729 Nek
Na mijn presentatie over het dialect van Meise kreeg ik van een inwijkeling volgende mail : “Het gaf dus de tegenstelling aan tussen de welstellende ‘dikke nekken’ van Meise en de bescheiden, hard werkenden van Wolvertem”. Deze tegenstelling klopt niet. Ze speelde zich af onder alle kerktorens. Tussen Meise en Wolvertem kwam er een hetze, naar aanleiding van de fusie in 1977. Dat ging omdat de naam van de fusiegemeente Meise werd. De Wolvertemmenaars vonden ten onrechte, dat zij recht hadden op de naam. Maar Meise had toen meer inwoners en kreeg de naam. In Meise was er vroeger de tegenstelling tussen de ressën (de meer begoeden in de fanfare De Verenigde Broeders) en de ¨ëzzëls (de kossaten van de fanfare Concordia). De eerste groep heulde samen met de heren van het kasteel van Boechout. Die hadden het zover geschopt, dat ze een vorm van sociale controle uitoefenden over onze parochie. Als je gron d wou huren van de keizerin, moest je lid worden van de Verenigde Broeders. Een tweede vorm van dikke nekkerij vinden we bij de intellectuele inwijkelingen, die zich superieur voelen t.o.v. de autochtonen. Om hieraan te verhelpen stichtten we de Sibemol. Als ze inwijken en een toontje lager zingen, op het niveau van de autochtonen, zijn ze welkom. Vooral Antwerpenaars en Hollanders vertonen tekens van dikke nekkerij. Er zijn gelukkig veel uitzonderingen. Onze haan zingt in sibemol. Neem er een voorbeeld aan!
|