijen. De nieuwe
landvoogd, Juan van Oostenrijk, bleef zich echter verzetten tegen het
calvinistische overwicht in de noordelijke provincies. Hierdoor bleven de
strubbelingen aanhouden. In 1581 zwoeren de opstandige Staten-Generaal Filips
II formeel af. De nieuwe landvoogd Farnese zou door zijn uitstekende kwaliteiten als krijgsman en als
diplomaat een groot deel van het Zuiden voor de Spaanse zaak weten terug te
winnen, terwijl het Noorden de strijd verder zette.
Na de
dood van Filips II ging het bestuur van de Nederlanden over in handen van
de aartshertogen Albrecht en Isabella
(1598-1621) (foto links). Door de Akte van Afstand verkreeg het Zuiden
een beperkte vorm van autonomie. Alleen indien het aartshertogelijke paar niet
voor nakomelingschap zorgde, zouden de Nederlanden naar Spanje terugkeren.Toen
in 1609 het Twaalfjarig Bestand tot stand kwam, betekende dit voor de
geteisterde gewesten een adempauze.
In 1566
brak in Hondschoote de beeldenstorm uit die zich snel over de Nederlanden
verspreidde. Het jaar daarop werd Margaretha vervangen door de hertog van Alva
en werd de Raad van Beroerte ingesteld.
De turbulente gebeurtenissen
kenden hun weerslag in Tienen. In 1568 viel Willem van Oranje (foto links) met een leger opstandelingen de Nederlanden binnen. Deze datum
wordt algemeen beschouwd als de aanzet van de Tachtigjarige Oorlog. In oktober
van dat jaar rukte hij naar Tienen op. In een eerste poging om de stad te
veroveren, werd hij teruggeslagen door de Tienenaars die bijgestaan werden door
een Spaans garnizoen. In 1572 slaagde hij er via een list toch in om de stad in
te nemen. In december van datzelfde jaar was Tienen echter opnieuw in Spaanse
handen. Dit scenario zou zich, zwaar tot ongenoegen van de plaatselijke
bevolking, in de loop van de 16de eeuw meermaals herhalen. Meestal ging
de inname van de stad immers gepaard met baldadigheden, plundering en
brandstichting. Hongersnood ten gevolge van een mislukte graanoogst en
epidemieën veroorzaakt door chronische ondervoeding kwamen de ellende nog
versterken. Tienen bevond zich op het einde van de eeuw in een diep dal.
Troepen van beide kampen lieten de streek totaal ontredderd achter. Vele
inwoners emigreerden dan ook naar veiliger oorden. Niet alleen reguliere
troepen maar ook losgeslagen muitende legerbenden overrompelden de stad en haar
omgeving. In 1604 zou hertog Frederik van den Bergh met troepen uit Diest de
stad ter hulp snellen. Als ervaren veldheer besloot hij alleen de
vierde, verkleinde omheining te verdedigen. Zo slaagde hij erin om de muiters
buiten te houden.
In
oktober 1555 deed Karel V te Brussel troonsafstand in het voordeel van zijn
zoon Filips II (1556-1598). De politiek van
Filips, die zijn opvoeding in Spanje had genoten, stuitte in de Nederlanden op
verzet. In zijn streven naar de absolute macht probeerde hij de hoge adel
buiten spel te zetten. Bovendien lokte zijn poging om het calvinisme te
onderdrukken en het katholicisme tot staatsgodsdienst uit te roepen reacties
uit bij de lagere adel. Deze grieven, gecombineerd met de benarde financiële
toestand en de economische depressie, wekten een aantal revolutionaire krachten
die zouden culmineren en een opstand tegen het koninklijke gezag, waartegen
landvoogdes Margaretha van Parma niet opgewassen was