Woensdag 19 augustus 1914 Aarschot – Jozef De Vroey
Ik krijg bericht van de boekhandel dat mijn boek is toegekomen. Dat laat ik me geen twee keer mailen.
Het is een dun boekje, een 150 pagina’s. Nu, dan zal het vlug gelezen zijn.
Het oorspronkelijke boek verscheen zowat 50 jaren terug. De Vroey verloor zijn vader in dit drama. Moeder bleef alleen achter met een stel opgroeiende kinderen. Vanuit deze achtergrond is de gedrevenheid van de schrijver om de geschiedenis kenbaar te maken, meer dan te begrijpen.
De huidige editie is in zoverre aangepast dat het Nederlands dat de schrijver toen hanteerde naar een leesbaar Nederlands is omgezet voor de huidige geïnteresseerde lezer. Er werden twee brieven van getuigen aan toegevoegd en sommige plaatsnamen werden nauwkeuriger bepaald.
Het is een zeer aangrijpend boek geworden. De herinneringen roepen concrete gebeurtenissen op. De schrijver poogt de geschiedenis zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Zo laat hij bepaalde feiten door verschillend getuigen verwoorden, ook als die niet hetzelfde zeggen. Dat maakt de gebeurtenissen levensechter. Daardoor wordt het een inleefbaar verhaal, een verhaal van concrete mensen die ieder vanuit hun ervaring en met de kwetsbaarheid van hun geheugen spreken.
Het is een boek dat een plaatselijke geschiedenis tot een ‘menselijke’ geschiedenis maakt. Als lezer leef je mee met de angsten, pijn, wanhoop van de getroffenen. Je krijgt de kans om dicht bij die mensen staan, je kruipt met hen mee de kelders in, volgt de vrouw die het lichaam van haar man gaat zoeken, je voelt de onmacht van de nabestaanden als hun geliefden in een massagraf bedolven worden onder aarde … en hoe die plaatsen later door de eigenaars, ergens ver weg van Aarschot, en een andere taal sprekend, verhandeld worden, alsof daar niks gebeurd is.
Dit drama liet niet alleen littekens na bij mensen die een of meer geliefden verloren, ook de toen nog kleine gemeenschap van Aarschot werd er door getekend.
Het is goed deze gebeurtenis herdacht wordt. Daardoor kunnen we even stilstaan midden het overvloedig aanbod van onze welvaart: we moeten zorg dragen voor onze samenleving, globaal maar ook plaatselijk.
|