Vanavond start het optreden. Zouden Aike en Carlo geslapen hebben? Aike zal waarschijnlijk alle resterende problemen nog eens doorgemaald hebben: hoe dit oplossen, daar moet nog iets veranderen, wie zorgt voor
? Carlo zal wellicht zijn logistieke problemen onder controle hebben, maar kan hij de financiële kant met een gerust gemoed benaderen? Zon optreden is een enorme investering. Ik probeer er niet aan te denken. Ik kan toch niets doen in hun plaats en als moeder moet ik bedenken dat ze de klappen van de zweep-van-het-optreden kennen en er mee weten om te gaan.
Als toeschouwer geniet je van de glamour, het dansen, het enthousiasme van de kinderen, achter de schermen gaat het er soms wel anders aan toe. Maar de vele vrijwillige handen zullen het geheel wel draaiende houden en ik ga er als toeschouwer heen.
Donderdag is er een algemene repetitie, daarin worden de laatste onnauwkeurigheden verbeterd.
Elke vertoning wil ik bijwonen, enerzijds wat bang dat er toch iets zal mislopen, anderzijds genieten van de show en fier zijn op mijn dochter en schoonzoon dat ze het weer klaar gekregen hebben. Ik weet, na elke vertoning zal Aike nog wel punten vinden waaraan dient gewerkt. Achteraan de tribune, naast de technicus van het licht zit ze als een strenge juf notities te maken met haar opmerkingen, die ze dan voor het begin van de volgende opvoering bespreekt. Als toeschouwer merk je nauwelijks iets van die tekortkomingen. Maar ze zal de dansers ook waarderen en aanmoedigen om het nog beter te doen.
Ik voel me zelf een beetje stressie (is het woord dat ik soms hoor vallen in het danscentrum). Ik ga op tijd naar de sporthal, dan kan ik eens rondlopen, met de mensen wat babbelen, me laten inspireren voor dit verslag, fotos maken voor mezelf en mijn blog
en even poolshoogte nemen of Aike en Carlo het overleven. Vorige dagen hadden we nog regelmatig telefonisch contact: kaarten bestellen voor vrienden, een vraag of ik een bepaalde boodschap wou doen
Nu is het telefoonstilte tussen ons. Maar nu is geen nieuws goed nieuws. Vanavond zie ik ze dan weer. Aike waarschijnlijk in een flits, net genoeg voor een zoen, Carlo zal me wel inlichten over de lichamelijke en geestelijke toestand van mijn dochter: uiterlijk blijft hij de rust zelve.
Wanneer ik toekom verken ik de omgeving: toch een enorm gedoe deze sporthal. Ik ontmoet bekenden; ze lopen er enthousiast bij, maar zijn druk bezig. Die allerlaatste uren zijn toch wel stresserend: 20 uur nadert onherroepelijk. Ik neem wat fotos hier en daar, loop de artiestenbar binnen: een brede gang met een keuken met een basisinstallatie van warm water, afwasmachine
met al de apparaten van de dansschool erbij een handzame ruimte. Rechts, aan de overkant van de keuken is er een bureau. Iemand werkt achter een pc. Is het iemand van het danscentrum? Ik ken hem niet, maar je weet nooit. Even vragen dus. En van de vraag naar informatie i.v.m. zijn aanwezigheid in het geheel, komt er een heel gesprek.
Neen, hij behoort niet tot het danscentrum, maar is ambtenaar van de Stad Leuven. De Sporthal is van de Katholieke Hogescholen Leuven. Leuven zelf heeft verschillende sportcomplexen, maar niet voldoende om aan alle aanvragen te voldoen. Daarom huurt de stad dit complex af na de lesuren, anders staat het toch maar leeg. Hij vormt met twee andere collegas een team. Zij zijn zaalverantwoordelijken, die het geheel moeten laten draaien, vanaf de administratieve afwerking tot het sluiten van de deuren. Het is de eerste keer dat een dergelijk optreden plaatsvindt in de sporthal. Toevallig heeft hij dienst. Zijn collega vroeg hem te vervangen daar die op vakantie trok. Hij heeft er geen spijt van. De sfeer is geweldig
en werken met jonge mensen houdt je zelf jong. We blijven nog een tijdje doorbabbelen, hoe hij op deze job terecht kwam, hoe hij zijn huis verbouwd heeft
Het is leuk om met hem te praten. Nu ja, voor deze job moet je wel een sociabel iemand zijn. Wellicht duik ik nog wel eens zijn bureau in, even wat rust in de drukte van dat al dan niet jong geweld.
Op het gelijkvloers bevinden zich de kleedkamers. Het is een enorme ruimte, vermoedelijk met dezelfde afmeting als de ruimte waar het optreden plaats vindt. Elke groep heeft een kleedhoekje, aangeduid met Zweedse banken, linten, kledingrekken
naarmate de dagen vorderen brengen dansers er hun eigen accenten aan. Ondanks de dagen en vermoeidheid toenemen blijkt de chaos zich te beperken tot wat wanorde in eigen kleding. De dansers zijn gedisciplineerd in het wegbrengen van afval en de vuilniszakken worden regelmatig vervangen: dus geen bananenschillen om op uit te glijden, geen vet papier waarin boterhammen zaten. Ondanks ze met 400 dansers de ruimte in beslag nemen, lijkt alles nogal rustig te verlopen. Dat is het voordeel van een goede structuur: ieder kent zijn plaats en weet de regels, zo vermijdt men conflicten en eerbiedigt men ieders aanwezigheid.
Dan zie ik dansers rondlopen zuigend op een lolly. Het is een vorm van toy-toy (gelukwenser, een ritueel in het dansmilieu) en tevens wel een letterlijk zoethoudertje bij het wachten. De lollys zijn vrij beschikbaar: de suikers geven wat extra energie (wat soms nodig is) en omdat ze er zoveel mogen eten als ze willen, maken de dansers er maar beperkt gebruik van.
Met het verschijnen van de lollys stijgt de spanning. De bewegingsvrijheid van de dansers wordt ingeperkt: niet meer vanachter het scherm naar de toiletten op het gelijkvloers, daarvoor moeten ze nu naar de eerste verdieping. Nog even geduld en de show gaat definitief van start.
|