Wat aangeboden wordt is geïnspireerd op de 18de eeuw … maar op een klein aspect ervan: de kledij, meubilair, mode en kapsel van … de adel.
De uitleg van de gids is niet zo inspirerend: zij heeft de gedrukte gids van buiten geleerd en probeert dat nu weer te geven … alsof ze examen doet.
En ik erger me. Ik voel me omringd door kitsch … niet de tentoongestelde werken ervaar ik zo, wel de wereld die ze oproepen. Natuurlijk zijn pruiken iets van ‘toen’, zo ook de feesten om de adel bezig te houden. Maar wat gebeurde er met de meerderheid van de bevolking? Ooit gehoord van 1789 … die revolutie is niet onverwacht komen opduiken. Blijkbaar identificeerden de curatoren zich zo met ‘het kasteel’ en de rijkdom er om heen, dat ze er niet aan dachten dat er in, rond, naast en voorbij het kasteel mensen woonden die labeurden om de adel hun rijkdom te bezorgen. Edelen brachten hun tijd door met beleefdheden uitwisselen, de koning zijn sokken of kroon aanreiken, feest vieren, kinderen verwekken bij de meiden of de meisjes uit de omgeving … en op gepaste tijden ter kerke gaan om die in het midden te houden, nl. aan de kant van de machthebbers.
De getoonde kunstwerken zijn een ‘verbeelding’ van het leven van de adel. Het raakt me negatief: ik voel me stilaan kwaad worden. Was er echt niets beter te tonen dan geschilderde pruiken getooid met bloemen en vogels. Alles ademt decadentie.
Tot we een spoor van de guillotine confronteren … een machine die in de 18de eeuw zijn intrede deed om booswichten op een ‘menselijke’ manier te onthoofden. Ook Marie-Antoinette mocht van dit voorrecht genieten. Een foto van Erwin Olaf verwijst ernaar: volgens ‘wat men zegt’ zou ze begraven zijn met haar hoofd tussen haar benen, een verwijzing naar haar ‘hoerig’ gedrag dat men haar toewees tijdens haar leven. Er rolden heel wat hoofden door het gebruik van deze machine. Maar bij de foto van Marie-Antoinette verwijst de tekst naar andere ‘prinsessen’ waarbij glamour en dramatiek onze verbeelding in beweging zetten: Diana (een auto-ongeluk), Sissi (neergestoken door een anarchist). De gewone crimineel wordt vergeten … nu zijn we ontzet wanneer we lezen wat IS uitvoert … maar was bv. het radbraken van toen een zoveel menselijker antwoord op criminaliteit?
Op het einde van de rondgang komen we in een kamer terecht waar een lange tafel bedekt is met voor elke imaginaire gast een bord, mes en vork. Midden op de tafel een tafereel van gebroken servies en beelden. Het geheel verwijst naar de gewoonte om een groot banket aan te richten voor het begin van een oorlog … voor de adel wel te verstaan. Nu ja, die klasse kon zich dat permitteren: de gewone soldaat zou immers zijn leven laten op het slagveld.
Maar hier wordt wel verwezen naar de hedendaagse tijd: de ontploffing van een atoombom, gemaakt uit ontelbare scherven, staat als centraal element de waanzin van die feesttafel uit te dagen.
Na de bezichtiging voel ik me enorm ‘opgeladen’. Er zijn prachtige dingen te zien, vooral de kledij spreekt me aan … maar hier wordt het nog maar eens duidelijk hoe gemakkelijk de stem van mensen zonder macht, vergeten wordt. Tot die stem losbarst en een revolutie ontketent … en dan vragen we ons af: waarom?
|