Familie Iding ten Bosch - Varsseveld - Heurne - Huissen - Westervoort - Lichtenvoorde
13-10-2009
Auschwitz akte van overlijden Karla Sonja Rita Nathans
De doorhaling van
verscheen voor
om daarvoor te
lezen is door
zomede de doorhaling van negen en twintig andere gedrukte
woorden
goedgekeurd.
Get
No 71
Heden vijf en twintig Februari negentienhonderd acht en veertig is door mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen: ingeschreven een beschikking der Arrondissements Rechtbank te Assen van negen en twintig Januari jongstleden op een verzoekschrift van Wolf, Izaak Jozef, wonende te Assen, inhoudende dat op of omstreeks, zes en twintig Februari negentien honderd drie en veertig te of in de omgeving van Auschwitz in Polen is overleden:
Nathans, Karla Sonja Rita
geboren te Assen, zeventien Februari negentien honderd acht en twintig, zonder beroep, laatstelijk gewoond hebbende te Assen, ongehuwd, dochter van Nathans, Coenraad en van: Wolf Jeanette Jacoba.
Heden twintig November negentienhonderd zeven en veertig is door mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen: Ingeschreven een beschikking der Arrondissements Rechtbank te Assen van zeven November negentien honderd zeven en veertig op verzoek van Wolf Izaak Jozef wonende alhier, inhoudende dat op of omstreeks negentien Oktober negentien honderd vier en veertig te of in de omgeving van Auschwitz in Polen is overleden:
Wolf, Samuel Jozef
geboren te Assen op dertien September achttien honderd een en negentig, laatstelijk gewoond hebbende te Assen, echtgenoot van Leezer Roosje, zoon van Wolf Jozef, en ten Bosch Kreuntje
Heden twintig November negentienhonderd zeven en veertig is door mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen: ingeschreven een beschikking der Arrondissements Rechtbank te Assen van zeven November negentien honderd zeven en veertig op een verzoekschrift van Wolf Izaak Jozef wonende alhier, inhoudende dat op of omstreeks, negentien Oktober negentien honderd vier en veertig te of in de omgeving van Auschwitz in Polen is overleden:
Leezer, Roosje
geboren te Assen op dertig April achttien honderd vijf en negentig, zonder beroep, laatstelijk gewoond hebbende te Assen, echtgenote van Wolf, Samuel Jozef, dochter van Leezer, Benjamin, en van Zand, Esther
Auschwitz akte van overlijden Carel Samuel Nathans
De doorhaling van
verscheen voor
om daarvoor te
lezen is door,
zomede de doorhaling en drie en dertig andere gedrukte woorden
goedgekeurd.
Get
No 92
Heden achttien Maart negentienhonderd acht en veertig is door mij, Ambtenaar van den Burgerlijke Stand der gemeente Assen: ingeschreven een beschikking der Arrondissements Rechtbank te Assen van vijf Maart jongstleden op een, verzoekschrift van Wolf Izaak Jozef, wonende te Assen, inhoudende, dat op of omstreeks negen Februari negentien honderd vier en veertig in Duisland op de reis per trein van Westerbork naar Auschwitz in Polen of in de omgeving van Auschwitz is overleden:
Nathans, Carel Samuel
geboren te Assen, dertig januari negentien honderd vier en twintig, zonder beroep, laatstelijk gewoond hebbende te Assen, zoon van Nathans, Coenraad en van: Wolf Jeanette Jacoba
zomede de doorhaling van drieen dertig andere gedrukte
woorden
goedgekeurd.
Get
No 75
Heden vijf en twintig Februari negentienhonderd acht en veertig is door mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen: ingeschreven een beschikking der arrondissementsrechtbank te Assen van negen en twintig Januari jongstleden op een verzoekschrift van Heijmans, Henri, wonende te Enschede, inhoudende dat op of omstreeks, acht Oktober negentien honderd twee en veertig te of in de omgeving van Auschwitz in Polen is overleden:
Leezer, Benjamin
geboren te Assen, negen en twintig Juni negentien honderd acht en dertig, zonder beroep, laatstelijk gewoond hebbende te Assen, zoon van Leezer, Aäron en van Heijmans, Johanna Elisabeth.
wonende te Westerbork. goedgekeurd de bijvoeging van drie woorden en regel veertien get.
Heden zeven November negentienhonderd vier en veertig verscheen voor mij, Ambtenaar van den burgerlijke stand der gemeente Westerbork: Spanier, Fritz Marcus oud twee en veertig jaren, arts wonende te Westerbork die verklaarde, daarvan uit eigen wetenschap kennis dragende, dat op dertien Juni dezes jaars te één uur vijf en veertig minuten in deze gemeente is overleden
Cohen, Abraham oud drie en zestig jaren, geboren te Doesburg op twee Juli negentien honderd negen en zeventig, bakker, [echtgenoot van Hertog, Celine; zoon van Cohen Casper Jacob en van; de Groote, Saartje, zijnde meerdere gegevens niet bekend.
Terwijl zijn Hebreeuwse naam niet met zekerheid bepaald kon worden (verm. Shlomo) waren de namen van zijn ouders Shimon en Sheine-zie (100)06.
Het geboortejaar is niet duidelijk en lijkt te zijn 1876. Dit komt echter niet overeen met de leeftijd bij overlijden vlg. de overlijdensakte 44 jaar. Vermoedelijk is het jaar daarom 1878.
Gemeente: Dinxperlo Soort akte: overlijden Aktenummer: 16
Aangiftedatum: 19-05-1922
Overledene Salomon Cohen Geslacht: M
Overlijdensdatum: 18-05-1922
Overlijdensplaats: Dinxperlo
Vader Simon Jacob Cohen
Moeder Suisanna van Gelder
Partner Heintjen ten Bosch Relatie: echtgenoot
Nadere informatie geboortepl: Aalten;
oud 44 jaar; beroep overl.: manufacturier;
beroep vader: geen beroep vermeld;
beroep moeder: geen beroep vermeld
Secundaire resultaten genealogisch onderzoek
Hij was de broer van Jacob Cohen
Zijn echtgenote was een zuster van diens echtgenote.
[bron:-huwelijksaktes in genlias]
In "De Joodse Gemeente in Aalten" van Peter Lurvink-pag.57 wordt hij genoemd als een van de negentien leerlingen in het eerste jaar van het Joodse schooltje dat aldaar in 1884 gesticht werd. Hij was toen dus ong.zes jaar. [Verdere gegevens inz. de bron:- Walburg Pers, Zutphen, 1991-CIP/ISBN 9060II.727.1]
Hier rust de heer Ja'akov zoon van de heer Sjimon HaCohen en de naam van zijn moeder was Sheine hij ging naar zijn Eeuwigheid 7 Sjevat van het jaar 5679 T.N.Ts.B.H.
Opmerkingen in het Nederlands bij de Hebreeuwse tekst grafsteen:
Dinsdag 6 Sjevat 5679 7 januari 1919. 7 Januari 1919 komt overeen met Dinsdag 6 Shevath 5679. Vermoedelijk overleed hij dus op Dinsdagavond nadat de Joodse dag (Woensdag 7 Shevath) al was ingegaan.
Nadere informatie geboortepl: Aalten; oud 44 jaar; beroep overl.: manufacturier; beroep vader: geen beroep vermeld; beroep moeder: geen beroep vermeld
Secundaire resultaten genealogisch onderzoek:
Hij was de broer van Salomon Cohen.
Zijn echtgenote was een zuster van diens echtgenote.[bron:-huwelijksaktes in genlias]
In "De Joodse Gemeente in Aalten" van Peter Lurvink-pag.57 wordt hij genoemd als een van de negentien leerlingen in het eerste jaar van het Joodse schooltje dat aldaar in 1884 gesticht werd. Hij was toen dus ongeveer negen jaar. [Verdere gegevens inz. de bron:- Walburg Pers, Zutphen, 1991-CIP/ISBN 9060II.727.1]
Bid voor de Ziel van Zaliger Den Heer Gerardus Iding Echtgenoot van Mevrouw Jacoba Grada Aleida Reirink eerder Weduwe J. Th. Balink geboren te Heurne bij Dinxperlo ten jare 19 Juli 1868 na ontvangen van het H. Oliesel overleden te Winterswijk den 20 Aug. 1938 en 24ste d.o.v. op het Kath. Kerkhof aldaar begraven. ______________ Sinds 1920 Kerkmeester van de H. Ja- cobus-Parochie heeft hij zich beijverd de Kerkelijke aangelegenheden te be- hartigen en te verzorgen en een waardig voorbeeld te zijn voor de parochianen. Godsdienstig in zijn leven, begon hij zijn morgen-arbeid met het bijwo- nen der H. Mis en sloot den dagtaak met het bidden van den H. Rozenkrans. Zijn solide levenswijze won de achting der parochianen. Dierbare Familie, gedenk mijner in uwe gebeden. H. Maria Koningin van den H. Rozen- krans bid voor mij. R.I.P.
Vòòr ca. 1760 werden de "borstels" in feite door bezembinders gemaakt. Rond die tijd kwam een Duitse molenaar, Leodegar Thoma, op het idee om een stuk hout te doorboren, en in de openingen bundeltjes varkenshaar te bevestigen met houten tappen. Ongeveer gelijktijdig opende Judocus de Ryckere in Izegem een werkplaats waar hij primitieve penselen vervaardigde. Meteen het verre begin van het borstelmaken in Izegem.
Tot na de eeuwwisseling was het borstelmaken een huisnijverheid, die bijna volledig op handwerk steunde. Tussen 1880 en de eeuwwisseling doken wel de eerste machines op, die aan de basis lagen van de latere expansie. Belgische firma's voerden vooral uit naar Canada, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten.
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De papierindustrie te Rotterdam.
Omvang: De huisarbeid in de papierindustrie is te verdeelen in drie groepen n.l. zakkenplakken, bloemenmaken en cartonnage-werk. De talrijkste categorie vormen den zakkenplakkers(sters), daarna de bloemenmakers(sters) en de cartonnagewerkers. Het gezamelijk aantal bezochte arbeiders bedraagt ongeveer veertig gezinnen.
Omschrijving: Het zakkenplakken geschiedt vóór grossiers, winkeliers en drukkerijen in alle voorkomende soorten. Onder het bloemenmaken is ook te rangschikken het maken van lampenranden en kappen, papierballen, molentjes en andere artikelen. De cartonnagewerkers leggen zich voornamelijk toe op de vervaardiging van hoedendoozen.
Loon en arbeidsduur: Zakkenplakkers. De arbeidstijd van dezen begint 'smorgens 7 a 8 uur en eindigt 's avonds 9 a 10, soms 11 uur. In gevallen, waarin het bijverdienste geldt, is de arbeidstijd korter n.l. 4 tot 5 uur daags. De verdiensten zijn zeer verschillend en loopen sterk uiteen. Meer dan f 7 a f 8 per week is zeldzaam, loonen van f 3.50 en f 4.50 komen vaak voor.
Als bijverdienste is het loon per week f 0,80 tot f 2,00.
Bloemenmaken encartonnagewerk.
De werktijden in deze catagorieën zijn zeer ongeregeld en moeielijk te bepalen. Het werken voor afnemers en gros is onvoldoende voor onderhoud van het gezin; de aanvulling geschiedt dus door detailverkoop der zelf vervaardigde artikelen. Toch is hun arbeidstijd niet korter dan die der zakkenplakkers. Laat avondwerk en gedeeltelijk nachtwerk is niet buitengesloten. Bij den cartonnagearbeid doet zich hetzelfde verschijnsel voor; slechts volgens eene opgave was de arbeid geregeld 60 uur per week met eene verdienste van f 10.- netto.
Gezinshulp: In alle categorieën was gezinshulp noodzakelijk. Vreemde hulp kan niet bekostigd worden, zoodat de arbeid van vrouwen en vooral van kinderen als hulp genomen wordt. De kinderen van 8, 10 en 12 jaar moeten tusschen en na schooltijd medehelpen. Voornamelijk is dit te constateeren bij het zakkenplakken. De arbeid wordt verricht in huiskamer of kelder.
Huisindustrie bonen doppen ± 1910
Huisindustrie bonen doppen ± 1910
Huisindustrie garnalen pellen ± 1910
De Hollandse garnaal, een 100% Nederlands product? Niet meer. De kleine grijze diertjes worden tegenwoordig in Marokko van hun jasjes ontdaan.
Met garnalenpellen zijn de meeste oudere bewoners van de Nederlandse kuststreken maar al te bekend. Vaak werd deze thuisarbeid gedaan door de vrouw des huizes, tussen afwas en boodschappen doen in. Overigens was de opbrengst van het garnalenpellen niet altijd voor de eigen huishoudkas. Zo pelde in de jaren zestig een aantal Arnemuiders de nieuwe kerkbanken bij elkaar.
Al in 1927 maakte een Zeeuw zich druk over de hygiënische omstandigheden waaronder dit pellen gebeurde: 'Het garnalenpellen heeft in woningen plaats. En wie nu de visscherswoningen in Arnemuiden kent (...). Dat zijn in de meeste gevallen kleine, bedompte één kamer woningen, waarin gekookt, gegeten, geslapen en gewasschen wordt.' Hij riep op tot beter toezicht 'in het belang der volksgezondheid.'
Pas in 1990 kreeg hij zijn zin. In dat jaar werd het thuispellen verboden, het moest voortaan in bedrijfsruimtes gebeuren. Maar dat was simpelweg te duur in Nederland, dus werd uitgeweken naar lagelonenlanden. De Hollandse garnaal reisde eind jaren tachtig naar Oost-Europa om daarna exotisch Marokko aan te doen.
In een koelvrachtwagen legt de Hollandse garnaal de lange afstand van de Hollandse kust naar Marokko af, waar grote, gecontroleerde pelateliers staan. De Marokkaanse mannen zorgen voor het laden en lossen en ander zwaar werk, in de ateliers werken alleen vrouwen. Annie uit Arnemuiden waagt haar vingers er dus niet meer aan. Tegenwoordig pelt Malika uit Marokko de Hollandse garnaal.
Anno.nl
Garnalenpelsters dreigen werkloos te raken nu er eindelijk een machine is ontwikkeld die dit werk ook snel en vakkundig kan doen. Dat bleek vrijdag in de haven van Lauwersoog, waar Nederlands grootste verwerker van Noordzee-garnalen, Heiploeg, een pelstation met veertien machines in gebruik nam.
Aan de machine is volgens een woordvoerster van Heiploeg tientallen jaren gewerkt. De Hollandse garnaal laat zich moeilijk pellen. In de afgelopen decennia werden diverse machines getest, maar de rendementen waren tot nog toe te laag en de nacontrole te arbeidsintensief om te kunnen concurreren met de kwaliteit en kosten van handpellers in onder meer Marokko.
De nieuwste machine, bedacht door vader en zoon Appie en Klaas Kant uit Lauwersoog, is wel concurrerend. Het rendement is volgens Heiploeg, dat jaarlijks 12,5 miljoen kilo garnalen verwerkt, vergelijkbaar met handmatig pellen. Heiploeg heeft al tien extra machines besteld. De komende jaren blijft het bedrijf (jaaromzet 200 miljoen euro) overigens nog wel gebruik maken van de diensten van garnalenpellers in Marokko.
ANP | 20 juni 2008
Huisindustrie mandenmakerij
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De mandenindustrie te Noordwolde (Fr.)
Organisatie: Het vervaardigen van mandjes geschiedt alleen in huisindustrie en is naar de grondstof in 2 verschillende deelen te onderscheiden: de teenen of twijgmandjes en de z.g. sportmandjes. De eersten worden door een groot deel van de Noordwolder bevolking alleen 's winters gemaakt en is dan voor hun het eenige bestaansmiddel; het laatste geschiedt gedurende het geheele jaar door vrouwen en meisjes en is meer een bijverdienste.
In het voorjaar gaan de mannen, die s winters twijgmandjes hebben gevlochten, overal heen om te werken als maaiers, zandgravers enz. Daardoor is het geheele aantal arbeiders, dat in deze industrie werkzaam bij uitstek lastig te bepalen.
Loon. Het loon, dat met het vlechten der mandjes verdiend wordt, bedraagt voor de teenen mandjes ongeveer per uur 5 cent, zoodat bij een gemiddelden werktijd van 70 uur per week ongeveer f 3.50 verdiend wordt. Arbeid van kinderen, beneden den leeftijd van 12 jaar komt bijna niet voor; boven dien leeftijd helpen zij hun ouders door het maken van bodems en het afknippen der randen; zelfstandige verdienste kan men aan de meesten niet toerekenen.
De mandenvlechters en vlechtsters behooren tot het armste deel der Noordwolder bevolking; hoewel bijna allen in het bezit van een stukje land (met of zonder hypotheek) laten de woningtoestanden nog veel te wenschen over. Verreweg het grootste deel leeft in éénkamerwoningen, terwijl een deel der huizen nog van riet en hout gebouwd is.
Hun gezondheidstoestand is dan ook niet in alle opzichten bevredigend; het vlechten der mandjes is op zichzelf geen ongezond werk, maar des te meer is dit het koken en schillen van de twijg, dat een buitengewoon vieze lucht en damp verspreidt en meestal in dezelfde kamer wordt gedaan waarin ze huizen en slapen: slechts enkele doen het daarbuiten.
Vakvereeniging. Een vakvereeniging of ziekenfonds bestaat er onder hen niet, zoodat ze bij ziekte geen ondersteuning genieten.
Gedwongen winkelnering. Ten slotte de gedwongen winkelnering. Hoewel sinds 1 Februari 1909 wettelijk verboden, bestaat te Noordwolde nog de gedwongen winkelnering; deze, gevoegd bij het z.g. touwgeld, een korting van 10% door de meeste patroon-winkeliers in rekening gebracht, doet de schamele verdiensten tot het minimum dalen. Terwijl uitsluitend winkeliers de mandjes koopen, zijn de arbeiders verplicht bij hen te winkelen.
Geld wordt hun voor hun arbeid nooit betaald; met de mandjes betalen ze het over de afgeloopen week verbruikte en zelfs wanneer dat minder is dan de waarde der ingeleverde mandjes, wordt hun dat niet uitbetaald, maar als tegoed geboekt.
Uit de opgaven der arbeiders blijkt, dat voor koffie bij sommige winkeliers 10 % voor zeep 20 % en voor suiker bij sommigen ? % meer wordt betaald, dan in devrije winkels te Koordwolde.
Toekomst: In de Rijksrietvlechtschool wordt thans een geslacht opgekweekt, dat de oude mandenvlechterij in nieuwe meer kunstindustrieele banen kan leiden. In deze richting ligt onweersprekelijk de toekomst der manden vlechterij.
Niet alles is wat het lijkt te zijn. Rondsurfend op het internet, kwam ik op de internetsite over Varik terecht (www.varik.nl). Op donderdag 26 februari 2004 besteedde De Gelderlander zelfs enige aandacht aan de website. Er zijn onder meer oude foto's van Varik en Heesselt terug te vinden; bijvoorbeeld van een mandenmakerij in Varik. Ik heb - als streekarchivaris - contact gezocht met de websitebeheerder en gevraagd of het mogelijk was de foto's te lenen ten behoeve van het Streekarchivariaat West-Betuwe. Dit leverde geen enkel probleem op, waarvoor dank aan Alex Olzheim en aan de eigenaar van de foto's, Wien van Driel. Maar wat was er nu precies afgebeeld? Die eerste vraag was het begin van een puzzeltocht, waarbij steeds meer puzzelstukjes op hun plaats vielen, maar het definitieve plaatje nog niet compleet is.
Vanaf 1860 kwam in ons land de industrialisatie op gang. Er kwamen steeds meer fabrieken waar machinale textiel werd geproduceerd. Toch bleef de huisnijverheid, zoals het thuis weven voor de fabrikant, nog tot in de 20ste eeuw bestaan. Vooral in Noord-Brabant, waar voornamelijk wollen stoffen werden geweven, werkten de wevers thuis op hun brede getouwen. Met de kruiwagen haalden ze de garens op en leverden de geweven stoffen af aan de fabriek. In Tilburg werkten in 1910 nog zo'n 350 mensen (mannen en vrouwen) als thuiswever. Het was zwaar en eentonig werk.
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het stoelenmattersbedrijf te Utrecht.
Aantal: Ongeveer 15 gezinnen, die zich met rietvlechtwerk voor stoelzittingen en ruggen bezighouden, werden door ons bezocht.
Zij werken voor eenige stoelenfabrikanten. De werkgever levert het riet.
Arbeid van schoolgaande kinderen komt in dit bedrijf nog al eens voor.
Arbeidsduur: De werktijden zijn zeer verschillend. Dikwijls wordt 10 a 12 uur per dag gemat.
Het stoelenmatten wordt meestal voornamelijk door de vrouw of door een volwassen zoon of dochter gedaan, die dan des avonds door den man of den vader geholpen worden.
Loon: Per stoelzitting wordt 10 a 13 cent betaald en voor een stoelrug 6 a 10 cent.
Als arbeidstijd voor het vlechten van een zitting wordt vaak 3 a 4 uur opgegeven en voor het vlechten van een rug 2 a 3 uur,
Het uurloon varieert van 2 tot 6 cent.
Het weekloon is meestal f 2,50 a f 4, maar in enkele gevallen f 5 a f 6.
Bijverdienste: Behalve in een paar gevallen is het stoelenmatten steeds een bijverdienste. De algemeene toestand dezer gezinnen is dan ook niet slecht.
Woning: De woning bevat meestal 2 kamers en een zolder. Het matten geschiedt steeds in de woonkamer, die dikwijls tevens slaapkamer is.
De stoelenindustrie te Noordwolde (Fr,)
Omvang: De stoelenindustrie te Noordwolde, Vledder en Beuil, het vervaardigen van wilgenhouten tuinstoelen, is in het jaar 1872 in het leven geroepen door den toenmaligen Noordwolder predikant Van der Tuuk en is uit de manden-vlechterij voortgekomen. Ze wordt deels in huisindustrie, deels in werkplaats gedreven door een twintigtal ondernemingen van grooter of kleiner omvang, die een 300 werklieden omvatten; daarvan is het aantal thuiswerkers ongeveer 80. Van hen zijn 70 stoelenmakers en 10 ruggenvlechtsters en roopdraaiers.
Organisatie: De meest gebruikelijke vorm van huisindustrie is het z.g. koopsysteem: de arbeiders koopen bij den patroon de grondstoffen en verkoopen aan hem de afgewerkte stoelen. Een klein deel werkt volgens het z.g. loonsysteem: de patroon verschaft hun de grondstoffen en betaalt voor de afgewerkte stoelen het standaardloon, dat voor de fabrieksarbeiders geldt en dat onlangs bij de regeling van het arbeidskontrakt opnieuw is vastgesteld. Zij, die volgens het koopsysteem werken, klagen algemeen dat ze niet uitkomen, d. w. z. door de duurte der grondstoffen het standaardloon niet kunnen verdienen.
Het uurloon varieert, al naar de werkvaardigheid van den arbeider, van 11 tot 15 cent, zoodat bij een gemiddelden arbeidstijd van 65 uur per week (Zaterdagmiddags worden geen stoelen gemaakt en ook op andere dagen kost hun land en vee hun, al naar den tijd van het jaar en de weersgesteldheid, eenigen tijd), ongeveer 9 gulden kan worden verdiend.
Vrouwen- en kinderarbeid: Er zijn 17 kinderen beneden 16 jaar in het bedrijf in huisindustrie werkzaam; ze maken meest het onderstel van den stoel of kinderstoeltjes en werken ongeveer even lang als de volwassenen. Vrouwenarbeid komt alleen bij het ruggenvlechten voor, maar dit wordt langzaam verdrongen door het steeds toenemend gebruik der z.g. Japansche matjes.
Woningtoestanden: De woning- en gezondheidstoestanden zijn bij de stoelenmakers veel gunstiger dan bij de mandjesvlechters; bijna allen hebben een afzonderlijk werkvertrek en sommigen 2 of 3-kamerwoningen. Degenen, die lid der vakvereeniging zijnen dat is ongeveer 60% der mannelijke thuisarbeiders boven 16 jaargenieten bij ziekte een wekelijksche ondersteuning van f 2.50.
Gedwongen winkelnering: Evenals de mandenvlechters zuchten ook de stoelenmakers onder de winkelnering al is de dwang dan ook niet zoo direkt: als bij genen, ze bestaat toch indirekt. Op 2 na hebben alle patroons, die thuiswerkers hebben, een winkel, waar allen zich vrijwel verplicht voelen te koopen, daar anders bij slapte ontslag pleegt te volgen. Bij sommigen betalen zij koffie 10%? (,suiker 20% en zeep 10 a 20% duurder dan in de vrije winkels te Noordwolde.
Dit en de omstandigheid, dat zij dikwijls grondstoffen te duur moeten betalen, zijn de bezwarendste toestanden, die op de huisindustrie in dit bedrijf drukken; de winkelnering drukt de geheele industrie. In andere opzichten is de toestand der huisarbeiders lang niet zoo ongunstig als meestal in de huisindustrie voorkomt.
Behalve de iets geringere verdiensten is hun toestand in veel opzichten beter in ieder geval niet slechter dan die van de fabrieksarbeiders. Ten opzichte van andere huisindustrieele arbeiders hebben ze dit groote voordeel, dat de industrie een plattelandsche is; bijna allen hebben schapen of geiten of één of zelfs meer koeien en evenzoo een grooter of kleiner stuk land; door de opbrengst hiervan worden hun inkomsten vermeerderd en wordt hun leven minder eentonig gemaakt.
Uitvoer: Ten slotte zij opgemerkt, dat jaarlijks ongeveer 350,000 stoelen worden uitgevoerd uit Noordwolde. Venters, die op de Belgisch-Fransche grens wonen, in Rousselare en Dixmuiden, koopen ze op en trekken dan op wagens heel Frankrijk tot de Pvreneeën door om ze te slijten. In de laatste jaren worden ze ook afgezet in Italië en Engeland.