haar
lied doordringend even
luisteren een
muntstuk dankuwel
06-03-2011
Constructie - Deconstructie VIII
buiten trage
druppels binnen een
kinderhand tekent
verloren een
naam op
het bewasemde raam
05-03-2011
Constructie - Deconstructie VII
bezorgd loert
het moederoog naar
verten het
jong weet
alleen van de
uier
04-03-2011
Constructie - Deconstructie VI
onder
brandende zon gedreun
van machines oogst
wordt binnengehaald nog
even wachten tot de
regen komt en de rust van
houtvuur
03-03-2011
Constructie - Deconstructie V
pompoenen in
zomerkleuren gestapeld bij de inkom alsof het
heimwee naar de zomer mee het
huis binnen moet
02-03-2011
Constructie - Deconstructie IV
geur
van verse soep knikkerende
kinderen een
vrouw lacht de zon
geeft schaduw van was
aan de lijn nauwelijks
beroerd door de wind
01-03-2011
Constructie - Deconstructie III
de
nacht schuift naar de morgen met
kleuren van purper en rood nevel
hangt rustend boven de velden een
eerste haan kraait in de
stallen het
ademen van dieren die
naar de dag toegroeien
28-02-2011
Constructie - Deconstructie II
vloedlijn: de zee verengd tot een
gil van verrukking bij
koud water over
blote voeten
27-02-2011
Constructie - Deconstructie I
laag
hangt nevel zich te
onttrekken aan aarde kruipt
traag de weg over als een
herinnering die
niet loslaten wil
25-02-2011
Kever I
verborgen
voor het oog zend
ik mijn stekels uit het
gevaar aftastend woede
is mijn reisgezel wanhoop
mijn voeding waar
vind ik die me lief is
24-02-2011
Kever II (2005)
ik leef in het verborgene
weggedoken onder het harnas van
functioneren en gezin
niemand vraagt naar mijn bestaan
ik wil verdwijnen en vergeten
23-02-2011
Kever III
neergevallen schutschild gebroken overgeleverd aan kwaadaardige goden geen schreeuw breekt los in stilte bevecht ik de dood langzaam kom ik terug tot leven
22-02-2011
Kumbe
Davids
Hooglied
Christel, mijn mede-exposant in Siddartha, heeft een broer,
een volwassen man met het syndroom van Down. Samen met de ouders is hij naar
onze tentoonstelling komen kijken.Hij
heeft rondgewandeld en bekeek wat er aan de muur hing. Daarna dronken ze iets
aan een van de tafeltjes in de expositieruimte. Hij genoot ervan. De sfeer was
levendig: alle tafeltjes waren volzet en er werd druk bijgepraat. s Anderendaags
bracht Christel tekeningen mee van haar broer. Ontroerend in hun eenvoud.Hij schreef daar ook gedichtjes bij.Prachtige liefdesgedichten. We namen de tijd
om ze een voor een te bekijken of te lezen en opperden de mening dat die
tekeningen gedichten toch een expositie waard waren.
En van het ene woord kwam het andere plan. Niet alleen
David is een kunstenaar met beperking, er moeten er nog zijn.Gaan aankloppen bij het Danscentrum Aike
Raes. Daar dansen twee Damba-groepen: Dansers
met bijzondere aandacht, een
groep dansers met beperkingen. Wellicht zitten daar ook kinderen of jongvolwassenen
bij die via tekeningen of schilderwerken of teksten in communicatie treden met
hun omgeving. Het project werd positief onthaald.
Dus een zaal gezocht, gevonden en een datum vastgelegd: eind
maart volgend jaar organiseren we een tentoonstelling onderde titel: Davids Hooglied in de Jack-Op in
Werchter.
Hierbij een oproep: zijn er kunstenaars met een of andere
beperking, die zich artistiek uiten via tekeningen, schilderijen, taal en
graag willen naar buiten komen, ze mogen contact met ons opnemen.De bedoeling is dat het een project wordt dat
tweejaarlijks georganiseerd wordt onder de naam KumBe, Kunstenaars met beperkingen.In elk geval heeft het Danscentrum zich
geëngageerd om met de Dambagroepen een optreden te verzorgen.
21-02-2011
M Museum Leuven
MMuseum Leuven
Als m-bassadeur betaal je eenmaal per jaar dertig euro. In
ruil krijg je een toegangskaart waardoor je het museum zonder beperking kan
bezoeken en een boek ter waarde van 20 euro. Wie meer dan één keer per jaar
naar het museum wil, kan zich best een dergelijke kaart aanschaffen.
De stadsschouwburg ligt op nog geen 5 minuten wandelafstand
van het museum. Dus ben ik tussen twee opvoeringen van het Danscentrum Aike
Raes er heen gewandeld. Het is mooi verbouwd. Er is een vaste collectie waar ik
gewoon doorwandel en alles herken. Dan weer kijk ik naar het licht in een werk
en hoe de kunstenaar van toen dat technisch realiseerde, een andere keer
probeer ik me te concentreren op de compositie. Alles rustig aan hoor, ik wil
vooral genieten van wat ik zie. De vroegere kunstenaars hadden kerk en staat
tot broodheren. Dat zie je natuurlijk aan de onderwerpen.
Eens nam ik mijn kleinzoon mee, 8 jaar, een kind met een
levendige fantasie. Niet meer opgevoed met Bijbelse teksten of de vreselijke
lijdensverhalen van Jezus. Vol huiver stond hij te kijken naar de meneer die
vol pijlen stak (Sint-Sebastiaan), dan weer gaf hij commentaar over de beulen
die met bijl op een martelaar inhakten. Wie was de man met al dat bloed uit
zijn buik? Hoe kon ik dat jongetje in één twee drie uitleggen dat Jezus gevangen
was genomen, gegeseld, met doornen gekroond en gekruisigd? Feitelijk
realiseerde ik me met hoeveel gruwel we opgevoed werden als kind. Die
schilderijen hingen in de kerken om als een soort beeldverslag de kerkbezoekers
te overtuigen van een bepaalde godsbeleving.
Toch kunnen doeken en beelden van Maria en haar zoon
Jezus me vaak ontroeren. Het is zo menselijk: een vrouw die rouwt om haar
geëxecuteerde zoon. Dat thema is nog altijd zo actueel: van het uitvoeren van
een ter doodveroordeling tot kinderen die zich tot martelaar opofferen in een
zelfmoordaanslag.
Op dit moment loopt er een tentoonstelling van Pedro
Cabrita Reis. Ik probeer zijn werken te proeven, maar het lukt me niet.
Emotioneel raakt het me wel: ik heb soms de indruk dat ik op een bouwwerf rondloop
met koude TL-lampen, draden, afval en feitelijk heb ik daar een afkeer van
als dat niet functioneel is. Rommel kan, als er na de verbouwing opgeruimd
wordt. Ik wil echter niet leven in chaos. Als die reactie zijn bedoeling is,
dan is hij geslaagd. Er is meer dan TL-lampen, maar het blijft een bevreemdende
wereld voor mij. Vaak gebruikt hij metaal en daar reageer ik nogal weerspannig
op: mijn huid krimpt samen en mijn ziel bereid zich voor op verdediging. Zijn
werk vind ik ook zo hopeloos: deuren die nergens toegang tot geven. Een deur
gooi je open op de wereld, op toekomst, prikkelt je nieuwsgierigheid om wat ze
verbergt, grendel je af om grenzen te stellen. Maar hier zijn de deuren niet
alleen overbodig, ze zijn tevens lelijk. Geen lelijkheid die soms ontroert omdat er een ziel in zit van vroeger, verwijst naar gebruikende handen, krassen
op de ziel die daarin weerspiegeld worden.
Wat een tegenstelling tot het prachtig gerenoveerde huis
Vanderkelen dat bij het museum hoort. De deuren zijn een kunstwerk op zich.
Daar bevindt zich een deel van de vaste collectie. Wie hoognodig toe is aan
rust kan daar terecht. Het gebouw stelt zijn grootsheid in alle glorie
aanwezig. Het huis is maar gedeeltelijk toegankelijk. Hoe verwarmden ze vroeger
een dergelijk huis: een open haard zal niet veel bijgebracht hebben in ruimten
met metershoge plafonds en de Vanderkelens zullen zelf wel niet hout en
steenkool aangedragen hebben of gekookt en gepoetst. De trap van de meiden en
knechten zal wellicht meer uitgesleten zijn dan de trap met prachtig uitgesneden
leuning. In elk geval was er ruimte genoeg om schitterende feesten te geven,
kunstenaars opdracht te geven voor het maken van portretten die tegen de muur
kwamen.
Naast Pedro Cabrita Reis exposeert Freek Wambacq, een
jonge Belgische kunstenaar (°1978). Ik kom een zaal binnen en ontdek twee tafels:
op de ene ligt een selder compost-rijp te worden naast een papier met
zoutkorrels blijkt uit de tekst, op een andere tafel liggen halve kokosnoten,
werkhandschoenen ... Gelukkig is er een begeleidend schrijven dat me het waarom
uitlegt. Ik vraag me af wat het echte kunstwerk is: de werkhandschoenen die zo
uit de rekken komen of uitleg die gegeven wordt. De uitleg zet me wel aan het
dromen uit de geluiden die de
voorwerpen kunnen voortbrengen: de hoeven van een galopperend paard (de halve
kokosnoten), het slaan van de vleugels van een vogel die voorbijvliegt (de
handschoenen) of regen (de zoutkorrels op papier)- allen klanknabootsingen die
als geluidsregistraties vaak meer herkenbaar zijn dan het werkelijke geluid.
Het is niet omdat ik dat moderne werk niet kan waarderen,
er een moe gevoel aan overhoud, dat het geen waarde heeft. Bij de uitleg die
gegeven wordt voel ik me alleen cerebraal aangesproken. Ik probeer te volgen
wat er geschreven staat, maar ontdek dat die wereld voor mij vreemd blijft. Ik
bots op mijn beperking. Toch blijf ik musea binnen gaan. Misschien, als ik
genoeg oefen, me probeer vertrouwd te maken met die moderne vormgeving, dat ik er na verloop van tijd toch nog van zal kunnen genieten.
En naast het Vanderkelenhuis is er een soort bijgebouw,
ook gerenoveerd. Wat het vroeger was? Ik verbeeld me dat daar stallingen waren
voor de koetsen en paarden. Op dit moment zijn daar jongeren aan de slag: laatstejaars
van verschillende Leuvense scholen. Leuk om zien hoeveel fantasie ze in hun
werk steken. Twee leerlingen zaten te suppoosten. Het is geen grote
tentoonstelling. Toen ik rond was vroeg een van leerlingen of ik nog vragen
had. We vertrokken meteen voor een korte babbel. De jongen die me aansprak ging
verder in de kunstrichting maar wist nog niet wat juist. Het meisje wist al
zeker wat ze ging doen: tatoeage. Maar dan mooi tatoeages, met zuivere lijnen
en onderwerpen die ze zelf zou ontwerpen.
Er zit toekomst in de jeugd.
20-02-2011
Het huwelijk
Het huwelijk
Willem Elsschot
Willem Elsschot moet ik hier niet meer voorstellen. En
Het huwelijk is wellicht ook gekend. Het is een wreed gedicht, maar op het
einde komt een vreemde berusting. De eerste verzen beschrijven brutaal
ongenadig een fantasme dat best binnenhuids blijft. De laatste verzen laten een
realiteit toe die zich zachter formuleert en wordt het ongenoegen
teruggetrokken van de partner en opgeborgen in de man die een godvergeten en
vervaarlijk aanblik bood
Ik heb, met in mijn achterhoofd dit gedicht, een tekening
uitgewerkt met bister. De vogel staat voor het starten van het huwelijk:
torteltjes op de huwelijkskaart, de vredesduif die iedereen gerust stelt dat
dit huwelijk zal slagen. De tekst is rond het beeld vredesbeeld geschreven.Met water werd de tekst, die nog leesbaar bij
is, uit de bister opgelicht. Wat aandoet als een rustig beeld, houdt een
verborgen boodschap in. Vechtscheiding behoort altijd tot de mogelijkheid van
een huwelijk.
Het
huwelijk
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
19-02-2011
Barbara
Barbara van Jacques Prévert
Jacques Prévert is één van de grootste Franse dichters
van de XXste eeuw ( 04.02.1900 tot 11.04.1977) en maakte beide wereldoorlogen
bewust mee.Barbara verscheen in 1946 in
de bundel Paroles.Het gedicht roept
de 165 bombardementen op waarmee Brest geteisterd werd tussen juni 1940 en
september 1944. Alles wat hoopvol was, is verdwenen, zelfs de honden lopen weg
om te creperen ver van Brest, dat volledig is verwoest.
Wellicht ben ik niet de enige die dit gedicht op de
middelbare schoolaangeboden kreeg en het
sindsdien meedraagt als een relikwie om het onzegbare toch tot taal brengen.
Welke ervaringen liggen er in opgeborgen: hoop, liefde, jeugd, toekomst maar
ook verwoesting, rouw en absolute desolaatheid.
Ik schreef het gedicht met blauwe écoline op wit papier.
De letters zijn nauwelijks nog te ontcijferen. Ze werden bewust in mekaar
geschreven. De letters verbinden zich niet meer tot woorden om inhoudelijk benaderd
worden. De letters zijn gehanteerd als tekenkundig element. Als beeld: drie
witte pluimen van straalvliegtuigen die de ravage komen opnemen tekenen zich af
in een heldere blauwe hemel. Daaronder ligt een verwoeste stad.
Barbara
Rappelle-toi Barbara
Il pleuvait sans cesse sur Brest ce jour-là
Et tu marchais souriante
É panouie ravie ruisselante
Sous la pluie
Rappelle-toi Barbara
Il pleuvait sans cesse sur Brest
Et je t'ai croisée rue de Siam
Tu souriais
Et moi je souriais de même
Rappelle-toi Barbara
Toi que je ne connaissais pas
Toi qui ne me connaissais pas
Rappelle-toi
Rappelle-toi quand même ce jour-là
N'oublie pas
Un homme sous un porche s'abritait
Et il a crié ton nom
Barbara
Et tu as couru vers lui sous la pluie
Ruisselante ravie épanouie
Et tu t'es jetée dans ses bras
Rappelle-toi cela Barbara
Et ne m'en veux pas si je te tutoie
Je dis tu à tous ceux que j'aime
Même si je ne les ai vus qu'une seule fois
Je dis tu à tous ceux qui s'aiment
Même si je ne les connais pas
Rappelle-toi Barbara
N'oublie pas
Cette pluie sage et heureuse
Sur ton visage heureux
Sur cette ville heureuse
Cette pluie sur la mer
Sur l'arsenal
Sur le bateau d'Ouessant
Oh Barbara
Quelle connerie la guerre
Qu'es-tu devenue maintenant
Sous cette pluie de fer
De feu d'acier de sang
Et celui qui te serrait dans ses bras
Amoureusement
Est-il mort disparu ou bien encore vivant
Oh Barbara
Il pleut sans cesse sur Brest
Comme il pleuvait avant
Mais ce n'est plus pareil et tout est abimé
C'est une pluie de deuil terrible et désolée
Ce n'est même plus l'orage
De fer d'acier de sang
Tout simplement des nuages
Qui crèvent comme des chiens
Des chiens qui disparaissent
Au fil de l'eau sur Brest
Et vont pourrir au loin
Au loin très loin de Brest
Dont il ne reste rien.
18-02-2011
Bewustzijnsmomenten: inleiding
In september 2010 keek ik terug op het heengaan van mijn
zoon, iets meer dan 10 jaren geleden. Ik wou in kleur en beeld vastleggen wat
er met mij gebeurde. Hoe bewustzijn in mij vorm kreeg, veranderde
Toen ik de diagnose schizofrenie hoorde, kwam ik vanuit
het diepste van mijn wezen in opstand. De psychiatrie veroordeelde mijn zoon
tot wat? Levenslang? Ter dood? Schizofrenie was voor mij de afvalbak van de
psychiatrie: als alle andere diagnoses uitgesloten waren, restte alleen nog
schizofrenie. Wat is de oorzaak van
schizofrenie? In mijn opleiding van criminologie, begin de jaren zeventig,
werden we vertrouwd gemaakt met de anti-psychiatrie o.a. met de Britse
psychiater Laing. In zijn visie werd een overwegende rol toebedeeld aan de
schizofreen-makende moeder. Je weet wel,
dat ijskoude mens die steeds maar dubbelzinnige boodschappen meedeelt aan haar
zoon. Autisme was toen ook in hetzelfde bedje ziek. De moeders, vrouwen dus,
werden met al dat rampzalige overladen, door mannen die geen tijd hadden om
veel verantwoordelijkheid te dragen in het gezin, want ze moesten zo dringend
carrière maken, boeken schrijven, diagnoses stellen
Tevens werd in die opleiding gesteld dat schizofrenen de
nieuwe profeten waren die ons maatschappelijk bestel aan de kaak stelden.
Tot mijn zoon me confronteerde met zijn
schizofrenie. Hij was geen nieuwe
profeet. In een psychotische opstoot
richtte hij een onvoorstelbare ravage aan. Ik kwam in opstand tegen het feit
dat ik een ijs-moeder zou zijn: in ons gezin wel werd geknuffeld, was het wel
warm en prettig om toeven. M.a.w. ook op gebied van opleiding verdween de grond
onder mijn voeten
Het duurde enkele jaren voor ik kon aanvaarden dat mijn
zoon psychisch anders was, in een psychotische wereld leefde, zeer agressief
werd als hij geen medicatie nam. Een lange, vaak beangstigende weg tekende zich
uit.
17-02-2011
Bewustzijnsmoment I
Doorbrekend bewustzijn
Mijn zoon heeft zeven jaren psychisch verstoord geleefd.
Een paar keer heeft hij geprobeerd zelfstandig te leven op kot. Na een paar
maanden belandde hij weer in de psychiatrie.
Ik las alles wat me in handen viel over schizofrenie. Er
mocht geen achterflap van een boek naar het woord schizofrenie verwijzen of
ik las het. Stilaan drong de realiteit tot me door. Mijn zoon had geen
toekomst, tenzij verdoofd wegzinken door medicatie in een of andere afdeling
van de psychiatrie voor chronisch zieken. Waar was mijn kind gebleven, dat ik
gekoesterd had, geholpen bij het huiswerk, dat zo veelbelovend houtbewerking
volgde in een technische school? Volgens de leraren kregen ze maar zelden
iemand van zijn niveau binnen.
Het ging vaak niet zo goed met mijn zoon. Hij ondernam
verschillende pogingen tot zelfdoding. Ik voelde aan dat dit uiteindelijk zijn
toekomst was, ondanks therapeuten me recht hielden met te zeggen dat hij toch
steeds zijn eigen weg zocht. Tot ik las dat een mannelijke schizofreen met een
vader die door zelfdoding was gestorven (mijn eerste man stapte uit het leven
toen mijn zoon 4 jaar was) 95% kans had om ook op een dergelijke manier te
eindigen. Toch bleef ik hopen dat hij tot die resterende 5% zou behoren.
Uiteindelijk was het bewustzijn niet meer te ontwijken.
Mijn zoon sprak over zelfdoding, dat dit voor hem een stap was die hij wel zou
nemen. Bij het weggaan na een bezoek, keek ik hem het laatste jaar met extra
aandacht aan: wellicht was dit de laatste keer dat we elkaar zagen tot het eens
de laatste keer was.
16-02-2011
Bewustzijnsmoment II
Snijdend bewustzijn
Telefonisch bereikte me het bericht dat mijn zoon
gesprongen was.
Het was net of ik doorkliefd werd met een realiteit die
me katapulteerde naar een andere ruimte. Eén groot neen schreeuwde uit mij
omhoog, terwijl mijn voeten naar de auto stapten om naar spoedgevallen te
rijden. Ik wou dat bericht ongedaan maken, wist tevens dat die realiteit niet
te ontkomen was. Wat ik steeds voor me
uitgeschoven had met er is ook nog die 5%, was nu zijn definitieve realisatie
ingegaan: mijn zoon was stervende en zou de val uit de vijfde verdieping niet
overleven. Hij wenste dat trouwens niet, hij had, god weet vanuit welke wanhoop,
voor deze weg gekozen. In zijn liefdevolle afscheidsbrief verwoordde hij dat
hij het leven hier niet meer aankon, dat hij zich niet meer thuis voelde in
deze wereld. Hij heeft nog even geleefd voor hij definitief afscheid nam van
een wereld die voor hem niet meer leefbaar was.
15-02-2011
Bewustzijnsmoment III
Verscheurd bewustzijn
De volgende dag wakker worden en terug het bewustzijn in moeten:
mijn zoon is dood. Net of mijn lichaam vergeten was in de slaap dat mijn zoon
uit het leven was gevallen. In de morgen opnieuw geconfronteerd word met die onmogelijke
realiteit en vallen in de afgrond van pijn. Stilaan installeerde zich het
bewustzijn in mijn lichaam dat mijn zoon dood was, alles deed pijn, ik was een
dodelijk gewond dier. Het besef drong door dat er afscheid, definitief afscheid
diende genomen. Binnenin leek ik één open wonde bijeengehouden door huid. Functioneren
deed ik wel, de begrafenis voorbereiden, mensen spreken, in de zon lopen (het
waren prachtige voorjaarsdagen). Heel mijn wezen was echter gericht op mijn
zoon. Ik gunde hem de rust die hij nu gevonden had, vertelde hem dat hij écht
weg mocht gaan, dat degenen die achterbleven elkaar wel zouden helpen om te
overleven.
Tevens kwam onmacht opzetten: het leven zelf had me
machteloos gemaakt. Een waarom stelde zich niet: ik had zeven jaren van
voorbereiding gehad, had het voorvoeld, zien aankomen. Ik kon niet anders dan
aanvaarden waarheen zijn weg geleid had.
Toch bleef er een kracht aanwezig om woorden te geven aan
het afscheid nemen, de pijn van het ondraaglijke te gaan. Met schurend
ademhalen sprak ik de woorden terwijl mijn wezen brandde in een genadeloos vuur.