Afschaffing van de slavernij
Complexe voorgeschiedenis van een wereldwonder
door Mart-Jan de Jong en Yael Wodnitzky
ISBN 978-90-441-3061-4
Evenals prostitutie is slavernij zo oud als de mensheid. Eerst laten de schrijvers de slavernij in de oudheid en middeleeuwen aan bod komen om aan te tonen hoe dit verweven is met de samenleving van die tijden. Dan veroorzaakt de kolonisatie een opbloei van de slavernij. Enerzijds zijn er schepen die voldoende slaven kunnen vervoeren naar andere continenten waardoor een zeer winstgevende slavenhandel ontstaat, anderzijds veroorzaakt de aanleg van plantages een enorme vraag naar arbeidskracht die, gratis afgedwongen, enorme rijkdom oplevert voor de planters. Als men daarbij rekening houdt dat in het denken van toen, waarin de theologische opvattingen ook hun bijdrage leverden, slavernij als iets normaal gezien wordt, kan deze uitbuiting rustig zijn voortgang vinden: ver van de plaatsen waar de politieke beslissingen genomen worden (Engeland, Frankrijk, Nederland om er enkele te noemen) kunnen de groot grondbezitters hun gang gaan in de koloniën, niemand die eventuele beperkende maatregelen tot verzachting van het slavenbestaan kan of wil controleren. Tot het verlichtingsdenken en religieuze vernieuwing de samenleving stap na stap verandert: ook de slavernij wordt in vraag gesteld.
De schrijvers laten het goedkeurend denken over en gewoonten i.v.m. de slavernij aan bod komen, waarna ze de veranderingen aanduiden die aanleiding geven tot eerst de afschaffing van de slavenhandel en daarna de afschaffing van de slavernij. Ze geven daarbij erg frappante voorbeelden:
Hoe legitimeerden de planters en het Nederlandse bestuur de slavernij, met inbegrip van de beestachtige behandeling die ermee gepaard ging? Veel theologen, dominees, priesters en pastors waren ervan overtuigd dat de slavernij een door God ingesteld systeem was. Zij geloofden dat God bepaald had dat de zwarte Afrikanen de blanke Europeanen als slaaf moesten dienen. … Hiermee bevrijdde hij de slavenhouders van mogelijke schuldgevoelens over het verhandelen en houden van slaven, ook als het christelijke slaven waren. Het geloof dat slaven van nature tot een lager ras behoorden, was heel sterk en wijd verspreid. Men kan dat terugvinden in vele brieven die de kolonisten schreven. (p.59)
Toen de Britten enkele decennia Suriname bestuurden, lieten ze de aanwezige Nederlanders doorgaan met het houden van slaven. En de daarmee verbonden economische activiteiten.
De Britten waren wel ontstemd over de brute behandeling van de slaven in Suriname. Herhaaldelijk vroegen ze de planters minder zware straffen uit te delen en te stoppen met het ongelooflijke wrede radbraken. Bij het radbraken werden slaven met gespreide handen en benen op een groot wagenwiel gebonden. Vervolgens werden al hun ledematen op twee plaatsen kapot geslagen met een zware ijzeren staaf. De negende slag, de genadeslag, werd gericht op het hart en was bedoeld om het slachtoffer in één klap te doden. Hoewel de Britten niet bekend stonden als zachtmoedige heersers, vonden ook zij dat deze middeleeuwse methode niet thuishoorde in een beschaafd land. Ze vonden dat een schandvlek voor de Britse cultuur en beschaving(p .64)
De slaven zelf kwamen vaak in opstand door te vluchten, waarop strenge straffen stonden als ze werden teruggevonden, of kwamen als groep in opstand, opstanden die vaak niets-ontziend werden neergeslagen maar soms ook een ramp voor de planter betekende.
Dat was ook het geval toen de slaven van De Bruyère weigerden te worden uitbesteed aan diens kwaadaardige buurman. Op zijn plantage was het aantal sterfgevallen onder de slaven zo hoog dat de eigenaar constant op zoek was naar vervangers. Alle slaven wisten dat. Toch zette De Bruyère zijn plan door en vroeg het koloniale leger om bijstand. Toen de soldaten verschenen, brak er een opstand uit. De slaven waren ver in de meerderheid en doodden vele soldaten. Bovendien hakten ze de handen van De Bruyère af. Hierna zat er voor de opstandige slaven niets anders op dan snel het oerwoud in te vluchten. (p. 62)
De strijd tot afschaffing van de slavernij is een moeizame weg. De schrijvers tonen aan hoe dit voor elk land verschillend verloopt. Voor Frankrijk zal de Verlichting en de Franse revolutie een belangrijke rol spelen. In Engeland zal de afschaffing van de slavernij sterk gesteund worden door theologische overtuigingen. In Nederland vormt de religieuze overtuiging ook een basis tot verandering, maar hier gaat het rustiger. De Verenigde Staten was een koloniaal gebied dat zichzelf in 1776 onafhankelijk verklaarde van Groot-Brittannië en een grondwet aannam waarin vrijheid en gelijkheid een grote rol speelden. Het Noorden was tegen de slavernij, het Zuiden wilde de slavernij behouden. Een burgeroorlog was het gevolg. Uiteindelijk werd ook in de Verenigde staten de slavernij afgeschaft.
Voor de schrijvers is de afschaffing van de slavernij een wonder. Daarom onderzoeken ze welke sociale, politieke en culturele factoren een rol spelen. Wat was de rol van de godsdienst? In een zeer leesbaar boek kan de lezer kennis maken met deze problematiek. Door heel concrete feiten aan te halen maken de schrijvers het afschuwelijke van slavernij invoelbaar. Om de afschaffing mogelijk te maken werden in de meeste landen de planters ‘vergoed’ voor het verlies van hun slaven: ze hadden er kapitaal ingestoken. En dan stelt zich natuurlijk de vraag: wie vergoedt de slaven voor hun jarenlange gratis werken, voor hun lijden?
|