Vanmiddag besefte ik plots dat volgende week Kunst in eigen huis plaats vindt. Dat betekent dat ik op 24 oktober netjes mijn werken inlever maar die moeten voorzien zijn van een behoorlijk ophangsysteem. Dus op zoek naar mijn doos waarin ik de oogjes om de draden (is een speciaal soort nylon-ijzerdraad) te bevestigen en schroeven daarvoor gelaten heb.
Kom ik in mijn atelier terecht. En voor ik het besef verhuis ik de kasten, dozen, nog niet beschilderde doeken, enz. enz., want op 4 november zet ik, naast onze tuinkamer ook het atelier open voor het publiek. Ik wil daar de zes doeken hangen van Bewustwording als vrouw, maar daarvoor heb ik minstens 5 meter ruimte nodig waar doeken van 100 op 70 kunnen hangen. Ik wil dat ze echt kunnen gezien worden, want voor mij hebben die doeken veel betekenis. Het is een nadenken geweest over mijn vroeger, hoe ik als kind en jonge vrouw ingekapseld werd in een denken dat in feite mijn ervaren tegensprak. Wat vond ik de kerkelijke rituelen fantastisch een sprookje gelijk ik gaf me daar aan over, strooide met bloemen en kleurrijke papiersnippers in de processie. Heerlijke momenten uit de kindertijd. Dat men naast die beeldrijke rituelen een denken en moraal meegaf dat een mens ontkende in zijn mens-zijn het heeft jaren geduurd voor ik dat alles door kreeg.
Bij het uitschilderen van die reeks is dat allemaal door mij heen gegaan. Ik neem die serie mee naar Kunst in eigen huis en nadien zullenze te zien zijn in mijn atelier. Ik ben zelf benieuwd hoe die werken op mij af zullen komen.
Wanneer alle kasten en dozen een plaats in een hoek hebben gekregen, neem ik de doos met het materiaal waarvoor ik naar het atelier gekomen ben en ga aan de slag in de tuinkamer. Drie grote doeken voorzien van een handig ophangsysteem. En terwijl ik toch bezig ben vraag ik Karel of hij de doeken meteen op hun plaats wil hangen. Hij neemt de doeken van vorige kunstroute weg en hangt de nieuwe in de plaats. Er moeten wel een paar extra schroeven in de muur bevestigd worden. Gelukkig is Karel handig. De doeken doen het goed waar ze hangen. Het geeft een heel ander beeld wanneer de doeken wat ruimte krijgen dan dat je met je neus erop geplakt zit. Ook Karel vindt de werken goed. Meestal heeft hij moeite met abstracte werken, maar nu krijg ik toch een schouderklop.
Mijn gevecht met de materie is plots helemaal vergeten, nu is het genieten geblazen.
23-10-2012
Een lading erbij
Wanneer de vrienden vertrokken zijn is het tijd voor de academie. Na het intens gesprek van deze dag is schilderen wel een welkome afleiding. Bij de discussie probeer je de eigen ervaringen met rationeel onderbouwde argumenten in een visie te plaatsen. Schilderen is voor mij eerder een duik in het onderbewuste nemen en laten bovenkomen wat zich aanbiedt.
Ik voel me erg geladen. k Voel eerder nood om aan te klagen, want hadden we het niet over incest, doodslag, witteboordcriminaliteit en daar zou de concrete mens geen keuze hebben in het al dan niet uitvoeren van zijn misdaad? Slachtoffers zouden dus niet kunnen aanklagen, ter verantwoording roepen, zeggen dat het onrecht moet stoppen maar uitgeleverd zijn aan misdaden die niet te voorkomen waren? Zou dat een juiste interpretatie van Spinoza zijn?
En de verfborstel verplaatst zich over het doek met een snelheid die me laat zweten: ik wil zoveel zeggen maar mijn uitdrukkingsmogelijkheden zijn zo beperkt. En weer gaat er een streep verf over het doek.
De figuur die verwijst naar De schreeuw blijft aanwezig, maar de basis wordt grillig, weinig toegankelijk. Ik voel mijn opstandigheid in mijn bewegingen kruipen. Nu wil ik geen interpretatie meer horen van wat Spinoza ooit schreef. Ik wil hier en nu mijn neen uitschreeuwen, maar gekanaliseerd in een veilig medium, waardoor niemand beschadigd wordt.
Wanneer ik uitgeraasd ben, was ik mijn borstels uit. Waarschijnlijk zal dit ongeveer de definitieve versie worden, misschien hier of daar iets verbeteren dat technisch niet zo goed is uitgevoerd. Bij kunstlicht verandert de kleur, daarom Ik wil het doek ook nog eens bij daglicht bekijken. Ik twijfel of ik geen warme kleur in het doek moet verwerkten om het af te maken, ik mis precies iets. Maar dat zien we volgende keer wel.
22-10-2012
Met Spinoza aan tafel
Woensdag komen er vrienden langs. Het was al een tijdje vastgelegd. Karel zal koken. De voorbereiding voor het bezoek heeft al iets feestelijk, je verheugt je al op voorhand.
En natuurlijk gaat het gesprek over Spinoza. Wat zou je willen: de twee mannen zijn toch wel wat meer dan liefhebbers, ze bestuderen de boeken van en over Spinoza met veel toewijding. Wij vrouwen volgen op afstand. Proberen hun standpunten te begrijpen en vooral te toetsen aan de ervaring. Voor mij moet een filosofische interpretatie verband houden met de ervaren werkelijkheid.
Tot we op het punt komen van: is een mens bepaald door de samenhang van zijn cellen, de omgeving, noem maar op of heeft een mens toch voldoende autonomie om niet louter resultaat van gegevens in en buiten hem/haar te zijn. De kernvraag is: kan een mens, binnen de context die hem bepaalt, toch beslissen om kwaad te doen of te laten. Voor mij als criminologe is dat toch erg belangrijk. Als een misdadiger niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor zijn daden wat zitten we dan te knoeien met een rechtssysteem waarin gewikt en gewogen wordt naar die verantwoordelijkheid. Wat bazelen we dan over re-integratie in de maatschappij.
Van actieve psychopaten is geweten dat ze recidiveren, dat de samenleving tegen hen beschermd moet worden. Een seriemoordenaar zal bij zijn eerste moord wellicht nog een aarzeling voelen, en is bij die aarzeling geen beslissing meer mogelijk om het niet te doen? Is ons antwoord op die problematiek juist? Mag een Marc Dutroux of een Ronald Janssen nog vrij komen of moeten we een wettelijk systeem oprichten waarbij zo iemand maatschappelijk dood (daardoor ongevaarlijk) wordt gemaakt door hem echt levenslang op te sluiten? Maar zijn andere misdadigers, de kleine en grote criminelen overgeleverd aan hun lot, of kunnen we hen na een straftijd terugplaatsen in de gemeenschap in de hoop dat ze andere keuzes maken?
Ik kan me moeilijk neerleggen bij de visie over de mens dat hij het resultaat is van factoren en dat hij geen mogelijkheden heeft om een deel van zijn daden zelf te bepalen. Ik droom de mens niet als totaal vrij, dergelijk beleven treffen we bij psychotici aan. Sommige momenten staan ze dan boven de natuurwetten en denken ze te kunnen vliegen als een vogel. Niet iedereen die defenestreert zoals het in de psychiatrie genoemd wordt (uit het venster springt) beleeft dit als totale vrijheid. Ook uit diepe wanhoop of angst kan het gebeuren en in sommige totalitaire landen wordt er wel eens een duwtje gegeven na een ondervraging door de politie.
Toch beschikt de mens, indien niet psychisch onbekwaam te handelen in mijn ogen over een vorm van vrijheid die hem losrukt van zijn onafwendbare voorbestemming, die hem ruimte geeft om na te denken, een autonome beslissing te nemen of na het handelen, bv. spijt te hebben, schuldgevoel te ervaren na iets gedaan te hebben dat niet zo goed was.
De maatschappij leert van kinds af wat goed en niet goed is: afblijven van de warme kachel, zindelijk worden, beleefd zijn, op school goed leren tot een morele houding van omgaan met mensen. Niet alles wat we zo aangereikt kregen kan je als juist beoordelen. Hoe dachten we vroeger over bv. seksualiteit, over de joden, over ? Ondertussen is er een hele evolutie op gang gekomen Ook als individu evolueer je al dan niet mee. Elke samenleving heeft zo normen ontwikkeld waaraan elk lid zich dient te houden. Maar moord, in niet-rituele omstandigheden, blijft overal verboden. Rituele omstandigheden zijn bv. oorlog, zelfverdediging, godsdienstige offers, strafuitvoering. Daar is het doden van een mens gekanaliseerd binnen bepaalde voorwaarden. Dan is de concrete soldaat, zelfverdediger, priester of beul niet schuldig (zij voeren maar uit) maar ligt de verantwoordelijkheid bij het politieke, de rechtsopvatting, het godsdienstige of strafrechtelijke systeem. Wel kan de vraag gesteld worden of de geformuleerde voorwaarden moreel verantwoord zijn.
Nadenken over wat moreel kan of niet kan is wat mensen altijd al gedaan hebben. Daardoor is er een evolutie merkbaar. Vroeger moest je eerst gaan biechten als je gemasturbeerd had voor je ter communie ging. Hopelijk zijn die psychische martelpraktijken achter de rug. In 1914 trokken de soldaten feestvierend naar de oorlog, nu denkt men anders over de waarde van oorlog voeren. De doodstraf is in veel landen afgeschaft, omdat er toch bezwaren tegen deze vorm van definitieve bestraffing te vinden zijn.
De mens valt niet automatisch samen met zijn zo in de wereld zijn. Er is evolutie merkbaar. Op een gegeven moment hebben we ons als mens onderscheiden van het dier. Die evolutie is doorgegaan. Een dier is overgeleverd aan zijn instincten: bv. bij honger een prooi doden. De mens is geëvolueerd naar een wezen dat nadenkt over zijn in de wereld zijn, is niet meer overgeleverd aan zijn instincten, zijn fysische en psychische constitutie, zijn individuele en maatschappelijk verleden, hoewel dat allemaal een grote rol speelt. Er zijn momenten dat een mens beslissingen neemt waarin duidelijk gekozen wordt voor goed of kwaad. Waarom bereiden moordenaars en verkrachters zo vaak hun misdaad voor? Telkens stellen ze daden die hen dichter bij hun misdaad brengt. Bij elke stap die ze ondernemen, stemmen ze toe met de uitvoering van hun voornemen.
Ook dit is een keuze: pleiten voor de autonomie van de mens. Dat stelt de mens aanwezig in zijn grootheid.
Waar een vriendenbezoek toe leiden kan: dagenlang nog bezig blijven met nadenken, een innerlijke dialoog aangaan. Maar is dat niet kenmerkend voor echt samenzijn: elkaar uitnodigen om zichzelf in vraag te stellen?
21-10-2012
Als 'De Schreeuw' van Munch
Maandagavond kwamen we met andere ouders samen die een kind verloren door zelfdoding. Zon avond grijpt toch altijd aan, zeker als er ouders aanwezig zijn waarvan zoon of dochter nog niet zoveel tijd terug uit het leven stapte. Daar is de verbijstering nog zo in volle intensheid aanwezig, pijn nog zo verscheurend, het zoeken naar het waarom zo ondragelijk. Het confronteert ieder met zijn/haar ervaren: je weet uit ervaring wat die woorden betekenen. Maar je ziet ook hoe moedig mensen dit rouwen aangaan. Dat werkt troostend.
Wanneer ik dinsdag voor mijn groot doek sta kan ik bijna niet wachten om aan de slag te gaan. Ik schilder als het ware blind weg, vanuit het diepste van mezelf. Iets in mij weet wat dit doek moet uitzeggen. Ik zou willen dat ik vlugger met de verf kon werken, de materie houdt me als het ware gevangen in zijn traagheid.
Wanneer ik op het einde van de les het doek bekijk doet het me denken aan De Schreeuw van Munch, alleen is die schreeuw nog opgesloten. Ik denk aan gisteravond. Daar gaat dit werk over.
Ik voel me een beetje onderste boven en vooral heel moe. k Ben blij dat ik het schilderen een dag mag laten rusten: morgenavond zal ik het doek proberen afwerken.
20-10-2012
Een week later
Wanneer ik een volgende keer aan mijn groot doek werk is er een week verlopen. Vol goede moed haal ik het doek van achter de bescherming van plastiek.
Het is een heel ritueel voor ik aan het schilderen begin: verf uitpakken, borstels klaarleggen, water halen en niet vergeten: de keukenrol en vodden voor als ik aan de slag ga. Ook zet ik de muziekinstallatie klaar. Van Karel kreeg ik een koptelefoon met afstandsbediening. Mijn walkman had het plots begeven. Het verschil is enorm. Nu zit ik net in een concertzaal. Meestal begin ik met Shostakovich, liefst zijn achtste symfonie. Als alles klaar ligt ga ik naar de automaat een koffie halen. t Is wel in een plastieken bekertje, maar toch smaakt het. Daardoor is het vertrekpunt gegeven: ik zet mijn koptelefoon op en zoek naar de gewenste verf.
Maar het vlot niet zo goed. Soms kan ik er in vliegen en evolueert een doek snel onder de intensheid van het moment, dan weer kan ik me nauwelijks opladen om me te concentreren op mijn werk. Ik probeer me te laden leiden door de opzet van vorige week. Ik zal wel zien waar ik uitkom. Een beetje ontevreden spoel ik na de les mijn borstels uit: soms zit het mee, soms niet. Nu niet dus.
19-10-2012
Grote doeken
En af en toe moet ik ook naar de tandarts. Zijn er mensen die dat graag doen? Ik niet en daarbij regent het, daardoor wordt de hindernis die ik moet overwinnen nog eens zo zwaar. Maar eens de behandeling voorbij, geef ik mezelf een pluim: goed gedaan en de volgende afspraak ligt reeds vast. Weldra sta ik weer met een goed verzorgd gebit te schilderen en te zwijgen.
Komen gedachten bij mij op: hoe deden de mensen dat vroeger. Nu hebben we goede pijnstillers wanneer de tanden protest aantekenen, een tandarts heeft een ruime behandelkamer met allerlei tangetjes en materiaal waarvan ik de naam niet ken, een boormachine die me toch wel afschrikt en nog wat ditjes en datjes. Wat deden ze vroeger? Pijn lijden tot de tand het uit eigen beweging begaf?
Maar ondanks de tandverzorging zorg ik om tijdig de academie te halen. Ik wil aan een groot doek beginnen: 2m op 2m.
Het systeem dat ik bedacht heb om het doek bruikbaar te maken om te beschilderen klopt: op platen die aanwezig zijn in de academie hang ik eerst een laag plastiek, daarop bevestig ik met een stevig nietjesmachine het doek en dan aan het werk.
Ik heb een ontwerp in mijn hoofd en heb dit al op klein formaat met stift uitgeprobeerd. Maar eens voor dat grote doek, lijkt dat ontwerp niet erg bruikbaar. Dus hou ik in mijn achterhoofd de cirkelende figuren bij en vooral de kleur blauw.
Eer overal een lik verf op ligt is mijn arm lam. Maar dapper werk ik door tot de tijd om is. Morgenvroeg zal ik het doek, als het droog is, komen afdekken met plastiek om te vermijden dat andere gebruikers van de ruimte het met verf of ander materiaal besmeuren.
k Ben wel tevreden eens op dat formaat te kunnen werken, hier moet je niet voorzichtig uitkijken om een veeg verkeerd neer te schilderen. Ik ben echt benieuwd wat het uiteindelijke resultaat gaat opleveren;
18-10-2012
De mensen
Het is alsof Neruda in het gedicht De mensen de aarde opnieuw bevolkt met zijn oorspronkelijke bewoners. Hij noemt ze als het ware bij hun naam waardoor ze een aanwezigheid verkrijgen die heel indringend is: in dat paradijs was het woud doordrongen van hun bestaan.
Om die aanwezigheid vorm te geven gebruikte ik het bruin als basiskleur omdat hij in Amor America de mens reeds oproept met de woorden jonge krijger van donker en koper.
En dan gaan we naar het MAS (museum aan de stroom in Antwerpen). Op de achtste verdieping treffen we de collectie aan van Paul en Dora Janssen-Arts (van Janssen Pharmaceutica). Deze collectie stelt voorwerpen (schatten) ten toon van de oorspronkelijke bewoners van Amerika en vertelt indringend over de onlosmakelijke band tussen leven en dood in het Amerika van voor Columbus (website MAS). Die collectie is door dr. Jansen legaal aangekocht rechtstreeks van de producent? Wij pronken met het culturele eigendom van mensen die we onbeschaafd noemden, die we dringend onze godsdienstige en politieke opvattingen moesten bijbrengen, die we praktisch uitroeiden. Zou het geen tijd worden voor herstel van de vernietiging die we hebben aangericht beginnend met ons oordeel over deze mensen te bevragen?
17-10-2012
Plantengroei
Plantengroei is de tweede zang in Canto General van Pablo Neruda. Daarin bezingt hij in een overvloed van beelden de planten, bossen het paradijs dat aarde, dat Amerika heet. Zo roept hij ook de dieren en de vogels, het water en de aarde op. Alles in één bruisend levensgevoel.
In het tweede schilderij probeer ik ook dat bruisende, levenskrachtige weer te geven. Maar ook de ertsen die aanwezig zijn in de aarde, goud, koper en waarop zal gejaagd worden door de heersers der aarde.
16-10-2012
Amor America
Mijn eindwerk voor schilderen in de academie steunt inhoudelijk op gedichten uit Canto General van Pablo Neruda. Het is soms zoeken en ploeteren voor mij om die gedichten in een abstracte vorm te gieten. Maar als het schilderij dan af is, word ik in een enorme rust gedompeld, alles lijkt samen te vallen en het leven blijkt van een ongekende eenvoud tot het volgende werk zich aanbiedt.
In het eerste schilderij gaat het over het ontstaan van Amerika, dat Neruda situeert voor de komst van Columbus (1492 ontdekking van Amerika) en zijn opvolgers, de kolonisten. En wij nu een grote mond op zetten over de vreemdelingen en hun godsdienst die ons land in onze paranoïde wanen zullen overspoelen, in bezit nemen en de huidige bewoners verjagen. Wie ging er naar Amerika? Avonturiers die uit waren op de rijkdom van dat nieuwe land, armoezaaiers die hoopten op een beter leven en misdadigers die zich op die manier vrij kochten want ginds had men goedkope- arbeidskrachten te kort. En ook missionarissen. Welke godsdienst veroverde het continent? Juist ja. Wie werd er uitgeroeid niet de blanken.
Terug naar het eindwerk maar ook die gedachten spelen mee in het tot stand komen van mijn schilderijen. Neruda begint zijn Canto General met Amor America het aantreffen van Amerika in al zijn grootsheid en schoonheid. Als marxist kan hij geen scheppingsverhaal ontvouwen, toch doet het er aan denken. In het paradijs dat hij aantreft leeft de oorspronkelijke bewoner in vrede met de natuur en deze vrede zal later door de kolonisatie wreed verstoord worden.
In mijn werk laat ik dat Amerika a.h.w. oprijzen uit het water (de oceaan) om langzaam vorm te krijgen in de felle kleuren zo kenmerkend voor de bewoners van nu, die afstammen van de oorspronkelijke bewoners.
15-10-2012
De nieuwe locatie van Gesigneerd
Kunstkring Gesigneerd uit Tremelo, waar ik lid van ben, raakte twee jaren terug de locatie kwijt waar we kunstenaars de kans boden ten toon te stellen. De gemeente beloofde ons een nieuw lokaal aan de hand te doen. Eerst werd ons de zolder van het oude gemeentehuis toegewezen maar de brandweer vond het gebouw niet stabiel genoeg voor de energie die Gesigneerd er zou op loslaten. Nochtans was het een pracht van een gebouw, heel sfeervol. Maar inderdaad, voor veel volk leek dat gebouw niet bestand. De muren zouden het wel eens kunnen begeven.
Opnieuw uitkijken naar een andere locatie. Tot de oplossing kwam in de vorm van een groot klaslokaal (of waren het vroeger twee klassen?) in een oud maar stevig schoolgebouw in Baal, een deelgemeente van Tremelo. Deze locatie zou wel bestand zijn om volop mensen te ontvangen voor vernissages van weer een tentoonstelling alleen er was wat werk aan om die twee ruime lokalen om te vormen tot een expositieruimte.
Maar gesigneerders laten zich niet afschrikken en steken de handen uit de mouwen. Eerst moeten de ramen gedicht tussen het klaslokaal en de gang. Meten, cijferen, platen aankopen en na een intense periode van zagen, boren, hameren en plamuren zijn de ramen verdwenen en een effen muur biedt zich aan.
Van de gemeente krijgen we de verf aangeboden, maar het verfwerk moeten we zelf doen. Was de ramen doen verdwijnen al een hele klus, het verven belooft nog meer werk. Eerst dienen de hoge plafonds (je kent dat, die vroegere klaslokalen, toen er nog niet gedacht werd aan energiebesparende maatregelen, trouwens, toen waren de winters niet zo straf en waren de kinderen beter bestand tegen de koude) en de muren afgewassen, daarna een laag primer en twee lagen verf.
Zelf ben ik vrijdag ook een paar uren mee gaan verven maar voor een oud mens is het toch wat teveel. Maar de gelederen van Gesigneerd kent dappere mannen maar vooral vrouwen. Stilaan geraakt de locatie in orde. Er is een ruime opbergruimte en die gaat dienst doen. Vroeger nam ieder een deel van het materiaal mee (vb. glazen, keukenhanddoeken tot spandoeken en reclamepanelen voor het aankondigen van onze activiteiten). Nu krijgt alles zijn plaats in die opbergruimte en als er iets nodig is gaan er geen stresserende e-mails over en weer van wat is waar gebleven, maar kunnen we moeiteloos alles terugvinden. Hieronder enkele sfeerbeelden.
bij de verfpotten
Brigitte dapper de stelling op
het plafond een beurt geven van op de stelling
ik hou het bij een stoel op de begane grond
14-10-2012
De dag van het stemlokaal
Vandaag staat alles in het teken van de verkiezingen of liever: de uitslag van de verkiezingen.
s Morgens naar het stemlokaal: zoals alle burgers mag en moet ik mijn stem uitbrengen. We reserveren de nodige tijd ervoor, want soms kan het wel even aanschuiven zijn. In de loop van de voormiddag komt een vriendin langs: even bijpraten bij een kop koffie. s Namiddags komt Christel mij ophalen voor een sessie modeltekenen. Mijn hoofd staat er wel niet naar, ik ben zo opgeslorpt door het schilderen van mijn eindwerk dat het tekenen en dan zeker het modeltekenen ergens in een onderste lade is terechtgekomen. Maar Christel stimuleert me om toch te gaan. Modeltekenen is een discipline apart, alleen door veel te oefenen kan je er wat mee bereiken.
Terug thuis is het nog wat vroeg om de verkiezingsberichtgeving te volgen. De duvel staat al koud in koelkast, dat is voor vanavond. Karel zorgt voor het eten en ik ploeter me door het boek dat op mijn leestafel ligt: Robespierre De moordenaar van de Franse revolutie. De inhoud is wel boeiend maar het verhaal wordt niet goed aangeboden. Ik hou niet van geschiedenis die niet weet te kiezen tussen roman en nuchtere verslaggeving. Zinnen als: de koning sprak met bibberende stem dat kan ik er zelf bij verzinnen.
Maar eens het nieuws in aantocht is planten Karel en ik ons voor de tv. Benieuwd wat de resultaten gaan geven. Benieuwd hoe de winnaars en verliezers gaan reageren op de uitslag. Als het me te bar wordt, vb. als ze teveel door elkaar praten, heb ik nog een doorloper (vorm van kruiswoordraadsel) bij de hand.
Morgen zal de rust weerkeren in het land, worden de stemhokjes afgebroken en ga ik een ander boek ter hand nemen. Hopelijk weet dat boek mij beter te boeien
13-10-2012
Straatvervuiling
In welke straat hangen geen affiches, klein of groot, in verband met de verkiezingen? Hoeveel bomen zijn gesneuveld om het papier te produceren dat overal verspreid hangt of in de brievenbus is gestopt? Zou zon wijze van campagne voeren één stem meer opleveren voor een of andere partij? Daarbij stralen de kandidaten die willen verkozen worden van op de affiches je zegezeker lachend toe, hun tanden ontblotend alsof ze reclame maken voor tandpasta. Als je de ene affiche na de andere passeert, krijg je zelf bijna kramp van die voortdurend aangehouden vrolijkheid.
Eerlijk gezegd, het boezemt mij weinig vertrouwen in, die lach over de partijen heen. Enerzijds brengen de politici de boodschap hoe ernstig ze de problemen van het dorp of stad willen aanpakken, anderzijds confronteer je voortdurend die lachende gezichten. Vandaag lijken ze opgefokte springveren die op alle kleine of grotere manifestaties zich laten zien, iedereen een handje schudden, je bijna als een intieme vriend benaderen. Eens alle drukte weer verdwenen is en ze hun zetel of zitje in de gemeenteraad hebben ingenomen proberen de verkozenen hun voorbije beloften niet te vergeten als de omstandigheden het toelaten.
Na zondag kan de verkiezingsafval weer verzameld worden, verdwijnen de verkiezingsborden en daarmee de papieren lach uit de straat en kunnen we weer normaal doen. Dan krijgt het oog weer rust en kunnen we ons voorbereiden op de kleuren van de herfst en winter.
En wie ons dan nog begroet met een lach is waarschijnlijk een echte vriend of vriendin.
12-10-2012
J. Edgar Hoover - De man en zijn geheimen
Voor ouderen zal de naam van FBI directeur J. Edgar Hoover geen onbekende klank hebben. Curt Gentry, een onderzoeksjournalist met naam, schreef over Hoover een biografie, met als ondertitel: de man en zijn geheimen.
Ik kocht het boek in het Spit (tweedehandswinkel). Het is een volumineus werk (meer dan 500 paginas). Ik heb geen plezier kunnen beleven aan die lectuur: mocht het om fictie gaan ik zou het vlug opzij gelegd hebben, het was gewoon te ongeloofwaardig. Maar de realiteit overtreft het voorstellingsvermogen. Tot de laatste pagina heb ik verder gelezen en opgelucht het boek terug weggelegd: Hoover was in hoge mate lijdend aan paranoia alleen werd hij niet psychiatrisch begeleid, maar kon hij het binnenlands veiligheidssysteem van Amerika op zijn maat uitbouwen en dat betekende een behoorlijke hap uit de Amerikaanse begroting. Wat Hoover realiseerde had naast een positieve kant ook een wansmakelijk aspect.
Hij was gebeten door het gevaar van het communisme dat hij overal aanwezig zag. Iemand met een andere mening als de zijne (conservatief tot en met) werd al gauw als communist gebrandmerkt en meteen werd een dossier opgestart met vaak onwettig verkregen inlichtingen (vb. het aftappen van telefoon zonder vergunning, huiszoekingen zonder toelating ). Ook smeuïge verhalen over seksuele escapades al of niet verzonnen verdwenen in het dossier, waardoor de geviseerde chanteerbaar werd. In die tijd werd homoseksualiteit nog als oneerbaar beschouwd en maakte Hoover jacht op mensen met die geaardheid, terwijl hij zelf zijn homoseksualiteit in het verborgene beleefde. Hij diende onder verschillende presidenten ook van die had hij dossiers, waardoor hij deze in zijn macht kreeg. Het was genoeg dat de betrokkenen vreesden dat Hoover over feiten beschikte waarop de maatschappij met afkeuring zou reageren, om hen bang te maken en tegemoet te komen aan Hoover en zijn wereld. En als iemand niets laakbaars gedaan had in zijn leven, zorgde Hoover er wel voor dat er roddels werden verspreid. Hoover was intelligent, een goede organisator en wanneer hij zich vastbeet in een overtuiging zou wel gezorgd worden dat er daarvoor bewijzen gevonden werden, zoals de CIA bewijzen vond voor de chemische wapens waardoor Irak werd binnengevallen.
Zo heeft hij vele carrières gebroken, mensen de zelfdoding ingejaagd. Hij was ook niet vies om vijanden te laten uitschakelen Martin Luther King, John en Robert Kennedy om de bekendsten te noemen. Ondertussen zorgde die man voor de binnenlandse veiligheid, terwijl hij vaak probeerde ook de buitenlandse veiligheid onder zijn hoede te krijgen.
En hij bleef maar in dienst. Niemand die hem durfde met pensioen sturen uit vrees wat hij zou kunnen naar buiten brengen: over seksueel overspel tot financiële malversaties. Tot op een morgen hij dood aangetroffen werd in zijn appartement.
Dagenlang werden dossiers verhuisd, verbrand, versnipperd door enkele intieme betrokkenen. Toch bleef er nog genoeg over om een beeld te krijgen van de waanzin van waaruit die man opereerde. Daar zorgde o.a. Curt Gentry voor. Men ontdekte dat hij op verschillende wijzen de fiscus heeft omzeild. M.a.w. datgene waarvoor hij anderen vervolgde, aangeklaagde en broodroofde beoefende hij met veel vlijt zelf. Maar omdat hij zoveel macht had kon niemand iets tegen deze tiran ondernemen, zelfs de presidenten verkozen wijselijk te zwijgen.
Het is een boek waarin het ongelooflijke als realiteit wordt bovengespit. Als men vaak zon boeken leest zou men niet alleen walgen van het politieke spel maar gewoon het geloof in de medemens verliezen. Niet dat het besef van de kleine kanten van een mens zo walgelijk is, het is des mensen, maar de wijze hoe men daar mee omgaat, hoe men die al dan niet kleine kanten uitbuit, hoe één persoon zich daarmee macht toe eigent. Niet alleen Goebbels (Duistland) en Beria (USSR) waren viespeuken eerste klas om mensen aan flarden te scheuren met hun geheime diensten, Amerika kreeg ook zo iemand.
Een warme douche is welkom na de lectuur van zon boek. Maar heb je de vunzigheid van zon boek weggespoeld, dan zorgt het nieuws wel dat je nood krijgt aan een andere douche: het (seksuele) misbruik van afhankelijke patiënten door hun hulpverleners. En hoewel dit al jaren geweten was, nu pas gaat de doos van Pandora open.
Een wandeling zal me goed doen hoewel, hoe vervuild is de lucht?
11-10-2012
Tentoonstellen
Over enkele weken heb ik kort na elkaar twee tentoonstellingen. De eerste tentoonstelling is erg kort: donderdag 25 oktober van 13 tot 20 uur en vrijdag van 13 tot 18 uur en gaat onder de vlag : Kunst in eigen huis. In de museumzaal van de KU Leuven stelt men dan werken ten toon van de senioren van de KU Leuven samen met werken van studenten, als het ware een confrontatie tussen jong en oud. Alles is prima georganiseerd, tot zelfs het binnenbrengen van de werken: omdat er geen parkeerplaats is in het centrum van Leuven krijgen we een bepaald uur toebedeeld waarop we de werken kunnen uitladen en dan worden we naar een parking elders doorverwezen. Ik doe met enkele werken mee en ben erg nieuwsgierig naar wat de anderen te bieden hebben.
De tweede tentoonstelling is een deelname aan een kunstroute: IGCS (inter gemeentelijke culturele samenwerking). Ook vorig jaar nam ik deel. Nu kan je bij mij terecht op 4 en 11 november van 10 tot 18 uur.
Bij een kunstroute ontvang je de mensen bij je thuis. Is gezellig: kan je bij een kop koffie of een glas wijn kennis maken. Alleen vraagt dit wel wat voorbereiding. Ik wil mijn laatste werken tonen, dus die moeten ergens een plaats krijgen waar ze goed kunnen gezien worden. Gelukkig staan ook de muren van mijn atelier ter beschikking. Hopelijk valt het weer wat mee, want om telkens buiten te gaan als het regent is niet zo leuk.
Ook Monika, mijn achterbuurvrouw doet mee. Zo kunnen de bezoekers door de tuin naar het volgende adres als ze zin hebben.
Denkelijk zal tijdens de WAK van 2013 (week van de amateur-kunstenaar) de kunstroute t Alent georganiseerd worden, een Werchterse aangelegenheid. Hopelijk heb ik dan wat nieuwe werken om te tonen, maar er is nog wat tijd tot dan.
Tenslotte stel ik samen met Christel in mei 2013 in het MIXX in Herselt ten toon.
Af en toe ten toon stellen, hoe vermoeiend het ook is, stimuleert wel. Bepaalde werken wil ik af hebben om ze in de tentoonstelling op te nemen. Zo werken Christel en ik ieder voor zich aan twee grote doeken (2m x 2m) in de academie, om ze daarna op te hangen in de gang van het MIXX. Het is leuk om doen want je kan je er op uitleven zonder angst te hebben van een lijntje verkeerd te zetten. Op een groot doek werken voelt heel anders aan dan op klein formaat. Op klein formaat werk je als het ware met ingehouden adem, wordt het verhaal op een intense manier gebracht. Dat voel je ook als je er naar kijkt. Net of je een gedicht schrijft i.p.v. een heel verhaal.
Enkele dagen terug schreef ik iets over de berechting bij Jacob Smits. Ik vertelde dat ik me zon gebeuren herinnerde als kind. Karel noch ik konden op de benaming komen van de sjaal die over de schouders van de priester hing waarmee hij de heilige olie en de hostie beschermde. Het zou waarschijnlijk voor de rest van mijn leven een gat in mijn woordenschat gebleven zijn, maar gelukkig was er Maria, een vriendin van Karel sinds hun jeugdjaren. Maria is onderwijzeres in hart en nieren. Zowel voor Karel als voor mij, is ze onze toeverlaat voor alle grammaticale fouten die onze teksten teisteren: onmiddellijk krijgen we een mail met de nodige aanmerkingen zodat we met bloedrode kaken aan het verbeteren slaan. Ik moet toegeven: bij Karel is dat uiterst uitzonderlijk, maar toch aan mijn teksten heeft Maria meer werk.
Weet Karel erg veel, Maria weet nog méér te vinden. Toen ze mijn blog over de berechting gelezen had, kreeg ik volgende e-mail:
Hééél soms, heel heel soms, kan het gebeuren dat Karel het niet weet maar ik nog wel. Het betreft het schoudervelum. Ik heb het natuurlijk nagekeken vooraleer dit te melden.
Dus ging ik maar op zoek op internet naar het woord schoudervelum en ontdekte volgende uitleg bij Wikipedia:
Het schoudervelum is een lange rechthoekige schouderdoek, dat bij de katholiekeerediensten wordt gedragen. De Latijnse benaming is het humerale. Andere benamingen zijn het lofvelum en het benedictievelum.
Het schoudervelum wordt door de priester gedragen, als hij een monstrans vast heeft, bijvoorbeeld tijdens een processie. Aan de binnenzijde van het velum zitten zakken, waarin de priester zijn handen kan steken. Het velum zorgt ervoor dat hij de monstrans - uit eerbied - niet met zijn blote handen aanraakt.
Om dezelfde reden kan de subdiaken een schoudervelum dragen om te voorkomen dat hij direct contact heeft met de pateen.
Het velum is vaak rijk geborduurd. De gebruikelijke kleur is wit. Wordt het velum echter tijdens de mis gedragen, dan heeft het de liturgische kleur van de betreffende dag.
Er is niet alleen een schoudervelum, ook een ciborievelum is in de running
Het ciborievelum is in de rooms-katholiekeliturgie een ronde doek die over de ciborie hangt als daar geconsacreerdehosties in zitten. Het is een teken van eerbied en bovendien een middel om cibories met het Allerheiligste te onderscheiden van cibories met ongeconsacreerde hosties. In het midden van het ciborievelum zit een gat, omdat op de deksels van de meeste cibories een rechtopstaand kruisje staat. Ook op het velum zelf is dikwijls een kruisje geborduurd, dat aan de voorkant hoort te hangen als de ciborie in het tabernakel wordt geplaatst.
En nieuwsgierig geworden kijk je dan verder ongelooflijk wat de Rooms katholieke kerk in voorraad heeft van gewaden en al dan niet gewijde objecten. Als kind vond ik dat wel boeiend. Overal waren voorschriften voor, want alles diende op het juiste moment op de juiste plaats met de juiste gebaren en woorden gehanteerd te worden. Als kind sprak dat mijn fantasie aan, mijn gevoelswereld: het plechtige, het ingewijd worden in de wereld van mysteries, wat dat ook wezen mocht. De wereld van de liturgie was helemaal anders dan de wereld waarin ik leefde: de liturgie deed vergeten dat de naoorlogse realiteit niet altijd zo schitterend was. Nu kijk ik er wat bevreemd tegen aan, net of ik teruggeworpen ben uit de betovering van de opvoering.