Cursiefjes onder de kerktoren. Humoristisch, kritisch en soms cynisch.
02-12-2011
509 Kuë
509 Kuë
Onze belevenissen in de Rozenboom zijn te vergelijken met die van de helden uit het boek van Ernest Claes : Wannes Raps. Wij hadden tijdens de oogst een seizoenarbeider : Kuë. Deze jonkman leefde bij Wis va Pitaiës, in de stamënee naast meester Rosiers (Nieuwelaan .). Wis vertelde ons eens dat Kuë, toen ze water uit dën bërrë putte vroeg, of hij zijn ezeltje ook eens mocht laten drinken?! Zijn specialiteit was het uitsteken van distels in het graan. Dat deed hij met een distelschup. Zijn instrument heb ik nog steeds in mijn bezit. Ik plaatste ondertussen mijn collectie in het landbouwmuseum in de hoeve in de Plantentuin in Meise. Ons ma had eens lekker stofvlees (kabbërnaan) gemaakt met geuze. Kuë wou niet verletten. Ik werd erop uit gestuurd om zijn eten op het veld te brengen. Hij was er bezig met onze tante Katrien. De pan ( kassoeër) met het eten bleef nog een kwartiertje staan tussen het stro. Een grote zwarte kever kroop in zijn eten. Ik hoor nog het gekraak van het dekschild van het beestje, toen Kuë hem tussen zijn aardappelen met stoofvlees plette! Ik wou hem er attent op maken, maar tante Katrien gebaarde van dat niet te doen. Hij speelde zonder te verpinken alles lekker naar binnen. Kuë was ook de uitvinder van de verkeersremmende maatregelen. Als hij de Nieuwelaan overstak keek hij nooit of er gevaar dreigde. Hij beweerde, als iemand op het gevaar wees : ze...ze...muttë maa wachtën, zemmë miër taiët azëkik. Maar dat is hem fataal geworden. Bij de zoveelste oversteek heeft een wagen hem overreden. Hij was op slag dood. Wat zouden de hanen aan het restaurant Napoleon aan de Plantentuin in Meise daarvan denken ?