662 Vosje
Bij de vlindertelling was de “kleine vos” de talrijkste vlinder in Vlaamse tuinen. Ook in de Waalse en Nederlandse tellingen was dat zo. Er was al een sterke afname tussen 1990-2010. Maar nu is hij sinds 2011 aan het toenemen. Het overwinnen van een eerdere ziekte en het zachte weer helpen deze vlinder vooruit. Er werden minder vlinders geteld dan vorig jaar. In 1500 tuinen werden 12 exemplaren van 4 verschillende soorten gezien. Vorig jaar werden per tuin gemiddeld 26 vlinders van 6 verschillende soorten geteld. Dat betekent niet dat onze vlinders plots sterk achteruitgaan. Door de zachte winter en het warme voorjaar vlogen de meeste soorten dit jaar 2 tot 3 weken vroeger dan gemiddeld. Hierdoor is de zogenaamde ‘piek’ in de vliegperiode al voorbij voor verschillende soorten. De ”atalanta” stond op nummer 2 ruimste verspreiding maar was wel de meest verspreide. De “dagpauwoog” is slechts 1 op 3 tuinen gespot, terwijl hij in 2013 op nummer 1 stond. Het is een grote zwarte vlinder met oranje en witte banden . Op de derde plaats stond het “oranje zandoogje”. De ”gamma-uil”, werd dit jaar slechts in 1 op 10 tuinen gezien. Nochtans was 2013 een uitzonderlijk invasiejaar voor de soort, maar dit jaar kreeg de trekkende nachtvlinder te maken met een ongunstige noordenwind.
|