In het Oeso-rapport over onderwijs en vorming 2004 stonden onze leerlingen van het secundair onderwijs zoals haantjes aan de top voor Wiskunde.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In de pers werd echter weinig melding gemaakt over de vreemde talen. Daarin zouden wij, rekening houdend met de situatie in ons land numero uno moeten zijn. De bijna gedwongen tweetaligheid was altijd onze troef, ondanks het feit dat er geen geëigende didactiek voor talen aan anderstaligen bestond in het secundair onderwijs. Bovendien werden er te weinig lesuren aan besteed en moesten de leerlingen zo nodig ook Engels en Duits onder de knie krijgen. Van alles wat, leidde tot magere resultaten in alles. Ik heb daarvan gedurende 29 jaar in het avCVO de resultaten ontvangen. Ik blijf er ook fier over in onze school het anders en vooral beter te laten doen, dan elders. Onze meerwaarde was objectief en niet te weerleggen.
Foto : logos avc
Voor een taal die men op de verkeerde wijze aanleerde is het een bijna onmogelijke opdracht, de fouten eruit te halen. De resultaten die wij boekten via tabula rasa, vertrekkend van het 0-niveau en dank zij de avsg methode gekoppeld aan meestal het enthousiasme van de leerkrachten, zorgde voor buitengewone taalbeheersing. Dit geldde voor de Vlamingen vanaf de vijfde taal (meestal Spaans of Italiaans). De inspecteurs van onderwijs vonden de resultaten zo alles overtreffend, dat zij als ze de tijd vonden, zelf bij ons inschreven. Het inoefenen in het unieke talenpracticum zorgde bovendien voor blijvend resultaat. Enkel de onderhoudscursussen ontbreken in het aanbod. Wij probeerden na afstuderen, dit fenomeen op te vangen via extra-initiatieven. Maar die werden niet gesubsidieerd. Het inschrijfgeld schrok soms af, niettegenstaande dat de studenten in de privé cursussen tien keer meer betaalden.
|