MODERN KADASTER
Elke oudere Eeklonaar zal het beamen: onze stad is de laatste halve eeuw zowat volledig omgeploegd, en zelfs maar een paar decennia "oude" constructies hebben al plaats moeten ruimen voor nog nieuwer glas en beton. Dat alles bijhouden en in kaart brengen is zonder meer een sisyfusarbeid, in die mate zelfs dat een gedetailleerde kadasterkaart hooguit tien jaar meegaat.
Het spreekt vanzelf dat deze kaarten van onschatbaar belang zijn voor de geschiedenis van de stad. Niettemin is dit besef pas goed doorgedrongen toen het SAE en de dienst Ruimtelijke Ordening in 2006 in het stadskantoor buren werden en dus gemakkelijk info konden uitwisselen.
De gevolgen van die vele jaren nonchalance zijn zonder meer dramatisch: tussen de Popp-kaarten van omstreeks 1860 en de moderne versie van ca. 1990 is zo goed als niets bewaard gebleven. In de 19de eeuw werd elke wijziging van een perceelgrens nog vastgelegd in een kleine tekening. Deze collectie "Esquisses” of “Croquis d'arpentage" zouden de verdwenen kaarten min of meer kunnen vervangen, ware het niet dat zeker drievierde ervan mettertijd ook is weggegooid ... Op die manier verdwenen ook heel wat vroegere perceelgrenzen definitief uit beeld.
En het kan nog erger: de eigenaarsregisters (leggers) van de periode 1800-1860 zijn op een paar flarden na ook in de papiermolen terecht gekomen, zodat de geschiedenis van heel wat percelen in de stad bijna een halve eeuw lang één grote vlek is. Sinds in de jaren zeventig van de vorige eeuw ook de kostbare collectie bouwaanvragen grotendeels in rook opging, staan de lokale historici wat de kavelgeschiedenis betreft in veel gevallen voor een muur.
Ons Stadsarchief beschikt gelukkig over de “Belgische” kadasterboeken, die grosso modo de periode 1845-1914 beslaan: kadaster was toen namelijk een bevoegdheid van de gemeenten. Nadien kwam de administratie ervan in handen van een overheidsdienst, die gelukkig ook in Eeklo een kantoor had, waar gegevens opgevraagd konden worden.
Dat de kadasteradministratie nu per provincie op één plaats gecentraliseerd is (in ons geval in Deinze), maakt de vooruitzichten er niet rooskleuriger op. Door de stortvloed van wijzigingen heeft het personeel helemaal geen tijd om de oudere structuren op een toegankelijke manier te ordenen en bij te houden.
Om het met een boutade te zeggen: als in een Eekloos pand het skelet van een vermoorde persoon opgegraven wordt, zal de administratie in heel wat gevallen niet kunnen uitmaken wie er destijds op dat adres woonde!
(Freddy Pille)
|