Beschrijving:
Schoenfabriek Jan van Arendonk, Tilburg
Handzwikkerij in de schoenfabriek. Zwikken is het op de leest vormen van de schoen. [Onleesbaar].
Datum: Circa 1919
Uit "Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland"
De Schoenindustrie te Oisterwijk N.-B.
Techniek: De arbeid, welke thuis verricht wordt, bestaat in het bevestigen van het gesneden leer op de zool en het oppoetsen van de schoenen. De thuiswerkers verrichten hun arbeid uitsluitend thuis en werken niet in de fabriek. Het is handwerk; slechts enkelen, die grovere schoenen maken, gebruikten een eenvoudige machine.
De werktuigen bij den arbeid gebezigd worden door de arbeiders zelf betaald, meestal is dit een niet zeer kostbare installatie, die weinig vernieuwd wordt. Daarbij komt echter per paar schoenen, dat geleverd wordt, een uitgave, ten laste van den arbeider, van 6 centen aan z g. onraad: draad, spijkertjes enz.
De arbeiders moeten het gesneden leer van de fabriek gaan halen en de afgewerkte schoen terugbrengen. De meeste fabrieken geven weinig werk tegelijk mee, zoodat met heen en weer loopen wekelijks ongeveer 3 uur verloren gaat.
Afgekeurde schoenen worden niet betaald. Dit komt echter zeer zelden voor.
Werktijd: De werktijd regelen de arbeiders zelf. Om echter een eenigzins dragelijk weekloon te verdienen werken de meesten van 10 a 14 uur. Slechts enkelen, meest gehuwden, werken 8 a 9 uur per dag.
Zondagsarbeid komt niet voor.
Kinderarbeid komt zeer weinig voor. Slechts enkele schoenmakers leiden hun zoon voor het vak op.
Loon: Het loon bedraagt in den regel f 8 a f 10 per week, waarvan de kosten voor onraad afgaan. Slechts enkele ouden en zwakken verdienen f 5 of minder. In een enkel geval was het schoenmakersbedrijf geheel bijzaak en bracht ongeveer f 4.- op. Bijverdienste van eenige beteekenis, behalve wat in sommige gezinnen door volwassen kinderen wordt ingebracht, komt niet voor. De meesten drijven nog een soort handel in kanarievogels. Veel meer dan f 25. per jaar brengt dit echter niet op.
Gedwongen winkelnering: Bij de meesten bestaat, ofschoon veelal niet uitdrukkelijk bedongen, gedwongen winkelnering; in het algemeen is de meening der arbeiders, dat zij elders goedkooper kunnen koopen.
De woningen zijn niet slecht. De meesten bestaan uit 3 a 4 kamers, de huishuur wisselt tusschen f 0.75 en f 1.25. De meesten hebben een afzonderlijk werkvertrek, waar de schoenwerker alleen zit. Slechts zelden komt het voor, dat meerderen zich combineeren en te zamen een werklocaal hebben. De meeste werkvertrekken hebben een oppervlakte van ± 9 a 10 vierk. meter. Dit is echter zeer varieerend.
Klachten over den slechten invloed van het werk op de gezondheid kwamen niet voor. Echter zit de schoenmaker steeds in een ineengedrongen houding, in een klein vertrek, waar een zeer sterke leerlucht hangt, zoodat het werk vermoedelijk op de gezondheid eerder een slechten invloed zal hebben.
In het algemeen kan gezegd worden, dat de toestanden in de schoenindustrie in Oisterwijk slecht zijn. Er wordt voor laag loon lang en hard gewerkt. Slechts enkele ongehuwden vinden er een behoorlijk bestaan in: waar een gezin te onderhouden is zijn de inkomsten onvoldoende.
|