Ik maakte via mijn blog kennis met een Nederlandse kunstenares. Ze schreef eerst een reactie op mijn blog, dan schreef ik wat uitgebreider terug … en sindsdien houden we het gesprek gaande via email. Ze heeft een kleindochter. Wellicht dat alle kleinkinderen ‘geschenken’ van kinderen zijn, maar dit kind is toch een pracht van een meid.
Toen ik met leporello’s bezig was, dacht ik: laat me nu iets voor dat ‘zonnekind’ maken. Het resultaat was bijgaande leporello. Aan de ene kant de zon, aan de andere kant de maan. Het middendeel is open gesneden, zodat je naargelang je het boekje openvouwt, ofwel de dag ofwel de nacht kan begroeten.
Wellicht heb ik geen leporello met zoveel plezier gemaakt. Hopelijk wordt dat zonnekind ooit een pracht van een volwassen vrouw, die gewoon door er te zijn de wereld vrolijker maakt.
01-06-2015
De staart van Toby
Toby is een beagle. Een van de kenmerken van het ras is een wit staartuiteinde. Bij het lopen steekt hij die als een vlag omhoog, waardoor je hem kan opmerken … want zijn poten zijn eerder aan de korte kant.
De staart van een hond spreekt boekdelen: als hij iets mispeuterd heeft gaat zijn staart omlaag om niet gezien te worden, wanneer hij mensen begroet kwispelt hij het enthousiasme uit zijn hondenlijf … en als iets zijn jachthondeninstinct op roept, strekt hij zijn staart horizontaal één en al concentratie op het besluipen van zijn prooi.
Vanmiddag kwam het wandeluurtje er aan. Ik wou nog even doortekenen en vroeg aan Karel om een kwartiertje uitstel. Voor Karel is dat geen probleem: er is altijd iets in de buurt om te lezen.
Toby zit aan de voeten van Karel en kijkt hem strak aan. Net of hij wil zeggen: ben je mijn uitstap vergeten? Ik maak mijn tekening verder af, maak hoor plots de staart van Toby tegen de grond tikken. Zo van: hou eens op met jullie gedoe, er moet gewandeld worden.
Ik schiet bijna luidop in een lach. Ik weet dat ik ongeduldig uit de hoek kan komen … maar dat een hond zijn ongeduld met zoveel misbaar kenbaar maakt, dat had ik nog niet meegemaakt.
Ik ken het gezegde: wie bij een hond slaapt krijgt zijn vlooien … maar soms gaat het in omgekeerde richting. Van een goede inburgering gesproken.
31-05-2015
Stilte
Een paar dagen terug naar een audiologe geweest: eens kijken of een hoorapparaat mijn leven zou verrijken. Verarmen zeker: het kost behoorlijk wat, zelfs na tussenkomst van de mutualiteit.
Zolang we over de nodige middelen beschikken om in dergelijk apparaat te investeren, mogen we ons ‘rijke’ mensen noemen: we kunnen, als we honger hebben, eten wat we willen, hebben een ruim dak boven ons hoofd dat zelfs niet lekt. Daarbij kunnen we zonder problemen onze hobby’s beoefenen, we zijn wel wat beperkt in aankoop van boeken … wegens plaatsgebrek.
Ik heb vroeger al een hoorapparaat gehad … maar na een jaar was ik het moe. Ik weet niet meer goed waarom. Voldeed het me niet? Wat ik me wel herinner en wat nu nog altijd zo is: ik voel me goed in een wereld waarbij ik niet zo goed hoor, veel geluid is voor mij overbodige balast.
Om met mensen te praten maak ik liefst een afspraak: met vriend/inn/en ga ik dan een koffie drinken hier of daar, of ik nodig ze thuis uit. Wanneer ik tegenover hen zit kan ik me behoorlijk uit de slag trekken: ik heb een vorm van liplezen ontwikkeld. Ach ja, en als ik het niet goed verstaan heb, vraag ik om het nog eens te herhalen … en dat levert geen probleem op.
Ik merk wel dat mijn gehoor slechter wordt. Wanneer Karel iets zegt moet ik steeds meer en meer vragen het te herhalen … en ‘k vrees dat het niet louter aan de articulatie van Karel ligt. Slecht horen is een familiekwaal, langs vaderskant overgeërfd.
Omdat Karel ook met gehoorproblemen af te rekenen heeft ging hij langs bij een audiologe in de buurt … en ik liet me op sleeptouw nemen om ook een afspraak te maken.
Als ik aan de bijeenkomsten denk van ouders die een kind verloren door zelfdoding, ben ik enthousiast om een middel aangereikt te krijgen om beter te horen, want dan heb ik soms moeilijk om iedereen te verstaan. Anderzijds voel ik me zo veilig in een wereld die niet verstoord wordt door allerlei geluiden die niet zo prettig zijn: van overvliegende vliegtuigen, auto’s op straat, achtergrondlawaai waar ik me nu van kan afsluiten om me te concentreren op datgene waar ik mee bezig ben …
Feitelijk hou ik van ‘stilte’. Maar stilte is geen ‘doofheid’. Doofheid is onmacht om te horen, stilte is kiezen om het geluid uit te schakelen.
30-05-2015
Wandelen met Toby
We profiteren van het goede weer om uit wandelen te gaan. Als het regent doet Karel zijn plicht en laat Toby uit. Maar de laatste dagen trok de zon aan mijn gemoed: ik kon niet meer binnen blijven.
Normaal wandelen we een uur, meestal langs de Demerdijk. Op dit moment is de natuur zowat op zijn mooist. Deze namiddag bedacht ik: men spreekt van de kleur grasgroen … en ik keek naar het gras op de bermen. Het kleurenpalet dat ik daar aantrof deed me twijfelen of degene die het woord grasgroen gelanceerd heeft, ooit in de lente buiten gekomen is.
Ik ken de namen van de bloemen niet of kan de verschillende soorten gras niet benoemen dat nu langs de kant in zaad staat. Er was een beetje wind, zodat het hoge gras wiegde op het aangeboden ritme.
Ik weet ook het verschil niet tussen een koolwitje en een citroentje … en tijdens het wandelen ontdekte ik blauwe vlindertjes die prachtig harmonieerden met de witte bloemen die ze opzochten.
Gelukkig hoef ik geen speciale studie achter de kiezen te hebben om te genieten van die wereld rondom mij … voorlopig nog altijd gratis beschikbaar.
29-05-2015
Johan Anthierens
Omdat ik regelmatig een rustpauze moet inlassen wanneer ik aan mijn tekentafel sta, heb ik altijd een boek binnen handbereik op mijn leestafel … trouwens, meestal zijn er verschillende boeken in de running.
Sinds enkele dagen heb ik opnieuw het boek ‘Niemands meester, niemands knecht’ van Johan Anthierens opengeslagen. Ik herlees het waarschijnlijk voor de vierde keer.
Johan Anthierens is enkele jaren ouder dan ik (1937 – 2000) … en beschrijft de wereld die ik gekend heb. Hij doet dat met een pen die niets of niemand ontziet, met een luciditeit die doet huiveren, met een taal die zo zwierig, beeldend, snijdend is, die doet grimlachen, schaterlachen, huiveren, genieten … alle superlatieven zijn wellicht nog te licht om zijn taalwereld naar waarde te schatten. Vooral: ik voel me thuis komen in zijn taal, in de wijze waarop hij naar de wereld kijkt, een wereld die ik gekend heb als dagdagelijkse werkelijkheid.
Het maakt een vorm van heimwee in me wakker. Niet omdat ik terug naar vroeger wil. Wel omdat zijn schrijven bij mij het besef losmaakt van ouder worden, een wereld te hebben doorleefd die nu voor de jongeren waarschijnlijk onbegrijpelijk is. Nochtans, veel bleef hetzelfde … alleen de concrete invulling veranderde: de bootvluchtelingen van ‘toen’ waren Vietnamezen, maar het waren toen ook angstige mensen die mensensmokkelaars betaalden om hun leven waagden in bootjes die niet zeewaardig waren om naar dat utopische land te varen dat ‘het westen’ noemde.
Ik kan me best voorstellen dat Johan Anthierens erg moeilijk zijn draai vond in de samenleving: zijn geest registreerde zowat alles en die waarneming overdacht hij, kritisch, zoals alleen hij dat kon en dat vond dan een uitweg in woorden die blijkbaar niet tegen te houden waren en die meestal geen vrienden opleverden.
Het is een verfrissing opnieuw zijn nooit rustende, sprankelend bewustzijn te mogen meeleven.
28-05-2015
Uitkijken naar de nieuwe leporello's
Ik heb mijn tekentafel opgeruimd, alle spullen in de voor hen voorziene dozen gedeponeerd, de klossen die niet meer dienst doen van hun overtollige draad ontdaan … maar waar blijf ik met al die confituurbokalen … trouwens er moeten er dringend bijkomen … Karel je mag gerust de confituur bergenhoog stapelen op je boterham … ik heb dringend nieuwe bokalen nodig.
Nu ga ik me concentreren op het leporello’s maken.
De foto’s die de laatste dagen en volgende dagen aan bod komen, zijn nog de leporello’s die gemaakt werden voor [ ’t alent ]. De meesten zijn mini van afmetingen. De leporello’s die ik nu ga maken zijn wel wat groter. ‘k Heb er zin in en ben benieuwd wat het gaat worden.
27-05-2015
Met Christel naar 't Spit
Vorig jaar schilderden we nog, Christel en ik, in de academie in Werchter, de ezels mooi naast elkaar. Eerst maakten we tijd om bij te praten, maar dan werd het windstil tussen ons: elk was verdiept in het eigen werk. Op het einde van de les gingen we dan eens kijken wat de ander gepresteerd had en moedigden we elkaar aan … wat soms nodig was … niet altijd werd het gewenste resultaat bereikt.
Dit jaar vervolgt Christel haar opleiding in Werchter en ben ik verhuisd naar de klas kantklossen in Rillaar. Omdat we nood hebben om elkaar toch regelmatig te zien, spreken we af om min of meer wekelijks bij elkaar op ‘lunch’ te gaan. Dit betekent dat we gewoon bij elkaar een boterham gaan eten, maar eerst eens bekijken welk nieuw werk er is bij gekomen.
Nu was het mijn beurt om ‘de voeten onder tafel te steken’ zoals ze dat op zijn Vlaams zeggen. De uitdrukking is niet direct van hoogstaand culturele waarde, maar drukt toch de realiteit uit … en ik kan daar echt van genieten.
‘s Morgens was ik aan een grote opruim van mijn tekentafel begonnen: af en toe moet dat eens gebeuren, zodat ik zowel materieel als mentaal weer ‘ruimte’ krijg. Ik ontdek dat ik best wel wat doosjes kan gebruiken om mijn spulletjes in op te bergen. Dus zeg ik aan Karel dat ik na Christel nog even binnen loop in ’t Spit (een kringloopwinkel) om wat doosjes aan te kopen.
Christel vindt dat een uitstekend idee. Naar ’t Spit kan je gaan ‘shoppen’ zonder veel geld kwijt te zijn … maar je moet wel van tweede handsspullen houden. Dus na de koffie naar ons shoppingcentrum.
Ik vind onmiddellijk wat ik nodig heb: drie dezelfde blikken dozen (waar ooit karamellen in zaten) en nog wat plastieken dozen. We kijken ook bij de boeken, maar ik vind niet echt iets dat me aanspreekt … trouwens, de aankoop van boeken beperkt zich meer en meer: er is gewoon geen ruimte meer om te stapelen; maar moest ik materiaal vinden in verband met klossen … dan zou ik me wellicht nog laten verleiden.
Op de bovenverdieping bevindt zich de kleding … en daar vinden we elk wat naar onze gading. Ik ontdek ook nog wat garen dat ik kan gebruiken voor het klossen.
We gaan allebei heel tevreden naar de kassa … en daar worden we nog meer tevreden..’t Spit kan je een vorm van ‘troostwinkel’ noemen: voor een paar euro’s heb je het gevoel uitgebreid te hebben gewinkeld. Een extraatje voor jezelf hoeft geen financiële catastrofe te worden, terwijl het wellicht emotioneel orde op zaken stelt: als het dondert in je omgeving kan je daar even tot rust komen door jezelf te trakteren op een boek, een lijst waarin je je eigen tekeningen gaat kaderen, een truitje dat je niet echt nodig hebt maar dat je zo leuk staat … en vooral die klosjes met garen die aan een weggeefprijs naar jou staan te lonken.
Waar kan je je nog laten verleiden zonder problemen te veroorzaken?
26-05-2015
Woede
nu ik een wereld ontdek
van kind zijn
zo maar tekenen en kleuren
vrouw zijn
zonder me schuldig te voelen
aan alles wat verkeerd gaat
nu ik een wereld ontdek
van thuis komen
bij mezelf
bij een geliefde
nu moet ik leren afscheid nemen
daarom
ik ben kwaad
mag dat
achtbare mevrouwen
mijnheren
eindelijk kunnen mezelf ervaren als
heel
ondanks de verscheurende ervaringen
vertrouwd met mijn eigenste zelf
ondanks de vervreemding
die me jaren werd aangepraat
nog even
en de tijd is op
en dat kan ik niet verkroppen
ja, ik wil eeuwig leven
maar dat zou tot overbevolking leiden
en een lijf dat geen bewustzijn meer kan dragen
er rest mij alleen
woede
om het tot leven geroepen te worden
en uiteindelijk
als je dat kan aanvaarden
tegen heug en meug
er afscheid van te moeten nemen
ik leef te graag
en kan er niet aan denken
dit leven ten einde
………
zal ik nog maar een leporello tekenen
25-05-2015
Nogmaals leporello's
Nu ik me weer in de wereld van de leporello’s begeef, zweef ik de dagen door. Ik kan het zelf nauwelijks geloven hoe zo’n manier van tekenen en kleuren mijn gemoed beïnvloedt. Zentangle werd ontwikkeld om de mensen meer innerlijk rust te geven. Ik zou zeggen: probeer eens een leporello uit, hervind je kind-zijn en als het niet lukt, vind het opnieuw uit.
Nu begin ik te begrijpen waarom bezoekers tijdens de kunstroute zo enthousiast deden over die leporelleo’s: het maakt iets vrolijks en ongecompliceerds wakker. Vooral die kleine leporello’s zijn ‘niemendalletjes’ die geen enkele pretentie hebben, tenzij de vrolijke kant van het leven op te roepen. Hebbedingetjes die je blij maken door er naar te kijken en verder niets extra willen betekenen, van geen toegevoegde waarde willen weten.
Zouden we geen reclame maken om een doktersvoorschrift voor slaappillen te vervangen door een voorschrift voor blanco leporello’s, die de lijder aan slapeloosheid dan zelf moet voltekenen en –kleuren? Bij tien volgemaakte leporello’s betaalt de ziekteverzekering de volgende tien terug. Wedden dat de slapeloosheid overgaat in een zalige glimlach bij de gedachte aan de kleurrijke dromen die op komst zijn?
24-05-2015
Terug naar het leporello's maken
Tijdens de evaluatievergadering van [ ’t alent ] werd gezegd dat de ‘art-o-maat’ wel succes kende … en of de medewerkers verder wilden mini kunstwerkjes maken om de ‘art-o-maat’ bij te vullen.
Vanmorgen kwam de initiatiefnemer van ‘art-o-maat’ even langs. Hij bracht me een leeg doosje van een bepaald sigarettenmerk dat de juiste afmetingen had om als omhulsel te dienen voor het probleemloos functioneren van de ’art-o-maat’. Hij had zo’n doosje ook maar van straat opgeraapt. Ik beloofde dat ik dit doosje niet meer zou weggooien zoals het vorige, toen ik dacht dat mijn opdracht vervuld was.
Omdat ik vernomen had dat de leporello’s, die uit de automaat gehaald werden, wel gewaardeerd werden, wou ik natuurlijk daarmee verder te werken: zo’n stimulans kan je niet naast je neerzetten en als onbestaande beschouwen. Daarbij, leporello’s maken is heel ontspannend: ik lever mijn kinderziel uit aan het vouwen van het papier tot een boekje en daarna teken en kleur ik mijn fantasie binnenste buiten.
Omdat het gaatjes maken van het kantklossen me zoveel inspanning vroeg, wil ik nu wel even overschakelen naar wat meer speelse activiteiten. Ik heb nog wat resten liggen van tekenpapier dat ik diende kleiner te maken. Dat komt nu mooi van pas.
De foto toont een leporello die ik vroeger maakte. Nu ben ik zelf benieuwd wat er uit mijn tekenpen gaat ontstaan.
’t Voornaamste is het plezier van leporello’s maken: een nooit ophoudende speeltijd.
23-05-2015
Gaatjes maken
In de kantklas wordt een fotokopie rondgedeeld van ‘gaatjes maken’: wie interesse heeft kan dit bij zijn cursus voegen. Ik neem ook een kopie: die gaatjes interesseren me wel, ik vind dat een grafisch element waar ik later wel eens iets mee wil doen. Voorlopig laat ik het rusten, andere technieken eisen mijn aandacht op.
Na de paasvakantie wil ik aan dat ‘gaatjes maken’ beginnen. Het gaatjes maken is niet zo gemakkelijk als ik dacht, vooral als het een mooi rond gat moet worden. Stilaan krijg ik de techniek in de vingers … maar echt gave cirkels krijg ik toch niet geklost. Feitelijk is het moeilijk om een perfecte ronding te realiseren, zeker voor iemand die nog maar een paar maanden aan het klossen is. Ik wil die gaatjes gebruiken in een groter werk, met dikkere draad, waarbij het niet gaat om de perfectie van de cirkel. Dat werk heeft zich al in mijn hoofd genesteld … maar zal daar nog even moeten blijven. Over enkele weken sluiten we het schooljaar af … en dan ga ik het klossen even laten bekomen en me uitleven met verf op doek.
Maar eerst met toewijding aan het klossen, de laatste weken doorbrengen, zodat ik van de juf een goed rapport krijg, al of niet met gaatjes daarin.
22-05-2015
Klosjes met een P op
De schoonmoeder van een vriendin was overleden. Tijdens haar leven had ze de boerderij helpen recht houden, kinderen groot gebracht, voor een broer gezorgd die niet zelfstandig het leven aan kon, m.a.w. wel een bezig bestaan uitgebouwd … en kant geklost. Niemand in de familie was geïnteresseerd in het klosmateriaal … dus wou ik het wel overnemen.
Gisteren werden de klosje gebracht en vandaag nam ik ze ter hand. Aan de klosjes zit nog draad. Terwijl ik de draad van de klosjes los wurm, denk ik aan de vrouw die ik niet ken, maar die dezelfde klosjes in handen nam, daar mooie werken mee maakte en daar waarschijnlijk heel intens van genoten heeft.
Op elk klosje heeft ze met stift of bic een P geschreven, wellicht de eerste letter van haar naam. Ik zie het voor mij gebeuren: ze koopt die klosjes aan en komt thuis, blij met de aanwinst, en om te vermijden dat die klosjes vermengd geraken met andere klosjes (ze volgde academie) markeert ze heel behoedzaam haar bezit: dat behoort nu tot haar wereld. Zou ze gezongen hebben van vreugde (zoals in het lied van Lodewijk De Vocht: als moeder zong) of durfde ze al fluitend tonen dat het haar naar de zin was?
Op de klosjes bleven restjes draad achter … waarschijnlijk had ze het moeilijk om overschotten weg te gooien en liet ze haar klossen maar gevuld tot ze die nodig had. Ik moet inwendig lachen: ik herken dat ‘zuinig’ zijn, ik kan ook geen draad weg gooien die mogelijk ooit nog wel eens dienst zou kunnen doen. Maar de draden die ik niet meer nodig heb, bewaar ik in lege confituurpotjes, voor elke soort en kleur draad spoel ik een bokaal uit. Wellicht zullen mijn kinderen zich een kriek lachen als ze de verzameling confituurpotten aantreffen die ik nu zorgvuldig probeer te stapelen.
Ik merk dat ik veel emotionele waarde toeken aan draad en klossen … veel meer dan wat de kosten zijn om het allemaal aan te kopen. Die klossen en draden geven me een gevoel van rijkdom: het zijn uitnodigingen om aan de slag te gaan, mezelf uit te dagen iets te creëren dat, als het lukt, mooi is.
21-05-2015
Wat late foto's van [ 't alent ]
Het duurde even voor Christel mij haar foto’s over de tentoonstelling van [ ’t alent ] bezorgde. Ik wil er enkele van laten zien ter kennismaking met haar werk.
Naast grotere schilderijen is ze nu intens bezig met het maken van kleinere portretten. Ze vielen erg in de smaak bij de bezoekers. Naast haar artistieke werk maakt ze ook zeer mooie sieraden.
Ik zeg altijd: Christel probeert de wereld mooier te maken. Zo brengt ze een vorm van troost in een kwetsbare wereld.