Ann Wauters exposeert in Tremelo in Huize De Veuster. Veldritkunst. Veldrijders uit Tremelo (Sven Nijs, Niels Albert en Vincent Baestaens) worden door haar in enkele lijnen geportretteerd. Ik weet niet hoe ik de werken moet benoemen: in enkele lijnen schetst ze het onderwerp, toch zijn het geen karikaturen, ze gebruikt kleur om haar tekening meer kracht te geven en met die soberheid van materiaal (lijn en kleur) legt ze de beleving vast van vb. de overwinning. Wat haar in mijn ogen zo groots maakt: getroffen door CVS is ze rechts verlamd, zit ze al jaren in een rolstoel en heeft ze zich links leren behelpen en tekenen. In deze tentoonstellingsruimte heeft ze tekeningen samen gebracht rond renners. Mannen die mobiel zijn, die overwinningen behalen terwijl ze zelf vastzit aan haar rolstoel en je wordt blij als je haar werken ziet. Het is alsof een kinderlijke verrukking je meevoert naar de sportwereld.
De opening was een leuke bedoening. Niels Albert en Vincent Baestaens waren aanwezig: twee grote, pezige jongens uit het Hageland. Met zon lijf rij je dus naar de overwinning.
We waren ook met enkele mensen van Gesigneerd. In een aansluitende ruimte hingen enkele werken van Kumbe.
Je kan de werken gaan bezichtigen van 23/03 tot 1/04/2012 in de polyvalente zaal van Huize De Veuster , P. Damiaanstraat 33b te 3120 Tremelo, van 14 tot 18 uur.
.
.
.
.
.
jammer van de weerspiegeling, maar het werk straalt van levensvreugde
enkele werken van Kumbe
28-03-2012
De lichtwake II
Het is muisstil geworden. De fakkeldragers hebben hun plaats ingenomen. Een tekst wordt voorgelezen van een klas van het vierde leerjaar uit een andere school in Heverlee. Heel mooi verwoord. Even wordt uitgelegd wat er gaat gebeuren. Dan wordt de grote klok geluid gedurende drie kwartier, zolang de wake duurt.
De ouders komen op de pui van het stadhuis staan. Eén voor één worden de fotos van de overleden kinderen van de rouwkamer in het stadhuis naar de Sint-Pieterskerk gebracht. De familie volgt de foto: ze begeleiden hun kinderen, hun man naar de plaats waar morgen de rouwdienst zal plaats vinden. De vele lichtjes maken de zwaarte wat adembaar. De ouders vertrekken daarna vergezeld van de fakkeldragers. Het dranghekken wordt opengesteld en de aanwezigen kunnen hun kaarsje voor de ingang van de kerk neerzetten: vele kleine lichtjes tegen de donkerte van de avond. Ondanks dat er een massa volk een kaarsje wil neerzetten is er geen gedrum. Alles verloopt sereen, niemand heeft haast: de tijd staat even stil.
Ik draai me terug richting groep en ontdek K., haar kinderen dansen ook in het danscentrum. Ze katapulteert me naar de tijd van Arne op de lagere school: ze waren onafscheidelijk. Ineens breekt mijn weerstand, we omarmen elkaar. Door mijn tranen heen probeer ik te zeggen dat haar zien ook Arne oproept. Ze stelt me voor aan haar man. We praten wat over Arne en toen. Hoe ook zij nog moet denken aan die prachtige jaren samen met Arne. Ik ontdek een volwassen vrouw, erg begaan, meelevend. Het is troostend even met haar te kunnen praten.
Daarna ga ik op zoek naar de groep. Wanneer ik Aike zie kan ik mijn tranen niet meer tegen houden. We huilen in mekaars armen. Mooi hoe degenen die haar omringen zich even terugtrekken om ons de kans te geven even de intimiteit van moeder en dochter te kunnen beleven.
Daarna in omgekeerde richting terug naar de dansschool. De kinderen lopen er nu wat opgewekter bij, de ouderen blijven stil. Straten door, ook de doorploegde straten, ring over, het danscentrum binnen. Carlo warmt chocomelk op. Iemand maakt de pakken met wafels open. Blijkbaar heeft iedereen toch trek. Mooi, hoe een groep bij elkaar warmte kan vinden door samen iets heel eenvoudigs te doen als een wafel eten of een beker chocomelk te drinken.
Ik neem afscheid van Aike en Carlo. Voor hen is het nog een weg te gaan: morgen de afscheidsdienst in de kerk en zaterdag de uitvaartdienst van meester Frank. Ik hoop dat ze nog genoeg draagkracht hebben want beiden zijn doodmoe.
27-03-2012
De lichtwake I
Woensdag wordt in Leuven centrum een lichtwake gehouden voor de kinderen uit Heverlee. Bedoeling is dat een niet-kerkelijke afscheidsviering aangeboden wordt voor de verschillende jeugdverenigingen en groepen waarin de overleden kinderen actief waren. De groepen worden gevraagd een delegatie te sturen voor de fakkeltocht.
Het danscentrum organiseert een gedenktocht vanuit het danscentrum naar Leuven. Politie en gemeenschapswachten zullen begeleiden.
Danscentrum Aike Raes
vzw
13-03-2012
Steunbetuiging
Gedenktocht woensdag 21 maart om 18u
Beste dansers en ouders,
Woensdagavond wordt er een lichtwake georganiseerd op de Grote Markt voor alle jeugdbewegingen waar slachtoffers van het busongeval bij aangesloten waren. Omdat wij van vele mensen de vraag krijgen hoe we als groep afscheid kunnen nemen, organiseren we vanuit het Danscentrum een gedenktocht en sluiten we aan bij de lichtwake op de Grote Markt.
Afscheid nemen werkt helend, zeker als we dit in groep kunnen doen. Ook kunnen we op die manier aan de betrokken families verbonden aan de dansschool laten zien dat we hen willen steunen.
Woensdagavond om 17u45 verzamelen we aan het Danscentrum. Om 18u wandelen we met zijn allen naar de Grote Markt (de aanvraag is binnen bij de politie; we wachten nog op de officiële toestemming maar sturen intussen deze mail al uit). Daar zijn kaarsjes voorzien om uit te delen. Rond 19u15 wordt er een erehaag gevormd van het stadhuis tot de St. Pieterskerk en zullen de fotos van alle overledenen overgebracht worden van het stadhuis naar de kerk. We volgen dit ritueel, daarna wandelen we in groep terug naar het Danscentrum. Wie dat wil, kan hier dan nog even bijpraten en bekomen.
We vragen aan iedereen die met ons meegaat om een gekleurde bloem op te spelden, in het haar te steken, mee te nemen (een echte bloem, een geknutselde bloem ) om een gevoel van verbondenheid te creëren. Sarah, het danseresje van wie we afscheid moeten nemen, werd door de kinderen in haar groep onder meer genoemd als het lachende meisje dat altijd een gekleurde bloem in haar haar had.
Deze bloemen zijn ook voor meester Frank, echtgenoot van Kirsten, vader van dansertjes Antje en Dauwke en van broer Hannes, ...
Deze bloemen zijn ook voor Sebastian, broer van Helena, zoon van Edward en Ann, een jongen met zoveel talent...
Mogen wij u vragen om zoveel mogelijk met de fiets naar de dansschool te komen om verkeersoverlast in de buurt te vermijden. We verzamelen achteraan op de parking.
Vanaf 18 uur sluiten we de dansschool zodat alle betrokken dansers en lesgevers kunnen aansluiten bij de gedenktocht.
Belangrijk! Momenteel zijn er nog 2 opties: of we krijgen toestemming van de politie om in groep naar de Grote Markt te wandelen of we krijgen geen toestemming. Deze mail gaat ervan uit dat we die toestemming krijgen maar check zeker onze website enkele uren voor de optocht om hierover zekerheid te hebben. Indien we geen toestemming krijgen, zullen we een alternatief formuleren via onze website.
Tegen vier uur parkeer ik mijn wagen aan het danscentrum, goed op tijd, maar ik wil nog een boodschap doen in de omgeving. Nog iets eten en daarna zal het ongeveer tijd zijn om te vertrekken.
Het weer is prachtig. Ik kan er moeilijk blij om zijn, er zit zoveel triestheid in mij. Ook bij de begrafenis van Arne, bijna dag op dag 13 jaren terug, was er een stralende zon. Kinderen kan je toch niet begraven bij zoveel prachtig licht. Het verwijst naar lente, leven, toekomst. Maar ook bij somber weer begraaf je geen kinderen. Kinderen hebben recht op leven. Deze kinderen reden naar huis maar ontmoeten de dood.
Wanneer het sein gegeven word om te vertrekken zijn we met een honderdtal. Het is een gemengd gezelschap. De jongste is waarschijnlijk een tandenwisselend meisje. Nee, een jongetje lijkt me jonger. Met mijn bijna zeventig zal ik zal wel de oudste zijn. Er zijn dansers (jongens en meisjes), docenten, mamas, papas. Iedereen heeft een bloem opgespeld, in het haar gestoken, in de rugzak gestopt ontroerend hoe die slungels van pubers die ik soms vol overgave zie street-dancen, nu verstild samen wandelen met een bloem in hun hand.
Men stapt flink door of is het omdat ik ouder wordt dat ik het ritme als snel ervaar. De politie leidt ons, eens de ring overgestoken, langs binnenstraatjes waar nauwelijks autos komen. We komen langs de achterkant van een gebouw waar ik nog gewerkt heb. Een straat ligt opengebroken voor rioleringswerken. Ik heb moeite om het ritme te volgen op die hobbelige straat. Plots moet ik denken aan de dodenmarsen in Duitsland naar het einde van de oorlog toe: wie niet kon volgen werd afgemaakt.
Wanneer we vanuit de Parijsstraat rechtsaf willen naar het centrum moeten we even wachten: een scoutsgroep trekt voor ons dezelfde richting uit. Op de Grote markt aangekomen sluiten we ons aan bij de mensen die al staan te wachten. We krijgen een theelichtje aangeboden, dat zal straks aangestoken worden bij de wake.
Aike vertrekt met enkele dansers en docenten naar de achterkant van de kerk voor de deelname van het danscentrum aan de fakkeltocht. Televisiemensen maken opnamen, nemen interviews af. Ook mij wordt gevraagd waarom ik deelneem aan deze wake. Ik formuleer mijn medeleven met de betrokkenen maar ook mijn protest tegen de kinderen die omkomen door geweld in de wereld. Dat zal een half uur later al uitgezonden worden in het zevenuur journaal van de VRT.
De Grote Markt in Leuven is wel een speciale plaats. Rechts van mij het stadhuis, links de grote Sint-Pieterskerk, daartussen 20 meter? Kerk en Staat die hun machten tegen elkaar op ontplooien. Ik kijk uit op een ander speciaal gebouw: tot voor enkele jaren was daarin de Nationale bank gevestigd. Ik heb nooit zo goed ervaren als nu hoe die machten een systeem opbouwden waarin je als individu als het ware verdwijnt, letterlijk. Waren die overdonderende gebouwen echt nodig om functioneel te zijn? Nu kost het onderhoud van die gebouwen meer dan de meesten lief is. Moeten we die culturele erfenis of liever die machtserfenis blijven meezeulen? Natuurlijk bombardeer je geen gotisch gebouw naar de bliksem maar moeten alle megalomane gebouwen blijven voortbestaan?
Dan verschijnen de fakkeldragers en draagsters, vooral de scouts zijn vertegenwoordigd. Even voel ik een rilling langs mijn rug lopen ik denk aan die andere fakkeltochten van zeventig, tachtig jaren terug, die wilden macht veroveren. Hier wil dat licht dierbaren herdenken, onmacht uitdrukken.
Stilte daalt over het plein, de wake zal zo dadelijk beginnen.
26-03-2012
Weer vijf dagen later
De morgen legt zich stralend over de velden. Vogels maken luidruchtig hun opwachting. Het gaat een lentedag worden vol licht, leven, openheid, uitkijken naar morgen Niets kan het groeien tegenhouden.
Ondertussen vermeldt het nieuws dat de voorbereidingen klaar zijn voor de begrafenis van de Lommelse kinderen.
Net of een immense droefheid om me heen hangt. Niet alleen het drama van de Lommelse kinderen, de kinderen van Heverlee, de begeleidende volwassenen raken me, beelden van Beslan, Vietnam, Afrika, Bopal, Gaza, Irak, Toulouse het is een eindeloze litanie van geweld waarin kinderen verdwijnen omdat ze toevallig op de verkeerde plaats staan. We hoeven het nieuws maar op te zetten of de beelden stromen zo maar onze leefwereld binnen. Ik wen er niet aan, maar wellicht went niemand eraan, probeer je je alleen maar af te schermen voor zon realiteit om niet in totale wanhoop te vervallen.
Dan zie ik de rabarber dag na dag groeien. Rabarber is een dankbare plant om de groei op te volgen. Je kan bijna fysiek meevoelen hoe hij uit de aarde kruipt, zijn kwetsbare bladeren ontplooit en dan stap voor stap groot en sterk wordt. Alleen, dit jaar heb ik het bijzonder moeilijk. Vragen stellen helpt niet, maar toch, waarom mag zon stomme plant wel groeien en terwijl zoveel kinderen omkomen door geweld, door iets dat niet hoeft, dat alleen voortspruit uit een dolgedraaid hoofd van iemand die overtuigd is dat hij het grote gelijk of een god aan zijn kant heeft?
Hoe kunnen we als mensheid hoopvol verder leven als we beseffen dat er zoveel verdriet en stilte in mensenharten leeft omdat gerouwd wordt om gevolgen van beslissingen die elders worden genomen, ver weg van de krijgsverrichtingen. Ik ben naïef: waarom die vechtersbazen niet naar een arena sturen en ze daar hun grote gelijk laten verdedigen tot de dood toe? Ze mogen nadien postuum gedecoreerd worden om hun dapperheid. Terwijl de gevechten plaatsvinden becommentarieerd door radio en televisie (als sportwedstrijden, zijn sportevenementen geen plaatsvervangende oorlogvoering?) kunnen dan elders in alle ernst de problemen die er zijn door woorden opgelost worden: sluit de onderhandelaars op met een gevangenisregime en maak een schouw waar witte rook door kan als de oplossing er is.
Ik weet het, zo simpel ligt het niet. Moet ik er me dan bij neerleggen dat kinderen zo maar uit dit leven weggeschoten worden? Tot mijn laatste verfstreep zal ik mijn neen uitschreeuwen, rouwen, twijfel toelaten, proberen de moed te vinden om in woorden tegen het er is niets aan te doen in te gaan, ook al word je daar soms door geïsoleerd. Ik kan niet verder leven alsof er niets gebeurt en me nestelen in onze welvaartsmaatschappij. Elke mens is een medemens, ook al ontstaan in het samenleven wrijvingen, problemen. Maar laten we er dan over praten
25-03-2012
De samenkomst
De kleindochter van G. van de tekenklas heeft het niet overleefd. Wanneer Jan, de tekenleraar dit meedeelt, wordt het plots muisstil. Iedereen wil het van zich afschuiven, dit kan toch niet. De kleindochter waar G. zo fier op was met de vele verhalen van haar levenslust, pienterheid, haar blij lachen.
Er wordt vanavond een samenkomst georganiseerd zodat vrienden, buren kans krijgen om de familie hun medeleven te betonen.
Ik had het al via een andere weg vernomen. De zwaarte in mijn lichaam groeit. Ik ben moe van het verdriet van andere mensen, moe van mijn eigen verdriet, weet het verschil tussen die twee niet meer.
In de les maak ik een collage. Een groot wit blad had ik thuis al opgespannen. Nu spat ik er ecoline over en met een haardroger versnel ik het drogen en kan meteen ook de vlekvorming wat beïnvloeden. Het spatten ontlaadt me. Het optreden in de dansschool wordt aangekondigd door o.a. een vurig-rode affiche met zwarte opbouw. De droom van verschillende dansertjes daar ligt nu aan diggelen. Ik heb er een meegenomen voor de collage. Ik scheur er stukken van. Het geluid van het scheuren geeft vorm aan mijn voelen. Bij het nadenken over de collage wou ik iets met klaprozen doen. Een heel uitdagende maar zo kwetsbare bloem zoals de kinderen op de bus, zoals elke mens.
Het wordt geen papaverveld, ik wil het abstracter houden. Rode verscheurde vlekken. Dan neem ik een grote borstel en witte sterk verdunde acryl verf laat ik aflopen en over het geheel spatten zodat het net is of het regent, tranen uit de hemel. Ten slotte wil ik de chaos en geladenheid van gevoelens oproepen met lijnen in houtskool.
Het is een werk dat therapeutische waarde heeft voor mij, maar ik krijg zin om het verder uit te werken, geprononceerder, met meer durf, op doek. Een schreeuw van onmacht.
Karel gaat mee naar de herdenking. We zijn bij de eersten, daardoor hebben we even de tijd om met G. te praten.
De zaal is erg verzorgd, dat voelt troostend aan. Een diaprojectie met wat zachte muziek roept het leven van het meisje op. Een gedenkboek waarin je iets kan schrijven ligt op een tafel, omringt door een foto waarin de kleindochter het leven uit straalt. Vreselijk om beseffen dat dit kind nu weg is, dat er zoveel gemis in de plaats komt. Ik leg er mijn envelop bij: een zelfgemaakt kaartje met woorden die ik meen uit het diepst van mijn hart.
Uiteindelijk zijn we met een achttal mensen van de tekenacademie rond een tafel gaan zitten. Er kan iets gedronken worden. Ondertussen staan de mensen al tot buiten aan te schuiven. Een kleine dorpsgemeenschap heeft het voordeel (soms ook een nadeel) dat iedereen iedereen kent. Ondertussen worden er ballonnen opgeblazen, die zullen straks de lucht ingestuurd worden als een vaarwel van deze groep.
We wachten niet tot dit laatste moment. Ik ben ontzettend moe, veel zin om te huilen. Stil verlaten we via een zijdeur het lokaal.
Woensdag en donderdag worden de kinderen begraven en dan, wanneer de nieuwswaarde wegzakt, het onderzoek overgaat in een verzekeringsovereenkomst, de buitenwereld de nagelaten lege plaats wat vergeet, dan komt voor de dicht betrokkenen de grote stilte waarin ze de lange weg van rouwen moeten gaan. Ik kan hen alleen heel veel sterkte toewensen, want dat zullen ze nodig hebben.
24-03-2012
Weer vijf dagen later
Ik schrijf dit op 16.03.12, een dag van nationale rouw, een dag van 1 minuut stilte om 11 uur, een dag van lenteweer.
Overal gaan de gesprekken over Sierre. Ontzettend wat een wonde deze kinderen nalaten in een gemeenschap. Iemand kent een oma die haar kleindochter verliest in het busongeluk, iemand anders was goed bevriend met, ik luister naar het verhaal van mijn dochter Naast het meeleven met de ouders, broertjes en zusjes, omas en opas gaat het ook over ons eigen ervaring van rouwen. Verhalen worden elkaar meegedeeld die wellicht anders niet aan bod zouden komen. Hoeveel leven dat nog zoveel toekomst had is niet plots afgesloten door ziekte, ongeluk, zelfdoding.
Ik voel me vol opstandigheid stromen. Kinderen zouden niet mogen sterven. Ik kan het niet horen dat er ergens een god te voorschijn gehaald wordt, die liefheeft, rechtvaardig is, die zijn lievelingen bij zich roept. Wie durft zon woorden uit te spreken? Dit zijn de godsbeelden die ik als kind aangeboden kreeg. Het was zo onverzoenbaar met elkaar. Enerzijds die reus van een vader die huilde toen het zusje van een paar maanden oud stierf, anderzijds het bidprentje met: God gaf het ons, God nam het ons, Gods name zij geprezen. Waarschijnlijk zullen ze in de kerkelijke diensten nu wel andere woorden gebruiken, maar het Onze Vader en daarin uw wil geschiede blijft overeind. Toen mijn eerste man begraven werd trof me dat als een bliksem. Wat Gods wil dat hij naar het water ging en twee kinderen zomaar achterliet? Hoe zou ik zon woorden kunnen uitspreken bij de dood van mijn zoon? Ik wil die woorden niet meer horen, het is een belasteren van de mens.
Ik zou willen schreeuwen, die hemel van goden, engelen en heiligen naar beneden halen en ter verantwoording roepen: waar was je toen het onmogelijke gebeurde? Als beperkte moeder zou ik een kind dat hulp vraagt helpen, waarom die almachtige god niet? Welke smoes moet die god verzinnen om te durven zeggen dat hij het beste met me voor heeft? Ik wil niet meer in zijn aandacht staan, ik kan het even goed zonder een god in de hemel, ik verkies een medemens hier op aarde.
Ik trek naar buiten, de lente in. De rabarber is weer gegroeid. Maar ik ben te opstandig om ervan te genieten, ik zou willen dat alles stopt met groeien, dat de tijd blijft stilstaan.
Maar de tijd blijft niet stilstaan, de rabarber kan niet anders dan de eigen wetmatigheid van groeien volgen. Ik neem een foto. Mooi toch hoe die stengels zich ontplooien, tegen alle natuurverschijnselen van kou en regen in. Mijn opstandigheid zakt weg, ik verzoen me met de lente, het groeien er zal een morgen komen.
23-03-2012
Het protest
Naarmate het geleefde leven opgenomen wordt in het bewustzijn kan men zijn plaats bepalen in het geheel. Wie probeert zo bewust mogelijk te leven zal het steeds moeilijker vinden om te blijven drijven op de stroom van het gevestigde denken en voelen .
Meer en meer komen vrouwen als groep in beweging. Ze tonen zich aan de buitenwereld in hun opstandigheid, in hun neen. Voor mij heeft een vrouwengroep die protesteert een enorme kracht. Zij brengen zeer concrete situaties aan bod: meestal gaat het over verdwijnen of de dood van hun kinderen.
Vroeger waren de piëtas in trek, een kerkelijke voorbeeld van de vrouw ontworpen door mannenogen: de moeder gebroken door smart. Waar vind je in die kerk het beeld van de opstandige vrouw die neen zegt tegen het uithongeren of uitmoorden van haar kinderen?
Ik probeerde het beeld van die opstandige vrouwen te vatten in wat ze meedroegen in hun protest: vaak fotos van hun dode kinderen.
22-03-2012
Het gesprek
Ervaringen kunnen in een gesprek verwoord worden en zo tot bewustzijn komen. Gevoelens, reacties, gedachten worden voorzichtig afgetast en zo eerlijk mogelijk verwoord. Wie de moed heeft schaamte, vooroordelen, maatschappelijke verwachtingen op zij te zetten kan dieper doordringen tot werkelijkheid.
Daarop is het principe van praatgroepen gebaseerd: mensen komen samen om over hun beleven te praten. Daardoor krijgt men ruimte om dieper door te dringen tot het eigen ervaren. Dat werkt bevrijdend. Door met elkaar te praten krijgt men woorden aangeboden om het onbespreekbare te formuleren, vb. seksueel misbruik. Je leert een taboe te benoemen, het in woorden te omschrijven, een eerste stap om het te doorbreken.
Wanneer men in zon gesprek doordringt tot de maatschappelijke voorwaarden van een gebeuren kan dit een steun betekenen om zichzelf als slachtoffer te situeren. Ik denk hier aan de Dwaze moeders in Argentinië, de gijzeling in Beslan en kan van daaruit een aanklacht geboren worden.
21-03-2012
Passie als lijden
Leven bestaat niet alleen uit extatische momenten. Elk passioneel beleven wisselt af met terugkeer naar de begrensde realiteit. Soms is die terugkeer een lange zucht van voldoening en met veel energie ga je weer aan het werk. Wie kent niet de stimulerende werking van een boeiende tentoonstelling: je vingers tintelen om zelf aan het werk te gaan.
Niet altijd is de terugkeer naar de realiteit zo succesvol. Wie kent niet de verscheurende pijn van afscheid nemen van mensen die je lief zijn. Je werkt om een bepaald resultaat te behalen maar moet de mislukking incasseren.
Verbrokkeld ben je en hoe krijg je jezelf weer tot eenheid?
Het hangt natuurlijk samen met je temperament. Maar wie heeft als jongere niet het verlangen om het leven te veroveren: je zal het anders en beter doen dan je ouders, een schitterende toekomst wacht op je. De realiteit verschilt wel enigszins van de dromen. Stilaan leer je dat vurige, levensveroverende ervaringen afwisselen met confrontatie met je eigen beperktheid en die van de omgeving. Je overschrijdt grenzen, experimenteert. Je laat je verleiden door wat zich op je weg aanbiedt, volgt een weg die wellicht niet tot het beoogde doel leidt. Je beleeft de verrukking van een geheime relatie, probeert alcohol of andere drugs uit, geniet van intense gesprekken tot diep in de nacht. Je voelt het leven tot in elke vezel van je lijf en tot in de oneindigheid van het heelal. Althans, dat denk je.
Ouder wordend verlies je nochtans het vermogen tot passioneel leven niet. Maar de passie vindt een weg die beter ingekaderd ligt in de samenleving. Een avond muziek luisteren vervangt wellicht de heroïsche discussie van vroeger, je laat je meenemen door de thematiek of de kleuren van een expositie, het verlangen naar kinderen wordt omgezet in vader- of moederen en de vervulling die zich aanbiedt.
Telkens weer ga je in op het grijpende van de passie, of het nu om een conflict gaat of een relatie waarin je je tot in het diepste van je wezen voelt aangesproken. Je laat je grijpen en op die momenten besef je dat je leeft, dat je graag leeft.
19-03-2012
Het boek
Een volgende fase in de ontwikkeling van het bewustzijn is de studietijd. In onze samenleving zijn we er vroeg bij: vanaf 2,5 jaar kunnen de kinderen al terecht in een school. Leren lezen, schrijven en rekenen is de hoofdopdracht van het lager onderwijs. Daarna kunnen ze het middelbaar onderwijs in en zich voorbereiden voor een verdere studie of op de intrede in de arbeidsmarkt om als zelfstandige mensen in hun levensonderhoud te voorzien.
Wie leert lezen en schrijven krijgt een geschenk dat niet genoeg kan gewaardeerd worden: de ganse wereld komt op je af. Zeker nu met het internet.
Automatisch komen boeken als beeld aanzetten. Boeken zijn in onze maatschappij een evidentie. Maar probeer maar eens een wereld zonder boeken, kranten, reclame voor te stellen.
Mijn schooltijd ligt al vele jaren achter me. Maar mijn dagboek is me bijgebleven, ook een boek. Daar schreef ik mijn dagelijkse wel en wee in. Grootse dingen waren het niet: wat was er te beleven tussen de vier muren van een pensionaat van een halve eeuw terug.Wat ik pas later besefte: ik leerde door dit dagboek schrijven, iets over mezelf verwoorden. Het gaf me de kans om andere woorden uit te proberen dan de devotionele uitspraken van de opvoedsters. Indien ik het nu zou teruglezen zou ik waarschijnlijk heel duidelijk de puber van die tijd herkennen, opgesloten in een gedachtewereld die gekenmerkt was door de naoorlogse tijd. Ik zou het echte leven nog moeten confronteren om los te raken uit die beslotenheid die me toen als verstikkend overkwam, zonder dat ik dat verder kon duiden. Maar de ontdekking dat ik kon schrijven, los van het voorgekauwde gedachtegoed van die tijd, hield me overeind: ik was iemand, had een eigenheid.
Ik lees graag dagboeken. Er zijn erg gekende dagboeken in de literatuur, denk maar aan dat van Anne Frank. Een tijdje geleden ontdekte ik in het Spit (een tweedehandswinkel) een ander dagboek, een soort tegenhanger van dat van Anne Frank: het dagboek van Zlato Filipovic, een meisje van elf wanneer de oorlog in Sarajevo begint.
Virginie Loveling liet ook een dagboek na met aangrijpende verslagen hoe WOI ingrijpt in het concrete leven van een Gentse vrouw en schrijfster. En boven alles staat het dagboek van Victor Klempener, een Joodse taalkundige gehuwd met een Duitse vrouw. Hij probeert het leven van alledag, van de gewone man en vrouw in de straat te beschrijven tijdens WOII in Dresden. Hij zet zijn dagboek later voort, maar bereikt niet meer de beklemming van zijn oorlogsdagboek. Hij wordt een verbitterd man die ook zijn droom over het communisme ziet ten onder gaan.
Aanvankelijk denk ik ook iets te doen met woorden. Daarom dat ik bij het ontwerp met krantenpapier werk: letters vormen woorden, worden verhalen, zeggen leven uit. Later laat ik dit idee echter rusten. Wellicht ooit een andere keer wanneer woorden me weer eens overvallen.
18-03-2012
Uit de symbiose met de moeder
Iedereen is geboren uit een vrouw, tot nu toe een vaststaande zekerheid. In een intense symbiose met het lichaam van de moeder ontwikkelt zich gedurende negen maanden vanuit een zaadcel en een eicel het wonder van een mens. Bij de geboorte wordt het kind een wereld in geduwd die al of niet voldoet aan de vele noden van een totaal afhankelijk wezen. Wellicht zijn er warme zorgzame armen die een kind opvangen, moeder, vader, familie hopelijk allemaal mensen die blij zijn met de komst van het kind. Zij krijgen als taak het kind tot volwassenheid te laten groeien; het kind krijgt als opdracht uit de beveiliging van het aangeboden nest weg te trekken en een eigen plaats in de wereld te veroveren. Geen gemakkelijke opgave, noch voor het kind, noch voor de volwassenen, daarvoor hoef je maar te luisteren naar de vele levensverhalen
Aanvankelijk leert het kind de wereld interpreteren volgens de opvattingen van de ouders. Het kind imiteert zijn ouders, wat vaak tot ontroerende taferelen leidt. Het leert de wereld in woorden vatten volgens het interpretatiemodel van de omgeving. Zo zal de wereld van een kind in een zeer gelovig milieu anders geformuleerd worden dan van een kind uit een atheïstisch milieu, de wereld van een stadskind verschilt grondig van de wereld van een kind uit een agrarische dorpsgemeenschap.
Stilaan krijgt het kind vertrouwen in zichzelf: het leert lopen, zonder begeleiding op een trap klimmen, het leert zwemmen, met mes en vork eten. Terwijl het groeit, handelt, ervaringen opdoet en verwerkt vormen zich patronen in het voelen, denken, handelen. Door confrontatie met de wereld rond zich wordt het kind stilaan bewust van zijn eigenheid. Er ontstaat een eigen, innerlijke wereld en een buitenwereld, waartoe ook die van de moeder, de ouderlijke omgeving, de vertrouwde wereld van het kind-zijn behoort. Die buitenwereld als niet-eigen ervaren is vaak een pijnlijke confrontatie. Het zet een vorm van rouwproces in gang: het verlies van een afhankelijk bestaan. Ieder kan met zijn persoonlijke herinneringen die losmaking illustreren. De gevoelens van verdriet, vreugde, woede, angst, opstandigheid die de weg van zelfstandig worden markeren blijven vaak duidelijk hangen in het geheugen. Het plotse opkomend besef gescheiden te bestaan van je ouders laat vaak een diepe indruk na. In problematische situaties wordt dit erg duidelijk. Kinderen die slachtoffer werden van seksueel misbruik beseffen vaak niet dat er iets gebeurde dat niet mocht. Ze ondergingen het misbruik als iets dat er bij hoorde. Pas later zullen ze tot het besef komen dat ze slachtoffer werden van misbruik.
Hoe zet je die soort bedenkingen om in iets visueels, in een tekening, een doek? Ik wou vooral de kwetsbaarheid van een kind weergeven, hoe het vanuit die kwetsbaarheid een zelfstandig bestaan moet veroveren. Tot het beeld van een kinderhemdje opkwam. Dat kon vrij abstract verwerkt worden. Van daaruit vertrok ik: mijn eerste ontwerp kreeg vorm.
17-03-2012
De zes momenten
In mijn schetsboek beschrijf ik een eerste ontwerp van de zesdelige serie over het vrouwelijke bewust worden in woorden. Wat vage lijnen tonen aan dat het uiteindelijk om lijnen en kleuren zal gaan.
1.Uit de symbiose met de moeder. Hoe vaak heb ik al vrouwen ontmoet die een enorm gevecht leveren om op een zelfstandige wijze te mogen bestaan los van de moeder. Reeds als kind kan die relatie getekend worden door een vorm van wederzijdse emotionele afhankelijkheid. Tot opeens iets gebeurt en de bewustwording doordringt dat je moeder buiten je om bestaat of dat jezelf een leven verkiest los van je moeder.
2.Het (dag)boek.Je leert lezen en schrijven en het boek doet zijn intrede in de kinderwereld en zal de rest van je leven je vergezellen. In een dagboek leer je zelf schrijven in een zoektocht naar jezelf.
3.Passie als gerepenheid. Het leven zelf zal je het meeste aanleveren om je zelf te realiseren, om bewust te worden van je innerlijke en uiterlijke wereld. Door de passie voor het leven ga je grenzen overschrijden die je als brave dochter, aangepaste vrouw niet direct zou nemen.
4.Passie als lijden. Hoe extatisch een ervaren ook is, telkens moet je terugkeren binnen de beperking van het concrete bestaan. Versplinterd probeer je jezelf weer tot heelheid te brengen.
5.Het gesprek. Wanneer je met de ander in een echt gesprek kan treden geef je woorden aan je ervaren , leer je het plaatsen in de stroom van leven.
6.Het protest. Vanuit de bewustwording die woorden veroorzaken kan protest groeien, het neen van de vrouw. Vaak geven vrouwen vorm aan dat protest met pancartes, spandoeken met vb. de foto van hun vermoord kind op, die ze solidair met elkaar in optocht dragen.