Na het
grote feest-optreden in de Brabanthal voor het 10 jarige bestaan van het Danscentrum, begon bij Aike een nieuw concept te groeien
voor een volgend project. In Gensters en Glitters hadden ze feitelijk de grens
bereikt van hun mogelijkheden: podium, licht, kostuums, budget
. Hoewel alles
goed verliep, kijkt Carlo nog met angst en beven op de opruim terug: dat nooit
meer.
Zowel
Aike en Carlo willen terug naar de essentie, terug de basis vinden die aansluit
bij hun visie op de dansschool. Stilaan worden woorden uitgeprobeerd. Eén woord
blijft hangen: eenvoud.
Ze laat
dat begrip vallen bij de docenten.
Het
plan om een opvoering te organiseren met alleen maar Nederlandstalige liedjes,
staat al lang op het verlanglijstje. Het zou prachtig passen bij deze
opvoering. Nog voor de grote vakantie van 2010 aanbreekt, staat het ontwerp
vast.
Tijdens
de vakantie kunnen de docenten al zoeken naar liedjes. De oogst is rijk en het
enthousiasme groeit. Inderdaad dit zou een voltreffer kunnen worden.
Het eerste trimester
Weer
begint de drukte van het lesgeven. Het optreden kan niet meer naar de
achtergrond geschoven worden, maar er staan nog andere projecten op het
programma. De klassen van het Redingenhof groeien, de cheerleading oefent voor de basketbalavonden. De andere
groepen hebben een wedstrijd hier, een klein optreden daar. Ondertussen draait
de repetitie voor Compagnie Aira van Woman op volle toeren. Tussendoor
afspraken maken voor het licht en geluid: de gebroeders Jacob en Andreas Ketels
zijn niet meer weg te denken bij een optreden van het Danscentrum. De
schouwburg ligt al twee jaar vast. Jonathan ontwerpt de eerste schetsen voor de
kleding, alles in wit-zwart, en trekt samen met Aike naar de markt in
Maastricht waar ze aan voordelige prijzen stoffen kunnen kopen. Het decor
krijgt vaste vorm: eenvoudig. Rekwisieten blijven beperkt.
Stilaan
krijgen de choreografieën vorm in de betreffende lessen: 24 dansen in totaal
plus de prefinale en de finale. De choreografen houden rekening met de vorm van
de schouwburg. Van op de eerste rijen van het parterre kan men vooral genieten
van de expressie van gezichten en bewegingen. Wie hoger zit krijgt meer kijk op
de globale tekening in de choreografie. De toeschouwers links en rechts dienen
ook een mooi beeld te krijgen. En ieder kind moet eens de kans krijgen om meer vooraan
te staan, dus komt er verloop bij het dansen. Uiteindelijk draait alles om het
feest dat het individuele kind bij het optreden zal beleven. In totaal worden
er een 40-tal groepen bij betrokken.
Tegen
het einde van het eerste trimester krijgt de organisatie vorm voor kinderen en
vrijwilligers. De ingekaderde affiches van vorige optredens verdwijnen van de
muren en maken plaats voor lijsten. Lijsten voor kinderen met data en uur van
de repetities, lijsten voor vrijwilligers die hun naam kunnen bijschrijven bij
de taak die ze wensen op zich te nemen. Er zijn vele bereidwillige handen
nodig. De eerste ploeg die aantreedt zijn de naaisters, 22 in totaal. Tijdens
een eerste samenkomst wordt de taakverdeling afgesproken. Gedeeltelijk wordt er
samen gewerkt in het Danscentrum en gedeeltelijk wordt er werk mee naar huis
genomen. Wie nog niet met de naaimachine kan omgaan, kan het nu leren.
Een
zondagnamiddag wordt uitgetrokken om een opleiding te organiseren voor de
make-up. Hilde, Veronique en sinds dit jaar Sofie zorgen
al jaren voor een deskundige aanpak. Ook de kapsters worden gemobiliseerd. Annelies,
zelf kapster van beroep, neemt de verantwoordelijkheid op zich. Tijdens het
optreden zelf zal ze meedelen welke kapsels zijn afgesproken met de
choreografen en de vrijwilligers uitleggen hoe ze het kunnen aanpakken.
Kerstvakantie
Voorlopig
verloopt alles volgens planning. Het Danscentrum wordt twee weken gesloten,
zodat iedereen even op adem kan komen en genieten van de eindejaarsfeesten.
Hopelijk komen er na de kerstvakantie geen gebroken benen of armen te
voorschijn van een onbeholpen skivakantie.
|