Cursiefjes onder de kerktoren. Humoristisch, kritisch en soms cynisch.
14-11-2008
351 't
Ik heb het nieuwe boek van Dimitri Verhulst "Godverdomse dagen op een Godeverdomse bol"gelezen. Dit boek stak gratis bij de 'Humo', dat ik het vuile boekje noem. Niet dat ik overdreven preuts ben, maar ze komen daar nogal plat uit de hoek. Het boek is gemakkelijk samen te vatten. Het hoofdperrsonnage is onzijdig en heet "'t". In een woordenstortvloed behandelt Dimitri in zijn eigen stijl de evolutie van alles, van in de oertijd tot ongeveer nu. Het is een oerknal van taal. Het handelt niet enkel over de evolutie van het leven, in biologisch opzicht, maar over het geheel van de wetenschap en de andere disciplines. Zoals gewoonlijk neem ik dan nota van dingen die mij raken. Zo noemt hij een papegaai een 'pluimbeest'. Dat kan men ook van een haan zeggen. Ik vond eerder in een gedicht al de omschrijving 'vederkont'. Dat vindt ik wel poëtischer. Regelmatig gooit de schrijver er moeilijke woorden tussen, die voor de meer dan gemiddelde Vlaming een woordenboek vereisen. Zo noteerde ik : flatulogeen, anilingus, promiscuïteit en quagga (dier). Hij doet dit uiteraard berekend, om zijn tekst te kruiden. De uitdrukking "tripartite ziel" is een goede vondst. Het gaat uiteraard over de katholieke ziel, als die er al mag wezen. Maar hij spaart "God noch klein Pierke". Ik heb het na "De helaasheid der dingen", dat mij deed terugdenken aan "Houtekiet" van Gerard Walschap, met plezier gelezen.