We hebben Rock Werchter overleefd, dank zij de gastvrijheid van de oudste dochter en haar man.
Het was wel warm die dagen. Dus bleven we maar binnen als we niet met de honden op stap waren. Ik had me voorgenomen om niet te klossen …maar ik kon het niet over mijn hart krijgen mijn kloswerk thuis te laten. Ik heb me dan maar geïnstalleerd in een hoekje … en van het voorgenomen leporello’s maken bleef het dan maar bij het goede voornemen. Waarom zou ik het klossen laten als het me zo uitnodigde? Tussendoor nam ik voldoende rust, zodat ik zonder kleerscheuren en pijnlijke armspieren de dagen door geraakte.
Mijn dochter woont niet zover van een bos. Natuurlijk zijn we dat bos gaan verkennen met de honden: Toby en Schicco. Schicco is meer dan dubbel zo groot als Toby: een elegante grote Munsterlander. Wanneer hij rustig voor ons uit liep moest ik voortdurend denken dat hij toch bijzonder goed paste bij Aike en Carlo, zijn lopen was meer zich dansend verplaatsen … helaas was zijn neiging om de vrijheid te veroveren heel sterk en dan was hem aan de leiband houden soms een hele opgave.
Zondagavond kwamen we samen met de kinderen. We hadden afgesproken om lekker te gaan eten en nadien bij Aike en Carlo de verdere avond door te brengen. Gewoon rustig van elkaar genieten.
Maandagvoormiddag keerden we naar huis terug. Gelukkig reden we naar Werchter toe, want de uittocht van het festivalpubliek was volop gaande: verkeerspolitie stond aan de rotondes het verkeer te regelen. We moesten wel niet te lang aanschuiven maar voor de tegenovergestelde richting was het kilometers lang de beurt afwachten.
Nu was het nog even wachten op Classic Werchter, dat zaterdag na Rock Werchter plaats vond. Daarvoor zochten we geen logies: een nachtje zouden we het wel overleven. Maar het viel feestelijk mee. Vermoedelijk zat de wind goed: het geluid dreef een andere richting uit. In de namiddag zagen we voorbij ons huis de auto’s stapvoets aanschuiven richting Werchter, ’s nachts werd diezelfde file herhaald in tegenovergestelde richting, zodat tegen de morgen het dorp kon herademen en we ongehinderd op weg konden voor de noodzakelijke boodschappen.
|