Terwijl zijn Hebreeuwse naam niet met zekerheid bepaald kon worden (verm. Shlomo) waren de namen van zijn ouders Shimon en Sheine-zie (100)06.
Het geboortejaar is niet duidelijk en lijkt te zijn 1876. Dit komt echter niet overeen met de leeftijd bij overlijden vlg. de overlijdensakte 44 jaar. Vermoedelijk is het jaar daarom 1878.
Gemeente: Dinxperlo Soort akte: overlijden Aktenummer: 16
Aangiftedatum: 19-05-1922
Overledene Salomon Cohen Geslacht: M
Overlijdensdatum: 18-05-1922
Overlijdensplaats: Dinxperlo
Vader Simon Jacob Cohen
Moeder Suisanna van Gelder
Partner Heintjen ten Bosch Relatie: echtgenoot
Nadere informatie geboortepl: Aalten;
oud 44 jaar; beroep overl.: manufacturier;
beroep vader: geen beroep vermeld;
beroep moeder: geen beroep vermeld
Secundaire resultaten genealogisch onderzoek
Hij was de broer van Jacob Cohen
Zijn echtgenote was een zuster van diens echtgenote.
[bron:-huwelijksaktes in genlias]
In "De Joodse Gemeente in Aalten" van Peter Lurvink-pag.57 wordt hij genoemd als een van de negentien leerlingen in het eerste jaar van het Joodse schooltje dat aldaar in 1884 gesticht werd. Hij was toen dus ong.zes jaar. [Verdere gegevens inz. de bron:- Walburg Pers, Zutphen, 1991-CIP/ISBN 9060II.727.1]
Hier rust de heer Ja'akov zoon van de heer Sjimon HaCohen en de naam van zijn moeder was Sheine hij ging naar zijn Eeuwigheid 7 Sjevat van het jaar 5679 T.N.Ts.B.H.
Opmerkingen in het Nederlands bij de Hebreeuwse tekst grafsteen:
Dinsdag 6 Sjevat 5679 7 januari 1919. 7 Januari 1919 komt overeen met Dinsdag 6 Shevath 5679. Vermoedelijk overleed hij dus op Dinsdagavond nadat de Joodse dag (Woensdag 7 Shevath) al was ingegaan.
Nadere informatie geboortepl: Aalten; oud 44 jaar; beroep overl.: manufacturier; beroep vader: geen beroep vermeld; beroep moeder: geen beroep vermeld
Secundaire resultaten genealogisch onderzoek:
Hij was de broer van Salomon Cohen.
Zijn echtgenote was een zuster van diens echtgenote.[bron:-huwelijksaktes in genlias]
In "De Joodse Gemeente in Aalten" van Peter Lurvink-pag.57 wordt hij genoemd als een van de negentien leerlingen in het eerste jaar van het Joodse schooltje dat aldaar in 1884 gesticht werd. Hij was toen dus ongeveer negen jaar. [Verdere gegevens inz. de bron:- Walburg Pers, Zutphen, 1991-CIP/ISBN 9060II.727.1]
Bid voor de Ziel van Zaliger Den Heer Gerardus Iding Echtgenoot van Mevrouw Jacoba Grada Aleida Reirink eerder Weduwe J. Th. Balink geboren te Heurne bij Dinxperlo ten jare 19 Juli 1868 na ontvangen van het H. Oliesel overleden te Winterswijk den 20 Aug. 1938 en 24ste d.o.v. op het Kath. Kerkhof aldaar begraven. ______________ Sinds 1920 Kerkmeester van de H. Ja- cobus-Parochie heeft hij zich beijverd de Kerkelijke aangelegenheden te be- hartigen en te verzorgen en een waardig voorbeeld te zijn voor de parochianen. Godsdienstig in zijn leven, begon hij zijn morgen-arbeid met het bijwo- nen der H. Mis en sloot den dagtaak met het bidden van den H. Rozenkrans. Zijn solide levenswijze won de achting der parochianen. Dierbare Familie, gedenk mijner in uwe gebeden. H. Maria Koningin van den H. Rozen- krans bid voor mij. R.I.P.
Vòòr ca. 1760 werden de "borstels" in feite door bezembinders gemaakt. Rond die tijd kwam een Duitse molenaar, Leodegar Thoma, op het idee om een stuk hout te doorboren, en in de openingen bundeltjes varkenshaar te bevestigen met houten tappen. Ongeveer gelijktijdig opende Judocus de Ryckere in Izegem een werkplaats waar hij primitieve penselen vervaardigde. Meteen het verre begin van het borstelmaken in Izegem.
Tot na de eeuwwisseling was het borstelmaken een huisnijverheid, die bijna volledig op handwerk steunde. Tussen 1880 en de eeuwwisseling doken wel de eerste machines op, die aan de basis lagen van de latere expansie. Belgische firma's voerden vooral uit naar Canada, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten.
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De papierindustrie te Rotterdam.
Omvang: De huisarbeid in de papierindustrie is te verdeelen in drie groepen n.l. zakkenplakken, bloemenmaken en cartonnage-werk. De talrijkste categorie vormen den zakkenplakkers(sters), daarna de bloemenmakers(sters) en de cartonnagewerkers. Het gezamelijk aantal bezochte arbeiders bedraagt ongeveer veertig gezinnen.
Omschrijving: Het zakkenplakken geschiedt vóór grossiers, winkeliers en drukkerijen in alle voorkomende soorten. Onder het bloemenmaken is ook te rangschikken het maken van lampenranden en kappen, papierballen, molentjes en andere artikelen. De cartonnagewerkers leggen zich voornamelijk toe op de vervaardiging van hoedendoozen.
Loon en arbeidsduur: Zakkenplakkers. De arbeidstijd van dezen begint 'smorgens 7 a 8 uur en eindigt 's avonds 9 a 10, soms 11 uur. In gevallen, waarin het bijverdienste geldt, is de arbeidstijd korter n.l. 4 tot 5 uur daags. De verdiensten zijn zeer verschillend en loopen sterk uiteen. Meer dan f 7 a f 8 per week is zeldzaam, loonen van f 3.50 en f 4.50 komen vaak voor.
Als bijverdienste is het loon per week f 0,80 tot f 2,00.
Bloemenmaken encartonnagewerk.
De werktijden in deze catagorieën zijn zeer ongeregeld en moeielijk te bepalen. Het werken voor afnemers en gros is onvoldoende voor onderhoud van het gezin; de aanvulling geschiedt dus door detailverkoop der zelf vervaardigde artikelen. Toch is hun arbeidstijd niet korter dan die der zakkenplakkers. Laat avondwerk en gedeeltelijk nachtwerk is niet buitengesloten. Bij den cartonnagearbeid doet zich hetzelfde verschijnsel voor; slechts volgens eene opgave was de arbeid geregeld 60 uur per week met eene verdienste van f 10.- netto.
Gezinshulp: In alle categorieën was gezinshulp noodzakelijk. Vreemde hulp kan niet bekostigd worden, zoodat de arbeid van vrouwen en vooral van kinderen als hulp genomen wordt. De kinderen van 8, 10 en 12 jaar moeten tusschen en na schooltijd medehelpen. Voornamelijk is dit te constateeren bij het zakkenplakken. De arbeid wordt verricht in huiskamer of kelder.
Huisindustrie bonen doppen ± 1910
Huisindustrie bonen doppen ± 1910
Huisindustrie garnalen pellen ± 1910
De Hollandse garnaal, een 100% Nederlands product? Niet meer. De kleine grijze diertjes worden tegenwoordig in Marokko van hun jasjes ontdaan.
Met garnalenpellen zijn de meeste oudere bewoners van de Nederlandse kuststreken maar al te bekend. Vaak werd deze thuisarbeid gedaan door de vrouw des huizes, tussen afwas en boodschappen doen in. Overigens was de opbrengst van het garnalenpellen niet altijd voor de eigen huishoudkas. Zo pelde in de jaren zestig een aantal Arnemuiders de nieuwe kerkbanken bij elkaar.
Al in 1927 maakte een Zeeuw zich druk over de hygiënische omstandigheden waaronder dit pellen gebeurde: 'Het garnalenpellen heeft in woningen plaats. En wie nu de visscherswoningen in Arnemuiden kent (...). Dat zijn in de meeste gevallen kleine, bedompte één kamer woningen, waarin gekookt, gegeten, geslapen en gewasschen wordt.' Hij riep op tot beter toezicht 'in het belang der volksgezondheid.'
Pas in 1990 kreeg hij zijn zin. In dat jaar werd het thuispellen verboden, het moest voortaan in bedrijfsruimtes gebeuren. Maar dat was simpelweg te duur in Nederland, dus werd uitgeweken naar lagelonenlanden. De Hollandse garnaal reisde eind jaren tachtig naar Oost-Europa om daarna exotisch Marokko aan te doen.
In een koelvrachtwagen legt de Hollandse garnaal de lange afstand van de Hollandse kust naar Marokko af, waar grote, gecontroleerde pelateliers staan. De Marokkaanse mannen zorgen voor het laden en lossen en ander zwaar werk, in de ateliers werken alleen vrouwen. Annie uit Arnemuiden waagt haar vingers er dus niet meer aan. Tegenwoordig pelt Malika uit Marokko de Hollandse garnaal.
Anno.nl
Garnalenpelsters dreigen werkloos te raken nu er eindelijk een machine is ontwikkeld die dit werk ook snel en vakkundig kan doen. Dat bleek vrijdag in de haven van Lauwersoog, waar Nederlands grootste verwerker van Noordzee-garnalen, Heiploeg, een pelstation met veertien machines in gebruik nam.
Aan de machine is volgens een woordvoerster van Heiploeg tientallen jaren gewerkt. De Hollandse garnaal laat zich moeilijk pellen. In de afgelopen decennia werden diverse machines getest, maar de rendementen waren tot nog toe te laag en de nacontrole te arbeidsintensief om te kunnen concurreren met de kwaliteit en kosten van handpellers in onder meer Marokko.
De nieuwste machine, bedacht door vader en zoon Appie en Klaas Kant uit Lauwersoog, is wel concurrerend. Het rendement is volgens Heiploeg, dat jaarlijks 12,5 miljoen kilo garnalen verwerkt, vergelijkbaar met handmatig pellen. Heiploeg heeft al tien extra machines besteld. De komende jaren blijft het bedrijf (jaaromzet 200 miljoen euro) overigens nog wel gebruik maken van de diensten van garnalenpellers in Marokko.
ANP | 20 juni 2008
Huisindustrie mandenmakerij
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De mandenindustrie te Noordwolde (Fr.)
Organisatie: Het vervaardigen van mandjes geschiedt alleen in huisindustrie en is naar de grondstof in 2 verschillende deelen te onderscheiden: de teenen of twijgmandjes en de z.g. sportmandjes. De eersten worden door een groot deel van de Noordwolder bevolking alleen 's winters gemaakt en is dan voor hun het eenige bestaansmiddel; het laatste geschiedt gedurende het geheele jaar door vrouwen en meisjes en is meer een bijverdienste.
In het voorjaar gaan de mannen, die s winters twijgmandjes hebben gevlochten, overal heen om te werken als maaiers, zandgravers enz. Daardoor is het geheele aantal arbeiders, dat in deze industrie werkzaam bij uitstek lastig te bepalen.
Loon. Het loon, dat met het vlechten der mandjes verdiend wordt, bedraagt voor de teenen mandjes ongeveer per uur 5 cent, zoodat bij een gemiddelden werktijd van 70 uur per week ongeveer f 3.50 verdiend wordt. Arbeid van kinderen, beneden den leeftijd van 12 jaar komt bijna niet voor; boven dien leeftijd helpen zij hun ouders door het maken van bodems en het afknippen der randen; zelfstandige verdienste kan men aan de meesten niet toerekenen.
De mandenvlechters en vlechtsters behooren tot het armste deel der Noordwolder bevolking; hoewel bijna allen in het bezit van een stukje land (met of zonder hypotheek) laten de woningtoestanden nog veel te wenschen over. Verreweg het grootste deel leeft in éénkamerwoningen, terwijl een deel der huizen nog van riet en hout gebouwd is.
Hun gezondheidstoestand is dan ook niet in alle opzichten bevredigend; het vlechten der mandjes is op zichzelf geen ongezond werk, maar des te meer is dit het koken en schillen van de twijg, dat een buitengewoon vieze lucht en damp verspreidt en meestal in dezelfde kamer wordt gedaan waarin ze huizen en slapen: slechts enkele doen het daarbuiten.
Vakvereeniging. Een vakvereeniging of ziekenfonds bestaat er onder hen niet, zoodat ze bij ziekte geen ondersteuning genieten.
Gedwongen winkelnering. Ten slotte de gedwongen winkelnering. Hoewel sinds 1 Februari 1909 wettelijk verboden, bestaat te Noordwolde nog de gedwongen winkelnering; deze, gevoegd bij het z.g. touwgeld, een korting van 10% door de meeste patroon-winkeliers in rekening gebracht, doet de schamele verdiensten tot het minimum dalen. Terwijl uitsluitend winkeliers de mandjes koopen, zijn de arbeiders verplicht bij hen te winkelen.
Geld wordt hun voor hun arbeid nooit betaald; met de mandjes betalen ze het over de afgeloopen week verbruikte en zelfs wanneer dat minder is dan de waarde der ingeleverde mandjes, wordt hun dat niet uitbetaald, maar als tegoed geboekt.
Uit de opgaven der arbeiders blijkt, dat voor koffie bij sommige winkeliers 10 % voor zeep 20 % en voor suiker bij sommigen ? % meer wordt betaald, dan in devrije winkels te Koordwolde.
Toekomst: In de Rijksrietvlechtschool wordt thans een geslacht opgekweekt, dat de oude mandenvlechterij in nieuwe meer kunstindustrieele banen kan leiden. In deze richting ligt onweersprekelijk de toekomst der manden vlechterij.
Niet alles is wat het lijkt te zijn. Rondsurfend op het internet, kwam ik op de internetsite over Varik terecht (www.varik.nl). Op donderdag 26 februari 2004 besteedde De Gelderlander zelfs enige aandacht aan de website. Er zijn onder meer oude foto's van Varik en Heesselt terug te vinden; bijvoorbeeld van een mandenmakerij in Varik. Ik heb - als streekarchivaris - contact gezocht met de websitebeheerder en gevraagd of het mogelijk was de foto's te lenen ten behoeve van het Streekarchivariaat West-Betuwe. Dit leverde geen enkel probleem op, waarvoor dank aan Alex Olzheim en aan de eigenaar van de foto's, Wien van Driel. Maar wat was er nu precies afgebeeld? Die eerste vraag was het begin van een puzzeltocht, waarbij steeds meer puzzelstukjes op hun plaats vielen, maar het definitieve plaatje nog niet compleet is.
Vanaf 1860 kwam in ons land de industrialisatie op gang. Er kwamen steeds meer fabrieken waar machinale textiel werd geproduceerd. Toch bleef de huisnijverheid, zoals het thuis weven voor de fabrikant, nog tot in de 20ste eeuw bestaan. Vooral in Noord-Brabant, waar voornamelijk wollen stoffen werden geweven, werkten de wevers thuis op hun brede getouwen. Met de kruiwagen haalden ze de garens op en leverden de geweven stoffen af aan de fabriek. In Tilburg werkten in 1910 nog zo'n 350 mensen (mannen en vrouwen) als thuiswever. Het was zwaar en eentonig werk.
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het stoelenmattersbedrijf te Utrecht.
Aantal: Ongeveer 15 gezinnen, die zich met rietvlechtwerk voor stoelzittingen en ruggen bezighouden, werden door ons bezocht.
Zij werken voor eenige stoelenfabrikanten. De werkgever levert het riet.
Arbeid van schoolgaande kinderen komt in dit bedrijf nog al eens voor.
Arbeidsduur: De werktijden zijn zeer verschillend. Dikwijls wordt 10 a 12 uur per dag gemat.
Het stoelenmatten wordt meestal voornamelijk door de vrouw of door een volwassen zoon of dochter gedaan, die dan des avonds door den man of den vader geholpen worden.
Loon: Per stoelzitting wordt 10 a 13 cent betaald en voor een stoelrug 6 a 10 cent.
Als arbeidstijd voor het vlechten van een zitting wordt vaak 3 a 4 uur opgegeven en voor het vlechten van een rug 2 a 3 uur,
Het uurloon varieert van 2 tot 6 cent.
Het weekloon is meestal f 2,50 a f 4, maar in enkele gevallen f 5 a f 6.
Bijverdienste: Behalve in een paar gevallen is het stoelenmatten steeds een bijverdienste. De algemeene toestand dezer gezinnen is dan ook niet slecht.
Woning: De woning bevat meestal 2 kamers en een zolder. Het matten geschiedt steeds in de woonkamer, die dikwijls tevens slaapkamer is.
De stoelenindustrie te Noordwolde (Fr,)
Omvang: De stoelenindustrie te Noordwolde, Vledder en Beuil, het vervaardigen van wilgenhouten tuinstoelen, is in het jaar 1872 in het leven geroepen door den toenmaligen Noordwolder predikant Van der Tuuk en is uit de manden-vlechterij voortgekomen. Ze wordt deels in huisindustrie, deels in werkplaats gedreven door een twintigtal ondernemingen van grooter of kleiner omvang, die een 300 werklieden omvatten; daarvan is het aantal thuiswerkers ongeveer 80. Van hen zijn 70 stoelenmakers en 10 ruggenvlechtsters en roopdraaiers.
Organisatie: De meest gebruikelijke vorm van huisindustrie is het z.g. koopsysteem: de arbeiders koopen bij den patroon de grondstoffen en verkoopen aan hem de afgewerkte stoelen. Een klein deel werkt volgens het z.g. loonsysteem: de patroon verschaft hun de grondstoffen en betaalt voor de afgewerkte stoelen het standaardloon, dat voor de fabrieksarbeiders geldt en dat onlangs bij de regeling van het arbeidskontrakt opnieuw is vastgesteld. Zij, die volgens het koopsysteem werken, klagen algemeen dat ze niet uitkomen, d. w. z. door de duurte der grondstoffen het standaardloon niet kunnen verdienen.
Het uurloon varieert, al naar de werkvaardigheid van den arbeider, van 11 tot 15 cent, zoodat bij een gemiddelden arbeidstijd van 65 uur per week (Zaterdagmiddags worden geen stoelen gemaakt en ook op andere dagen kost hun land en vee hun, al naar den tijd van het jaar en de weersgesteldheid, eenigen tijd), ongeveer 9 gulden kan worden verdiend.
Vrouwen- en kinderarbeid: Er zijn 17 kinderen beneden 16 jaar in het bedrijf in huisindustrie werkzaam; ze maken meest het onderstel van den stoel of kinderstoeltjes en werken ongeveer even lang als de volwassenen. Vrouwenarbeid komt alleen bij het ruggenvlechten voor, maar dit wordt langzaam verdrongen door het steeds toenemend gebruik der z.g. Japansche matjes.
Woningtoestanden: De woning- en gezondheidstoestanden zijn bij de stoelenmakers veel gunstiger dan bij de mandjesvlechters; bijna allen hebben een afzonderlijk werkvertrek en sommigen 2 of 3-kamerwoningen. Degenen, die lid der vakvereeniging zijnen dat is ongeveer 60% der mannelijke thuisarbeiders boven 16 jaargenieten bij ziekte een wekelijksche ondersteuning van f 2.50.
Gedwongen winkelnering: Evenals de mandenvlechters zuchten ook de stoelenmakers onder de winkelnering al is de dwang dan ook niet zoo direkt: als bij genen, ze bestaat toch indirekt. Op 2 na hebben alle patroons, die thuiswerkers hebben, een winkel, waar allen zich vrijwel verplicht voelen te koopen, daar anders bij slapte ontslag pleegt te volgen. Bij sommigen betalen zij koffie 10%? (,suiker 20% en zeep 10 a 20% duurder dan in de vrije winkels te Noordwolde.
Dit en de omstandigheid, dat zij dikwijls grondstoffen te duur moeten betalen, zijn de bezwarendste toestanden, die op de huisindustrie in dit bedrijf drukken; de winkelnering drukt de geheele industrie. In andere opzichten is de toestand der huisarbeiders lang niet zoo ongunstig als meestal in de huisindustrie voorkomt.
Behalve de iets geringere verdiensten is hun toestand in veel opzichten beter in ieder geval niet slechter dan die van de fabrieksarbeiders. Ten opzichte van andere huisindustrieele arbeiders hebben ze dit groote voordeel, dat de industrie een plattelandsche is; bijna allen hebben schapen of geiten of één of zelfs meer koeien en evenzoo een grooter of kleiner stuk land; door de opbrengst hiervan worden hun inkomsten vermeerderd en wordt hun leven minder eentonig gemaakt.
Uitvoer: Ten slotte zij opgemerkt, dat jaarlijks ongeveer 350,000 stoelen worden uitgevoerd uit Noordwolde. Venters, die op de Belgisch-Fransche grens wonen, in Rousselare en Dixmuiden, koopen ze op en trekken dan op wagens heel Frankrijk tot de Pvreneeën door om ze te slijten. In de laatste jaren worden ze ook afgezet in Italië en Engeland.
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het tabakstrippen in de omstreken van Eindhoven.
Techniek: Anders dan te Wageningen, wordt in de omstreken van Eindhoven alleen binnengoed gestript, d.w.z. de tabak, die voor het binnengoed van de sigaren bestemd is, wordt van de stelen getrokken. Eerst wordt de tabak ingevocht, daarna gestript en dan gedroogd.
Aantal: In Eindhoven zelf wordt bijna niet gestript, maar des te meer in de dorpen in den omtrek; in Stratum b.v. werden gevonden 33, in Bladel 15, in Reuzel 5, in Valkenswaard 34 en in Woensel 55 stripsters. In het geheel wordt in 't zuid-oostelijk deel van Brabant door meer dan 160 personen, in enkele gevallen met hulp van leden van het gezin, gestript.
De toestanden in de Brabantsche tabakstripperij verschillen in menig opzicht van die, welke in Wageningen gevonden worden, in Wageningen b.v. stript na fabrieks- en schooltijd het heele gezin, meestal tot 9 uur 's avonds, in Brabant echter komt deze gezinsarbeid bij het strippen weinig voor. De kinderarbeid heeft geringen omvang.
Vrouwenarbeid: Het tabakstrippen is hier overwegend vrouwenarbeid. In twee derde van het aantal gevallen stripte de vrouw zonder eenige hulp van gezinsleden.
Kinderarbeid: Uit het voorgaande volgt reeds, dat kinderarbeid in de Brabantsche stripperij slechts sporadisch voorkomt, nl. in 10 gevallen. Voorzoover kinderarbeid voorkomt, werken de kinderen veel korter dan te Wageningen, gemiddeld 2 uur per dag. Het betrof meestal kinderen van 11 tot 14 jaar; slechts 3 kinderen van 8 en 9 jaar strippen mee.
Bijverdienste. De stripperij is ook hier overwegend een aanvulling van de lage loonen van man of zoon. Slechts in 14 gevallen was het striploon het eenige inkomen en dat betrof meestal weduwen of oude menschen. In vele gevallen is de man sigarenmaker, (loon f 6 a f 8.)
Bovendien hebben deze lieden, bijna zonder uitzondering, een stukje grond in bewerking.
Loon: Het loon, dat voor 1 pond gestripte tabak betaald wordt, varieert van ? tot 5 cent. Voor Brazieltabak wordt meer betaald dan voor de andere soorten. Het gemiddelde stukloon is ? a 3 cent per pond. De opgaven over den tijd loopen zeer uiteen; door sommigen wordt, evenals te Wageningen, ? a ? uur, door de meesten echter 1/2 a 3/4 uur opgegeven. In verband hiermee varieert ook het uurloon vrij sterk; ± 8% der stripsters verdienen 2 of 5 cent per uur, 64% 3 of 4 centen 23 a 25 % ? cent of minder. In 7 gevallen werd slechts 2 en in 2 gevallen slechts ? cent per uur verdiend. Het weekloon varieert meestal tusschen 1 en 2 gulden.
Arbeidsduur: Ook de arbeidstijd is zeer verschillend. In 31 gevallen werd 8 uur of langer gearbeid, in 58 gevallen van 5 tot 8 uur en in 49 gevallen minder dan 5 uur. Slechts bij uitzondering komt een arbeidstijd van 10 uur voor.
Woningtoestanden: Er werden betrekkelijk weinig éénkamerwoningen aangetroffen, n.l. 10; verder 72 twee- en 62 driekamerwoningen. Van een afzonderlijke werkplaats was echter nooit sprake, in 90 gevallen werd de werkplaats als woonkamer en keuken gebruikt en in 55 gevallen zelfs als woonkamer, slaapkamer en keuken tegelijk. Als men hierbij bedenkt, dat het tabakstrippen veel stof verspreidt en de tabak een benauwde lucht veroorzaakt, is het duidelijk, dat dit geen gewenschte toestanden zijn. En ook voor de zuiverheid der tabak zijn dergelijke toestanden niet wenschelijk.
Het tabakstrippen te 's Hertogenbosch.
Aantal: Over het strippen in Den Bosch werden van 57 vrouwen en 5 mannen gegevens verkregen.
Kinderarbeid: Het is opmerkelijk, dat, terwijl in Eindhoven bij het tabakstrippen heel weinig kinderarbeid voorkomt, deze te 's Hertogenbosch zeer verbreid is. Ruim 50 kinderen beneden 14 jaar werden uitdrukkelijk als helpers opgegeven, terwijl bij het onderzoek de indruk verkregen werd, dat nog in verscheidene andere gevallen de kinderarbeid uit vrees werd verzwegen. Van die 50 kinderen was de helft nog beneden 10 jaar en het werken van kinderen van 4,5 en 6 jaar is volstrekt geen zeldzaamheid.
Bijverdienste: Het tabakstrippen is bijna steeds een bijverdienste. De man is in de meeste gevallen sigarenmaker, hoewel ook andere beroepen voorkomen. In enkele gevallen betreft het echter weduwen, die alleen met wasschen of als werkster er nog iets bijverdienen. Het bewerken van een stukje grond, dat onder deze arbeiders op het platteland van Brabant zoo algemeen is, komt te 's Hertogenbosch natuurlijk niet voor.
Verhouding tot den werkgever: De werkgever levert de grondstof; wanneer de werksters daaruit niet het overeenstemmende gewicht aan gestripte tabak afleveren, wordt gedurende eenigen tijd geen werk uitgegeven.
Arbeidsduur: Ongeveer ?o stripsters werken van 8 tot 10 uur per dag, 8 werken langer dan 10 uur, maar de meeste werken korter dan 8 uur. Gewoonlijk strippen zij slechts een dag of vier in de week.
De arbeidstijd van de kinderen werd meestal niet opgegeven; gewoonlijk werken zij een paar uur na schooltijd, soms tot 8 of 9 uur des avonds.
Loon: Het stukloon bedraagt 2 a 3 cent per pond. De tijd, noodig voor het strippen van een pond tabak, wordt hier zeer verschillend opgegeven ; soms wordt gezegd 3/4 en 1/2 uur en soms slechts 20 minuten opgegeven. Vandaar is het uurloon zeer verschillend; meestal varieert het van 3 tot 5 cent, maar soms is het meer (6 en 7 c.) en ook soms minder (2 en 3 c.).
Ook het weekloon is natuurlijk zeer verschillend; meestal varieert het tusschen f 1 en f 2.50 voor het strippen.
Woningtoestanden: Deze zijn in Den Bosch niet gunstig. In 17 gevallen bevatte de woning 3 of 4 kamers; in 27 gevallen 2 kamers en in 13 gevallen slechts één vertrek. Meestal is het werkvertrek tevens woonkamer en keuken en in 25 gevallen wordt in het werkvertrek gewoond, gekookt, gegeten en geslapen. Dikwijls wordt de woning beschreven als donker, vochtig en vuil en is vaak in een nauwe steeg gelegen.
Ziekteverzekering: In 16 gevallen werd, in geval van ziekte, uitkeering genoten uit een of ander fonds.
Vakvereeniging: De stripsters zijn bijna nooit lid van een organisatie.
Conclusie: Behalve het lage loon zijn het vooral de kinderarbeid en de slechte woningtoestanden, die den indruk van het strippen in Den Bosch zoo onaangenaam maken. En hoe slechter de woning, hoe meer kinderarbeid. Juist in de donkere, vochtige, steegwoningen van één of twee vertrekken (zulke woningen worden vaak bewoond door gezinnen van 8, 9 of 10 personen) werd de meeste kinderarbeid gevonden.
Een enkel voorbeeld: een vrouw stript 3 dagen in de week 10 a 12 uur per dag. Ze wordt geholpen door 4 kinderen van 4 tot 13 jaar na schooltijd. Haar man is smidsknecht. Het gezin van 8 personen bewoont één kamer in een steegje.
Een ander geval betreft een vrouw, die 4 uur per dag stript en opgaf door 2 kinderen van 8 en 10 jaar na schooltijd 5 uur per dag (5 dagen per week) te worden geholpen. De enquêteur zag echter nog twee kinderen van 6 en 7 jaar strippen. Het gezin van 10 personen bewoont 2 kamers.
Het tabakstrippen te Kampen.
Aantal: Te Kampen werden 70 gezinnen, die zich met strippen bezig houden, bezocht. Het strippen geschiedt voor het grootst deel door vrouwen, die echter dikwijls door den man of door andere gezinsleden geholpen worden; van 35 kinderen beneden 14 jaar werd het meewerken uitdrukkelijk geconstateerd. Vele dezer gezinnen leven in bittere armoede, de grootste helft behoort tot de bedeelden (50 cent a f 1.50 per week). Het zijn dikwijls oude menschen of weduwen met veel kinderen.
Arbeidsduur. De werktijd bedraagt van 22% minder dan 10 uur per dag, van 14% 10 tot 12 uur, van 26% 12 tot 14 uur, van 37% 14 tot 18 uur per dag. Met inleveren gaat dikwijls 5 dagen per week telkens 1 uur verloren.
De stripsters werken vaak tot 12 uur des avonds, in enkele gevallen tot diep in den nacht. Dikwijls wordt nagenoeg geen schafttijd genomen. De werktijd der kinderen varieert van 2 tot 5 uur per dag, meestal naschooltijd.
Loon: Het stukloon bedraagt 2 a 3 cent per pond. Het uurloon varieert meestal van 2 tot 3 cent, soms beloopt het iets meer en soms iets minder. Het weekloon varieert meestal tusschen f 1.50 en f 3.
Woning: In nagenoeg de helft der gevallen bevat de woning één kamer en een zolder, in de overige gevallen twee kamers en een zolder. Steeds wordt gestript in de woon- en slaapkamer of keuken, in 32 gevallen was het werkvertrek alles tegelijk.
Het tabakstrippen te Wageningen.
Techniek: Te Wageningen wordt onder strippen iets anders verstaan dan in andere deelen van ons land.
Gewoonlijk wordt alleen het binnengoed gestript, d. w. z. de tabak, die voor het binnengoed der sigaren bestemd is, wordt van de stelen getrokken. De tabak, die te Wageningen gestript wordt, is voor het omblad der sigaren bestemd. Ook deze tabak moet van de stelen worden ontdaan, maar dat vereischt meer zorg, deze tabak mag niet van de stelen getrokken worden, want dan zou het omblad stukgaan. Vandaar vereischt het strippen van een pond tabak te Wageningen meer tijd dan elders. Het omblad moet worden uitgezocht; er wordt iets meer voor betaald. Wat het strippen betreft, neemt Wageningen een uitzonderingspositie in, omdat hier gewerkt wordt voor Engeland. In Engeland bestaat n.l. een invoerrecht op tabak en daarom laat de importeur in Wageningen de stelen, waaraan hij weinig heeft, uit de tabak verwijderen.
Aantal: Het strippen wordt te Wageningen beoefend door ongeveer loonhuis-industrieelen met hun gezinnen, die in dienst staan van een drietal werkgevers.
Loon: In de sigarenfabrieken wordt meestal niet gestript; waar echter op de fabriek wordt gestript is het loon hooger dan in de huisindustrie, n.l. tot 4 cent per pond, terwijl aan de huisarbeiders meestal of 2,? cent, soms 3 of 3,? cent per pond wordt betaald. Voor omblad wordt in het eerste geval ½ c. p. p. meer betaald. Ten hoogste echter komt op de 80 afgeleverde ponden ± 25 pond omblad voor. Hoe laag zoon loon is kan men pas begrijpen, wanneer men weet, dat een pond afgeleverde tabak 1 a ? uur arbeid kost. Bovendien gaan nog 1 a 2 uur verloren met halen en inleveren der tabak.
Bijverdienste: Gewoonlijk levert het tabakstrippen een aanvulling van de meestal zeer schrale verdienste van het hoofd van het gezin. Onder de tabakstrippers werden slechts enkele sigarenmakers aangetroffen, voor wie het meenemen van werk naar huis na afloop van den fabrieksarbeid niet verplicht is. In 16 gevallen betrof het arbeiders van de steenbakkerijen met een weekloon van f6 a f8; overigens de meest verschillende beroepen. In 9 gevallen bleek het strippen de eenige inkomst van het gezin op te leveren, terwijl voor enkele andere gezinnen de hoofdverdienste was, hoewel ook nog als werkster of als straatventer of door 't houden van een snoepwinkeltje iets werd bijverdiend.
Arbeidstijd: Zooals wij reeds zeiden, is het strippen meestal een bijverdienste; de vrouwen strippen den heelen dag tusschen de huishoudelijke bezigheden door; de mannen des avonds na den fabrieksarbeid en de kinderen na schooltijden in de vacanties vaak den heelen dag. Des avonds wordt gewoonlijk tot 9 en soms tot 10 uur gewerkt en een enkelen keer, wanneer het werk af moet, nog later.
Kinderarbeid: Kinderarbeid komt in deze huisindustrie heel vee! voor. Kinderen van 8 tot 12 jaar strippen geregeld mee en in verscheidene gevallen ook kinderen van 6 en 7 jaar, terwijl één keer zelfs een kind van 3 jaar strippende werd aangetroffen. De kinderen werken dikwijls 5 uur per dag, meestal na schooltijd van 4 tot 8 of 9 uur en soms ook nog des morgens vóór schooltijd.
Woning: De woning der tabakstrippers bestaat meestal uit 2 kamers, dikwijls ook uit slechts 1 vertrek en een bergplaats. Het werkvertrek dient dan ook geregeld tegelijk tot slaap en woonkamer of tot alles tegelijk.
Gezondheid: De vraag of het strippen de gezondheid benadeelt, werd door de strippers meestal ontkennend beantwoord. Slechts in enkele gevallen werd geklaagd over de benauwde atmosfeer, die het strippen veroorzaakt en één arbeider schreef daaraan de ziekelijkheid zijner kinderen toe.
Ondersteuning bij ziekte genieten de meeste strippers niet. Slechts enkelen zijn lid van een onderling ziektefonds.
Vooral die gezinnen, die alleen van het strippen moeten leven, vertoonen een beeld van ellende. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere arbeiders, (dikwijls losse werklieden), wanneer ze werkeloos zijn. Zoo werd bij de enquête een gezin aangetroffen, bestaande uit man, vrouw en 4 kinderen, welk gezin alleen van het strippen moest leven. De man en de vrouw werkten van half 9 's morgens tot 10 uur des avonds en een enkelen keer ook 's nachts; twee kinderen van 6 en 3 jaar werkten 5 uur. Het gezin leverde 100 pond per week a 3 cent per pond, terwijl voor straf wel eens minder tabak werd gegeven. Geen wonder, dat vraag 40 der vragenlijst beantwoord werd met de woorden veel ziekte onder de kinderen!
Vooral voor de 32 kinderen beneden de 12 jaar, die in Wageningen aan het werk werden gevonden, is dit werk een plaag. Geen vacanties, geen vrije middagen of avonden. De kinderen verfoeien het eentoonige strippen. Om hen tot den grootsten ijver aan te sporen, wordt hun door de ouders een bepaalde taak opgegeven, na afloop waarvan ze mogen gaan spelen. Daar gewoonlijk tot 8 uur of 9 uur 's avonds gestript wordt zal er meestal van dat spelen wel niet veel komen. Het strippen verspreidt veel stof in de kleine woningen. De Wageningsche bevolking heeft een afschuw van het strippen: slechts in den uitersten nood gaan de menschen er toe over de zwijnderij in huis te halen en gaan zij bij een werkgever tabak halen.
_____________________________
Wie van Amerongen richting Arnhem rijdt kan hier en daar nog een grote zwart geteerde houten tabaksschuur zien staan. Twee eeuwen lang is tabaksteelt voor kleine Gelderse boeren een bron van bestaan. De noordelijke Rijnoever, van Amerongen tot Wageningen, is één van de centra voor de teelt van inlandse tabak. In de 17e eeuw vindt de tabaksplant van Zuid-Amerika, via Spanje, haar weg naar de Veluwe, de Betuwe en de Achterhoek verder lezen: zie onder
Tabakstrippen is het verwijderen van de hoofdnerf uit het tabaksblad. Het is een zo slecht betaalde vorm van huisindustrie, dat het in de volksmond de zwijnderij wordt genoemd. Het tabaksstrippen wordt vrijwel uitsluitend uitgevoerd in Druten met omliggende dorpen, Harderwijk en Wageningen. In deze gemeenten heerst onder de werknemers een zo groot tekort aan welvaart, dat er steeds voldoende aanbod is van werkkrachten om tegen een lag loon thuis stripwerk te verrichten. In Harderwijk bestaat de bevolking voor een belangrijk deel uit vissersgezinnen met een wisselvallig inkomen.
Druten en Wageningen zijn belangrijke productieplaatsen voor baksteen. Een groot deel van de bevolking verdient op de steenfabrieken hun brood, althans in de zomer. Doch in het winterhalfjaar en/of bij ongunstig weer of hoge waterstand staan de verdienste stil.4 Vrijwel de enige manier om in die omstandigheden enig inkomen te verwerven is tabakstrippen.
De in Wageningen gevestigde tabakshandelaren zijn de opdrachtgevers. Het strippen gebeurt thuis in de eenkamerwoning, die slaapkamer, woonkamer en werkruimte tegelijk is. Het hele gezin is bij de huisarbeid ingeschakeld. Kinderen moeten na schooltijd en s avonds meehelpen. Als ze onder het werk in slaap vallen worden ze met een natte doek of een hand met koud water in het gezicht hard tot de werkelijkheid teruggeroepen verder lezen: zie onder
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De huisweverij te Goirle (N.-B.).
Aantal: In het in de nabijheid van Tilburg gelegen Goirle wordt naast de fabriekmatige weverij nog door een I50-tal wevers thuis gewerkt. Zij vervaardigen in hoofdzaak behangsellinnen, katoen en jute voor ondernemers daar ter plaatse. Het behangsellinnen (het z.g. schilder) bestaat uit een ketting van linnen en een inslag van linnen of jute. Het katoen wordt voor spandoek, de jute voor zakken gebruikt. De huiswevers ontvangen meestal het garen gespoeld van de fabriek, waarvoor zij werken, doch bij het behangsellinnen moeten zij doorgaans den inslag zelf spoelen of laten spoelen.
Slechts enkele ondernemers laten alleen in huisindustrie hun goederen vervaardigen.
Vreemde arbeidskrachten worden door de huiswevers zeer weinig gebruikt.
Arbeidsduur: De arbeidstijden zijn zeer afwisselend en zijn bij den eenen wever veel langer dan bij den anderen. Dit is een gevolg hiervan, dat in vele gevallen de verdiensten, die de overige gezinsleden op de textielfabrieken hebben, den wever niet zoo noodzaken tot het maken van lange arbeidstijden als elders.
Er werkten: 6 uur of minder: ± 40 wevers, 7 of 8 uur: ± 35, 8 uur tot 10 uur: ± 35, meer dan 10 uur: ruim 40 wevers.
Loon: In één geval werd als uitzondering een gemiddeld weekloon van f 9.50 bereikt, in alle andere gevallen was dit beduidend minder. Een gemiddeld weekloon van f 7.50 is het gewone maximum.
De drukke tijd is van Nieuwjaar tot Augustus, soms tot September. Herhaaldelijk komt het voor, dat de wevers op taak worden gesteld, d. i., dat zij niet meer dan een bepaald aantal stukken per week mogen weven.
Vrouwen- en kinderarbeid: Onder de wevers bevinden zich ook een dertigtal vrouwen, die dezen zwaren arbeid verrichten. In de gevallen, waarin door den wever de inslag thuis gespoeld moet worden, geschiedt dit meestentijds door de vrouw; een twintigtal verrichten aldus spoelarbeid. Kinderarbeid komt ook hierbij enkele malen voor.
Woningtoestanden: Veertien wevers bewoonden een éénkamerwoning.. Hiervan werden 14 éénkamerwoningen tezamen bewoond door 53 personen.
2 éénkamerwoningen
elk bewoond door 1 persoon
2
4,,
2 personen
8
2,,
3
6
1,,
4
4
3,,
5
15
1,,
8
8
1,,
10
10
Het meest voorkomende type is de tweekamerwoning, waarvan het gevolg is, dat een afzonderlijk werkvertrek weinig voorkomt. Bij meer dan een derde der wevers werd in het werkvertrek tevens geslapen, hetgeen door de stofdeeltjes, die bij het weven loskomen, wat vooral bij de jute geschiedt, zeer onhygiënisch is.
Beschrijving: Haspelmachine bij jutespinnerij en weverij fa. Ter Horst te Rijssen. Het gesponnen jutegaren wordt tot strengen gehaspeld
Datum: Circa 1919
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De huisweverij te Tilburg.
Aantal: Te Tilburg werden vanwege de Enquête Commisie ± 350 wevers bezocht. Hiervan waren:
bijna 100 wevers van fries, 40 van katoen, ruim 40 van cheviot, 110 van laken, 25 van bukskin.
Vrouwelijke arbeidsters, die dit zware werk verrichten, zijn zeer talrijk.
Arbeidsduur: Voor de grootste helft der wevers bedraagt de dagelijksche arbeidstijd tusschen 10 en 13 uur. Doch niettegenstaande dezen langen arbeidsdag is het loon niet hoog.
Loon: Hoe laag het loon is, komt het scherpst uit, wanneer men de uurloonen nagaat, welke de wevers door elkaar genomen maken,
Een uurloon van hoogstens 4 cent verdienden 17 % van de wevers, 47% verdienden 6 cent per uur, 27% verdienden 8 cent en slechts 9% meer dan 8 cent per uur.
De toestand van de Tilburgsche huiswevers is dan ook zeer slecht. Voor een deel vindt dit zijn reden in de vele bijkomstige verrichtingen, die de wever te doen heeft vóór hij kan beginnen te weven; zoo moet hij den ketting drogen, den inslag nat maken enz. Bovendien is er zeer dikwijls niet voldoende werk van den ondernemer te verkrijgen.
Woningtoestanden: In bijna alle gevallen werd in het werkvertrek tevens gewoond en gekookt, en in vele gevallen ook gegeten.
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De huisweverij in Eindhoven en omstreken.
Aantal: Huiswevers in Eindhoven en omstreken werden gevonden in Boxtel ± 15, Heeze 10, Geldrop 60, Zeelst ± 50, Meerveldhoven 20, Nunen 30, Zesgehuchten ± 25, Veldhoven 30, Waalre 20, Gerwen 15, Someren 5, Strijp ± 20, Aalst 30, Woensel ± 20, Gemert ruim 100 en in Mierlo ± 60, in het geheel dus tusschen de 500 en 600 wevers.
Loon: Deloonenwisselen uiteraard eenigszins naar de verschillende plaatsen en naar de soort van weefsels, die vervaardigd worden. In het algemeen kan gezegd worden, dat te Mierlo en te Gemert de toestand der wevers het slechtst is. Dit blijkt uit de zeer lage loonen die hier verdiend worden. Voor Gemert verkreeg men b.v. de volgende gegevens betreffende de uurloonen: 13 % verdienen gemiddeld tot 4 cent per uur, 37 % van 4 tot 6 ct. per uur, 27% van 6 tot 8 cent per uur, 23% meer dan 8.In de overigeplaatsen zijn de uurloonen wat hooger.
Vrouwenarbeid: De wevers worden, voor zoover zij hun garen moeten spoelen, daarin door hun vrouw bijgestaan.
Kinderarbeid: deze komt in de textielbranche zeer weinig meer voor
Kinderen aan het werk bij de Nieuw Buiner Glasfabrieken Meursing en Co
Kinderen naaien jutezakken bij de jutespinnerij en weverij Ter Horst
De zakken worden met de hand genaaid en het gemiddelde ligt op 25 tot 30 zakken per persoon per dag
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het zakkennaaien te Goirle (N -B,).
Aantal: Tusschen de 30 en 40 vrouwen houden zich te Goirle met het naaien van zakken bezig, waarin sommige huisarbeidsters bijgestaan worden door leden van haar huisgezin: man, volwassen dochters of kinderen. De leeftijd der door ons bezochte arbeidsters liep van 24 tot 67 jaar.
Product: Zij naaien uien-, bloem-, suiker-, bonen en kolenzakken.
Kinderarbeid: Bij het onderzoek werden ? kinderen, waarvan 7 jongens en 4 meisjes, beneden de 14 jaar, aangetroffen, die, hetzij tusschen of na schooltijd, hun moeder eenige uren per dag in het werk hielpen.
Arbeidstijd: Daar het werk slechts bijverdienste voor de vrouwen is als aanvulling van het loon, dat haar man of kinderen op de fabriek ontvangen, is de arbeidsduur in het algemeen niet lang; de zorg voor de huishouding neemt veel tijd in beslag. Zeven arbeidsters werken gemiddeld minder dan 3 uur, veertien van 3 tot 5 uur, vier van 5 tot 10 uur en één 10 uur per dag. In de helft der gevallen wordt nog 13 uur per dag door een lid van het huisgezin meegewerkt.
Zij ontvangen niet geregeld arbeid; bij de meesten worden daardoor de verdiensten beperkt, vooral daar velen slechts 3 tot 6 maanden werk hebben.
Loon: Het gemiddelde weekloon varieert van 65 cent tot f 2.50. In overeenstemming hiermede is het uurloon laag en varieert van 2 tot 6 cent.
Woning: Geen dezer arbeidsters heeft een afzonderlijk werkvertrek. De woning bevat steeds 2 kamers; in 13 gevallen werd in het werkvertrek zoowel gekookt, gehuisd als geslapen.
Huisindustrie zakkennaaisters te Goirle
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het zakkenstoppen te Venlo.
Omvang: Voor den exporthandel op Duitschland in meel, erwten, boonen en lijnkoeken, zijn er gezinnen, die geregeld de gonjezakken stoppen voor de expeditie bestemd. De uitgifte geschiedt door een drietal firma's. Het is meer bijverdienste, speciaal vrouwenwerk.
Aard van het werk: De gonjezakken worden betaald per stuk of per 100. Soms zijn het weinig meer dan lompen, waarvoor echter geen extra betaling wordt gegeven. De zakken zijn allen reeds gebruikt. De smerigste zijn die voor lijnkoeken bestemd. Het stoptouw moeten de werksters bekostigen; slechts één werkgever levert het gratis. Daar het een zeer onzindelijk werk is, geschiedt het bij hooge uitzondering 's winters in huiskamer of keuken. Zomers wordt in de schuur of op het erf gewerkt.
Loon en arbeidsduur. Er is een groot verschil in de verdiensten. Per zak betaald bedraagt dit ? of 2 cent, per honderd berekend 60 en 75 cent. Daar het een zeer ongeregelde arbeid is, zijn de arbeidsduur en verdiensten moeilijk te bepalen. Van een werkster, die geregeld stopwerk had, bedroeg de arbeidstijd per week 70 uren en de verdienste f 5.50 a f 6. Doch dit is eene gunstige uitzondering. Anderen gaven als weekloon op f 1.00,f 2.00,f 2.50 tegen een uurloon van 5 cent. Kinderarbeid komt niet voor.
Mattenvlechten te Putte
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het vervaardigen van matten in het Noorden van Overijsel.
Aantal: Volgens een schatting in de Verslagen van de arbeidsinspectie, waaruit voor het volgende een en ander is overgenomen, zijn in de mattenindustrie in Overijsel ongeveer 1800 personen werkzaam. Vooral in de gemeenten Genemuiden, Hasselt, Wilsum en Grafhorst wonen zeer vele matters.
Techniek: De grondstoffen voor het maken van vloermatten zijn bies en rusch. Het snijden en bewerken van biezen en russchen wordt meestal des zomers door de matters gedaan. Het biezensnijden, waarbij men 8 a 9 uur per dag in het water staat, is een zwaar en ongezond werk.
De rolmatten worden geweven met behulp van een matten-raam, waarop een aantal draden van dun touw gespannen zijn, tusschen welke de biezen of russchen gevlochten worden.
Bedrijfsvorm: In de tweede helft der 18 de eeuw is de bedrijfsvorm der mattenindustrie zeer veranderd. Het is tegenwoordig niet meer een zuivere huisindustrie. Dat is ten deele het gevolg van een nieuwere wijze van verpachting der biesvelden, namelijk een verpachting in kleine perceelen met betaling eerst na maanden. Nu kan elk arbeider zich het noodige bies aanschaffen. Dientengevolge zijn de groote mattersbazen, die vele huisarbeiders in dienst hadden, voor een groot deel verdwenen en werken de matters voor eigen rekening. In plaats van de afhankelijkheid van de mattersbazen is nu een groote afhankelijkheid der matters van de opkoopers-handelaars getreden. Wel is het loon der eigenwerkers iets hooger, maar zij moeten nu het risico dragen van den biezenoogst en van de prijswisseling der matten. Echter komt ook nog wel het matten voor rekening van een patroon voor.
Arbeidsduur: De werktijd der matters is zeer lang.
Velen beginnen reeds om 4 a 6 uur 's morgens en werken dan tot 's avonds door.
Loon: Het weekloon van een matter, die voor een ander werkt, bedraagt ongeveer f 3 voor een biezenmatter en f 2 voor een russchenmatter. Voor eigenwerkers zijn deze cijfers ongeveer f 4 en f 2.80. Wel ontvangen de eigenwerkers wekelijks veel meer, maar daarvan moet worden afgetrokken het bedrag van de pachtsom van het bies en van het loon voor het biezensnijden.
Terwijl het uurloon der loonarbeiders 4 a 4,1 cent bedraagt, is dit cijfer voor de eigenwerkers 5 a 5,1 cent.
Kinderarbeid: Doordat het maken van kleine matten veel minder loonend is geworden, is de kinder-exploitatie veel geringer dan vroeger. Toch werken nog ongeveer 200 kinderen mee.
Andere inkomsten: Het mattenvlechten geschiedt alleen des winters en is dan voor de meeste gezinnen de eenige bron van inkomsten. Wel vindt men onder de matters enkele kleine boertjes, maar meestal zijn het losse arbeiders, die 's winters geen werk hebben. Des zomers verhuren zij zich bij een boer voor ongeveer f 6 per week; alleen in den hooitijd en in den tijd van het biezen snijden verdienen zij veel meer.
Gezondheid: De heer Meijers heeft aangetoond, dat de sterfte aan tuberculose in de mattersgemeenten meer dan tweemaal zoo hoog is als de gemiddelde sterfte aan deze ziekte in Nederland.
In het naburige Zwartsluis, waar grootere welvaart heerscht en dus niet gemat wordt, is het tuberculose-sterftecijfer slechts 1/3 van het cijfer voor Genemuiden. Dit is waarschijnlijk niet een gevolg van het mattersbedrijf zelf, maar van de armoede, de ondervoeding en de slechte woningtoestanden. De woning bevat meestal slechts één klein vertrek.
Strohulzenmakerij te Oisterwijk
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het vervaardigen van stroohulzen te Oisterwijk en te Leende (IM.-B.)
Aantal: Hier werden 15 gezinnen bezocht, die zich bezig houden met het maken van stroohulzen voor flesschen enz.
Door middel van een ijzeren plaat wordt het stroo dubbel geslagen, waarna het met de machine gestikt wordt. Ten slotte wordt de huls gebonden.
Bijverdienste: Dit werk is een bijverdienste; het geschiedt meestal door vrouwen en kinderen, soms echter ook door mannen. De man is vaak schoenmaker (loon f 6 a f 7 per week). Deze gezinnen beschikken steeds over een stukje land.
Kinderarbeid: Een twaalftal kinderen beneden 14 jaar werken mee, waaronder kinderen van 8 en 9 jaar. Het aantal is misschien wel grooter.
Arbeidstijd: De arbeidstijd is zeer verschillend; meestal 7 a 14 uur per dag, soms echter maar 4 a 5 uur. De schoolgaande kinderen werken 4 uur per dag.
Loon: Voor het maken van 1000 stroohulzen wordt 90 cent betaald. Sommigen houden zich alleen met het binden bezig, waarvoor 40 cent per 1000 betaald wordt. Het uurloon varieert van 2, tot 5 cent.
Per week wordt door een gezin met dit werk meestal f 2 a f 3 verdiend.
Woning: De woning bevat meestal 2, soms 3 kamers. Slechts in een paar gevallen is er een werkschuur, meestal geschiedt het werk in het woonvertrek, dat dikwijls ook keuken en slaapkamer is.
De in elkaar geplakte ballen worden in hermetisch gesloten ronde vormen gezet en in een vulcanisatieketel geplaatst, waarbij de bal door uitzetting van de lucht de zuiver ronde vorm aanneemt en wordt gevulcaniseerd
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Fabricage van tennisballen
De stukken worden twee aan twee in elkaar geplakt met solutie
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Fabricage van tennisballen
De viltbekleding wordt door grotere meisjes met de hand dichtgenaaid
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Fabricage van tennisballen
Het beplakken van tennisballen met vilt
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Fabricage van tennisballen
Kleinere en grotere meisjes hechten op de stukken een verdikking van gummi
Datum: Circa 1919
Beschrijving: Steenfabricage De handpers
Datum: Circa 1908
Beschrijving: Steenfabricage De handpers
Datum: Circa 1908
Beschrijving: Steenfabricage Het moddermaken bij een steenfabriek. Een moddermaker verwerkt en vervoert per dag 37.500 - 46.700 kilogram klei
Datum: Onbekend
Beschrijving: Steenfabricage Het neerslaan van [????] bij een steenfabriek aan de Rijn
Datum: Onbekend
Beschrijving: Steenfabricage Het personeelsverblijf
Datum: Circa 1908
Beschrijving: Steenfabricage IJsselsteenfabriek
Datum: Onbekend
Beschrijving: Steenfabricage Leem maken
Datum: Circa 1908
Beschrijving: Steenfabricage Leemscheppen
Datum: Circa 1908
Beschrijving: Steenfabricage Opsnijdsters op een Waalsteenfabriek
Datum: Onbekend
Beschrijving: Steenfabricage Steenkruisters op IJsselsteenfabriek
Datum: Onbekend
Beschrijving:
Kartonnagefabriek Meyer & Couvee, Amsterdam Timmeren van dozen: beide meisjes spijkeren houten dozen in elkaar
Datum: Circa 1919
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Cartonnage-arbeid te Weert
Omvang: Deze huisarbeid is zeer beperkt, daar de uitgifte door een enkele firma geschiedt en alleen de typografen, op bedoelde inrichting werkzaam, daarvoor in aanmerking komen. Bij groote bestellingen, die in korten tijd geleverd moeten worden, breidt het aantal huisarbeiders zich uit. Want ofschoon niet verplichtend, werkt de lage loonstandaard deze huisindustrie in, de hand.
Techniek: De huisindustrie is zeer licht en vereischt geen speciale vakkennis. De gestansde cartons vouwdoozen voor boterverpakking worden aan één zijde beplakt, nadat uit de sluitopeningen de uitgestansde reepjes carton verwijderd zijn. Deze laatste bezigheid, die aan het plakken voorafgaat, geschiedt veelal door de kinderen, ook wel overdag na de huishoudelijke bezigheden door de vrouw. Deze geplakte cartons worden door den man naar de fabriek medegenomen en zijn dan gereed voor aflevering. De hoeveelheid cartons, welke medegegeven wordt, wisselt af van 500 tot 1000 stuks.
Loon en arbeidsduur: Het loon voor 1000 cartons op deze wijze behandeld is gesteld op 85 ct., ongeacht kwaliteit of formaat. Plakmateriaal wordt kosteloos door de fabriek verstrekt. Daar de productie ongeregeld is en geheel afhankelijk van eventueele bestellingen, zijn de inkomsten zeer wisselvallig. In voorraad kan niet worden gewerkt. Het maximumloon is niet hooger te stellen dan f 3.50 wekelijks. Bij verreweg de meesten varieert het tusschen f 1.25 en f 2.50.
Zonder uitzondering is het cartonneeren avondwerk. Nemen de arbeiders eene hoeveelheid na hun tien-urige dagtaak mede, en is er speling in den leveringstijd, dan kunnen overdag vrouw en kinderen daaraan arbeiden. Daar dit niet altijd mogelijk is, wordt er dikwijls 's avonds tot elf en twaalf uur door volwassenen aan gewerkt. Zonder hulp van kinderen is gemiddeld voor 2 personen een arbeidstijd van 5 uur benoodigd voor de 1000 cartons. Het gezamenlijk uurloon is gemiddeld 7 ½cent.
Gezinshulp: Bij groote gezinnen komt hulp der schoolgaande kinderen voor. Daar zij voorbereidende werkzaamheden verrichten, geschiedt hun hulp na schooltijd tot zoo noodig 's avonds acht of negen uur. Waar alleen de vrouw medewerkt, is haar arbeidstijd des avonds gelijk aan dien van den man. De cartonnage arbeid te Enschedé.
Omvang: Evenals het cartonnagewerk op de fabriek is deze huisarbeid in handen van vrouwen of meisjes.
Het aantal der werksters wisselt af met de minder of meerdere hoeveelheid werk. Het is wel gebeurd, dat zelfs in huisarbeid buiten Enschedé werd gewerkt o.a. in Borne. Nog slechts één firma geeft geregeld dit soort werk in huisarbeid uit. Onder de werksters zijn veel weduwen en enkele jonge meisjes, die vroeger op een fabriek haar routine in dezen arbeid hebben gekregen.
Techniek: De doosjes worden onderscheiden in ronde doosjes en schuifdoosjes. Het carton en omplakpapier krijgen de arbeidsters op maat gesneden mede; de omplakpapieren zijn gegomd. De cartonnen strookjes worden om ronde of vierkante houten blokjes in den vereischten vorm gebracht, de gegomde omplakpapieren op een natten doek bevochtigd en daarna om de doosjes gewerkt en aangewreven met een vouwbeen. Deze bewerking is omslachtiger en tijdroovender dan die der vouwdoozen.
Arbeidsduur en loon: Er heerscht in deze branche eenige arbeidsverdeeling. Men heeft speciale werksters voor de ronde en voor de schuifdoosjes. Er ontstaat daardoor geleidelijk eene zekere routine. Zelden wordt deze regelmaat onderbroken. Enkele werksters krijgen geregeld arbeid, de meesten echter zeer ongeregeld.
Het loon voor schuifdoozen is 25, 35 en 45 ct per 100. Het loonverschil ontstaat zoowel door de afmeting als door de meerdere bewerking, die vereischt wordt.
De hiergenoemde loonen zijn de meest voorkomende.
Bij geregelden arbeid der schuifdoozenwerksters van gemiddeld 60 uur per week, bedraagt het loon f 5.--; voor zeer ordinaire soorten is de arbeidstijd voor 100 doosjes 3 uur.
Bij geregelden arbeid van 65 a 70 uren per week behalen de ronde-doozenwerksters een verdienste van f 5 - a f 5.50. Moeilijk is het den arbeidsduur van 100 stuks op te geven, daar de ronde doozen van de meest verschillende prijzen en kwaliteiten zijn. Voor de minst betaalde doosjes bedraagt het per 100 2 uur.
Gezinshulp: Kinderarbeid werd niet aangetroffen. Wel wordt dikwijls, om tijdverlies te sparen, aan de schoolgaande kinderen opgedragen de afgewerkte doosjes naar de fabriek te brengen.
Beschrijving:
Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek, Gouda
Vrouwen pakken de kaarsen van de band en knippen de lonten op maat
Vervaardiger: J.D. Filarski 1919
Beschrijving: Jutespinnerij Firma Ter Horst, Rijssen
Vrouwen staan aan de twijnmachine waar drie dunne jutedraden in elkaar worden gedraaid om dikkere draden te verkrijgen
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Fabricage van tennisballen
Het stansen van de viltbekleding
Datum: Circa 1919
Beschrijving: Wasgelegenheden in fabrieken en werkplaatsen
Beschrijving: Gordijnenfabriek Aug. Kleine Afdeling van de gordijnenfabriek waar de franje aan de gordijnen wordt gezet
Datum: Circa 1919
Beschrijving: Deventer Capsulefabriek Arbeidsters bezig met draad snijden op tuben en het afdraaien van schroefdopjes in de Deventer Capsulefabriek. De productie lag gemiddeld op 4500 stuks per dag per persoon
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Kwattafabriek, Breda
Arbeidsters bezig met het verpakken van Kwatta-chocoladerepen in de fabriek in Breda
Datum: Onbekend
Beschrijving: Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek, Gouda Arbeidsters van de Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek in Gouda
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Dutch Straw Works, Helmond
Bij de strohulzenfabriek Dutch Straw Works te Helmond snijdt een zogenaamde kopper de strohulzen op gelijke lengte. De productie bedraagt 2200 tot 3300 per dag [waarschijnlijk bosjes]
Datum: Circa 1919
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het vervaardigen van stroohulzen te Oisterwijk en te Leende (IM.-B.)
Aantal: Hier werden 15 gezinnen bezocht, die zich bezig houden met het maken van stroohulzen voor flesschen enz.
Door middel van een ijzeren plaat wordt het stroo dubbel geslagen, waarna het met de machine gestikt wordt. Ten slotte wordt de huls gebonden.
Bijverdienste: Dit werk is een bijverdienste; het geschiedt meestal door vrouwen en kinderen, soms echter ook door mannen. De man is vaak schoenmaker (loon f 6 a f 7 per week). Deze gezinnen beschikken steeds over een stukje land.
Kinderarbeid: Een twaalftal kinderen beneden 14 jaar werken mee, waaronder kinderen van 8 en 9 jaar. Het aantal is misschien wel grooter.
Arbeidstijd: De arbeidstijd is zeer verschillend; meestal 7 a 14 uur per dag, soms echter maar 4 a 5 uur. De schoolgaande kinderen werken 4 uur per dag.
Loon: Voor het maken van 1000 stroohulzen wordt 90 cent betaald. Sommigen houden zich alleen met het binden bezig, waarvoor 40 cent per 1000 betaald wordt. Het uurloon varieert van 2, tot 5 cent.
Per week wordt door een gezin met dit werk meestal f 2 a f 3 verdiend.
Woning: De woning bevat meestal 2, soms 3 kamers. Slechts in een paar gevallen is er een werkschuur, meestal geschiedt het werk in het woonvertrek, dat dikwijls ook keuken en slaapkamer is.
Beschrijving: Fabriek van spanen korven te Schiedam Bij een fabriek voor spanen korven worden boomstammen gezaagd. De productie ligt op op 12 tot 15 stukken per dag. De man wisselt de jongens om beurten af
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Tabaksfabriek Mignot & De Block, Eindhoven
Blikslagerij (leerlingenafdeling); het dichtsolderen van blikken over kistjes. Leeftijd 13-14 jr. Gedurende de werkuren ontvangen de leerlingen een opleiding tot het maken van diverse verpakkingen. Produktie 600-800 in 45 uur. Uur en stukloon gemiddeld loon per week fl. 4.50
Datum: Circa 1919
Beschrijving: Gordijnenfabriek Aug. Kleine De afdeling franjeweverij van de Gordijnenfabriek van Aug. Kleine. Hier wordt het garen op de spoelen opgebracht
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
De erven de wed. J. van Nelle, Rotterdam
De afdeling koffiepakkerij in de fabriek van de erven de wed. J. van Nelle, Rotterdam. Dit is een van de foto's die door de Arbeidsinspectie is ingezonden voor de tentoonstelling 'Opvoeding van den Jeugd boven den leerplichtigen leeftijd', Den Haag, 16 juli - 14 augustus 1919
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Tabaksfabriek Mignot & De Block, Eindhoven
De afdeling plakkerij van de kistjesstoffeerderij. Leeftijd 13-15 jaar en ouder. De opleiding wordt gevolgd onder werktijd met een vergoeding van het uurloon. Weekloon fl. 4,- tot fl. 7,-. De werkuren zijn van 7-12 en 2-7 met twee pauzes
Datum: Circa 1919
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het maken van sigarenkistjes te s Hertogenbosch.
Aantal: Dit geschiedt door 76 personen, uitsluitend mannen. Echter werkt de vrouw bij na steeds een paar uur per dag mee.
Kinderarbeid: Over 't algemeen komt kinderarbeid weinig voor. Toch wordt van ongeveer 12 kinderen beneden 14 jaar bericht, dat zij na schooltijd medewerken.
Bijverdienste: Het betreft bijna steeds sigaren-sorteerders op een fabriek werkzaam, die thuis de kistjes maken. Het fabrieksloon werd meestal niet opgegeven; in de enkele gevallen, dat het wel werd vermeld, varieerde het van f 8 tot f 12. Het thuiswerk is niet verplicht.
Arbeidsduur: Door 33 arbeiders wordt 2 of 2 ½uur gewerkt, door 20 arbeiders 3 uur en door 13 arbeiders 3 ½ , 4 of 5uur; slechts 6 personen werken 1 of 1 ½uur. Daar de arbeidstijd op de fabriek soms ? uur, maar meestal 10 of 11 uur bedraagt, is het duidelijk, dat de arbeidsdag van deze arbeiders zéér lang is. Onder hen komt dan ook een arbeidsdag van 13 of 14 uur dikwijls voor. Ook in het schaftuur wordt soms gewerkt.
Men moet voorts in 't oog houden, dat de enquête plaats vond in een tijd van groote slapte, zoodat thuis minder werd gewerkt dan gewoonlijk. Door een arbeider werd verzekerd, dat in den drukken tijd vaak laat op de fabriek gewerkt wordt, zoodat het afmaken van de kistjes thuis dan dikwijls tot in den nacht duurt.
De genoemde werktijden gelden vaak slechts voor 5, soms voor 4 dagen in de week.
De vrouw helpt bij het kistjes maken meestal 1 ½a 3 uur per dag, soms nog langer.
Loon: Het stukloon bedraagt meestal 2 cent per kistje, soms 2 ½en 3 cent al naar de soort. De opgaven van den tijd, noodig voor het maken van één kistje, loopen zeer uiteen; vaak wordt opgegeven, dat één kistje met hulp in 4 a 5 min., zonder hulp in 9 min. gemaakt wordt. Voor het maken van 10 kistjes wordt dikwijls 1 a 1 ½uur arbeid gerekend. Vandaar loopt ook het uurloon zeer uiteen; het varieert meestal van 8 tot 16 cent. Het weekloon bedroeg in 33 gevallen f 3 a f 3.50 en in 15 gevallen f 3.50 a 4, in 7 gevallen f 4 a f 4.50, maar in 7gevallen f 1 a f 3. Hierbij moet men echter in aanmerking nemen, dat de kistjesmaker 15 a 20 c. onkosten (voor stijfsel, enz.) per week heeft.
Woning: In ? gevallen bevatte de woning slechts één kamer en in 32 gevallen twee kamers, overigens gewoonlijk 3 vertrekken. Het kistjesmaken geschiedt meestal in de woonkamer, die meestal tevens keuken of slaapkamer of zeer dikwijls alles tegelijk is.
Ziekteverzekering: Bijna steeds zijn deze arbeiders lid van een ziekenfonds.
Vakvereeniging: Van deze arbeiders is ongeveer de helft georganiseerd.
Beschrijving:
De erven de wed. J. van Nelle, Rotterdam
De afdeling tabakspakkerij in de fabriek van de erven de wed. J. van Nelle, Rotterdam. Dit is een van de foto's die door de Arbeidsinspectie is ingezonden voor de tentoonstelling 'Opvoeding van den Jeugd boven den leerplichtigen leeftijd', Den Haag, 16 juli - 14 augustus 1919
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
De erven de wed. J. van Nelle, Rotterdam
De afdeling theepakkerij in de fabriek van de erven de wed. J. van Nelle, Rotterdam. Dit is een van de foto's die door de Arbeidsinspectie is ingezonden voor de tentoonstelling 'Opvoeding van den Jeugd boven den leerplichtigen leeftijd', Den Haag, 16 juli - 14 augustus 1919
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Tabaksfabriek Mignot & De Block, Eindhoven
De afdeling voorbewerking voor de kistjesstoffeerderij van Tabaksfabriek Mignot & De Block. Op deze afdeling voorbewerking zijn meisjes tussen 13 - 15 jaar werkzaam. Het uurloon ligt tussen de 8 - 12 cent. De werkuren zijn van 7-12 en van 2-7 met een vrije zaterdagmiddag
Datum: Circa 1919
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
Het maken van sigarenkistjes te Kampen.
Aantal: Een 6o-tal personen, die des avonds sigarenkistjes vervaardigen, werden bezocht. Het zijn allen sorteerders op een sigarenfabriek, die door dezen huisarbeid het lage loon, dat zij op de fabriek verdienen, aanvullen. Bij de meesten bestaat deze huisarbeid in het plakken der kistjes, slechts enkelen houden zich bezig met het zagen en spijkeren hiervan.
Arbeidsduur: De werktijden zijn van 30 % 2 uur, van 40 % 2 ½uur, en van 90% 3 uur per dag. In de fabriek wordt 10? uur gewerkt. De huisarbeid geschiedt meestal gedurende 4 of 5 avonden per week.
Loon: Het stukloon bedraagt 2, 2 ½ , of 3 cent per kistje. Per week worden gewoonlijk 60 a 100 kistjes vervaardigd, het weekloon varieert van f 1.50 tot f 2.25 (het weekloon in de fabriek bedraagt f 6.50 a f 9.) Het uurloon wisselt tusschen 13 en 22 cent.
Voor stijfsel enz. hebben deze arbeiders ongeveer 10 cent onkosten per week.
Woning: In enkele gevallen bevat de woning één kamer en een zolder, maar meestal 2 kamers en een zolder. Het kistjesplakken geschiedt steeds in de woon- en slaapkamer of keuken.
Beschrijving:
Tabaksfabriek Mignot & De Block, Eindhoven
De kistjesmakerij van de afdeling kistjesstoffeerderij. De leeftijd van de leerlingen is 13-15 jaar. Het gemiddelde weekloon bedraagt 6.50-8.50 gulden. Productie ligt tussen de 1400-1900 klammen per uur. Uit deze groep worden de leerlingen genomen voor de plakkerij
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Onbekende bezigheid
Dit is een van de foto's die door de Arbeidsinspectie is ingezonden voor de tentoonstelling 'Opvoeding van den Jeugd boven den leerplichtigen leeftijd', Den Haag, 16 juli - 14 augustus 1919
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Boekdrukkerij in Amsterdam
Dit is een van de foto's die door de Arbeidsinspectie is ingezonden voor de tentoonstelling 'Opvoeding van den Jeugd boven den leerplichtigen leeftijd', Den Haag, 16 juli - 14 augustus 1919
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Enveloppenfabriek Firma Bontamps, Venlo
Een jongen is behulpzaam bij het vensterdrukken van enveloppen bij de Firma Bontamps, Venlo. Deze 'ouderwetse' methode wordt alleen nog toegepast bij kleine partijen. Handmatig worden 6000 vensterenveloppen gemaakt, machinaal ongeveer 23.000 per dag
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Deventer Capsulefabriek
Een medewerkster van de Deventer Capsulefabriek lakt capsules (tot 12.000 per dag per persoon). Het meisje geeft haar de capsules aan en zet ze op de droogplaat
Datum: Onbekend
Beschrijving:
Fabricage van wollen handschoenen
Een meisje breit boorden van handschoenen op de breimachine, zij maakt er 15 tot 20 dozijn per dag
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Enveloppenfabriek Firma Bontamps, Venlo
Een meisje legt ongevouwen enveloppen op de roterende toevoerband van een automatische gommachine in de enveloppenfabriek Firma Bontamps in Venlo. De machine vouwt en gomt 80.000 tot 100.000 enveloppen per dag
Beschrijving: Op deze afdeling van de Twentsche Banketfabriek in Enschede wordt de koek en het banket afgewogen en de etiketten op de blikken dozen geplakt. De productie bedraagt ongeveer 240 dozen per dag
Datum: Circa 1919
Beschrijving: Op deze afdeling van de Twentsche Banketfabriek te Enschede worden blikken dozen met koek en banket gevuld. De productie bedraagt zo'n 80 tot 90 dozen per persoon per dag
Datum: Circa 1919
Beschrijving: Bij de Twentsche banketfabriek te Enschede worden de bakplaten met banket door middel van een zogenaamde inschieter de oven in geschoten. De kleine jongen geeft de bakplaten aan
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Twentsche Banketfabriek, Enschede
Verpakkingsafdeling in een suikerwerkfabriek. Meisjes omwikkelen de bonbons, circa 3500 tot 4000 stuks per dag
Datum: Circa 1919
Beschrijving: In deze afdeling van de Twentsche banketfabriek te Enschede wordt het banket op platen gespoten. De productie loopt op tot 25.000 stuks per dag per persoon
Datum: Circa 1919
Beschrijving:
Twentsche Banketfabriek, Enschede
Het gieten van bonbons: de jongen vooraan drukt een lat waarop gipsvormen zijn vastgemaakt in een bak met stijfselpoeder. De volwassen man vult de aldus gemaakte holten met een gietpan met vier tuiten met de gekookte suiker. De jongen met de zeef bestrooit dit met poeder waardoor de buitenkant van de vloeistof wordt gehard http://www.flickr.com/photos/nationaalarchief/sets/