Om 13u stipt sta ik zoals afgesproken in het zaaltje. Drukte van belang. De kinderen zijn de middagpauze creatief aan het doorkomen. De meesten spelen buiten maar anderen zijn binnen aan de slag. Sommigen maken een gezamenlijke tekening op een groot blad behangpapier. Anderen zitten samengeklonterd rond iemand die gitaar speelt. Aan de tafel waar met bister zal gewerkt worden, staan nu nog de kijkdozen die ze deze morgen gemaakt hebben. Enkele kinderen werken hun doos nu af. Daarna zal alles opgeruimd worden en kan ik met mijn ploegje aan het werk.
Hoeveel kinderen zouden er rondlopen, een twintigtal? Wellicht iets meer. In elk geval is de sfeer erg goed: blije kinderen en twee volwassen begeleidsters die dit al vaker gedaan hebben. De zaal is de refter van de lagere school: ruimte zat dus voor de kinderen.
Gelukkig heb ik een boek meegenomen en ik trek me nog een kwartiertje terug; zo kunnen de laatste dozen afgewerkt worden, de tafel ontruimd en proper gepoetst en daarna kan ik aan de slag.
Eerst verdeel ik de oefenlapjes: een klein stuk papier waarop bister. Naast elk stuk papier leg ik een fijne borstel of penseel. Jammer dat die borstels of penselen slecht van kwaliteit zijn of versleten. Ik begrijp wel dat ze in zon groep nu geen topkwaliteit kunnen aanbieden
toch vind ik dat kinderen goed materiaal zou moeten aangereikt worden. Goed materiaal werkt anders. Een goed penseel kan een gevoelige lijn trekken, een borstel waarvan de haren geen water kunnen ophouden is een ramp om mee te werken, leidt tot knoeiwerk.
Elk kind krijgt nog wat keukenrol voor het opdoppen van de losgemaakte bister
en de tafel wacht alleen nog op de kinderen: een groep van twaalf.
Wanneer ze plaats nemen zijn ze benieuwd wat ze deze namiddag gaan doen. Dat leg ik hun kort uit aan de hand van een voorbeeld dat ik thuis maakte. Dan neem ik een penseel, doop dit in water en schrijf mijn naam op een stuk papier dat bewerkt is met bister en dop dit droog. Zo weten ze meteen wat ze seffens gaan doen en hoe ze me kunnen aanspreken.
Eerst wil ik hen laten kennis maken met het materiaal. Ik heb wat bisterpoeder meegebracht, leg uit waarvan dit gemaakt is, doe wat van dat poeder in een glazen potje, goed schudden, bokaaltje open en op een wit blad teken ik met een penseel gedopt in bister een manneke. Het omgekeerde kan ook: dat hebben ze daarjuist gezien. Ze mogen het nu zelf eens proberen op het papier dat voor hen ligt. Gewoon lijnen trekken en opdoppen. Dat lukt aardig.
En dan komt het grote werk. Eerst een rondje: wat gaan we tekenen. Iedereen wil zijn ontwerp naar voren brengen. Het lukt me om ieder op zijn beurt te laten spreken. Feitelijk leer je ze op zon momenten om een groepsgesprek te voeren: wachten tot je beurt komt, vertrouwen hebben dat je ook aan de beurt komt en niet door elkaar praten. Ik mag fier zijn op deze groep, ze doen het prima.
Papieren worden rondgedeeld
en plots wordt het stil. Ik zorg dat er regelmatig een nieuw stuk keukenrol aangereikt wordt
met vervuild materiaal werken levert dito resultaat. Af en toe krijg ik te horen wat ze op papier zetten: een manneke, een huisje op de zee, een worm onder de grond, dinos
Ze werken de ziel uit hun lijf, ook de kinderen van het eerste leerjaar. Geen ongelukken met omvallende waterpotjes, geen geklieder, geen hinderen van de buur links of rechts. Een voorbeeldklas. En het resultaat mag gezien worden. Ze verrassen me zelfs. Maar dan voel ik de aandacht verslappen. We zullen eerst dit afwerken en dan pauze houden, zodat ze even kunnen afreageren.
Tijdens de pauze krijgen ze een dessertje, kunnen ze drinken als ze dorst hebben en gaan ze kijken wat de andere groep gemaakt heeft. Het is hier echt een recyclagebedrijf: van lege kaasdoosjes en de kartonnen binnenkant van keuken- en wc-rollen hebben ze slingers gemaakt. Maar dan zie ik nog eierendozen, stapels krantenpapier
op verwerking wachten.
Na de pauze, die toch vrij lang duurde, probeer ik de groep weer aan tafel te krijgen, maar ik voel dat hun concentratie weg is. Ze proberen nog wat te kleuren, maar het boeit hen niet meer zo. Ze willen naar buiten, profiteren van de enkele uren zon.
Ik ruim dan maar op. Bekijk nog eens de geleverde prestaties
en ben best tevreden. Wanneer ik de speelplaats oversteek komt een jongetje me met zijn step achterna om me te zeggen dat het heel leuk was. Nu is mijn namiddag helemaal goed.
|