Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Hoe langer de oorlog duurde hoe meer de Duitsers een tekort kregen aan middelen om oorlog te voeren. Zo ook raakten ze ook door hun voorraad paarden en moesten de Eeklose (en omstreken) boeren hun
gezonde paarden afstaan aan de Duitsers.
De paarden werden eerst door de Duitsers gekeurd. Op de foto ziet men zo een keuring
en dat was in de Boelare. De twee mannen met witte mantels waren de veeartsen. De Duitsers verlengden de vakantie voor de scholen zodat de kinderen konden mee werken
op de velden om de boeren te helpen die geen paarden meer hadden.
Ook archieven die minder documenten bevatten dan de 1,3 km van ons Stadsarchief staan of vallen met inventarissen. Zij vertellen ons niet alleen wat over een bepaald onderwerp beschikbaar is, maar kunnen ook verbanden aan het licht brengen waar we in eerste instantie zelfs niet aan denken.
Ons Stadsarchief slaat in dit opzicht geen slecht figuur. De eerste archivaris, Achiel De Vos, besteedde een paar jaar aan het klasseren van de ca. 125 m documenten uit het Ancien Regime. Een inventaris van 128 pagina's was daar in 1963 het logische verlengstuk van.
Het moderne archief was een heel ander hoofdstuk. Niet alleen was het vijfmaal omvangrijker, maar bovendien zat het op het stadhuis opgestapeld in zolderrekken, kasten en zelfs kruipruimtes en gebinten. Tweede archivaris Erik De Smet kon ongeveer de helft ervan sorteren en maakte daar een voorlopige inventaris van. Het ordenende werk werd tussen 2001 en 2005 afgemaakt door huidig archivaris Freddy Pille en wijlen Julien Joos. Doordat de stadsdiensten na de verhuizing naar de Industrielaan weer op grote schaal stukken konden overmaken, duurde het tot 2010 eer burgemeester Koen Loete het tweede deel van de inventaris in ontvangst mocht nemen.
Al kort voor de verhuizing (2006) was archivaris Erik De Smet beginnen werken aan de uitbouw van het Stadsarchief tot een documentatiecentrum voor de hele streek. Bijna vijf jaar geleden maakte een van de eerste archiefhoekjes melding van acht schenkingen, die in de vorm van fondsen een aparte plaats hadden gekregen in de rekken. Het initiatief werd zonder meer een succes: momenteel hebben reeds 21 verenigingen en privépersonen een eigen fonds in ons archief.
Dit zeer heterogene derde deel van onze collecties beslaat al zo'n 175 meter planken. Een derde inventaris is dus behoorlijk dringend geworden. Hij zal niet alleen alle 21 fondsen omvatten, maar ook de historische bibliotheek, de bibliotheek van Meetjeslandse auteurs, de heemkundige en historische tijdschriften en de verzameling lokale weekbladen. Na een jaar voorbereidend werk is de eindmeet in zicht. Zonder onverwachte grootschalige schenkingen mag de publicatie tegen het voorjaar 2013 tegemoet worden gezien.
Voor het eerst in zijn moderne geschiedenis is ons Stadsarchief dan volledig geïnventariseerd. Een mijlpaal, maar geen eindpunt: na drie jaar is de 'Inventaris deel 2' eigenlijk al aan een bijgewerkte versie toe …
Wie van Eeklo is heeft deze man vroeger nog door onze stad
zien wandelen. Altijd samen met zijn trouwe hond.
Op de een of andere manier gaf hij ons een veilig gevoel.
Deze morgen kwam het slechte nieuws dat de heer Hubert Baeckeland overleden is.
Lieve mensen allemaal,
Bij deze wensen we (de kinderen van Hubert) jullie te bedanken voor de blijken van medeleven en steunbetuigingen.... Deze weten wij ten zeerste te appreciëren.
Hubert was geboren in Gent op 13 maart 1931, is naar Eeklo verhuisd in 1967 (de "Witte Wijk") en overleden op 26 oktober 2014 te Gent.
Op heden, 27 oktober 2014, wordt hij overgebracht naar Eeklo (Uitvaartcentrum Smet -Tieltsesteenweg 26-28) waar hij opgebaard zal liggen in het funerarium tot donderdagavond. Mensen die hem graag nog een laatste groet willen brengen kunnen van deze gelegenheid gebruik maken tussen 16 en 18u30.
De teraardebestelling is voorzien op 31 oktober 2014 te Eeklo (in intieme kring).
Nogmaals dank voor jullie massale blijken van medeleven!
Getekend: zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
Op een woensdagnamiddag eind februari kreeg het archief een merkwaardig telefoontje. Een vriendelijke meneer uit Marke (bij Kortrijk) meldde dat hij bij het leegmaken van een huis een ongewoon groot vel papier had aangetroffen, waarop een stempel van het Stadsarchief Eeklo stond. De tekst was in een onleesbaar oud schrift, maar op de achterzijde had iemand genoteerd dat het om een kopie van de bevestiging van de keure ging. Omdat het stuk duidelijk eigendom van de stad was (geweest), vond de vinder dat het naar zijn eigenaar moest terugkeren.
Het "papier" bleek een groot vierkant vel perkament te zijn, van zowat 70 centimeter zijde. Oorspronkelijk was het wellicht opgerold, maar in de loop van de eeuwen heeft iemand het nogal onhandig gevouwen, met natuurlijk schade in de vouwen als gevolg. Een onherstelbaar verlies is dit gelukkig niet, want de tekst is bekend: Eduard Neelemans publiceerde hem als bewijsstuk nr. 5 in zijn 'Geschiedenis der stad Eecloo' onder de titel "Philips de Schoone bevestigt de voormelde Keure in 1240 aan Eecloo vergund door Thomas van Savoyen en Joanna van Constantinopelen. April 1498." Als vindplaats gaf Neelemans inderdaad het Eeklose Stadsarchief op.
Een kopie bevat gewwoonlijk een verklaring van de kopiist dat zijn exemplaar en het origineel volledig eensluidend zijn. En hier wordt onze aanwinst interessant: het is niet het stuk dat Neelemans in 1859 overschreef … Neelemans haalde de tekst uit een kopie gemaakt door een zekere L. Doedens voor de Gentse schepenbank, en eensluidend verklaard door een zekere Van Huele. Een datum staat helaas niet vermeld. Het teruggekeerde exemplaar is gewettigd door Henry Stalins, griffier bij de Raad van Vlaanderen, op 23 april 1577. De conclusie is even duidelijk als vaststaand: ons Stadsarchief heeft ooit twee copieën bezeten. Of dat tegelijkertijd was moet nog uitgemaakt worden ….
De griffiers van toen hebben gelukkig al heel vroeg geprobeerd de stedelijke documenten te inventariseren. In een fragmentarisch bewaarde inventaris uit 1615 staan effectief twee kopieën vermeld, Uit de daaropvolgende honderdtachtig jaar zijn geen inventarissen bewaard gebleven, en die van de Franse bezetter bleven grotendeels beperkt tot hun eigen schrijfsels. Pas in 1836 werd het oude archief weer op papier gezet. In dat jaar komt het exemplaar Doedens-Van Heule niet meer in de opsomming voor. Opmerkelijk, want Neelemans zou het drieëntwintig jaar later in het archief kopiëren … Onze Stalins was er echter nog wel, en wordt uitvoerig beschreven.
Een uitvoerige inventaris werd vervolgens opgesteld tijdens de grootscheepse herklassering van de archiefstukken in Gent (1914-1921). Grote ontnuchtering: van de rijke verzameling oude grafelijke stukken bleef toen zo goed als niets over, en ook van de Stalins-kopie was geen spoor meer. Het is aannemelijk dat in de negentiende eeuw, toen de belangstelling voor het verleden een eerste hoogtepunt bereikte, één of meer verzamelaars hun collectie op het stadhuis hebben "aangevuld".
Het is in dit opzicht jammer dat er geen lijsten zijn bewaard die de werkgroep Neelemans-Van Acker-Van Damme in de jaren 1860 ongetwijfeld heeft opgesteld. Op die manier komen we niet verder dan de conclusie dat het teruggekeerde charter tussen 1836 en 1914 uit het stadhuis moet zijn verdwenen.
Ik weet nog levendig de situatie vanuit deze foto. De loods waar de granaatinslag gebeurde was de locomotievenstelplaats.
De vele personen op het voorhof van het St Jan-Instituut zijn Belgische krijgsgevangenen, daaronder bevonden zich ook vele Eekloneren die ik en mijn grootouders daar zijn gaan bezoeken. Enkele kende ik persoonlijk, en een paar zijn daar oogluikend door een Duitse schildwacht vrijgelaten,zo o.a: Frans Delagaye uit de Collegestraat.
Mijn vader zat opgesloten in de Garage van het St-Vincencius-College, terwijl Georges Schyvinck (Een buur uit de Leksestraat) opgesloten was in het Pakhuis van het Goederenstation. Ik heb hem daar samen met Helena zijn vrouw bezocht. Hij is daar ook vrijgelaten mits enkele onderhandse giften van "Lena" zijn vrouw.
Enige tijd na deze foto hingen veel kriijgsdgevangenen hun was te drogen op en aan de struiken van het voorhof van het gesticht.