We kwamen op een verrassende manier terug in contact met Johan Vanderbrugghen, een oud-klasmakker van het jaar 1952 in Desselgem. Hij schreef een fictieboek over “De Coillies”, dat zich afspeelt in een dorp in de West-Vlaamse Leiestreek in de met verlaten roterijen bezaaide voormalige vlasstreek. Hij neemt ons bijwijlen mee in wat het Desselgem zou kunnen zijn van de vroege jaren zeventig. Het is al zijn tweede roman. Naast het schrijven van romans vindt hij ook plezier in het maken van columns ('En passant') en af en toe een kortverhaal waarin zijn alias 'Angelo Mattie' – dit is eveneens de naam van zijn literaire site – onwaarschijnlijke lotgevallen te beurt vallen. Op zijn site presenteert hij eveneens gedichten (in de tiende muze) en schilderkunst (in Galerie)
Johan Vanderbrugghen is een gewezen Desselgemnaar, die reeds op het einde van de basisschool verkaste naar een internaat ergens in Brabant. “Op mijn 18 jaar ben ik blijven plakken in Leuven, eerst voor studies aan de univ, daarna aan mijn lief, waarmee ik in 75 ben getrouwd en nog later ook aan mijn job”. Sedert 2015 woont hij nu gelukkig op een appartement in Vosseslag/De Haan.
“Al zijn er nauwelijks rechtstreekse verwijzingen in mijn boek ‘De Coillies’, er mag geen twijfel over bestaan dat het verhaal zich afspeelt aan de boorden van de Leie… waarmee ik wil zeggen dat de locatie in mijn hoofd autobiografisch is… Al leerde ik, als inwoner van de Leemput, ‘de Leikant’ enkel kennen via de tochten met de Chiro. Al de rest is pure fictie, mag ik hopen… 😉”
Herinneringen
Bij onze vernieuwde kennismaking bleek Johan alvast nog goede herinneringen over te houden aan zijn kindertijd in Desselgem. “Op de kleine koer (1e – 3e ljr) speelden we voetbal, soms meerdere ploegen door elkaar … meestal alleen maar vrijschoppen sjotten naar de goal. We speelden met de top ('tol', in goed Nederlands) … 'kappen' (met de pin ondersteboven, het touw strak in tegengestelde richting opgewonden) mocht niet, was heel gevaarlijk … dus risico op straf … maar meester Dolf kon het zelf niet laten en kwam al eens een demonstratie geven!”
“Op de grote koer (4e – 5e ljr) konden we 's winters glijden op het ijs … bij vorst, als er geen ijs lag, goten de meesters al eens enkele emmers water op de koer zodat we toch konden sleren. Op een dag stort een deel van het plafond in de traphal op de eerste verdieping in … veel stof en overal brokken … we zijn maar net aan een ramp ontsnapt … het was hoogtijd dat die nieuwe school op de balling klaar was. In de nieuwe school volgden we nog het zesde leerjaar bij meester Daniel Bossuyt”. Andere meesters waren achtereenvolgens Dolf Derammelaere (1e ljr), Roger Vanderbauwheden, Robert Vanderjeugd, Aloïs Stofferis en Robert Deschilder (5e ljr)..
“Wat ík er mij nog van herinner: voetbal … tikkertje … tak … knikkeren. We hebben úren geknikkerd, daar op dat muurtje achteraan de koer van de oude school; met een pot; gewone marbels, dikke toeties (telde voor 2 marbels?), zaadjes (halve marbel waard?))... bikkelen … kaarten … de klakkebos ... de hoelahoep (of was dat alleen voor de meisjes?) … skoebidoe … meikevers (en wedstrijd wiens beestje het eerst naar boven kwam uit een hoopje zand) … kaartjes sparen en met elkaar uitwisselen over de koers, het voetbal”.
“Dan was er ook nog de chiro met de vendelopstelling op het plein achter de kerk (met de Kroonwacht een beetje verderop). En dan naar het lof met pastoor Martens en onderpastoors Ollevier & De Jonge. Zoektochten langs de Leiekant met een ‘message in a bottle’, de dorst (drinken op het hof van Lambrecht), de vermoeidheid. Was ook in het koor in een van de chirolokalen op de eerste verdieping. Ik herinner mij nog het engelengeduld van Lucien Vandenhende, want niet iedereen had een vaste stem, kon noten lezen en had er echt goesting in. Ook de verslavende geur van vers gedrukte alcohol stencils, onze ademdamp ’s winters in het ijskoude lokaal. En Lucien die na de les met mij meereed in de richting van de Leemput … een fijne man”.
“We zijn in onze kindertijd in Desselgem en omstreken groot geworden tussen de vlaskapellen en roterijen, maar we maakten ook de gestage opgang mee van de weverijen, eerst van meubelstoffen, daarna van tapijten. In de Leemput en iets verder, voorbij de Knok, zaten we er middenin (Verstraete – Callens – Vandenbogaerde – Verbeken – Verbauwheede – zelfs mijn eigen familie is er een tijd actief in geweest; veel van die firmanamen eindigden met -ex, -tex, -dex, zo typisch voor de streek) ... en plots, in de plaats van de hoog geladen vlaswagens, waren daar de camions in onze anders zo rustige straat van Edmond Depaire, Fenaux en nog anderen.
Er waren ook ten allen kanten duivenmelkers … op zondagvoormiddag, na de laatste weerberichten, gingen de duivenmelker en liefhebbers uit de buurt ongeduldig buiten zitten wachten, stil pratend want de vogels konden elk ogenblik vallen...Een gelijkaardige stilte bij de vinkenzettingen en de hanenzettingen, eveneens op zondagvoormiddag, in mijn straat, voor mijn huis... Minder in stilte verliep het moment waarop een of andere wielerklassieker voorbijkwam …”
“Wie relatief ver van alles verwijderd woonde, verplaatste zich in die tijd met de fiets. Ik fietste graag en veel … wij hadden in onze straat wel een kruidenier (annex aan café de Bellevue) en in de andere richting een beenhouwer (gevestigd aan de statie in de Salle d'Attente), maar voor brood moesten we minstens naar Spriete … en dus waren we aangewezen op de winkels in de Libaertstraat, Nieuwstraat (Stroate) ... Ik heb in die tijd heel wat kilometers afgemaald... Als iets niet in Desselgem te vinden was, dan reed ik al eens met mijn fietsje naar Deerlijk … binnenweg langs verre meter, het kapelletje, het hof van Vermeulen … en veel veiliger dan de Gentsebaan te moeten oversteken.
Met de fiets, heel zelden, ging het zelden naar Waregem, ook dan altijd langs veilige binnenwegen (via de Meelstraat of de Evangelieboom en dan verder langs Nieuwenhove, grotendeels door de velden). Het bleef beperkt tot een winkelbezoek in de Stormestraat of hoogstens eens tot op de markt. Ik herinner mij nog vaag de aanleg van de stadionvijvers en die fameuze brug over het water ter gelegenheid van het wereldkampioenschap koers op de weg in 1957. Naar het einde van mijn scholierentijd, toen de reis naar en van het internaat niet langer per bus maar met de trein gebeurde, heb ik Waregem beter leren kennen … muziekwinkel Baert, waar ik mijn eerste LP's kocht... de eerste grootwarenhuizen. Zoals je ziet, me iets herinneren over Waregem lukt me nauwelijks. We hadden toen nog onze eigen kerktoren om onder te leven.”
Schrijver worden
“In mijn kindertijd durfde ik al eens stiekem een verhaaltje schrijven of liever de aanhef ervan, enkele regels. Ik weet met stelligheid dat ik er nooit eentje heb afgewerkt. Tijdens mijn actieve loopbaan heb ik veel geschreven, alhoewel vrijwel uitsluitend zakelijke teksten, en lezen heeft me steeds geboeid: wereldklassiekers, auteurs van eigen bodem.
Toen mijn pensionering in zicht kwam begon het, enigszins onverwacht, terug te kriebelen. Ik zou boeken schrijven, fictie. Hoe dat aanvankelijk verliep? Je begint eraan en je stelt tot je eigen verwondering vast dat er toch wel een aantal 'delicate' biografische elementen ingeslopen zijn. Misschien zijn ze te herkenbaar, ze zouden sommige personen kunnen kwetsen, vrees je dan... Die allereerste roman heb ik toch maar helemaal afgewerkt en aan een drukker aangeboden. Het boek ligt hier. Datum van niet-verschijnen: 2018. Er volgde meteen een tweede. Ook dat boek ligt hier. Datum van niet-verschijnen: voorjaar 2019. Wat ik er verder mee aanvang? De toekomst zal het uitwijzen.
En toch is deze manier van werken heel nuttig gebleken. Je bent en cours de route een deel ballast uit je eigen leven kwijtgeraakt... Tijdens het schrijven ondervind je de behoefte om enkele romans terug uit de boekenkast te halen en opnieuw te lezen, aandachtiger nu... Je leert de stiel... Eind 2019 was Niets dan scherven klaar, een verhaal over hoe een arbeidersfamilie worstelt met een onverwacht opduikende gênante situatie: van verontwaardiging en beschuldiging, over ontkenning en verdringing tot de totale ontreddering, het onvermogen ook om met deze werkelijkheid om te gaan. Ik koos er toen voor om mijn eerste officiële roman uit te geven in eigen beheer. Het is immers niet gemakkelijk om als debuterend fictieauteur in het uitgeversbastion in te breken. Nu is er De Coillies – kroniek van een vermissing –, uitgegeven via Brave New Books (mei 2021).”
“Hoe ik het liefst schrijf? Een ernstig thema wordt beter niet nog eens bezwaard met een zware schrijfstijl. Er moet plaats zijn voor een heel palet aan emoties, voor een lach en een traan, zoals in het echte leven. In een goed geschreven roman passen daar herkenbare karakters bij, typetjes die je meteen herkent. Het is niet anders in café De Rootput. En die caleidoscoop aan karakters laat zich best uitdiepen en ontdekken in de vele gekruide dialogen die protagonisten en figuranten (Vancoillie, Rigolle, Biebuyck, Rappoeye, Duyvetter, Vanrespaille...) met elkaar voeren. Die typische sfeer proberen neer te zetten 'ergens' in een West-Vlaamse dorpsgemeenschap leek mij minstens zo belangrijk als het bedenken en uitwerken van een spannend scenario. Misschien was mijn lange afwezigheid uit de streek, die toch ook de mijne was, wel de beste manier om vanop de nodige afstand ziel en typische gedachtekronkels van deze dorpsgemeenschap te kunnen vatten en weergeven. Op de vraag of er in De Coillies biografische elementen terug te vinden zijn, heb ik daarnet al onrechtstreeks het antwoord gegeven. En toch: geen enkele naam komt, althans in mijn hoofd, overeen met een échte persoon. Indien iemand zich in een van de personages zou herkennen, dan is dit louter toevallig. Hoe ik te werk ga bij de keuze van familienamen? In een gedateerde 'Witte Gids' (zones Brugge, Veurne en Oostende) ga ik op zoek naar sprekende familienamen.😉 Uiteraard heb ik veel en met graagte geput uit mijn herinneringen van hoe het was in de vroege jaren '70 en daarvoor. Het betreft sommige straten en locaties, de Leikant, de oude roterijen en al eens een situatie die me voor die tijd typisch en gepast leek om ze in het verhaal te verwerken. Voor wie nieuwsgierig is naar meer, geldt ook hier: the proof of the pudding is in the eating.
De Coillies
'De Coillies – kroniek van een vermissing –is een uitgave van Brave New Books (05/2021). Daarin beschrijft Johan de onrustwekkende verdwijning van een tiener, Beatrijs Van Coillie. De feiten, die zich afspelen tijdens een zomernacht in de vroege jaren '70 op en rond het erf van de familie Vancoillie, slaan de lokale gemeenschap van een dorp in de West-Vlaamse Leiestreek met verstomming. In café De Rootput wordt uitvoerig over de kwestie gedebatteerd en bij gebrek aan concrete aanwijzingen vooral gespeculeerd. Sommigen wijzen met een beschuldigende vinger in de richting van Adrien, oudste broer van de vermiste. Maar het speurwerk, waarbij naast de opsporingsdiensten de plaatselijke veldwachter de hoofdrol probeert op te eisen, leidt hoogstens tot enkele onbeduidende resultaten, tot het onderzoek helemaal doodbloedt.
Bijna 50 jaar na de feiten zullen een onverwacht opduikende oude brief, een belangwekkende ontdekking onder de voutekamer van het verwaarloosde hof van de Coillies en ten slotte de afbraak van een gewezen roterij voor de doorbraak zorgen in het heropende onderzoek. Voor de goegemeente, maar niet in het minst voor enkele intimi, worden oude wonden opengereten en vergeten gewaande emoties terug tot leven gewekt.
Johan Vanderbrugghen is psycholoog op rust, en dat weerspiegelt zich in zijn schrijfsels. Ook in z’n jongste roman De Coillies zijn de karakters uitgediept en de dialogen écht. “Het is maar dan dat een verhaal echt tot leven komt”, zegt hij. “Ik schuw geen onderwerpen uit de taboesfeer, integendeel, ik heb ze bewust opgezocht. Omdat het essentieel is dat thema's zoals huiselijk geweld en andere vormen van misbruik bespreekbaar worden gemaakt, ze zijn immers universeel en van alle tijden. Mechanismen zoals ontkenning en culpabilisering, niet zelden gehanteerd om de naam van het eigen instituut (vereniging, kerk, familie...) niet beschadigd te zien, zijn hierbij vaste ingrediënten, terwijl het slachtoffer geen stem krijgt, vaak verweesd in de kou blijft staan. En dan heb ik het nog niet over de onvoorstelbare psychische schade die is aangebracht.”
‘De Coillies – kroniek van een vermissing’ een uitgave van Brave New Books 202 blz
ISBN: 9789464352795
verkrijgbaar in elke boekhandel - voor online bestelling op auteurspagina bij BNB: http://www.bravenewbooks.nl/books/259931
https://www.hebban.nl/boek/de-coillies-johan-vanderbrugghen
https://www.angelomattie.be/
|