"Ik zal wal is zeen", "dat zal ik wal is ne kaere doon", "Menaer kon wal is geliek hebben". De achterhoeker heeft een bepaalde opvatting van beleefdheid. Het is niet beleefd en verstandig om iemand tegen te spreken.
Zeker niet als het mensen zijn, die je niet kent. Dat doe je gewoon niet, zegt de boerenvoorzichtigheid.
Een voorzichtigheid die voortvloeit uit het heilig respect voor de "heren" die het voor het zeggen hebben.
"Jao jao" kan gewoon "nae"betekenen. Met "wi-j zölt wal zeen" worden zaken op de lange baan geschoven.
En "dat kon wal is waor wezzen" klinkt ook niet erg overtuigend. Maar is het werkelijk ja, dan komt het ook voor elkaar.
Men houdt de vuile was het liefst binnenshuis en heeft een afwerende houding ten opzichte van wat als vreemd wordt beschouwd. Zo ook in de buurtschappen dezelfde houding tegenover alles wat van over de IJssel komt. "Dee bunt zo rap met de mond" of "Hee kump neet van hier". Bij getrouwden loopt vaak de man drie passen vooruit en is aan de vrouw de tweede partij toegedacht, "waor boksen (broeken) bunt, geldt gin rökke" luidt het spreekwoord.
Er zijn veel gedwongen huwlijken, wat niet wordt toegejuigd maar die zonder al te veel woorden worden afgedaan als een menselijk gebeuren. Behalve verstandshuwelijken die gesloten worden op het principe geld hoort bij geld en grond bij grond, geldt de ongeschreven wet dat je een meisje in verwachting niet laat zitten. Dat zal de omgeving niet zo gemakkelijk accepteren. De betreffende jongeman kan het dan erg moeilijk krijgen in zijn buurt. Komt het kind binnen korte tijd na het huwelijk dan heet het een "veurgekienden" zoals voorgekiemde aardappelen ook eerder opkomen.
Niettemin zijn veel huwlijken standvastig in een kalme tevredenheid met elkaar.Zo gaat er het verhaal van de vrouw die boter karnde terwijl haar man op sterven lag. Toen ze de boter "groot" had, ging ze er mee naar haar man en vroeg: "Jan, wat ducht ow, he’w zo genog veur de grove?". (begrafenis)
Krosenbrink
|