We
vinden een parkeerplaats dicht bij het MAS (Museum Aan de Stroom). Het gebouw is imposant: het
staat er, klik hier. Ik
kan me voorstellen dat de Antwerpenaren trots zijn op deze verwezenlijking. Nu,
de promotie is erg goed gevoerd. Toch geeft het een indruk van onaf zijn.
Waarschijnlijk omdat de omgeving nu in volle renovatie is: van een vervallen
buurt evolueert het Eilandje naar een van de betere buurten.
Wanneer
we binnen komen staan er rijen aan te schuiven. Hoewel de tickets al betaald
zijn, moeten we aanschuiven om een sticker te krijgen die ons zal toelaten de
collectie te bezichtigen. Even gromt Carlo dat dit toch geen goede organisatie
is, maar aan het loket bevestigen ze dat alles nog niet verloopt zoals gewenst
en dat de toeloop buiten verwachting groot is. Uiteindelijk krijgen we onze
sticker opgeplakt en kunnen we aan ons museumbezoek beginnen.
En
het loont de moeite. Het heeft geen zin hier de inhoud van het MAS te
beschrijven: er bestaan erg goede boeken over. Je moet het MAS in de eerste
plaats zien. Verdieping na verdieping laten we op ons inwerken. De
verzameling is zo samengesteld dat je aanvoelt dat Antwerpen internationaal
georiënteerd is. Mooi gepresenteerd. Ondanks de drukte heb je de ruimte om
alles rustig te bekijken. Maar ik kan me niet ontdoen van een addertje dat naar
het bewustzijn dringt. Er is bv. een prachtige Precolumbiaanse verzameling.
Terwijl ik de stukken met stijgende bewondering bekijk komt ook het verhaal
aanzetten hoe de oorspronkelijke eigenaars van hun bezittingen en zelfs hun
grafgiften werden beroofd. Er is geen mogelijkheid meer om een vorm van restitutie
te doen, de eigenaars zijn zowat allemaal uitgemoord. Genocide in naam van het
bezit, godsdienst en omdat toen (nu niet meer?) gedacht werd dat medemensen alleen
blanken waren. Hetzelfde gevoel overkomt me telkens als ik stukken zie van
uitheemse volkeren. Het M-museum Leuven heeft enige tijd terug ook zon
prachtige verzameling getoond uit Afrika, onder de titel Mayombe, meesters van
de magie.
Maar
Aike is dringend op zoek naar een toilet. We trekken naar de hoogste verdieping
in de hoop daar een toiletgelegenheid te vinden. Wanneer we niet onmiddellijk
een aanduiding zien die ernaar verwijst, spreken we een suppoost aan. Blijkbaar
zijn er alleen op het gelijkvloers toiletten beschikbaar. Aike naar beneden,
met de roltrappen geen te grote inspanning. Carlo en ik genieten van het
uitzicht, met dit weer kunnen we ontzettend ver kijken. Er komt een
nostalgische golf opzetten: als kind kwam ik soms op het strand van Sint-Anneke
op de linkeroever of gingen we, na een bezoek aan de zoo, even bekomen aan de dokken,
waar we schepen zagen lossen. Dat is al meer dan een halve eeuw geleden.
Ondertussen is alles (gelukkig) veranderd. Even later een smsje van Aike: sta
in de rij, er zijn maar vijf toiletten. Wanneer ze zich daarna bij ons voegt,
blijkt dat haar verhaal niet af was. Van de vijf damestoiletten was er dan nog
een buiten werking. Daar zal het MAS toch nog iets aan moeten doen, vooral als
ze zoveel promotie maken om bezoekers te trekken.
Maar
ik ben moe en stel voor ergens iets te gaan drinken. Ook Aike is aan een
verfrissing toe, maar Carlo wil alles zien, die heeft geen winkelen in de
voeten zitten.
Het
terras van het MAS zit eivol. We vinden een plaatsje tegenover het MAS. Plots
zie ik een papiertje dwarrelen van de hoogste verdieping. Er is dan wel een
glazen afsluiting van wellicht meer dan twee meter, maar toch zijn er mensen
die willen stunten. Een papiertje is op zich niet zon gevaar, maar een appel
of zoiets zou een echt projectiel kunnen worden. Ook het MAS zal geen
bescherming bieden tegen mensen met speciale aandrang.
Ten
slotte komt Carlo ons ophalen. Hij zal me afzetten in de buurt van het station,
zodat we ieder onze weg kunnen gaan. Ik neem de trein naar huis en Aike en
Carlo blijven in Antwerpen voor een concert.
|