ESQUISSES D'ARPENTAGE
In de 16de en 17de eeuw had Eeklo maar zo'n vierduizend inwoners. Door de ononderbroken aangroei werden later steeds meer kavels gesplitst om woonruimte voor de nieuwe Eeklonaars te creëren. Vanzelfsprekend moeten de nieuwe kavels niet alleen notarieel maar ook qua ligging nauwkeurig vastgelegd worden.
Tegenwoordig worden de veranderende perceelsgrenzen onmiddellijk bijgewerkt op de digitale kadasterkaarten, maar vóór het computertijdperk werd gewerkt met gedrukte kaarten, waarvan in het beste geval om de tien jaar een nieuwe versie kwam. Vervelende bijkomstigheid: in Eeklo belandde de vorige dan in veel gevallen bij het oud papier ...
Kort na de Belgische onafhankelijkheid werden bij wet kadasterboeken opgelegd, waarin oppervlakte, uitzicht en fiscale waarde genoteerd moesten worden. De splitsingen zijn daar ook in te volgen, maar alleen in cijfervorm. Een perceel van 1500 m² wordt dan bijvoorbeeld opgedeeld in stukken van 600, 700 en 200, maar blijft het raden naar waar die precies liggen.
Als zo'n splitsing in één keer is gebeurd, zijn de problemen meestal te overzien. Moeilijker wordt het wanneer er in de loop van de jaren voortdurend verdere wijzigingen zijn aangebracht: de vorige afbakening verdwijnt dan immers, en het wordt onmogelijk de geschiedenis van een huidig perceel te reconstrueren.
Onze 19de-eeuwse voorouders zagen dit al snel in, en bedachten de 'Esquisses d'arpentage', landmeetkundige schetsen: met de hand gemaakte, meestal ingekleurde tekeningetjes van de nieuwe situatie. Bij een eenvoudige opsplitsing waren die niet veel groter dan een postzegel. Soms werden er vijf, zes op een blad papier bijeengezet, soms stonden ze afzonderlijk op een los velletje. De gevolgen laten zich raden: die velletjes vielen al eens uit de verzamelmap, en verouderde versies werden "opgeruimd" ...
Het resultaat is teleurstellend. Aan zowat een halve eeuw esquisses houdt ons Stadsarchief een hooguit twee centimeter dikke map over, en enig systeem of klassering is daar niet in te vinden. Wie er toch in slaagt de 19de-eeuwse geschiedenis van zijn huis te reconstrueren, heeft dus doodgewoon geluk gehad. (Freddy Pille)
|