Vandaag vrijdag 14 juni 2019 zetten de 13 burgemeesters van Zuid-West-Vlaanderen hun handtekening onder het vernieuwde Burgemeestersconvenant 2030. Daarmee kiest de regio er voluit voor om de klimaatambities solidair en gezamenlijk te bekrachtigen. De ondertekening werd gepland in het Stadsgroen Marionetten, aan het houten prieel in Kortrijk, te bereiken via het fietspad in de Don Boscolaan. In het aanvullende Burgemeestersconvenant wordt naast klimaatmitigatie – het tegengaan van de klimaatverandering door het reduceren van de broeikasgasuitstoot – ook klimaatadaptatie opgenomen.
De aanpak van Zuid-West-Vlaanderen is uniek in Vlaanderen. We zijn de eerste regio waar de burgemeesters samen beslist hebben om van het Burgemeestersconvenant een regionaal verhaal te maken. Hier nemen de steden en gemeenten zelf, met Leiedal als coördinator, het voortouw. De 13 vennoten van Leiedal zijn : Anzegem (Anzegem, Ingooigem, Kaster, Tiegem en Vichte), Avelgem (Avelgem, Bossuit, Kerkhove, Outrijve en Waarmaarde), Deerlijk, Harelbeke (Bavikhove, Harelbeke, Hulste en Stasegem), Kortrijk (Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem, Kortrijk, Marke en Rollegem), Kuurne, Lendelede, Menen (enkel deelgemeenten Lauwe en Rekkem), Spiere-Helkijn (Helkijn en Spiere), Waregem (Beveren-Leie, Desselgem, Sint-Eloois-Vijve en Waregem), Wervik (Wervik, Geluwe), Wevelgem (Gullegem, Moorsele en Wevelgem) en Zwevegem (Heestert, Moen, Otegem, Sint-Denijs en Zwevegem)
Eind 2013 ondertekenden de 13 steden en gemeenten uit de regio al het 'Burgemeestersconvenant' van de Europese Commissie. Dit beleidskader heeft als doel het lokaal energie- en klimaatbeleid te versterken. Gemeenten scharen zich achter de CO2-reductiedoelstelling van de Europese Unie (-20% CO2 tegen 2020) en verbinden zich ertoe om lokaal actie te ondernemen. Leiedal ondersteunt de lokale besturen bij het opmaken van een actieplan, projectregie, kennisuitwisseling en het opzetten van nieuwe interlokale samenwerking. Europa streeft naar 20% minder CO2, 20% hernieuwbare energie en 20% meer energie-efficiëntie tegen 2020; tegen 2050 naar minstens -80% CO2-uitstoot. Een gedeelde uitdaging: Europa erkent dat ze haar ambitie niet kan realiseren zonder de lokale besturen, net zoals de lokale besturen zich realiseren dat ze lang niet alle hefbomen in handen hebben om een klimaatneutrale samenleving te realiseren.
Op 10 oktober 2014 stelden de burgemeesters hun regionaal actieplan voor om de CO2 met 20% te verminderen. Het is opgebouwd rond 5 icoonprojecten: energiesprong van woningen, openbare gebouwen, openbare verlichting, duurzame mobiliteit en groene energie. Vandaag staat de teller op 11%. Het gaat dus de goede kant op, maar toch kan de regio een extra duwtje in de rug gebruiken. Daarom engageren de 13 steden en gemeenten uit Zuid-West-Vlaanderen zich voor het Burgemeestersconvenant 2030, waarmee ze aantonen structurele maatregelen te willen nemen die op lange termijn een grote impact hebben op het klimaat en de CO2 met 40% reduceren tegen 2030. Zoals de voorbije jaren treedt Intercommunale Leiedal op als coördinator van het Burgemeestersconvenant en staat ze in voor de verdere uitwerking en begeleiding van het actieplan.
De lat gaat hoger
Het Burgemeestersconvenant bestaat sinds 2008 en is een Europees bottom-upinitiatief dat lokale besturen samenbrengt die zich vrijwillig wensen te engageren om de klimaat- en energiedoelstellingen van de Europese Unie te halen. De doelstelling van het nieuwe Burgemeestersconvenant 2030 luidt: de CO2-uitstoot met 40% doen dalen tegen 2030. Geen makkelijke klus, en toch is zo’n streefdoel van groot belang én is het een efficiënt middel om steeds dichter bij de uiteindelijke doelstelling te komen. Het is een krachtig statement dat de burgemeesters van de 13 steden en gemeenten samen het burgemeestersconvenant van de Europese Commissie ondertekenen. Via dit convenant bevestigen ze dat ze de komende legislatuur actie zullen ondernemen. Wat de steden en gemeenten doen op het vlak van woonbeleid, mobiliteitsbeleid, ruimtelijk beleid, facilitybeleid, rond openbare verlichting, enz. kan –en moet- bijdragen aan de realisatie van de klimaatneutrale regio én de Europese energie- en klimaatdoelstellingen.
In het Burgemeestersconvenant 2030 wordt naast klimaatmitigatie – het tegengaan van de klimaatverandering door het reduceren van de broeikasgasuitstoot – ook klimaatadaptatie opgenomen. Dan gaat het niet langer louter over de productie van hernieuwbare energie of over renovaties, ook de ruimte voor blauw-groene assen in stedelijke en minder stedelijke omgevingen staat nu boven aan de klimaatagenda. Heel wat gemeenten gaan hier lokaal mee aan de slag in het kader van hun meerjaren- of beleidsplan. Dit is dan ook hét moment om (budgettaire) ruimte te voorzien voor structurele mitigatie- en/of adaptatiemaatregelen.
Prioritaire thema’s en acties
De drie thema’s die tijdens voorafgaande werksessies rond het Burgemeestersconvenant centraal stonden, zijn mobiliteit, energie en adaptatie. Per thema werd een aantal prioritaire acties vooropgesteld. Zo blijkt uit het CO2-rapport - dat Leiedal vorig jaar opstelde aan de hand van de data uit het Burgemeestersconvenant - dat mobiliteit verantwoordelijk is voor 35% van de totale CO2-uitstoot in de regio. Dat hier grote winsten te boeken zijn, mag dus duidelijk zijn. Bovendien zijn het verkeer over snelwegen en het lokale verkeer sinds 2005 (het begin van de metingen) met respectievelijk 34 en 22% gestegen. Ook al hebben gemeentelijke of stadsbesturen minder impact op het verkeer over snelwegen, op lokaal niveau kan er meer ingezet worden op alternatieven voor woon-werkverkeer, korte verplaatsingen, enzovoort.
Naast mobiliteit is ook energie een thema waarop we samen met de burger heel wat vooruitgang kunnen boeken. Zo schreef Kuurne in 2017 een bestek uit om via derdepartijfinanciering zonnepanelen op de gemeentelijke daken te plaatsen. Ondertussen is de volledige regio gevolgd en zullen in het najaar tal van gemeentelijke gebouwen voorzien worden van PV-installaties. Daarnaast tonen de cijfers aan dat ook inzetten op woningrenovaties loont. Dat bewijst de gerealiseerde daling van 24% CO2 ten opzichte van 2005. Verder staat de regionale uitrol van een warmtenet de komende jaren centraal en bereiden we ons verder voor op een gasloze toekomst.
Het derde thema is nieuw in het Burgemeestersconvenant. Adaptatie wordt de komende periode een sleutelwoord, zeker als je weet dat onze regio over uitzonderlijk weinig bos en natuur beschikt (amper 4% bestemd groen). Tegelijk draait adaptatie niet alleen om het realiseren van meer bos en natuur, ook blauw-groene verbindingen worden steeds belangrijker. We moeten op zoek naar oplossingen om de droogte tegen te gaan, door op de juiste locaties bijvoorbeeld waterspaarbekkens aan te leggen. Als we die dan ook nog eens van een ecologische inrichting voorzien, creëren we ook hier een win-winsituatie. Ook de luchtkwaliteit willen we de komende jaren regionaal aanpakken, in een mogelijke combinatie met een lokaal gezondheidsplan voor iedere gemeente. Tot slot worden ook ontharding en vergroening (zowel in het stedelijke weefsel als in de open ruimte) als prioritaire klimaatadaptieve maatregelen meegenomen.
|