Mijn
oudste dochter nodigt me uit om mee naar Antwerpen te gaan: eerst een uurtje
winkelen, ergens iets eten en dan, als haar man er ook bijgekomen is, samen
naar het MAS. Natuurlijk wil ik erbij zijn. De kaarten worden besteld en we
hopen op goed weer.
En
het is een echt zomerse dag. Ik ga Aike ophalen met de wagen. Er is nauwelijks verkeer
op deze zaterdagochtend. Vrij vlug ben ik bij haar, nog even tijd voor een
koffie. Samen rijden we naar het station om daar de trein te nemen richting
Antwerpen.
De
parkeergarage onder het station in: ruimte zat. Wanneer we uit de garage komen
is het wel even schrikken. Vrouwen met een helgroene picknickzak met daarop
KVLV gedrukt, golven het station uit. Aan de andere kant van het plein grote
trommen die de ruimte doortrillen. Enkele politiemannen staan wat te zonnen:
zij kunnen alleen vaststellen hoe rustig alles verloopt. De verschillende
groepen hebben een eigen accent aan hun verschijnen gegeven: sommigen dragen
een bloem in het haar, anderen hebben gekozen voor een vestimentaire toets,
maar iedereen is opgewekt, klik hier
voor een foto. Die gaan ervoor, zegt mijn dochter.
We
bestellen kaartjes voor Antwerpen. De loketbediende ziet het vandaag ook wel
zitten. Even een praatje over moeder en dochter die samen op stap gaan: wie
trakteert wie? Voorzien van onze reistickets zoeken we het perron op. De KVLV-vrouwen
blijven toestromen: gelukkig dat we vandaag niet afgesproken hebben om in
Leuven ons heil te zoeken.
In
de brede gang die naar de perrons leidt, zien we een groepje late twintigers,
allemaal mannen, vrolijk bier tot zich nemen. Ze dragen allemaal een zelfde T-shirt
met een foto van een van hen en als opschrift: de enige zonde die hij nog kan
begaan is een Stella. We zullen hen terugzien in de trein.
We
staan te wachten op het perron wanneer de trein uit Antwerpen toekomt. De
deuren gaan open en de vrouwen barsten uit de opening. Een vrouw die de
verhitting probeert weg te wuiven vertelt dat in Antwerpen een deel van hen
moest achterblijven, de trein was overvol. Hoe ging het dan op de haltes tussen
Antwerpen en Leuven? Stel dat je als gewone reiziger tussen die groep zat, hoe
zou je naar buiten kunnen als je ter bestemming was?
Wanneer
de trein vertrekt is het toch even een opluchting dat er ruimte genoeg is.
Iedereen kan zitten maar de warmte is wel blijven hangen. We doen de
verschillende tussenstations aan op een gezapig tempo: tijd om bij te babbelen.
Plots verschijnen enkelen van de Stella-groep in de deuropening. Eén heeft een
pruik op en alleen een zwembroek en sportkousen aan. Hij zegt dat hij op vrijgezellendag
is met zijn vrienden, half juni trouwt hij en dat één van zijn opdrachten is
een liedje te zingen en dan rond te gaan met zijn pet. Hij krijgt de reizigers
zelfs aan het meezingen. Ieder zal hem waarschijnlijk geluk wensen, hij straalt
gewoon vriendschap uit, niet verwonderlijk dat zon grote groep vrienden zich
verzameld heeft. Ze verdwijnen naar de volgende afdeling. Hun dag kan
waarschijnlijk ook niet meer stuk.
Met
de nodige stopplaatsen komen we een uur later in Antwerpen. Aike weet de kledingszaken
waar ze heen wil, dus kunnen we er in snel tempo op af
Nadien moet ik me niet
afvragen waarom ik zo moe ben.
Het
is te vlug middag. We dienen dringend iets te eten of we missen de afspraak met
Carlo. Alle terrassen zitten vol. Dat belooft. Tot we een koppel zien
vertrekken en we onmiddellijk de plaatsen innemen. Oef, gelukt! Een broodje besteld
en iets om te drinken. Dat broodje kunnen we nog meenemen als Carlo op ons
wacht. We bespreken de aankopen en hebben spijt dat we ze niet even kunnen
uithalen om te kijken of ze inderdaad zo schitterend zijn als we ze ons voorstellen.
Carlo belt dat hij in de file zit. Zo, dan kunnen we toch nog genieten van de
zon, de drukte van het terras en rustig eten.
Na
wat heen en weer bellen vinden we elkaar op een parkeerplaats dichtbij. Carlo
kent Antwerpen als zijn broekzak: hij heeft er in een vorig leven nog gewerkt.
Boodschappentassen in de koffer gewerkt en nu op weg naar het MAS.
|