Familie Iding ten Bosch - Varsseveld - Heurne - Huissen - Westervoort - Lichtenvoorde
21-07-2008
Familie historie en cultuur 5
Napoleontische tijd 1797-1814
1798
Van Selig Salomon, Herts Levi en Levi Meijers is uit ca. 1798 een notitie bewaard gebleven van de rentmeester van de Nassau-domeinen. Zij betaalden op Martinij (11 november) elk het jodentribuut (cijns, heffing) met twee vette ganzen (ter waarde van ƒ 1 en tien stuivers) en bovendien ƒ 6 in contanten.
Hartog Philip, Benjamin Levi en Salomon Selig (zoon van Selig die in 1781 te Groenlo was gehuwd met vogeltje Moses), woonden omstreeks 1783 eveneens in Lichtenvoorde. Benjamin Levi vertrok naar Dinxperlo. In 1825 droeg Vogeltje Moses onroerende goederen over aan de familie Frankenhuis-Salomons in Groenlo.
De Klomp
De klomp, in zijn tegenwoordige vorm, werd sinds de late middeleeuwen 1300-1555 op vele plekken in Europa gedragen. Hier en daar komt hij nu nog voor, het meest in Nederland.
Vooral door de drassige bodem van Nederland, en mede door het feit dat in Holland de juiste houtsoorten (wilgen en populieren) in overvloed beschikbaar waren, bleef dit eenvoudige schoeisel lange tijd populair, overal in Nederland.
Zelfs toen de waterdichte rubberlaars ontworpen werd, bleef de klomp, omdat hij zo gemakkelijk in het gebruik was.
1797* Huissen Familie Jorissen Derkzen
Gerarda Jorissen wordt te Huissen (Koninkrijk Pruisen) geboren uit het huwelijk van Joannes Jorissen en Elisabeth Derkzen
Grootouders van Stephanus Henricus Iding (probant) vaders kant
1797 Mei 1 Lichtenvoorde Fam. ISAÄKS MOIJSES
Symon ISAÄKS Izak trouwt met de uit Bretsenheim/Hannover afkomstige Rachel Moses.
Zij zijn de overgrootouders van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (probanten) van vaders kant.
Compareerde voor Henricus Sterenborg en Arnoldus Balster, commissariën van huwlijks saaken 01.05.1797 - 1 maij
- Bruijdegom - SIMON ISAÄKS, jongman, oud 23 jaaren, soon van wijlen Isaäk Meijer en Ruesken Jacops, gebooren en woonagtig alhier
- Bruijd - RACHEL MOIJSES, oud 25 jaaren, jonge dogter van wijlen Moses Zelig en Adel
Benjamins, gebooren te Bretzenin en woonagtig te Lochem
- Getuijgen - Ruesken Jacops - volgens certificaat der Burgers Representanten der stad Lochem, dat voor haar gecompareerd is Adel Benjamins, weduwe van Moses Zelig , dat zij als moeder volmaakt consenteerd in het huwlijks engagement van haar dogter Rachel Moses enz., was geteekend J.L.
Solner, secret. Lochem, den 25 april 1797
- 1e gebod - 7 maij
- 2e gebod - 14 maij
- 3e gebod - 21 maij
- Solemnisatie - den 3 junij door Simon Horn, Joode kopulier, in Gendringen woonagtig
Quod testor Jan Willem te Welscher, secretaris. Lichtenvoorde - Trouwboek van
huwelijkscommissarissen 1796-1802
1798 Mei 11 Lichtenvoorde Fam. Hulshof Kolkman
Te Lichtenvoorde trouwen Harmanus Hulshof en Aleida Kolkman
Zij zijn de overgrootouders van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (probanten) van moeders kant
Compareerde voor Henricus Sterenborg en Arnoldus Balster, commissariën van huwlijks saaken 11.05.1798 - 11 maij
- Bruijdegom - HARMEN (Harmanus) HULSHOF, jongman, oud 34 jaaren, soon van Jan Hulshof en Leide Holkenborg, gebooren en woonagtig onder Ligtenvoorde
- Bruijd - AALTJEN (Aleida) KOLKMAN, oud 24 jaaren, jonge dogter van Derk Kolkman en Tönne Storkhorst, gebooren en woonagtig onder Ligtenvoorde
- Getuijgen - Jan Hulshof - Derk Kolkman
- 1e gebod - 13 maij
- 2e gebod - 20 maij
- 3e gebod - 27 maij
- Solemnisatie - den 1 junij door Willem Gertzen, pastor
Quod testor Jan Willem te Welscher, secretaris.
Lichtenvoorde - Trouwboek van huwelijkscommissarissen 1796-1802 Tijdvak 1796-1798
Huissen
Huissen 1798 Familie Jorissen Derkzen
Petronella Jorissen wordt te Huissen (Koninkrijk Pruisen) geboren
uit het huwelijk van Joannes Jorissen en Elisabeth Derkzen
Grootouders van Stephanus Henricus Iding (probant) vaders kant
Huissen Taufen 1660-1900
REC. 5856 - NAAM JORISSEN, Petronella –
GEB.1798 - PLAATS Huissen - OUDERS 5851 en 5852
Huissen Dominikaner klooster
DE GESCHIEDENIS VAN HUISSEN
De Vroege Middeleeuwen.
In tegenstelling tot de rest van de Betuwe heeft Huissen doorlopend bewoning gehouden vanaf de Romeinse Tijd. In een oude meander van de Rijn lag een groep boerenhoeven, ter hoogte van het huidige Kempke. In 814 wordt deze nederzetting onder de naam Hosenheim voor het eerst genoemd. In de tiende eeuw werden er twee versterkingen bij gebouwd: de Grote Toren, die eeuwenlang het silhouet van Huissen bepaalde en de Dannenberg, een tufstenen rechthoekige burcht.
1242-1368
In 1242 blijkt Huissen in het bezit te zijn van de graven van Kleef. Deze hieven een tol op de Rijn. Bij die tol werd een burcht gebouwd en al spoedig ontstond een handelsnederzetting. Graaf Dirk IX (1310- 1347) heeft die handelsnederzetting rond 1319 tot stad verheven. De stad werd voor een groot deel in de veertiende eeuw aangelegd. De huidige hoofdstraten in de kom van Huissen zijn toen ontstaan.
1368-1502
Van 1368-1371 behoorde Huissen korte tijd bij het hertogdom Gelre. In diezelfde tijd leefde er Gravin Mechteld van Kleef, die het als weduwegoed mocht gebruiken. Zij stierf in 1384 op de Huissense burcht. Vanaf dat moment was Huissen weer Kleefs. Het werd in de vijftiende eeuw vooral een militaire voorpost voor de graven (sinds 1417 hertogen) van Kleef in hun vele oorlogen met de hertogen van Gelre. De handel had van die oorlogen zeer te lijden. Belangrijke bron van inkomsten vormde in die dagen de kersenteelt.
1502-1609
Maar net bleef Huissen in 1502 voor Kleef behouden. Ruim een maand werd de stad belegerd door de troepen van hertog Karel van Gelre. Een Kleefs ontzettingsleger versloeg de Geldersen op 26 juni 1502. Dit feit wordt nog jaarlijks herdacht! In de zestiende eeuw werd Huissen betrokken in de strijd om de Nederlandse onafhankelijkheid. Nederlandse en Spaanse troepen gebruikten de Betuwe vanaf 1568 regelmatig als gevechtsterrein. De zwakke hertogen van Kleef konden Huissen daarbij niet beschermen.
1609-1701
In 1609 stierf de laatste hertog van Kleef. Na een korte periode van onzekerheid kwam het land van Kleef en dus ook Huissen in het bezit van de keurvorst van Brandenburg. Vanaf dat ogenblik zetelden de landsheren van Huissen in Berlijn! Toch probeerde keurvorst Friedrich Wilhelm greep te krijgen op de gang van zaken in de steden. De stad Huissen kreeg een protestant stadsbestuur, terwijl de bevolking merendeels katholiek bleef. Met het St.-Elisabethsconvent (zustersklooster) als centrum werd Huissen belangrijk als vrijplaats voor de katholieken in Gelderland.
1701-1795
In 1701 verkreeg de keurvorst van Brandenburg het recht zich koning in Pruisen te noemen. Daarmee hoorde Huissen tot dat koninkrijk. De koningen streefden ernaar om hun land economisch af te schermen. Voor de enclave Huissen was dat een ramp. De plaats verarmde snel. Het enige produkt, dat op grote schaal kon worden verbouwd was tabak. Verder moest de bevolking ookhoge lasten opbrengen voor de vele oorlogen van koning Frederik II de Grote. De stad zelf verviel tot een bedenkelijk niveau.
1795-1816
Vanaf 1795 werd gesproken over de overdracht van Huissen aan Nederland.
Dat leidde tot een groot aantal wisselingen van soevereiniteit:
Tot 1806: Koninkrijk Pruisen
1806-l808: Groothertogdom Berg
1808-1810: Koninkrijk Holland
1810-18l3: Keizerrijk Frankrijk
1813 (dec): Vorstendom der Nederlanden
1813-l816: Koninkrijk Pruisen
Vanaf 1816: Koninkrijk der Nederlanden
1890-1940
In de eerste decennia van de twintigste eeuw onderscheidde Huissen zich niet echt van andere Nederlandse gemeenten op het platteland. Er werden diverse ambachten uitgeoefend, zoals het mandenmaken. Vooral in de jaren twintig en dertig kwam er een steeds rijker verenigingsleven op. In 1923 was het tuinbouwgebied van Huissen zo sterk gegroeid, dat de aartsbisschop van Utrecht een tweede parochie instelde: die van de H. H. Martelaren van Gorcum in Huissen-Zand. Daardoor ontstond eigenlijk het afzonderlijke kerkdorp Huissen-Zand. Pastoor A.A. van Wijk bevorderde het onderscheid tussen Zanden Stad bijzonder. Zijn neef en tegenspeler in Huissen-Stad, pastoor Th. Van Wijk, deed daar zijn best om het parochieel leven te versterken. Het was voor Huissen echt “Het Rijke Roomsche Leven”!
Huissen Processie
1799 Mei 29 Familie Hulshof Kolkman
Lichtenvoorde Harreveld Zieuwent
Jan Berend Hulshof wordt geboren uit het huwelijk van de lanbouwer Harmanus Hulshof en Aleida Kolkman, overgrootouders van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (probanten) van haar moeders kant.
R.-K. Statie HARREVELD - ZIEUWENT
Doopboek 1759-1811 (R.B.S. 1051)
29.05.1799 baptizatus est JOANNES BERNARDUS HULSHOFF
cujus parentes Hermanus Hulshof et Aleijda Kolkman
patrini Derk Hulshof et Hermina Kolkman
De naam Hullshoff werd hier met dubbel f geschreven.
1800 Januari 14. Fam. Isaäks (Izak) Moses
Te Lichtenvoorde wordt Mozes Symon Izak (later ten Bosch zie 24-12-1812) geboren uit het huwelijk van Symon Izak (Isaäks) en Rachel Moses, overgrootouders van Oma Iding en haar broer Johannes Bernardus Franciscus.
De eeuwwisseling
Boerderij bij Vorden
J.G.B. Tenkink, het prototype scholteboer kijkt toe hoe Tolkamp een borrel inschenkt
Rond de eeuwwisseling zal de macht van de adel grotendeels verdwenen zijn.
Er zullen andere afhankelijkheden voor in de plaats komen.
Van textielfabrikanten en andere baronnen en van de scholteboeren, de nieuwe grondbezitters die vooral in het gebied rond Winterswijk het talrijkst zijn en door hun bezittingen een voorname rol in het dagelijks leven van de buurtschappen spelen.
Een scholtedochter trouwt met een scholtezoon op straffe van onterving, want grond hoort bij grond en geld bij geld.
Gelderland
De pachter heeft verplichte “helpedage” waarop hij gehouden is boven de normale pachtgelden, de scholteboer te helpen in drukke tijden zoals bij de oogst. Als de bel op het dak van de scholteboerderij wordt geluid heeft de pachter maar te komen en moet zijn eigen oogst in de steek laten.
Als de weinig gemotiveerde pachters streken uithalen bij de oogst op het land van de scholteboer moeten zij leven met de angst dat de man met de “hoge hoed” (de deurwaarder) komt om de pacht los te zeggen en de boerderij per volgend jaar met St. Peter ontruimt moet worden.
Bij een bezoek van de scholteboer wordt de suikerpot (een luxeartikel) snel van tafel gehaald om te voorkomen dat er iets bij de pacht zal worden opgezet. Goede verhoudingen zijn er ook. Veel scholteboeren leven en laten leven en houden hun boerderijen in goede staat.
In 1810 volgt de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk. Keizer Napoleon Bonaparte geeft opdracht tot invoering van de burgerlijke stand en het kadaster. Deze zijn na het vertrek van de Fransen - met kleine aanpassingen - blijven bestaan.
Strafrecht
Het Burgerlijk Wetboek voor het Koninkrijk Holland is slechts korte tijd van kracht geweest want in 1810 moet koning Lodewijk Napoleon op last van zijn keizerlijke broer het veld ruimen en wordt het land ingelijfd bij het Franse rijk.
Hierdoor wordt automatisch het Franse rechtssysteem van kracht zoals dat ligt vervat in de Code Civil (burgerlijk wetboek) en de Code Pénal (wetboek van strafrecht).
De Code Pénal is veel strenger dan het Burgerlijk Wetboek. Het aantal misdrijven waarop de doodstraf staat, is groter.
Het Franse systeem kent straffen als levenslange vrijheidsberoving in de vorm van deportatie en dwangarbeid.
Na het vertrek van de Fransen blijft de Code Pénal nog een tijdlang van kracht. Eerst in 1886 zal het Franse wetboek vervangen worden door een Wetboek van Strafrecht van eigen bodem.
1810
Levij Windmuller was 30 jaar voorzitter van de van de kille Hengelo, namelijk van 1810-1840.
Hij was geboren te Frankenberg aan de Eder (RAG, RBS, DTB Hengelo) , een klein stadje in het Keurvorstendom Hessen. In 1808 was hij getrouwd met de Harlingse Betje liefmans.
Levij ondertekende in 1813 een lijst met familie’s die tot de kille behoorden
1 Sander Philips (geb. 26 juni 1760) en zijn vrouw Lena Samuels (38 jr.) en hun kinderen Philip 10, Jacob 2 en Sara 12 jaar.
2 Jude Jacobs (geb. 31 maart 1776) en zijn vrouw Dina Levy Heilbron (29 jr.) met hun kinderen Simon 3, Joseph 1, en Judith 5jaar.
3 Levij Windmuller (geb. geb. 7 september 1777), zijn vrouw Betjen Liefmans en hun kinderen Joseph 3 en Judith 5 jaar.
4 Salomon Levi Marchant (geb. 15 januari 1779), zijn vrouw Betje Harz (24 jr.) en hun kinderen Samuel 2 jaar en Meijer 10 weken.
5 Victor Hanau (geb. 28 mei 1761), zijn vrouw Hanna (44 jr.) en hun kinderen Eddele 14, Abraham 12, Joseph 7, Eva 5 en Judith 4 jaar.
6 Joseph Meijer (geb. 19 januari 1761) en zijn vrouw Siela (54 jr.)
7 Aron Philip (geb. 6 mei 1779)
8 Elias Philip, 22 jaar.
De Synagoge
In Hengelo was al omstreeks 1790 een gedeelte van een huis door de joden gehuurd om gebruikt te worden als sjoel. In 1810 betaalde men daarvoor F 14 per jaar.
Die huur werd voor de helft opgebracht door joden uit Zelhem. Als chazzan was Naphtali Herz in dienst voor F 7 per jaar. Na de huiskamersjoel kwamen de joden vanaf 1822 bij elkaar in een klein schuurtje.
Kerkmeester was de 50 jarige Levij Windmuller, die twaalf jaar later subsidie kreeg van Rijksinstandties. In 1837 werd de kleine schuursynagoge in de Hofstraat geheel vernieuwd. De oude slager Levij Windmuller trok in 1844 met zijn vrouw en dochter Esther naar Vorden en begon op 67 jarige leeftijd nog een slagerij.
In 1875 werd een regelement door het kille bestuur opgesteld, ondertekend door Joseph Windmuller. De naam van de kille luidde toen officieel “Nederlands Israëlietische Bijkerk Hengelo in Gelderland”. zolang de kille minder dan 50 contribuerende leden had, zouden de drie bestuurders de bijkerk leiden.
Met Pesach verstrekte het bestuur paasbroden aan armen, zieke militairen en gevangenen. Zitplaatsen werden zoals overal gebruikelijk was, voor één jaar verhuurd. Armlastigen konden gratis onder in de sjoel trouwen.
1811 November 18
Volgens een decreet van Napoleon dat op 18 november 1811 in werking trad, moest iedereen een familie of achternaam laten registreren. In Doetinchem geschiedde dat op 30 oktober 1812
1812 December 24 Lichtenvoorde.
Op het Lichtenvoortse gemeentehuis leggen twee joodse familiehoofden en een vrijgezel verklaringen af omtrent het aannemen of behouden van hun familie en (of) voornamen. Koopman Symon Izak, grootvader van Oma Iding en haar broer Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch, neemt bij deze gelegenheid de achternaam Ten Bosch aan, die ook overgaat op zijn twaalfjarige zoon Mozes Symon.
(RAG,BFA, inv.nr. 4696;1181-1184)
Koninkrijk 1814-1914
1815 Mei 5 Lichtenvoorde. Fam. Wieggers Spekschoor.
Antonij Wieggers landbouwer 40 jaar en geboren te Lichtenvoorde trouwt met Aaltjen Spekschoor 23 jaar, eveneens geboren te Lichtenvoorde.
Zij zijn de overgrootouders van Oma Iding en haar broer Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch moeders kant.
De ouders van de bruidegom zijn Jan Hendrik Wieggers en Johanna Klein Tiller
Die van de bruid, Derk Jan Spekschoor en Hendrina Storkhost.
Genlias
Huwelijk Antonij Wieggers Aaltjen Spekschoor
Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 3836
Gemeente: Lichtenvoorde
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 12
Datum: 05-05-1815
Bruidegom Antonij Wieggers
Leeftijd: 40
Geboorteplaats: (Lichtenvoorde)
Bruid Aaltjen Spekschoor
Leeftijd: 23
Geboorteplaats: (Lichtenvoorde)
Vader bruidegom Jan Hendrik Wieggers
Moeder bruidegom Johanna Klein Tiller
Vader bruid Derk Jan Spekschoor
Moeder bruid Hendrina Storkhost
Nadere informatie beroep bg.: landbouwer
1816 Juni 1 Huissen. Huissen wordt Nederlands gebied.
1820 Een pluk hondenhaar.
In 1820 speelden twee rechtszaken waarbij de de joden Samuel Hertz de Winter en Levie Joseph Stern waren betrokken.
Koopman de Winter was namelijk op 30 augustus 1820 in zijn been gebeten door een “geelachtige’’ hond van Boer Frederik Groot Nibbelink, die in de buurt van Varsseveld woonde (zie kaart verderop).
De zonen van de boer hadden Samuel een lapje en een pluk hondenhaar gegeven om op de wond te leggen.
Dat nam niet weg dat Samuel zich moest laten behandelen door chirurgijn Johannes Welbrink te Ulft.
Vrederechter Constant Sigismund Willem Jacob van Nagell veroordeelde boer Groot Nibbelink tot een boete van f 2,37 omdat hij zijn hofhond had laten loslopen.
Bovendien moest de boer Samuel nog eens f 25,- smartengeld betalen en
f 20,44 voor ongemak en gemaakte onkosten betalen.
1614 Blad uit: Boecxken, genaemt Sinnepoppen van Roemer Visscher.
Lof Meulenaers acker / by Heeren poppegoedt*
Men mach den Diamant prysen om datse van de Heeren panlickers
(tafelschuimer bij Yorsten en voorname personen.) hoogh gheacht
wordt, als een dingh dat raer is, soo zy quaecken, 'twelck na haer oude
gewoonte onwaerachtigh is: want daer gheschiedt qualijck een
houwelijck, of de Bruyt moet een Diamant ontfanghen van haren
Bruydegom, tot een teecken van bestandighe trouwe, die met ghifte in
de plaetse van liefde gheknoopt wordt: soo datter meer Diamanten in
't landt zijn, dan Meulensteenen: Sulcx* dat men sustineren mach, dat
een Meulensteen (boven den dienste die de Ghemeente daer af
gheschiedt) veel raerder is, als een Diamant. Ende: Gheen dingh en is
prijselijck / dan dat nut is.
* (Lof zij de akker (d.i. de molensteen) van de rnolenaar vergeleken bij de edele gesteenten van de heeren.)
* (in die mate, zozeer dat.)
"Ik zal wal is zeen"
“Ik zal wal is zeen”, “dat zal ik wal is ne kaere doon”, “Menaer kon wal is geliek hebben”. De achterhoeker heeft een bepaalde opvatting van beleefdheid. Het is niet beleefd en verstandig om iemand tegen te spreken.
Zeker niet als het mensen zijn, die je niet kent. Dat doe je gewoon niet, zegt de boerenvoorzichtigheid.
Een voorzichtigheid die voortvloeit uit het heilig respect voor de “heren” die het voor het zeggen hebben.
“Jao jao” kan gewoon “nae”betekenen. Met “wi-j zölt wal zeen” worden zaken op de lange baan geschoven.
En “dat kon wal is waor wezzen” klinkt ook niet erg overtuigend. Maar is het werkelijk ja, dan komt het ook voor elkaar.
Men houdt de vuile was het liefst binnenshuis en heeft een afwerende houding ten opzichte van wat als vreemd wordt beschouwd.
Zo ook in de buurtschappen dezelfde houding tegenover alles wat van over de IJssel komt. “Dee bunt zo rap met de mond” of “Hee kump neet van hier”. Bij getrouwden loopt vaak de man drie passen vooruit en is aan de vrouw de tweede partij toegedacht, “waor boksen (broeken) bunt, geldt gin rökke” luidt het spreekwoord.
Er zijn veel gedwongen huwlijken, wat niet wordt toegejuigd maar die zonder al te veel woorden worden afgedaan als een menselijk gebeuren.
Behalve verstandshuwelijken die gesloten worden op het principe geld hoort bij geld en grond bij grond, geldt de ongeschreven wet dat je een meisje in verwachting niet laat zitten.
Dat zal de omgeving niet zo gemakkelijk accepteren. De betreffende jongeman kan het dan erg moeilijk krijgen in zijn buurt.
Komt het kind binnen korte tijd na het huwelijk dan heet het een “veurgekienden” zoals voorgekiemde aardappelen ook eerder opkomen.
Niettemin zijn veel huwlijken standvastig in een kalme tevredenheid met elkaar.
Zo gaat er het verhaal van de vrouw die boter karnde terwijl haar man op sterven lag. Toen ze de boter “groot” had, ging ze er mee naar haar man en vroeg: “Jan, wat ducht ow, he’w zo genog veur de grove?”. (begrafenis)
De grootvader van Opa Idings vaders kant, de 29 jarige molenaarsknecht Hendricus (Hendrik) Iding uit Wehl, trouwt met de in Huissen geboren 24 jarige dienstmeid Petronella Jorissen. De ouders van debruidegom zijn de arbeider Joannes Iding en Joanna Weetings. De ouders van de bruid zijn de dagloner Joannes Jorissen en Elizabeth Derkzen.
Kinderen: Jan geb.1825, Coba geb. 1831, Hendrik geb. 1833, Derk (Dirk) geb. 1835, Gerrit geb. 1837.
Genlias
Huwelijk van Hendrikus Iding met Aleida van Uum
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 2514
Gemeente: Westervoort
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 3
Datum: 13-02-1858
Bruidegom Hendrikus Iding
Leeftijd: 24
Geboorteplaats: Rheden
Bruid Aleida van Uum
Leeftijd: 27
Geboorteplaats: Gendringen
Vader bruidegom Hendrik Iding
Moeder bruidegom Petronella Jorissen
Vader bruid Steven van Uum
Moeder bruid Ida Huisman
Nadere informatie beroep bg.: korenmolenaar
beroep vader bg.: daglooner
beroep vader bd.: landbouwer
*1825 Velp.
Te Rheden gemeente Velp. wordt Jan Idink (Iding) geboren uit het huwelijk van Hendrik Idink (Iding) en Petronella Jeursen (Jorissen)
1829 Juli 9 Gendringen. Fam. Van Uum Huisman
De grootvader van Opa Idings moeders kant, de 35 jarige landbouwer Stephan van Uum (Uem) geboren te Emmerik (Duitsland) treedt in het huwelijk met de in Gendringen geboren 20 jarige winkeliersdochter Yda Huisman. De ouders van de bruidegom zijn Adam van Uem en Joanna Janssen De ouders van de bruid zijn de winkelier Joannes Huisman en Alijdis Franssen
Genlias
Huwelijk van Stephan van Uem met Yda Huisman
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 4751
Gemeente: Gendringen
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 15
Datum: 09-07-1829
Bruidegom Stephan van Uem
Leeftijd: 35
Geboorteplaats: Emmerik (Duitsland)
Bruid Yda Huisman
Leeftijd: 20
Geboorteplaats: Gendringen
Vader bruidegom Adam van Uem
Moeder bruidegom Joanna Janssen
Vader bruid Joannes Huisman
Moeder bruid Alijdis Franssen
Nadere informatie beroep bg.: landbouwer
beroep bruid: zonder beroep;
beroep vader bg.: geen beroep vermeld
beroep vader bd.: winkelier
beroep moeder bd.: winkelierster
1830
België scheidt zich af van de Nederlanden.
1830 Mei 19. Gendringen.
Stephan van Uem is nog geen jaar getrouwd met Yda Huisman als een enorme brand Gendringen teistert.
Ook Stephans broer Arnoldus en zijn vrouw Aleida Stevens wonen in Gendringen en niet te vergeten Yda’s zuster Raijnildis Huisman die gehuwd is met Johannes Wevers.
De kerspelkerk, 32 huizen en 10 schuren gaan in vlammen op. Bijna 250 van de 4000 inwoners worden dakloos. Vele families lijden schade, worden hulpbehoevend en moeten worden ondersteund. Oude rechterlijke archieven gaan grotendeels verloren.
Van de volgende getroffen joodse gezinnen zijn gegevens bekend: Salomon Abraham Franken, winkelier en korenverkoper. Zijn meubilair, huisraad, tarwe en rogge t.w.v. f 1151,00 gaan verloren.
Levi Samson Franken, manifacturier. Zijn manifacturen, kleding en lijfgoed t.w.v. f 1394,00 gaan verloren.
Meggel Samson Franken, manifacturier. Zijn kleding en lijfgoed t.w.v. 160,00 gaan verloren.
Joseph Levij Stern, koopman. Zijn woonhuis zilver en goud, graan, hooi, stro, inlandse tabak en kleding t.w.v. 5998,75 gaan verloren.
Levij Joseph Stern, koopman. Zijn contanten, meubels, kleding wen tarwe t.w.v. 208,85 gaan verloren.
Marcus Spanjer, lompenkoopman. Zijn meubels, kleding en huisraad t.w.v. 251,00 gaan verloren.
Al op de middag van de brand worden uit Megchelen en Anholt levensmiddelen en kleding aangevoerd. Op de rampdag wordt een commissie van onderstand (ondersteuning) benoemd en worden in de directe omgeving maar ook in Amsterdam en Rotterdam inzamelingen gehouden.
In de jaren na de brand richten de dorpelingen massaal verzoeken om bijstand aan het gemeentebestuur, maar zij krijgen nul op het rekest. Wel mogen huis-aan-huis collectes worden gehouden. De opbrengst gaat naar enige getroffen gezinnen.
Maar het leven gaat door en de getroffen dorpelingen proberen zich zo goed mogelijk door de moeilijke periode heen te slaan. In 1832 besluit de gemeenteraad om aan 54 Gendringenaren vrijstelling van belasting te geven. Een wederopbouwplan treedt in werking en tevens de bepaling dat geen stro als dakbedekking meer mag worden gebruikt.
As ik in mien beddeke tree,
Stap ik in Maria’s stee.
Maria is mien moderke,
Johannes is mien broderke,
De heilige Josef doar kan’k op an,
Jongens doar hölt e van.
Waor ik ook gao of waor ik ook stao,
Mien engelbewaarder geet mie nao.
‘t Kindeke Jezus hölt de wachte,
Daorumme slaope ik zeute en zachte.
En noe vraog ik oe allene nog,
Too, bewaar mien olders toch.
1831 April 28. Gendringen Familie van Uum Huisman
De moeder van Stephanus Henricus Iding (probant), Aleida van Uum wordt in Gendringen geboren uit het huwelijk van landbouwer Stephan van Uum en Yda (Ida) Huisman. Op diezelfde datum is ook geboren Johanna van Uum, een tweelingzusje van Aleida.
1832 Juni 22 Lichtenvoorde. Familie Hulshof Krabbenborg
De in Lichtenvoorde geboren 33 jarige landbouwer Joannis Bernardus (Jan Berend) Hulshof treedt in het huwelijk met de eveneens in Lichtenvoorde geboren 26 jarige boerendochter Hendrica Rosa Krabbenborg. (grootouders van Jahnna Geertruide en Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch probanten)
De ouders van de bruidegom zijn de landman Harmanus Hulshof en de landvrouw Aleida Kolkman.
De ouders van de bruid zijn de landbouwer Joannes Krabbenborg en Joanna Roller.
Genlias
1e Huwelijk van Jan Berend Hulshof met Hendrica Rosa Krabbenborg
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 3834
Gemeente: Lichtenvoorde
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 12
Datum: 22-06-1832
Bruidegom Joannis Bernardus Hulshof
Leeftijd: 33
Geboorteplaats: (Lichtenvoorde)
Bruid Hendrica Rosa Krabbenborg
Leeftijd: 26
Geboorteplaats: (Lichtenvoorde)
Vader bruidegom Harmanus Hulshof
Moeder bruidegom Aleida Kolkman
Vader bruid Joannes Krabbenborg
Moeder bruid Joanna Roller
Nadere informatie beroep bg.: landbouwer
beroep vader bg.: landman
beroep moeder bg.: landvrouw
beroep vader bd.: landbouwer
Kadaster 1828
De hoeven Manschot, Wigchers (Wieggers) en het Hulshof zijn gelegen in Het Harveld binnen de gemeente Lichtenvoorde.
Ten zuiden grenst het Harveld aan de gemeenten Varsseveld en Aalten en ten Westen aan de gemeente Zelhem.
Ten noorden wordt het begrenst door het Zieuwend en in het noord oosten grenst het aan het dorp Lichtenvoorde, waartoe eveneens Vragender Bewesten, Vragender Beoosten, Lievelde Beoosten, en Lievelde Bewesten behoren
1832 Juli 9.
Nadat boer Jan Manschot op 19 maart is overleden en echtgenote Aleida Krabbenborg alleen achterblijft zonder kinderen wordt in huis nr 1 in het Zieuwent te Lichtenvoorde akte opgemaakt. In de akte vallen bekende namen, vandaar deze overigens zeer kleine greep uit de indrukwekkende nalatenschap van boer Manschot.
- gaardengrond 10 roeden, de Stroete (boerderij) tussen Hulshof en Derk Manschot, Zieuwent 55,00
- weiland 2 bunder en 20 roeden, de Hoenderboomsmate, tussen Hulshof en Krabbenborg op Tiller, erve Manschot, Zieuwent 550,00
- hofland 15 roeden, de Grote Pol, tussen Wieggers, erve Manschot, Zieuwent 75,00
- gaardengrond 18 roeden, de Knippersbos, tussen Hulshof en het Bos, erve Manschot, Zieuwent 74,00
- woeste grond 36 roeden, de Bos, tussen Hulshof en de Bos, erve Manschot, Zieuwent 45,00
- weiland 1 bunder en 11 roeden, de Koebosch, tussen Hulshof en het
Busken, erve Manschot, Zieuwent 222,00
- uitweg 2 roeden, de Dijk, bij de Reuvengaarden tussen Hulshof en de
Reuvengaarden, erve Manschot, Zieuwent 3,00
- woeste grond 12 roeden, de Nieuwenkamp, tussen Hulshof en de heide, erve Manschot, Zieuwent 25,00
- weiland 13 roeden, deReuvengaarden, tussen het Busken en Wieggers, erve Manschot, Zieuwent 32,00
- weiland 4 roeden, de Heidenweerdsgaarden, tussen Hulshofsweide en de gaarden, erve Manschot, Zieuwent 10,00
- weiland 2 bunder en 82 roeden, de Maat, in de Heidenweerd, tussen de Heidenweerd en de Hulshofsmaat, erve Manschot, Zieuwent 705,00 - bouwland 68 roeden, de Grote Kamp, tussen Hulshof en Wieggers, erve Manschot, Zieuwent 342,00
- ouwland 1 bunder en 52 roeden, de Reuvenkap, tussen Hulshof en de heide, erve Manschot, Zieuwent 836,00
- bouwland 41 roeden, de Reuvengaarden, tussen Wieggers en de
Reuvenkamp, erve Manschot, Zieuwent 225,00
- bouwland 94 roeden, de Nieuwe kamp, tussen Hulshof en Wieggers, erve Manschot, Zieuwent 470,00
- gaardengrond 12 roeden, Heidenweerdsgaarden, tussen de Grote
Heidenweerde en de weide van Hulshof, erve Manschot, Zieuwent 68,00
- hofland 9 roeden, de Reuvengaarden, tussen het Akkertje en het huis van Wieggers, erve Manschot, Zieuwent 50,00 - vordering van Derk Jan Krabbenborg, boer, op Klein Tiller, Zieuwent 40,00
Onder burenplichten (naoberschap) werd verstaan dat de praktische zaken rondom de dood tot in de twintigste eeuw aan toe werden geregeld door de naaste buren. Deze burenplichten waren vastgelegd in gemeentelijke verordeningen. De buren waren verantwoordelijk voor het wassen en kleden van het lijk en ook voor het bekendmaken van het sterfgeval.
Is er iemand gestorven dan wordt de dodenboer gewaarschuwd. Hij gaat de buurt op de hoogte brengen en naar het gemeentehuis. Vaak echter wordt de dood door één of twee van de naaste buren aangezegd in de buurt en zijn de buren ook verantwoordelijk voor het vervoer naar kerk en kerkhof of begraafplaats en voor het bereiden van het begrafenismaal. Thuis wordt de overledene door buren gewassen en het het doodshemd aangetrokken, dat al sinds jaar en dag gereed ligt in de linnenkast, waarna er een borreltje en koffie wordt gedronken.
De kist wordt besteld bij de timmerman. De grote boeren hebben meestal het hout voor de kist al klaarliggen. De overledene wordt opgebaard op de deel waar de gasten zich verzamelen. Volgens het volksgeloof moet de kist met het voeteneinde naar de achterdeur en met het hoofdeind onder de balk van het slob staan, zodat de ziel vrijuit door het balkengat kan verdwijnen.
De kist wordt uitgedragen door buurtgenoten en op de kar gezet. Na de begrafenis en de kerkdienst is er koffie en een borreltje in het cafe. Er zal nog lang gerouwd worden. De rouw na sterfgevallen was vroeger voor de familie precies vastgesteld: de kinderen, echtgenoten en ouders rouwden een jaar en zes weken, broers en zussen een half jaar, ooms en tantes drie maanden en neven en nichten zes weken.
‘Op de dood zitten’ was een begrafenisgebruik dat bestond tot in de negentiende eeuw. Het vond plaats wanneer de dode op een kar werd overgebracht naar de begraafplaats. De rouwende vrouwen namen dan plaats op bankjes die op de lijkkist waren geplaatst; ze zaten dus ‘op de dood’. De mannen volgden te voet. Zij liepen achter de dood aan.
In de negentiende en begin twintigste eeuw was het heel populair om een haarwerkje te maken ter herinnering aan een overledene. In de deftige damestijdschriften verschenen praktische handleidingen over hoe je haar van de overledene in een herinneringsschilderijtje kon verwerken. De schilderijtjes kregen vervolgens een prominente plek in de huiskamer. In de beginperiode waren vooral kerkhofvoorstellingen in de mode. Rond 1900 zou het haarwerkje verdrongen worden door een foto van de overledene in de huiskamer op te hangen. Aanvankelijk kwam het voor dat ook op deze portretfoto’s haar van de overledene werd geplakt.
In “De geschiedenis van de laatste eer in Nederland” wordt vermeld dat de maire van Winterswijk in 1811 in een rapport aan de sous-prefect van het arrondissement Zutphen klaagt “over het schandelijk gebruik hier onheugelijk vigeerende bij de begraffenissen der gestorvenen”
Op het groevemaal werden 20 tot 30 tonnen bier gedronken. Maar het kon ook anders in het “Oud Achterhoeksch Boerenleven”, waar de mensen onder kalme gesprekken wittebrood en koffie gebruikten.
De meeste mensen gingen te voet naar de kerk. In en om de dorpen lag een wirwar aan kerkenpaden om binnendoor te gaan.
Begrafenis
De Deel
1833 Februari 28. Huize Iding Jorissen Rheden gemeente Velp
In Velp gemeente Rheden wordt aangifte gedaan van de geboorte van zoon Hendrikus door de boerenknecht en daghuurder Hendrik Iding en zijn vrouw Petronella Jorissen aan de burgerlijke stand te Rheden. Zoon Hendrikus groeit op in een katholiek milieu. Later zal Hendrikus in het huwelijk treden met Aleida van Uum en vader worden van Opa Iding.
No. 22. Op heden den agtentwintigste february des jaars achttien honderd drie en dertig, des voor de middags ten elf ure, is voor Ons M Diderich? Gerhard Adriaan van Hasfelt Burgemeester der Gemeente Rheden Provincie Gelderland, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat verschenen Hendrik Iding oud Agtendertig jaren van beroep dagloner wonende te Velp...(huisnr. niet ingevuld) binnen deze gemeente, welke ons een kind heeft voorgesteld van het mannelijk geslacht, van het welk Petronella Jorissen oud vierendertig jaren huisvrouw van hem Comparant op woensdag den zevenentwintigsten february dezes jaars des middags ten half een ure ten zijne huize te Velp binnen deze Gemeente is bevallen, en aan het welk hij Comparant verklaard heeft de voornaam van Hendrikus te willen geven. Deze verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Antonie Abbenhuis oud drieenveertig jaren daghuurder en Hendrik Abbenhuis metselaar oud zevenendertig jaren beide wonende te Velp binnen deze gemeente opzettelijk daartoe medegebrachte getuigen: en daarvan is opgemaakt deze Acte die na voorlezing Door Ons is getekent hebbende de comparant en de getuigen verklaard niet te kunnen schrijven. Van Hasfelt.
1835* Velp Fam. Iding Jorissen
Derk (Dirk) Iding, later oom van Opa Iding, wordt geboren te Velp (Rheden) uit het huwelijk van Hendrik Iding en Petronella Jorissen.
Rheden Velp
De gemeente Rheden is ontstaan doordat in het jaar 1573 de schoutambten Velp en Rheden werden samengevoegd tot het schoutambt Rheden.
Het gebied dat viel onder dit schoutambt komt overeen met het huidige gebied van de gemeente Rheden. De naam ‘Rheden’ komt van het woord ‘Rheton’ en dat betekent ‘plaats waar riet groeit’.
De naam werd ontleend aan die van het schoutambt Rheden dat toen meer inwoners had dan Velp. Er werd in die tijd, de 80-jarige oorlog was net begonnen, veel geplunderd en brand gesticht.
De aktiviteiten van een schoutambt bestonden voornamelijk uit rechtspraak. In tijd van oorlog, als de plaatselijke bevolking zich bedreigd voelde, zocht ze vaak bescherming binnen de muren van de kastelen.
Als verdedigingsfort aan de IJssel gebouwde kastelen zijn: Biljoen in Velp. Dit is in de 16e eeuw gebouwd en eens logeerde hier zelfs de beroemde Franse ‘Zonnekoning’ Lodewijk de veertiende.Kasteel Middachten in de Steeg.
Hut op de Veluwe
De Veluwezoom heeft altijd veel landgoederen gehad. Dat is de reden waardoor veel van het oorspronkelijke landschap bewaard is gebleven. Ook in financieel opzicht had de aanwezigheid van een landheer een gunstige invloed. Hij bekleedde allerlei functies op kerkelijk, sociaal en cultureel gebied.
Het landgoed en kasteel verschaften de plaatselijke bevolking werk en ze konden er een veilig heenkomen vinden in tijden van oorlog. Diverse landgoederen zijn niet in hun oorspronkelijke staat behouden gebleven.
In de 19e eeuw vestigden zich in de gemeente vele gepensioneerden en renteniers.
Vooral in de dorpen Velp en De Steeg. De verkaveling van buitenplaatsen in de buurt van Velp en de aanleg van wegen naar de natuurgebieden, de overname van deze gebieden door ‘Natuurmonumenten’ en de aanwezigheid van een stad als Arnhem in de omgeving waren stimulansen voor mensen om zich in de gemeente Rheden te vestigen.
Het inwonertal steeg van nog geen 5.000 in het jaar 1824 tot 23.000 in 1928. Een bloeiend pension- en hotelwezen ontstond en winkeliers en ambachtslieden profiteerden van het stijgend aantal inwoners.
Laag Soeren was in de vorige eeuw een bekende badplaats en kuuroord. Het geneeskrachtige water kwam uit de vele beken die de Laag Soerense bossen rijk zijn. Het huis ‘Soeria’ dat nu een trainingscentrum van de Transcedente Meditatie is, stamt uit die tijd en was toen een badhuis, genaamd ‘Bethesda’. In de tweede helft van de 18e eeuw was er papierindustrie in Velp en Laag Soeren.
De hiervoor gebruikte waterradmolens (zeven in Velp) verdwenen op één na met het uitvinden van de stoomkracht. In Velp is nu nog de gerestaureerde Van Lennepsmolen te zien (nu een horecabedrijf).
Rheden is altijd het steenbakkersdorp geweest. De mensen werkten in de steenfabrieken aan de IJssel. In de winter wanneer er niet gebakken werd, leed men vaak armoede. In deze situatie kwam verbetering door de vestiging van industrieën.
In Dieren werd in het begin van deze eeuw de Gazelle-rijwielfabriek gebouwd. Andere industrieën in die tijd waren: sigarenfabrieken, een jeneverstokerij, een leerlooierij, een zadelfabriek, een houthandel en een emailleerfabriek
Mezoeza: een koshere mezoeza is een rolletje perkament met 2 stukjes tekst uit de Torah, geschreven door een erkend sofeer.
1836 Maart 24 Huize ten Bosch Samuels Lichtenvoorde.
1e Huwelijk Mozes Simon ten Bosch grootvader van probanten Johanna Geertruide en Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch 1836 Maart 24.
Te Lichtenvoorde trouwt de 35 jarige in Lichtenvoorde geboren koopman Mozes Symon ten Bosch (voorheen Mozes Symon Izak) met de 24 jarige te Ruurlo geboren koopmansdochter Rachel Samuels.
Zij zullen vier kinderen krijgen. Izaak, Catharina, Salomon en Jacob. Later zullen uit het tweede huwelijk van Mozes de halfzusjes Kreuntje, Rika, Zientje en hun halfbroertje Simon geboren worden.
Vader bruidegom Simon Isaac ten Bosch. Moeder bruidegom Rachel Mozes.
Vader bruid Michiel Samuels. Moeder bruid Rachel Josephs.
Genlias
Huwelijk van Mozes Simon ten Bosch met Rachel Samuels
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 3834
Gemeente: Lichtenvoorde
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 4
Datum: 24-03-1836
Bruidegom Simon Mozes ten Bosch
Leeftijd: 35
Geboorteplaats: (Lichtenvoorde)
Bruid Rachel Samuels
Leeftijd: 24
Geboorteplaats: Ruurlo
Vader bruidegom Simon Isaac ten Bosch
Moeder bruidegom Rachel Mozes
Vader bruid Michiel Samuels
Moeder bruid Rachel Josephs
Nadere informatie beroep bg.: koopman
beroep vader bd.: koopman
Huize Hulshof Wieggers “HET HULSHOF”
1836 Juni 30. De 36 jarige weduwnaar van Hendrika Krabbenborg, Joannis Bernardus (Jan Berend) Hulshof gaat een tweede huwelijk aan met de in Lichtenvoorde geboren 18 jarige boerin Hendrika Wieggers.
(grootouders van probanten Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch)
De ouders van de bruid zijn de boer en boerin Tone Wieggers en Aaltje Spexgoor. De ouders van de bruidegom zijn de boer en boerin Harmanus Hulshof en Aleijda Kolkman.
Joannis Bernardus HULSHOF, geboren op 29 05 1799 te Zieuwent.
Gehuwd (2) op 37 jarige leeftijd op 30 06 1836 te Lichtenvoorde met Hendrika Wieggers, 18 jaar oud
Uit het tweede huwelijk: 5 kinderen
Genlias
2e Huwelijk van Jan Berend Hulshof met Hendrika Wieggers
Bron Burgerlijke stand - Huwelijk (Bruid)
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 3834
Gemeente: Lichtenvoorde
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 14
Datum: 30-06-1836
Bruidegom Joannis Bernardus Hulshof
Leeftijd: 36
Geboorteplaats: (Lichtenvoorde)
Bruid Hendrika Wieggers
Leeftijd: 18
Geboorteplaats: Lichtenvoorde
Vader bruidegom Harmanus Hulshof
Moeder bruidegom Aleijda Kolkman
Vader bruid Tone Wieggers
Moeder bruid Aaltje Spexgoor
Nadere informatie beroep bg.: landbouwer;
beroep bruid: landbouwster;
beroep vader bg.: landbouwer;
beroep moeder bg.: landbouwster;
beroep vader bd.: landbouwer;
beroep moeder bd.: landbouwster;
weduwnaar van Hendrika Krabbenborg
Hoogstwaarschijnlijk woonde de weduwnaar Joannis Bernardus Hulshof (Jan Berend) voorheen al met zijn eerste vrouw Hendrika Krabbenborg op de hoeve “HET HULSHOF”. De weg naar HET HULSHOF werd “OP HET HULSHOF” genoemd.
1837*Velp Huize Iding Jorissen
Gerrit Iding wordt geboren te Velp (Rheden) uit het huwelijk van Hendrik Iding en Petronella Jorissen.
1837*Lichtenvoorde Huize ten Bosch Samuels
Izaak ten Bosch wordt geboren te Lichtenvoorde uit het huwelijk van Mozes Symon ten Bosch en Rachel Samuels
1838* Lichtenvoorde Huize ten Bosch Samuels
Catharina (Kaatje) ten Bosch wordt geboren te Lichtenvoorde uit het huwelijk van Mozes Simon ten Bosch en Rachel Samuels
1839 Mei 31 LichtenvoordeHuize ten Bosch Samuels
Aangifte van de geboorte van zoon Salomon uit het huwelijk van Mozes Simon ten Bosch en zijn vrouw Rächel Samuels aan de burgerlijke stand te Lichtenvoorde. Zoon Salomon is erg klein en de arts voorspelt dat het kind niet oud zal worden. Dat zal nogal meevallen, hij wordt 90 jaar.
No. 51. Heden den eenendertigsten der maand Mei één duizend acht honderd negen en dertig, is voor ons Johan Hendrikus Antony van Basten Batenburg, Burgemeester en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, Provincie Gelderland, verschenen: Mozes Simon ten Bosch van beroep koopman, oud negenendertig jaren, woonachtig in deze Gemeente
(adres niet vermeld) dewelke ons verzocht heeft op te maken acte van geboorte van een Zoon welke zijne huisvrouw Rächel Samuels zonder beroep bij haren man … inwonende op donderdag den dertigsten der maand Mei dezes jaars, des avonds ten negen uren, ter wereld heeft gebragt, en aan welke hij verklaard heeft dat zal worden gegeven de voornaam van Salomon. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, in tegenwoordigheid van Antonij Stevenberg van beroep Schoenmaker, oud vierenzestig jaren, en van Gerrit Jan Holweg, van beroep Schoenmaker oud vierenveertig jaren, beide woonachtig in deze Gemeente, door de comparant als getuigen ten deze gekozen, welke acte wij, na in twee daartoe bestemde Registers overgeschreven en voorgelezen te zijn, hebben onderteekend met den comparant en de getuigen. M.S. Ten Bosch. J.H.A. van Basten Batenburg. A. Stevenberg. G.J.Holweg.
Zoon Saloman zal worden grootgebracht bij tantes in Ruurlo. (vlgs. overlevering.)
In Ruurlo hebben door de eeuwen heen slechts enkele joodse families gewoond. Het echtpaar Hartog en Sara Levie kreeg in 1766 een zoon, Joseph, die zich omstreeks 1800 in Borculo vestigde.
In het begin van de 19e eeuw kwamen Michiel en Rachel Samuels uit Urbach naar Ruurlo. Zij woonden in het “Rommelershuis”, waar het echtpaar de tweeling Samuel en Rachel kreeg.
De moeder overleed helaas tijdens de geboorten.
Michiel Samuels hertrouwde met Eva Abrahams. Michiel nam in 1826 als geslachtsnaam Vroom aan. Michiel en Eva kregen zes kinderen:Rachel, Sara, Hanna, Dina, Esther en Abraham.
Rachel ging in 1826 naar Dorsten en trad wellicht in dienst bij de in Neede geboren Salomon Mijer en zijn vrouw Brenatte. Sara en Esther gingen naar Hengelo en trouwden daar respectievelijk met Simon Jacobs en Falk Jacobs.
Vader Michiel Vroom stierf in 1866 in Ruurlo.
In het midden van de 19e eeuw had zich ook de familie ten Bosch ter plaatse gevestigd. Louis die in 1866 en Bertha die in 1868 was geboren, vertrokken naar Zutphen.
Zij kwamen beide in 1943 in Sobibor om. (Kooger blz. 244)
1840
Volgens een volkstelling uit 1860 van de in Lichtenvoorde woonachtige joden woonden in de Rentenierstraat Elisabeth ten Bosch 51 jaar en Simon Izak ten Bosch 69 jaar.
In de buurtschap Bosch woonden Mozes Simon ten Bosch 39 jaar, Kaatje ten Bosch 2 jaar, Salomon ten Bosch 10 maand en Philip Vink 58 jaar. (Kooger blz. 231)
Er is sprake van een foute registratie, Simon Izak was toen geen 69 maar 66 jaar.
1841 Februari 5. “Het Hulshof”, nr E1. Hulshof Wieggers
(kadaster 1828 Harveld Zieuwent sector E blad 3)
Jan Berend Hulshof en zijn vrouw Hendrika Wieggers doen aangifte van de geboorte van hun dochter Johanna. Jan Berend Hulshof is een welgestelde landbouwer en zijn vrouw wordt te boek gesteld als “landbauwerte”. Johanna groeide op in een Katholiek milieu.
Na dochter Johanna zullen Jan Berend en Hendrika nog vier kinderen krijgen. Harmina die kloosterlinge zal worden, Alouisius Antonius, Johannes Hendrikus en dochter Aleida. (Zie1868 Juni 2 Uit de nalatenschap van Jan Berend Hulshof)
No. 14. Heden den vijfden Februarij één duizend acht honderd een en veertig is voor ons Johan Hendrikus Antony van Basten Batenburg, Burgemeester en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, Provincie Gelderland, verschenen: Jan Berend Hulshof, landbouwer oud eenenveertig jaren, woonachtig in deze gemeente te Zieuwent E No 3 dewelke ons verzocht heeft op te maken acte van geboorte van eene dochter welke zijne huisvrouw Hendrika Wieggers, landbouwerte bij hare man … inwonende op dinsdag den tweeden der maand Feebruarij dezes jaars des namiddags ten drie uren ter haren woon… ter wereld heeft gebragt en aan welke hij verklaard heeft dat zal worden gegeven de voornaam van Johanna. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, in tegenwoordigheid van Gerrit Jan holweg Schoenmaker, oud vijfenveertig jaren, en van Jan Hendrik Doeven, Schoenmaker oud vierentwintig jaren, beide woonachtig in deze gemeente, door de comparant als getuigen ten deze gekozen, welke acte wij , na in twee daartoe bestemde Registers overgeschreven en voorgelezen te zijn, hebben onderteekend met den comparant en getuigen J.B. Hulshof, G.J. Holweg, J.H. Doeven, J.H.A. van Basten Batenburg.
Van Basten Batenburg is gelijkertijd burgemeester van Lichtenvoorde en Aalten. Hij bezit veel onroerend goed, tientallen percelen weiland, tientallen percelen bos, een laan met eikenbomen, verscheidene huizen en bouwplekken en veel kostbare huisraad.
Tegenover zo’n fl. 2500,- aan schulden staat een slordige fl. 20.000,- aan aandelen, obligaties en tegoeden. De burgemeester bezit zelfs twee kerkbanken in eigendom. Iets wat Salomon, alias Antonius ten Bosch niet erg zal waarderen. (zie 1868)
Mestvaalten, varkenshokken, beerputten en stallen kwamen in de steden nog overal voor, cholera en tyfus eiste gedurende de jaren 1853-1869 veel slachtoffers. De grootse epidemie was in 1866-67 en kostte het leven aan ongeveer 20.000
Het “ Hulshof “
Het leidt geen twijfel. Op Het Hulshof werd flink aangepakt. Bij zijn overlijden (zie 21-01-1867 en voor de nalatenschap 2-6-18680) had Jan Berend een tiental bijenkorven, 2 paarden, 9 koeien, 1 vaars, 5 kalveren, 1 stier, 11 varkens, 1 zoog, 2 ooien en 1 lam.
Naast verschillende percelen bezat Berend ook nog het plaatsje Gebbink in Lichtenvoorde.
De gewassen op het land waren overwegend; koren, rogge, aardappelen, bonen, boekweit, vlas, spelt en hennep. Alsook hout om te stoken en om houtas te winnen voor het bleken van vlas.
De afbeeldingen geven een aardige indruk van het boerenleven in die tijd.
Boekweit
Boekweit
Boekweit is een plant uit de duizendknoopfamilie
Het is een eenjarige plant met een holle rechtopgaande, zich meermalen vertakkende, rode stengel. De bladeren zijn driehoekig tot hartvormig. Het wortelstelsel omvat een zich sterk vertakkende penwortel.
De bloei begint al in een jong stadium, soms al na zes weken, en gaat dan vijfentwintig tot dertig dagen door. De bloemen zijn in langstelige pluimen gegroepeerd, wit tot roze van kleur, en bevatten veel nectar. Op arme gronden bereikt boekweit een hoogte van 50 cm. Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchten.
Het eetbare zaad zit aan dunne steeltjes die in rijpe toestand makkelijk loslaten. Het heeft een meel en eiwitrijke inhoud, overeenkomend met die van klaver. Er waren vroeger twee rassen bekend: op de veengronden de Staphorster bruinzwarte en op de zandgronden de Brabantse grijze boekweit.
De vorm van het boekweitzaad komt sterk overeen met die van beukennootjes, al zijn ze beduidend kleiner, ongeveer 6 mm lang.
Het zaad werd tot meel gemalen, hoewel boekweit beslist geen graan is. Boekweit is een 'pseudograan': de zaden, het meel en alle andere afgeleide producten van boekweit bevatten geen gluten.
Grutten - gedopte boekweit
Boekweitmeel bevat veel magnesium, kalium en fosfor. Het is voedzaam en licht verteerbaar. Tegenwoordig wordt het ook geteeld voor de geneeskunde.
Boekweit is een goed ‘bijengewas’, bijen voeden zich er graag mee. Het levert een aromatische honing op die zeer geliefd is.
Boekweit was een uitkomst voor "arme boeren" die geen mogelijkheden hadden om te investeren. Zij konden door boekweit te verbouwen boer zijn zonder vee of kapitaal. Het was makkelijk te verbouwen, maar boekweit was zeer gevoelig voor weersinvloeden waardoor oogsten toch vaak tegenvielen en de armoede groot bleef.
Er waren lucratieve jaren in de boekweitteelt, maar als er nachtvorst voorkwam kon de hele oogst van dat jaar verloren gaan. Niet voor niets stond boekweit ook bekend als 'jammerkoren'.
In sommige vooral arme streken van Nederland, waar "boekweite uut de kuns verbouwd kon worn", vormden de boekweitproducten een belangrijk deel van de dagelijkse gerechten, vooral 's zomers.
Gemengd met rogge- of tarwemeel werd boekweitmeel gebruikt om (spek)pannenkoeken van te bakken. Voor het bakken van brood is het minder geschikt, het kan alleen in kleine hoeveelheden toegevoegd worden. Boekweit werd vroeger gemalen op een grutmolen.
Dit was een rosmolen met een eest voor het drogen van de boekweit, een gruttensteen, een meelsteen en een waaierij. De waaierij scheidde de grutten van de doppen, stukjes dop en de vliesjes.
De eest werd gestookt met de boekweitdoppen. De gruttensteen dopte de boekweit tot grutten en de meelsteen maalde de grutten tot meel. Het malen tot meel moest voorzichtig gebeuren.
Bij warm worden treedt bij boekweit gemakkelijk verbranden op waardoor verkleuring ontstaat. Het meel werd ook gebruikt om balkenbrij en andere vleeswaren mee af te maken. Hiervoor werden grote hoeveelheden meel toegevoegd aan goed gekookt en gemalen kwalitatief minder vlees, zoals van de kop of van sommige organen.
Boekweitzaad heeft een enigszins nootachtige smaak, die door roosteren versterkt wordt.
De grutten (gepelde zaden) werden gebruikt om er pap van te maken. De grutten werden in water geweekt, dan gekookt en tot slot werd er karnemelk bij gedaan, om het schiften tegen te gaan.
De doppen die bij de grutter overbleven werden soms gebruikt als vulsel in kinderbedjes. Het zaad werd vroeger veel gebruikt als kuikenvoer.
In de wintertijd als de werkzaamheden zich overwegend beperken tot het voederen van vee maken boeren hun eigen touw of vlechten bijenkorven en manden van wilgenhout rond een frame van steviger hout. Dat gebeurt op de duistere deel of bij het vuur in de keuken.
Men gebruikt ook stro om vochtabsorberende korven te vlechten voor het bewaren van graan.
Korven voor de bijen die graag huizen in een “warme korf” werden gemaakt van stro, dat na het dorsen overbleef. Er werd gevlochten met lang stro en speciaal behandelde bramenstengels.
Het iemenschoer
Als de honing uit de korven wordt gehaald, worden de bijen gedood door zwavel onder de korf te verbranden.
Later komen de houten kasten in gebruik waar men de raten uit kan lichten. Honing dient als zoetstof, suiker is te duur.
De bijenwas wordt gebruikt voor het maken van kaarsen en meubelwas. Bijenhouden is voor boeren meestal een bijverdienste.
Alles over bijen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij
Het Hulshof
Liefst 12 spinnewielen, vlashekels, bleekpotten, tonnen en houtas uit de nalatenschap van Jan Berend Hulshof, getuigen van deze huisvlijt. Elke boer had wel een “goardenstukske” waarop hij vlas verbouwde, dat hij nodig dacht te hebben voor eigen gebruik. Voordat het vlas geschikt was om gesponnen te worden, moest het heel wat bewerkingen ondergaan
Vlas in bloei
Vlaswiedsters 1900
Vlaskapelletjes
Als het vlas oogstrijp is, wordt het met wortel en al uit de grond getrokken en te drogen gezet.
Bij het dorsen van deze zaaddozen (knotten) komt het lijnzaad te voorschijn. Dit lijnzaad wordt door de olieslager uitgeperst. Van het afval worden veekoeken gemaakt.
Ros-oliemolen
Een rosmolen is een molen waarbij de aandrijvingkracht wordt geleverd door een paard (ros) of een ezel. In het verleden waren er boerderijen die zelf een rosmolen hadden maar meestal stond er in een dorp een grotere rosmolen, vaak aangedreven door twee paarden.
De vlasstengels worden goed nagedroogd in de vlasoven of rond gestookte vuurtjes en daarna op een houten bok kapot gebroken (gebraakt) en vervolgens weer over de hekel gehaald waardoor de draden te voorschijn komen. De langste vezels vormen het beste linnen, de tweede keus is het zgn. "spiet".
Vlasbraken
Verbod om vlas in de oven te braken in Diessen (1739)
Is voorgedragen dat verscheyde persoonen alhier haar niet ontsien omme haar vlas in de bakovens te steken en soo te braken en ook des savons in haar huysen by het ligt swongen waar uyt men seer diwils droevige ongelukken van brant siet veroorsaaken, is derhalven goetgevonden en verstaan op drie agtereenvolgende sondaagen alhier aan s heeren gebooden te laaten publiceeren en aan alle en een yder interdiceeren dat geen vlas uyt de ovens sullen hebben te braken, nog savonds by het ligt in haare huyzen sullen mogen swongen op poene van ses gulden by alle en een yder daarover te verbeuren een derden te behoeven van de heeren officieren, een derde ten behoeve van den armen en het resteerende derde part ten behoeve van die geene die de calange doen sal waar toe vorsters, schutters en alle andre wie het ook soude mogen wesen by dezen worden geauthoriseert
Bron: SA Tilburg AA Diessen voor 1811 1f 23v 31-10-1739
Stadsbrand
Doetinchem werd aan het eind van de Middeleeuwen regelmatig getroffen door branden (bijv. in 1414)
De grootste brand, veroorzaakt door een bakker die vlas in zijn oven wilde drogen, is nagenoeg de gehele binnenstad, inclusief het stadsarchief, de Catharinakerk en het raadhuis, in vlammen opgegaan.
Bij deze brand gingen daarnaast de stedelijke privilegebrieven, en zilveren schenkkannen verloren.
Hekel
De bosjes vlas worden door de hekel gehaald, een plank met lange spijkers waarmee de zaadbollen van het gewas worden verwijderd.
Spelt stelt geen speciale eisen aan de bodem en is extreem beschermd tegen milieu-invloeden. Spelt werd gedurende lange tijd door de productievere tarwe als hoofdgraangewas verdrongen.
Ook de verwerking van spelt is tijdrovender en duurder als die van de concurrerende granen, omdat de speltgranen zeer vast aan hun omhulsels hangen. Doch juist in dit feit ligt het grote pluspunt van spelt, namelijk de betere verteerbaarheid.
Spelt is bescheiden, robuust, winterhard en amper ziektegevoelig.
Door permanente vruchtwisseling op de velden wordt het risico op ziekten in het graan van begin af aan geminimaliseerd.
Spelt is een extreem sobere plant, die uitstekend op arme, stenige bodems gedijt en ook een ruw klimaat trotseert. Zijn oogst laat zich door bemesting amper vergroten. Derhalve is spelt ook minder belast met milieugiften als andere graansoorten.
Spelt kan aanzien worden als het zuiverste graan, omdat het op basis van zijn uitstekende schimmel-en ongedierteresistentie zo goed als zonder insecticide, herbicide en pesticide verbouwd kan worden.
Vanuit het huidige ecologische standpunt is spelt ideaal. Al naargelang de verwerking wordt spelt melkrijp of onrijp, alsook volledig rijp gedorst.
Omdat de speltkorrels ook na het dorsen vast omsloten blijven, moeten ze voor ze worden gemalen in de molen nog een tweede dorsing ondergaan. De korrels worden mechanisch van het kaf ontdaan, pas dan kan het graan in de molen gemalen worden.
Hennep is een zeer oud gewas waarvan de oorsprong ligt in India en China vele duizenden jaren geleden. De vezelplant werd gebruikt voor kleding, koorden en touwen.
De opkomst van de zeevaart in de 17e eeuw heeft het belang van vezelhennep (vooral voor touw en zeildoek) vergroot.
De opkomst van alternatieven (katoen, jute, houtpulp) verminderde de belangstelling voor de hennepteelt in het begin van de 20e eeuw.
Hennep is een eenjarige plant, die bestaat uit een lange stengel met weinig vertakkingen en handvormige bladeren. Hennep kan bijna overal worden verbouwd, dit in tegenstelling tot de meeste andere gewassen.
Hennep heeft een groeicyclus van 120 dagen en is daarom een heel aantrekkelijk gewas voor boeren om te telen.
De hennepvarianten die om hun vezel of zaadkwaliteiten geteeld worden, bevatten een verwaarloosbaar niveau aan hallucinerende stoffen.
Strooisel. In zijn ruwe vorm wordt hennepvezel gebruikt als bodembedekking voor dierenhokken. Hoewel de vezel licht is en behoorlijk wat water en geurtjes kan absorberen, is hij ook slijtvast waardoor er in de hokken geen papperige brij ontstaat. Daarnaast is de vezel onschadelijk wanneer hij wordt opgegeten.
Vezel. De vezel wordt gebruikt voor het afdichten van de verbindingen van (water)leidingen door om de schroefdraad vezels te wikkelen. Bij het nat worden zetten de vezels uit en zorgen zo voor een goede afdichting. Door de komst van de knelkoppelingenwordt dit nog weinig toegepast.
Touw. Henneptouw is erg sterk en wordt zowel in de landbouw als scheepsbouw gebruikt. Het touw wordt als dichting gebruikt tussen de houten delen van schepen, het breeuwen. De productie van het touw is weinig milieubelastend en niet duur.
Papier. Hennepvezel wordt gebruikt voor de productie van enkele papiersoorten. Onder andere vloeitjes (in Vlaanderen: sigarettenblaadjes) worden eruit vervaardigd.
Textiel. Tot de Tweede Wereldoorlog was hennep een belangrijke vezel voor het vervaardigen van kledij naast of in de plaats van linnen en katoen. Ze werd al in 600 voor Christus in China aangewend en bereikte Europa in de Middeleeuwen. In een groot deel van de wereld wordt tegenwoordig weer kleding, zoals broeken, jassen, sokken en truien, verkocht, gemaakt van hennepvezels.
Canvas. Hennep was eeuwenlang het standaard canvas voor zeilen uit de scheepvaart en tenten.
Het geweven linnen wordt gebleekt bij de bleekkolk, als men tenmiste over helder water beschikt want dat is een eerste vereiste.
Het word in kuipen overgoten met heet water, nadat het bestrooid is met houtas dat een blekende werking heeft. Hierdoor worden de kuipen gloeiend heet.
De volgende morgen word het linnen op de bleek vastgepend zodat het niet kan wegwaaien en vervolgens met water nat gehouden.
De zon doet de rest. Tegen de middag wordt het linnen weer in de kuip gestopt en de behandeling herhaald tot het linnen wit genoeg is om te worden verkocht of gebruikt.
Lievelde Bewesten. Het plaatsje Gibbink dat in eigendom is van Jan Berend Hulshof. Zie: “De nalatenschap van Jan Berend Hulshof 1868 Juni 2.”
Varsseveld De oude molen
1842* Lichtenvoorde Lichtenvoorde Huize ten Bosch Samuels
Jacob ten Bosch wordt geboren te Lichtenvoorde uit het huwelijk van huwelijk van Mozes Simon ten Bosch en Rachel Samuels.
De broers van Salomon alias Antonius Aloysius (Jacob en Izaak) en zijn zusje Catharina bleven het joodse geloof behouden.
Jacob ten Bosch was een tijdje in huis bij de in Bredevoort wonende gepensioneerde soldaat Jozef Hartog Vogelzang.
Hij ging in 1866 naar Doesburg waar hij in 1868 trouwde met Lena de Groote. Haar vader Izak Levi de Groote was bijna 40 jaar voorganger in Doesburg (1828-1868)
1846 Februari 14 ’Erve Rietberg’ Zieuwent Lichtenvoorde.
Ten huize van Jan Hendrik Spexgoor, huis nr102 ,’Erve Rietberg’, Zieuwent Lichtenvoorde wordt akte opgemaakt nadat zijn vrouw Johanna Klein Holkenborg na negen en een half jaar huwelijk op 10-06-1845 is overleden.
Zij laat drie kinderen achter (Grada, Berendina en Antonia Spekschoor). Johanna Klein Holkenborg kwam bepaald niet van een onbemiddelde familie. De boer molenaar Hendrik Spexgoor beschikt over een flink vermogen. Waaronder de stenen windmolen en hof “de Nieuwe Molen” genaamd, gelegen bij en onder Lichtenvoorde.
Er is echter onenigheid over de vraag of de grond waar de molen staat (getaxeerd op 6100,00) ook tot de boedel behoort. Op de boerenerve “Wieggers” (huis, schuur, erf, bouw-, hof-, weide-, heide- en bokkegronden) kan hij een recht doen gelden op 1/60 deel van de geschatte waarde 8400,00.
Een naam waar we ook niet aan voorbij kunnen is die van Jan Berend Hulshof, aan wie hij een schuld heeft van 84,00. Spexgoor heeft behalve de talloze percelen, ook 30 roeden bouwland t.w.v. 250,00 bij Bernardus Hulshof (wellicht een broer of tenminste familie van Jan Berend) onder Lichtenvoorde in zijn bezit.
1849.
Willem II Frederik George Lodewijk, koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg overlijdt. Hij heeft 8 jaar geregeerd. Zoon Willem III Alexander Paul Frederik Lodewijk volgt zijn vader Willem II op en wordt koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg.
1850 Mei 4 Angerlo.
De 25 jarige molenaar Jan Idink (Iding) geboren te Rheden, trouwt met de eveneens 25 jarige in Angerlo geboren Berendiena Kummeling.
Ouders van de bruidegom zijn de arbeider en arbeidster Hendrik Idink (Iding) en Petronella Jeursen (Jorissen)
Ouders van de bruid zijn Derk Kummeling en Heleena Berendsen.
1854*
In Westervoort wordt Hendrikus Iding geboren uit het huwelijk van molenaar Jan Idink en Berendina Kummeling
Geboorte in de achterhoek
Momenten als een geboorte, worden in de achterhoek sterk beleefd in de opeenvolging der generaties.
Er zijn vaste gebruiken aan verbonden waarvan niet gemakkelijk wordt afgeweken. Dat begint al voor de geboorte met de zorg voor de vrouw die in verwachting is, vooral als het een eersteling betreft. Bij de zevende maand wordt gewoonlijk de buurt ervan op de hoogste gesteld dat de vrouw in verwachting is. De buurvrouwen komen op visite om de “Korf nao te kommen zeen”, om te zien of de aanstaande moeder alles voor de bevalling op orde heeft.
Tijdens de visite, met koffie en een glaasje, wordt de babyuitzet voor de dag gehaald en bewonderd. De man staat helemaal op de achtergrond. Een bevalling is een buurtgebeuren, waarin burenplicht een grote rol speelt. Het is de gewone gang van zaken dat buurvrouwen de zorg voor moeder en kind op zich nemen. Dat is een eer en vaak komt er geen familielid aan te pas. Daarbij natuurlijk een heleboel goede raadgevingen aan de jonge moeder, over wat ze moet nalaten of juist doen.
De dag na de geboorte is het de taak van vader met enkele buurtgenoten aangifte doen en het kind in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand.
In katholieke gezinnen gebeurd de doop direct na de geboorte. De buurvrouwen spelen hierin een belangrijke rol. Bij aanvang van de doopplechtigheid draagt een van hen het kind de kerk binnen. De feestelijke gebeurtenis wordt voortgezet met koffie, een glaasje en een middagmaal.
1855 Mei 21.
Te Lichtenvoorde trouwt de 35 jarige in Lichtenvoorde geboren landbouwer Jan Hendrik Wieggers met de 32 jarige eveneens in Lichtenvoorde geboren landbouwster Hendrika Hulshof, zus van Jan Berend hulshof.
Ouders van de bruidegom zijn Toone Wieggers en Aaltjen Spekschoor
De ouders van de bruid zijn Harmanus Hulshof en Aaltjen (Aleida) Kolkman
1857 Oktober 24.
Te Rheden trouwt de 22 jarige in Velp (Rheden) geboren Dirk (Derk) Iding met de 32 jarige te Elst geboren Theodora van der Assen, de weduwe van Gerhardus Hilders (later oom en tante van Opa Iding)
Ouders van de bruidegom zijn Hendrik Iding en Petronella Jorissen.
Ouders van de bruid zijn Willem van der Assen en Lena Janssen.
Rheden Gelderland
1858 Februari 13. Huize Iding van Uum
Te Westervoort trouwt de 24 jarige in Rheden (Velp) geboren korenmolenaar Hendrikus Iding met de 27 jarige in Gendringen geboren Aleida van Uum.
Ouders van de bruidegom zijn Hendrik Iding en Petronella Jorissen.
Ouders van de bruid zijn Steven van Uum en Ida Huisman.
Familie historie en cultuur 14 - Stephanus Henricus Iding 1858 - 1930
Stephanus Henricus Iding1858 - 1930
Hendrikus Iding, vader van Stephanus Henricus Iding, werd op 28-02-1833 geboren te Rheden.
De 24 jarige molenaar Hendrikus trouwde op 13-02-1858 in de gemeente Westervoort met de 27 jarige uit Gendringen afkomstige boerendochter Aleida van Uum.
In April 1858, twee maanden na hun huwelijk, vestigden Hendrikus en Aleida zich in De Heurne gemeente Aalten en betrokken het molenhuis aan de Teunismolenweg huidig nr. 1 Hendrikus ging op de molen werken.
Of Hendrikus voor die tijd in zijn geboorteplaats Rheden al als molenaar werkzaam was weten we niet. Rheden (gemeente Velp) had een watermolen (de van Lennepsmolen) waarvan de restauratie in 1969 werd voltooid. De molen diende als korenmolen.
Bij de Heurne - Un olderwetse Achterhookse bussemiete
Het Molenhuis aan de Teunismolenweg no 1. waar de Familie Iding woonde verwijst naar de Teunismolen (in officiele organen De Haan genoemd). De Teunismolen (windmolen) werd volgens het Gelders molenboek in 1822 door Wander Ormel gesticht.
De molen is vernoemd naar de boerderij waar de stichter van de molen woonde, het Teunishuis. In een legger van straten, wegen en voetpaden uit 1857 wordt een weg omschreven die langs de molen liep en nog (2001) loopt. De omschrijving is als volgt: De IJzerlosche Molenweg aanvangende bij de Prins bij de IJzerlosche heide loopende langs de Goorkamp door het Giebinkslag langs de molen de Haan naar den lagen Veenweg. Nu (2001) heet dit gedeelte van de genoemde weg Giebinkslat en Teunismolenweg. Omdat het een gemeentelijke legger is lijkt het aannemelijk, dat de molen bij de overheid beschreven stond als De Haan, terwijl verder iedereen sprak over de Tönnismölle.
Op 13-12-1858, 10 maanden na het huwelijk van Hendricus en Aleida werd hun eerste kind
Stephanus Henricus geboren.
Archief Dinxperlo. Geboorteregister 1853-1862. Heden den veertienden december achtienhonderdachtenvijftig, is voor ons, Dinisius Pieter Busman, Burgemeester en ambtenaar van den burgelijken stand der Gemeente Dinxperlo, provincie Gelderland, verschenen Hendrikus Iding, molenaar, oud 25 jaar, woonachtig in deze gemeente, in de Heurne, de welke ons verzocht heeft op te maken, acte van geboorte van een zoon, welke zijn huisvrouw, aleida van Uum, zonder beroep, met hem alhier wonende op maandag den dertiende der maand december dezes jaars des avonds ten acht uren ten zijnen huize ter wereld heeft gebracht en aan welke hij verklaard, dat zullen worden gegeven de voornamen Stephanus Hendrikus. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, in tegenwoordigheid van Gerrit Jan Somsen, arbeider, oud vijftig jaren en van Teunis Arnoldus van Hengel, vroedmeester. Oud 54 jaar, beide woonachtig in deze gemeente, door den comparant als getuigen ten deze gekozen, welke acte zijnd in twee daartoe bestemde registers overgeschreven en voorgelezen te zijn, hebben ondertekend met den comparant en den tweede getuige; verklaard de eerste getuige niet te kunnen tekenen als zijnde in het schrijven onervaren. H. Iding, T.A.v. Hengel, D.P. Busman.
Stephanus kreeg drie zusjes; Ida geboren op 09-11-1860, Elisabeth geboren op 19-02-1863, Aleida overleden op 02-02-1872 en twee broers, Johannes geboren op 19-01-1866 en Gerrit geboren op 21-07-1868.
Allen geboren in het molenhuis aan de Teunismolenweg nr 1
De Teunismolen gelegen aan de Teunismolenweg nr. 4 in de Heurne gemeente Dinxperlo sectie F nr. 1112 (Aalten) is een achtkantige stellingmolen in 1822 gebouwd door Vriesen en Buynink voor het malen van graan.
Tot de bouw van de Teunismolen in 1822 waren in Dinxperloo overwegend roskorenmolenaars actief, dat wil zeggen, ze hadden een graanmolen die met paardenkracht werd aangedreven. In 1823 kwam er een belastingheffing op het gemaal. Zonder vergunning mochten er geen molens meer gebouwd worden. De belasting gaf veel verplichtingen voor de molenaar. Hij mocht zonder vervoerbiljet geen graan malen. Wilde iemand een partij graan laten malen dan moest hij eerst bij de ontvanger der belastingen in Dinxperloo accijns betalen. Als bewijs kreeg hij dan een vervoerbiljet in duplo mee. Met dit biljet mocht hij het graan naar de molen vervoeren, waar hij een deel van het biljet in de molenbus (eigendom van de belasting) moest deponeren. Het ander deel bleef bij het meel als vervoerbewijs. Commiezen controleerden de gang van zaken op straffe van een boete als er iets niet klopte. Als de molenaar zelf graan ophaalde of meel wegbracht, moest hij dat doen op een open kar of wagen, met daarop in olieverf de naam van de molen en de naam van de molenaar. Gemalen graan, bestemd voor veevoer, moest vermengd worden met ten minste een derde deel haver, erwten, wikken of bonen. Toen bleek dat deze wijze van vermenging niet voldoende was om menselijke consumptie tegen te gaan werd in de nieuwe wet van 1833 vermenging met zand voorgeschreven. In de wet staat, dat nimmer meer dan twee en een half pond zand op elke honderd pond meel vermengd mag worden. De vermenging gebeurde door de Commiezen.
Wander Ormel, in 1803 gehuwd met Theodora Willemina Broens, betrok al in 1788 het Teunishuis nr 267 (KD nr D164) waar later ook de Teunismolenweg naar werd vernoemd. Na het overlijden van de weduwe Ormel Broens werd haar zoon Derk Hendrik Ormel eigenaar. Derk Ormel overleed in 1870 en de weduwe Willemina Ormel Veldhorst werd eigenaresse. Stephanus Hendricus Iding was toen 12 jaar oud en heeft in de jaren daarna, samen met ziijn vader, aan de Teunismolen gewerkt.
De heer H.W. Ormel, nazaat van de stichter van de molen wist anno 2001 nog te vertellen dat de broer van zijn grootvader die toen eigenaar van de molen was, een Iding in dienst zou hebben gehad die heel sterk was.
Hieruit maken we op dat Stephanus Henricus die inderdaad heel sterk was samen met zijn vader aan de Teunismolen werkte.
De molen is in 1942 en in 1987/1988 gerestaureerd. In 1981 overleed G.J. Heinen, van beroep bakker. Zijn achtergebleven broer H.J. Heinen, van beroep molenaar en schoonvader van de vrijwillige molenaar A. Kraan, verkocht de molen in 1986 aan de gemeente Dinxperloo. Kort daarna startte een ingrijpende restauratie.
Vorige eigenaren waren: W. Ormel (-1856), D.H. Ormel (1856-1871), wed. D.H. Ormel (1871-1892), G.W. Ormel (1892-1906), J.W. Heinen (1906-1937), Gebr. G.J. en H.J. Heinen (1937-1986) en gemeente Dinxperlo/Aalten (1986-heden).
In 1883 verhuisde Hendrikus binnen de gemeente Dinxperloo naar de Lage Heurnse weg 44 waar hij een winkel begon. Stephanus is tot ongeveer zijn 24e jaar aan de molen actief is geweest, maar mogelijk werkte hij er langer.
Het opschrift op de foto is niet helemaal juist, het betreft hier de Lage Heurnsche weg. Er waren een Lage en Hoge Heurnsche weg.
2e Huwelijk Mozes Simon ten Bosch. Te Gieten trouwt de 59 jarige weduwnaar van Rachel Samuels, Mozes Simon ten Bosch, met de 25 jarige op 19-07-1833 te Anlo geboren Schoengen (Schoontje) Sandmann.
Ouders van de bruidegom zijn Simon Isaac ten Bosch en Rachel Mozes.
Ouders van de bruid zijn Izak Sandmann en Kroontje Winschink.
Genlias
2e Huwelijk Mozes Simon ten Bosch met Schoengen Sandmann
Te Bonnen (Gieten) wordt Kreuntje ten Bosch geboren uit het huwelijk van Mozes Simon ten Bosch en Schoontje Zandman. De aangifte wordt gedaan op 27-02-1860.
Genlias
Geboren Kreuntje ten Bosch
Bron Burgerlijke stand
Archieflocatie Drents Archief
Algemeen Toegangnr: 0165.012
Inventarisnr: 1860
Gemeente: Gieten
Soort akte: geboorte
Aktenummer: 11
Aangiftedatum: 27-02-1860
Kind Kreuntje ten Bosch
Geslacht: V
Vondeling: N
Geboortedatum: 25-02-1860
Geboorteplaats: Bonnen (Gieten)
Vader Mozes Simon ten Bosch
Moeder Schoontje Zandman
1860 November 3 Rheden.
De 25 jarige Derk (Dirk) Iding, oom van de bijna tweejarige Stephanus (Opa Iding) en inmiddels weduwnaar van Theodora van der Assen, hertrouwt met de 28 jarige te Angeren geboren Antonia Cornelissen.
De ouders van de bruidegom zijn Hendrik Iding en Petronella Jorissen, die van de bruid zijn Joannes Cornelissen en Elisabeth Nuij
1860 November 3 Rheden.
De 29 jarige in Velp (gemeente Rheden) geboren Coba Iding, tante van Stephanus (Opa Iding), trouwt met de 29 jarige te Arnhem geboren Willem Sanders.
De ouders van de bruidegom zijn Hendrik Iding en Petronella Jorissen. Vader en moeder van de bruidegom zijn Theodorus Sanders en Johanna Maria Liethof.
1860 November 9 Ten Huize Iding van Uum, De Heurne gemeente Dinxperloo Molenhuis Teunismolenweg no 1.
Ida Iding, zusje van de bijna tweejarige Stephanus, wordt geboren uit het huwelijk van Hendrikus en Aleida Iding van Uum.
Archief Dinxperlo. Geboorteregister 1853-1862.
Heden den elfden November 1860, is voor ons, Donisius Pieter Busman, Burgemeesterder Gemeente Dinxperloo, verschenen Hendrik Iding, Koorenmolenaar, oud 25 jaar, woonachtig in deze gemeente, in de Heurne de welke ons verzocht heeft op te maken, acte van geboorte van een dochter, welke zijn huisvrouw, Aleida van Uum, zonder beroep, met hem alhier wonende, op vrijdag den negenden des maand november dezes jaars des avonds te acht uren ten zijner huize ter wereld heeft gebracht en aan welke hij verklaard, dat zal worden gegeven de voornaam Ida. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, in tegenwoordigheid van Karel Bernard Ressing, Koorenmolenaar oud 27 jaar en van Teunis Arnoldus van Hengel, geneesheer oud 56 jaar.
1861 November 27 Arnhem.
NN Sanders (geslachtV.) wordt levenloos geboren.
Ouders, Willem Sanders en Jacoba Iding, tante van de 3 jarige Stephanus.
1862* Arnhem.
Elisabeth Iding, kleindochter van Hendrik Iding en Petronellea Jorissen, wordt geboren uit het tweede huwelijk van Derk Iding met Antonia Cornelissen.
Op 16 aug. 1862 komt Salomon ten Bosch vanuit Gieten naar huis A 10 Lichtenvoorde.
1863*
Theodorus Sanders, kleinzoon van Hendrik Iding en Petronellea Jorissen, wordt geboren uit het huwelijk van Coba (Jacoba) Iding en Willem Sanders
1863 Februari 19. Ten Huize Iding van Uum, De Heurne gemeente Dinxperloo Molenhuis Teunismolenweg no 1.
In de Heurne gemeente Dinxperloo wordt Elisabeth Iding, het tweede zusje van de 4 jarige Stephanus (probant), geboren uit het huwelijk van Hendrikus Iding en Aleida van Uum.
1863 Maart 6. Hengelo. Fam. ten Bosch Windmuller
Te Hengelo trouwt de 26 jarige in Lichtenvoorde geboren Isaak ten Bosch met de 22 jarige in Hengelo geboren Heintjen Windmuller 22 jaar.
Ouders van de bruidegom zijn Mozes Simon ten Bosch en Rachel Samuels. Ouders van de bruid zijn Liefman Windmuller en Betta Beer.
Genlias
Huwelijk vanIsaak ten Bosch en Heintjen Windmuller
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 4224
Gemeente: Hengelo
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 6
Datum: 06-03-1863
Bruidegom Isaak ten Bosch
Leeftijd: 26
Geboorteplaats: Lichtenvoorde
Bruid Heintjen Windmuller
Leeftijd: 22
Geboorteplaats: Hengelo
Vader bruidegom Mozes Simon ten Bosch
Moeder bruidegom Rachel Samuels
Vader bruid Liefman Windmuller
Moeder bruid Betta Beer
Nadere informatie beroep bg.: koopman
beroep vader bg.: koopman
beroep vader bd.: koopman
2005 zondag 28 augustus Zelhem.
Een schrijver uit Zelhem (ten noorden van Doetinchem) schrijft in het kader van genealogische uitwisseling van gegevens het volgende: De naam Windmuller is in Hengelo Gld bekend als een gegoede zakenfamilie in manufacturen en een actieve rol spelend in het maatschappelijk gebeuren.
Na de oorlog is er naar mijn weten geen Windmuller meer aanwezig. Groeten Harm.
1863 November 1. Gieten Fam. ten Bosch Sandman
Te Gieten wordt Rika ten Bosch, halfzusje van Salomon (vader van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch probanten) geboren. De ouders zijn Mozes Simon ten Bosch en Schoontje Sandman.
Genlias
Geboren Simon ten Bosch
Archieflocatie Drents Archief
Algemeen Toegangnr: 0165.012
Inventarisnr: 1862
Gemeente: Gieten
Soort akte: geboorte
Aktenummer: 6
Aangiftedatum: 08-02-1862
Kind Simon ten Bosch
Geslacht: M
Vondeling: N
Geboortedatum: 07-02-1862
Geboorteplaats: Gieten
Vader Mozes Simon ten Bosch
Moeder Schoontje Zandman
1864 April 15. Gieten Fam. ten Bosch Sandman
Nog geen 2 jaar oud overlijdt Simon ten Bosch te Gieten De ouders zijn Mozes Simon ten Bosch en Schoontje Sandman.
Hendrikus Sanders, kleinzoon van Hendrik Iding en Petronellea Jorissen wordt geboren uit het huwelijk van Coba (Jacoba) Iding en Willem Sanders
1865 November 24 Oud Zevenaar.
De 28 jarige in Velp (gemeente Rheden) geboren Gerrit Iding (Oom van Stephanus, vaders kant) trouwt met de 35 jarige in Oud Zevenaar geboren Arnolda Peters.
De ouders van de bruidegom zijn Hendrik Iding en Petronella Jorissen, die van de bruid Derk Peters en Agnes Andriessen.
1866 Januari 19. Ten Huize Iding van Uum, De Heurne gemeente Dinxperloo Molenhuis Teunismolenweg no 1.
In de De Heurne gemeente Dinxperloo wordt Johannes Iding (broertje van de 8 jarige Stephanus (probant) en zijn zusjes Ida en Elisabeth) geboren uit het huwelijk van Hendrikus Idingen Aleida van Uum.
1866 Januari 26 Gieten. Fam. ten Bosch Sandman
Te Gieten wordt Zientje ten Bosch, halfzusje van Salomon (vader van Oma Iding) geboren. De ouders zijn Mozes Simon ten Bosch en Schoengen Schoontje Sandman.
Genlias
Geboren Zientje ten Bosch
Bron Burgerlijke stand - Geboorte (Kind)
Archieflocatie Drents Archief
Algemeen Toegangnr: 0165.012
Inventarisnr: 1866
Gemeente: Gieten
Soort akte: geboorte
Aktenummer: 6
Aangiftedatum: 27-01-1866
Kind Zientje ten Bosch
Geslacht: V
Vondeling: N
Geboortedatum: 26-01-1866
Geboorteplaats: Gieten
Vader Mozes Simon ten Bosch
Moeder Schoengen Landman
1866 Mei 28. Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B No 172 a Nr 178
Vier jaar nadat hij zich uit Gieten in Lichtenvoorde vestigde trouwt Antonius Aloysius twee dagen voor zijn 26e verjaardag.
Te Lichtenvoorde trouwt de 26 jarige in Lichtenvoorde geboren koopman Antonius Aloijsius Maria ten Bosch met de 25 jarige eveneens in Lichtenvoorde geboren landbouwster Johanna Hulshof.
Ouders van de bruidegom zijn de koopman Mozes Simon ten Bosch en Rachel Samuels.
Ouders van de bruid zijn de landbouwer Jan Berend Hulshof en landbouwster Hendrika Wieggers.
Bij dit huwelijk neemt Salomon vanwege overgang naar het katholieke geloof de voornamen Antonius Aloysius Maria aan.
Antonius en Johanna zullen 12 kinderen krijgen waaronder Johanna Geertuide (Oma Iding)
Genlias
Bij dit huwelijk neemt Salomon vanwege de overgang
naar het katholieke geloof de voornamen Antonius Aloysius Maria aan.
Genlias
Huwelijk (Salomon) Antonius Aloijsius Maria ten Bosch+ Johanna Hulshof
Hierboven de handelskoffer (fournituren) van een marskramer.
Antonius Aloijsius Maria ten Bosch handelde o.a. in stoffen.
Hieronder een lijst van stoffen die veel door joden werden verhandeld.
Batist, zeer fijne vezel
Baai, dikke wollen flanel
Beddetijk, vierbindige keper, linnenstof voor kussens
Befertin, namaakbeverhuid, katoen voor ondergoed
Bobinet, tule met zeshoekige openingen
Bombazijn, sterke katoen, ook Engels leer of meleskin genoemd
Bouclé, driedraads getwijnt garen, gemaakt uit tapijtwol
Bukskin, gekeperde wollen broekstof
Calicot, dicht katoenweefsel
Cheviot, grove Engelse wol
Chiffon, doorzichtig katoenen weefsel
Chitzen sits, bedrukte katoen
Diemet, soort katoen
Duffe, grove wollen stof voor winterjassen
Eskimo, dikke lakenachtige wollen stof voor bovenkleding
Fournituren, kleine benodiigdheden voor het
afwerken van kleding (knopen band, enz.)
Gaas, doorschijnend weefsel
Grein, weefsel van geitenhaar en wol
Kalmink, wollen geruwde dekenstof
Kanefas, voeringlinnen
Katoen, zaadharen van de katoenplant
Keper, diagonaal weefsel
Manchester, zwaargeribt of glad katoenweefsel
Marinet, wollen stof
Maringo, wollen kostuumstof, grijsblauw
Merinos, wolsoort
Molton, dik wollen weefsel
Nanking, gele Chinese katoen
Pellen, katoenen of linnen weefsel voor tafellakens en servetten
Piké, dubbel linnen of katoenweefsel
Pilo, half linnen half katoenen broekenstof
Popeline, half zijden glanzend weefsel
Satinet, glanzend katoenen weefsel in alle kleuren
Satijn, zijden of halfzijden gekeperde,
glad geweven stof met hoge glans
Tule, doorzichtig weefsel
1866 Mei 4. Salomon ten Bosch verandert zijn voornaam. Akte 36 Doopboek DTB Lichtenvoorde.
Op heden den vierden der maand Mei een duizend achthonderd zes en zestig is door ons, Adrianus Wouters Sweers, Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, in het huis der Gemeente ontvangen het navolgende vonnis te weten.
In naam des Konings. De Arrondissements Regtbank te Zutphen vergaderd in Raadkamer. Gezien en gelezen het request ingediend namens Salomon ten Bosch van den navolgenden inhoud.
Aan de Arrondissements Regtbank te Zutphen. Edel Achtbare Heeren.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Salomon ten Bosch wonende te Lichtenvoorde dat aan hem rekwestrant uitwijzens het hierbij overgelegd extract uit het register der acten van geboorte in de gemeente Lichtenvoorde, bij zijn geboorte is gegeven de voornaam Salomon, dat hij geboren uit Iraelitische ouders ten jare achttienhonderd vier en zestig tot de Roomsch Catholijke Godsdienst is overgegaan.
Dat hij om deze redenen verlangt dat zijn voornaam Salomon wordt veranderd in Antonius Aloysius Maria. Redenen waarom rekwestrant zich tot de regtbank wendt met eerbiedig verzoek dat het aan U Edelachtbare moge behagen om aan hem rekwestrant toestemming te geven om zijn voornaam Salomon te veranderen in Antonius Aloysius Maria dientengevolge te bevelen dat het hier in te vullen vonnis door den ambtenaar van den bugerlijken stand der gemeente Lichtenvoorde in de loopende registers zal worden ingeschreven en dat van deze verbetering op den kant zijner geboorte acte zal worden melding gemaakt ‘t welk doend /get/ J S Hooft Procureur.
Zij dit request met bijlage ten fine van conclusie gecommuniceerd aan het publieke Ministerie Zutphen den 12 April 1866. De president der Arrondissement Regtbank /get/ H J Hooft. De Officier van Justitie te Zutphen concludeert tot inwilliging van het gedaan verzoekschrift Zutphen den 12 April 1866 / get H A van Rappard.
Gezien een extract uit het register der acten van geboorte der gemeente Lichtenvoorde over het jaar 1800 negen en dertig meldende de geboorte van requestrant. Gezien de artikelen 68 en 69 van het burgerlijk Wetboek.
Overwegend dat aan de regtbank geen bezwaren tegen de door den requestrant verlangde verandering van zijn voornaam bekend zijn geworden en zijn daartoe strekkend verzoek alzoo kan worden ingewilligd.
De Arrondissement Regtbank voormeld in naam des Konings doende ….. vonnis …….in het …..oordeelende. Verleent aan de requestrant de gevraagde toestemming om zijne voornaam te veranderen in Antonius Aloysius en dietengevolge beveelt dat dit vonnis door den Ambtenaar van den Burgelijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde in de loopende registers zal worden ingeschreven en dat van deze verandering op den kant van requestrants geboorte acte melding zal worden gemaakt.
Aldus gewezen ter vergadering van Donderdag den negentienden April acht honderd zes en zestig bij de heeren W. H. J. Hooft President, Jonkheer W P N Quarles van Ufford en M.G.J. Eugken van Glashorst, in tegenwoordigheid van WBA Roelvink Griffier, geteekend …J.S. Hooft, B. A. Roelvink. Voor eerste …B.A. Roelvink Griffier.
In marge stond geregistreerd … Zutphen den zeven en twintigsten April achtien honderd zesenzestig deel 49.folio 88 verso vak 5 twee bladen zonder renvooi ontvangen voor regt f 2.40 met de 38 opcenten, f … tezamen drie … en dertig en een halve cent. De ontvanger Verweij. En is bovengemeld vonnis in de beide loopende registers ingeschreven en aan deze … vastgehecht en de … daarvan door ons ondertekend.
Sweers.
________________________________________
Bij zijn huwelijk met Johanna nam Salomon de katholieke voornaam Antonius aan. Alvorens het zover kwam waren er wel problemen met de acceptatie van het huwelijk. Johanna werd met een koets naar een ander oord (wellicht een internaat) gebracht om het stel gescheiden te houden. Naar de overlevering, hield deze maatregel verband met de Joodse komaf van Antonius.
Aanvankelijk handelde Antonius in stoffen die hij kocht bij een Joodse familie in Amsterdam. Hij had een oogje op een van de dochters aldaar. De familie was daar niet mee ingenomen en beperkte het contact tot zakelijke aangelegenheden.
De stoffenhandel daarentegen ging hem voor de wind en hij voer ermee op Engeland. Later startte hij een exportslagerij. Het is te vermoeden dat hij door deze activiteit in contact kwam met de voerman Stephanus Henricus Iding die ook in vee handelde. Later brandde de exportslagerij af, waarna Antonius een leerlooierij begon.
Daarnaast handelde hij in pelsen en antiquiteiten. Ook werd hij door boeren veelvuldig geraadpleegd in conflicten met de plaatselijke overheid. Meestal hadden zulke conflicten betrekking op de verkaveling van gronden.
Een anekdote over Antonius verhaalt ervan, dat een boer die hem in zo’n conflict om juridisch advies vroeg van de koude kermis thuis kwam. Tijdens voorafgaande gesprekken had de boer het verstaan, met een lompe opmerking zijn vrouw Johanna het schaamrood naar de kaken te jagen.
De boer kreeg ‘gepast’ advies en verloor het geding.
Een andere anekdote verhaalt van zijn ergernis over het feit dat zijn plaats in het blok kerkbanken voor de elite een rij naar achter werd verschoven ten gunste van een nog belangrijker geachte familie. Hij vond een onfrisse zwerver bereid, voor een gulden, een sigaar en een borrel, ’s zondags op de plaats van Antonius temidden van de elite de kerkdienst uit te zitten. Antonius bezocht sedertdien met de koets een naburige kerk.
Antonius beheerste het Hebreeuws. Van zijn vrouw Johanna kregen rondtrekkende vreemdelingen hulp en een standplaats op haar grond. Johanna stond alom bekend om haar goedgeefsheid. Vermoedelijk werd zij op hogere leeftijd blind.
Antonius en Johanna ten Bosch Hulshof waren ongeveer 30 en 28 jaar oud toen zij hun eerste kind kregen.
(De meeste wetenswaardigheden over Antonius werden overgeleverd door tante Leida Rijntjes Iding, die alsjong meisje bij hem kwam en er 9 jaar verbleef. Het was een eenzame tijd voor haar, niettemin heeft ze er ook veel gelachen. Antonius beschikte over een flinke dosis humor.)
Aan de juiste overlevering van de vertellingen valt hier en daar wel wat te twijfelen. Mogelijk is er verwarring met de latere leerlooierij van de Hulshofs.
Het staat wel vast dat Antonius in bunzing en konijnenhuiden handelde. Hij stond in Lichtenvoorde bekend als de jood die de beste huiden kocht.
Lichtenvoorde
Rentenierstraat Hervomde kerk te Lichtenvoorde omstreeks 1900
Groenlo is een oude vestingstad, gelegen in het oostelijk deel van de Gelderse Achterhoek en bestaat uit een hoofdkern zonder kerkdorpen. De oudste vermelding van Groelo dateert uit het jaar 1188 (al is de naam Groelo daar pas veel later bijgeschreven).
In 1277 bouwde Gieselbert van Bronckhorst, heer van Borculo de burcht 'Lichtenvoorde'. In 1616 werd deze burcht het bestuurscentrum toen de graaf van Limburg Styrum het gebied tot een zelfstandige heerlijkheid verhief. Het Hof of Richtershuis bij de Nederlands Hervormde kerk herinnert nog aan de oude tijden. Het Huis Lichtenvoorde stond ten noorden van het Richtershuis en werd ongeveer in 1790 afgebroken. Lichtenvoorde had weliswaar poorten en grachten en werd ook 'stad' genoemd maar heeft nooit stadsrechten gekregen.
Lichtenvoorde staat bekend als Kei-stad. De ruim 20.000 kilo wegende zwerfkei op de Markt is daar in het verleden door schoenmakers vanuit het Vragenderveld heen gesleept. Het is nu een monument van volharding en doorzettingsvermogen van de bevolking.
In Groenlo geeft het centrum met zijn grachten, wallen en oude gebouwen een historische indruk. Groenlo verwierf in 1277 stadsrechten.
Geschiedenis
De huidige gemeente Groenlo-Lichtenvoorde is ontstaan op 1 januari 2005 door een samenvoeging van:
de voormalige gemeente Lichtenvoorde (bestaande uit de kernen Lichtenvoorde, Harreveld, Lievelde, Vragender en Zieuwent);
de voormalige gemeente Groenlo (kern: Groenlo);
het dorp Mariënvelde (voor de herindeling behorende bij de gemeente Ruurlo) en
het dorp Zwolle (voorheen behorende tot de gemeente Eibergen).
Geschiedenis voormalige gemeente Lichtenvoorde
De voormalige gemeente Lichtenvoorde ligt in het grensgebied van de terreinen waar de stuwwallen uit de IJstijden gelegen zijn. Vandaar de hoogteverschillen van ongeveer 30 meter boven NAP in het noorden en oosten en slechts 15 meter boven NAP in het westen en zuiden.
Gezien de waterhuishouding in vroeger eeuwen kwamen het noordelijke en oostelijke deel der gemeente het eerst voor menselijke bewoning in aanmerking. De vondst van een stenen bijl nabij Vragender en een grafveldje te Lievelde uit de zevende eeuw na Christus vormen de eerste duidelijke bewijzen van de menselijke aanwezigheid binnen onze gemeentegrenzen.
Bij de "voorde" (doorwaadbare plaats) in het centrale bekengebied bouwde Gieselbert van Bronckhorst, heer van Borculo, in 1277 de burcht "Lichtenvoorde". Deze burcht werd in 1616 het bestuurlijk centrum, toen Joost, graaf van Limburg Styrum, het gebied tot een zelfstandige heerlijkheid verhief.
Door huwelijk en vererving verwisselde de heerlijkheid Lichtenvoorde vele malen van eigenaar. Bij akte van 27 december 1776 werden de heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde door Adam Czartoryski en Isabella vorstin Czartoryska geboren rijksgravin van Flemming voor f.56.000,-- verkocht aan prins Willem V van Oranje Nassau, reden waarom Koningin Beatrix tot op de dag van vandaag o.a. de titel 'Vrouwe van Lichtenvoorde' draagt.
Tussen Lievelde en Vragender aan de Schansweg ligt het verdedigingswerk "de Engelse Schans", nog daterend uit de tijd van de 80-jarige oorlog (1627). De Schans is in originele staat hersteld. Uit dezelfde periode dateert de circumvallatielinie, de insluitingslinie om de vesting Groenlo. Informatie over de geschiedenis en de overblijfselen hiervan en de ontwikkelingen die ermee te maken hebben, vindt u op de website www.circumvallatielinie.nl.
Het Hof of Richtershuis nabij de Nederlands-hervormde Kerk herinnert ons nog aan de tijden en bestuursinrichting van weleer. Het Huis Lichtenvoorde stond ten noorden van het Richtershuis en werd tweehonderd jaar geleden afgebroken. Lichtenvoorde had weliswaar grachten en poorten, en werd ook wel "Stad" genoemd, maar is nooit in het bezit van stadsrechten geweest
Wat Groenlo en Lichtenvoorde betreft kan men spreken van een "katholieke enclave" in de Achterhoek.
Deze enclave blijkt echter eerder een schiereiland te zijn van het in het oosten aangrenzende eveneens katholieke Münsterland.
Bossen, moerassen en venen wierpen een natuurlijke grens op tussen het bisdom Münsterland, de bijbehorende enclave van Groenlo en Lichtenvoorde en het omringende gebied.
Eeuwenlang behoorde dit schiereiland, waarvan de vestingstad Groenlo het middelpunt is en dat nu door de rijksgrens met Duitsland wordt afgesneden, werkelijk bij het Münsterland. Pas in 1823 wordt het aan de kerkelijke invloed van daar onttrokken. Vanuit Münster werden in Winterswijk, Zelhem en Groenlo moederkerken gesticht: knooppunten in een zich steeds verder verdichtend netwerk van kerken en kapellen, van parochies dus ook.
Voornamelijk daaruit zijn de wereldlijke verbanden gegroeid, die in de huidige gemeenten en kerkdorpen hun wettelijke en ruimtelijke neerslag vinden.
De grens ervan komt overeen met de natuurlijke begrenzing van dit gebied. De enclave omvat niet alleen de huidige buurtschappen van andere gemeenten Groenlo en Lichtenvoorde, maar ook de aangrenzende buurtschappen van andere gemeenten.
Groenlo is dus van oudsher een stad die een sterk katholiek stempel draagt, ongeveer 84 procent van de bevolking is Rooms-Katholiek (1980).
Het Groenlose cultuurpatroon is in sterke mate beïnvloed door zijn confessionele samenstelling, waarbij een aantal "zuidelijke" of zo men wil "Rijnlandse" elementen opvallen: een zwaar accent op amusement en een uitbundige vrijetijdsbesteding, een grote betekenis van carnaval en kermis en daarmee samenhangend een sterk ontwikkelde horecasector.
Houten put uit de late middeleeuwen
In het voorjaar van 1988 werd in Wehl – Diepenbroek een houten waterput gevonden. De put bleek opgebouwd uit negen planken, op 30 cm diepte bleek er een binnenput in te zitten, gemaakt van een holle boomstam. Omdat de put geheel uit hout bestond kan hij in de laatste middeleeuwen thuis horen, latere putten zijn gemaakt van baksteen
De Veluwe water pompen 1951
1866 December 15Het Hulshof; Hulshof Wieggers,Op het Hulshofnr.1 (kadaster 1828 Harveld Zieuwent sector E blad 3)
Jan Berend Hulshof maakt testament op. Ruim een maand later (21-01-1867) overlijdt Jan Berend in de leeftijd van 67 jr. op “Het Hulshof”. Weduwe Hendrika Wieggers zal er blijven er wonen met haar twee zonen Johannes Hendrikus en Antonius Alouisius.
1867 Maart 3 Lichtenvoorde Huize ten Bosch; Wijk B No 172 a Nr 178
Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch (probant) wordt geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius Maria ten Bosch en Johanna Hulshof.
1867*
Gerrit Sanders wordt geboren uit het huwelijk van Coba (Jacoba) Iding (tante van Stephanus Henricus Iding) en Willem Sanders
1867*
Johanna Iding wordt geboren uit het huwelijk van Dirk (Derk) Iding (Oom van Stephanus Henricus Iding) en Antonia Cornelissen
1867 November 25 Gieten. Fam. ten Bosch Sandman
Na 22 maanden overlijdt Zientje ten Bosch te Gieten. De ouders zijn Mozes Simon ten Bosch en Schoengen Sandman.
Genlias
Overleden Zientje ten Bosch
Bron Burgerlijke stand - Overlijden (Vader)
Archieflocatie Drents Archief
Algemeen Toegangnr: 0167.012
Inventarisnr: 1867
Gemeente: Gieten
Soort akte: overlijden
Aktenummer: 27
Aangiftedatum: 26-11-1867
Overledene Zientje ten Bosch
Geslacht: V
Overlijdensdatum: 25-11-1867
Overlijdensplaats: Bonnen (Gieten)
Vader Mozes Simon ten Bosch
Moeder Schoengen Zandman
Nadere informatie geboortepl: Gieten 27-01-1866
1868*
Andries Sanders wordt geboren uit het huwelijk van Coba (Jacoba) Iding (tante van Stephanus) en Willem Sanders.
1868 Januari 7 Gieten. Fam. ten Bosch Sandman
Te Gieten overlijdt de in Lichtenvoorde geboren Mozes Symon ten Bosch, vader van Antonius Aloysius en echtgenoot van Schoengen Schoontje Sandman, op 67 jarige leeftijd.
Ouders van de overledene zijn Simon Isaac ten Bosch en Rachel Mozes.
1867 Januari 21. “Het Hulshof”, Hulshof Wieggers, Op het Hulshof nr. 1 (kadaster 1828 Harveld Zieuwent sector E blad 3)
Te Lichtenvoorde overlijdt Jan Berend Hulshof, echtgenoot van Hendrika Wieggers, vader van Johanna Hulshof en grootvader van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (Oma Iding). Ouders van Jan Berend zijn Harmanus Hulshof en Aleijda Kolkman.
Meertens boedelbank
code1868,01
datum:2-6-1868
archief:3164/5066
plaats:Lichtenvoorde
naam nalater:Jan Berend Hulshof
datum overl.:
echtgeno(o)t(e):Hendrika Wieggers
huwelijk:
aantal kind.:5
naam kind.:2 meerderj. dochters: Johanna en Harmina (kloosterlinge)
2 minderj. zoons: Alouisius Antonius en Johannes Hendrikus
1 minderj. dochter: Aleida
adres:Het Hulshof
woonplaats:Lichtenvoorde
beroep:landbouwer
reden opmaak:
getaxeerd:
opmerkingen:
De nalatenschap van Jan Berend Hulshof
Meertens boedelbank
Lichtenvoorde. Huisadres “Het Hulshof”.
De nalatenschap van Jan Berend Hulshof, echtgenoot van Hendrika Wieggers en vader van 5 kinderen: 2 meerderj. dochters: Johanna en Harmina (kloosterlinge) 2 minderj. zoons: Alouisius Antonius en Johannes Hendrikus en 1 minderj. dochter: Aleida.
Op het eerste gezicht lijken alle boedelinventarissen op elkaar. Ze beginnen allemaal met een inleiding waarin de naam wordt vermeld van degene aan wie de boedel toebehoort, de reden van opmaak, de datum en meer van dergelijke gegevens. Vervolgens volgt een opsomming van de zaken die tot de boedel behoren. Dit uniforme kader biedt niettemin ruimte te over voor tal van kleine en soms ook grote variaties. Het ontbreken van onroerend goed in de inventaris wil bijvoorbeeld niet altijd zeggen dat het er ook niet was. (In Engeland werd het onroerend goed zelfs standaard buiten de inventaris gehouden.) Verder kunnen de goederen per vertrek of per materiaalsoort beschreven zijn, heel gedetailleerd of juist heel globaal en ze kunnen wel of niet getaxeerd zijn.
Meertens boedelbank
code 1868,01
datum: 2-6-1868
archief: 3164/5066
plaats: Lichtenvoorde
naam nalater: Jan Berend Hulshof
datum overl.:
echtgeno(o)t(e): Hendrika Wieggers
huwelijk: aantal kind.: 5
naam kind.: 2 meerderj. dochters: Johanna en Harmina (kloosterlinge)
2 minderj. zoons: Alouisius Antonius en Johannes Hendrikus
4 bijen.korven 13,00 - honing in de bijenkorven 0,00 - 2 zakjes 0,00 - spurriezaad in de zakjes 0,00 (Spergula arvensis. Gewas, voorheen veel geteeld als veevoeder)- 1ton 0,00 - keuken.zout in de ton 0,00 - 1 spinnewiel 0,00 -2 zakken 8,00 - bonen in de zakken 0,00 - lijnzaad in de zakken 0,00 - 1 zak 0,00 - meel in de zak 0,00 - 1 bak 0,00 - tarwe in de bak 0,00 - 1 kachel met pijpen 32,00 - 1 zak 0,00 - bonen in de zak 0,00 - 1 kussen 0,00 - 1 huif 0,00 - boekweit in de huif 0,00 - rommelarij 0,00 - 1 kist, ton, ketel, kastje, koezompen (voederbakken), raapkoeken, mud 35,00 –
Vorderingen en schulden. Plaats Lichtenvoorde. Jan Berend Hulshof Beroep landbouwer.
Niet geschat zijn de onroerende goederen zoals de percelen en het plaatsje Gebbink
vordering van de gemeenschap ten laste van de personele nalatenschap van de erflater J.B. Hulshof voor gedane uitkering ingevolge de bepalingen van de testamenten van H. Hulshof en van A. Kolkman 9000,00
vordering van H. Wieggers ten laste van de gemeenschap wegens verkochte onroerende goederen behorende tot haar personele eigendom 1050,00
onroerend goed plaatsje Gebbink te Lichtenvoorde
veld.grond enige percelen bij het veen
veld.grond enige percelen bij den zwarten plas
heide perceel De Dorpbult te Lichtenvoorde
veen Op het Kolenbrug te Lichtenvoorde
vordering ten laste van de gemeente Lichtenvoorde 1700,00
vordering wegens verkocht hout 1250,00
obligatie ten laste van Antoon Gebbink wegens geleend geld, d.d. 1-5-1864 350,00
vordering volgens obligatie ten laste van Reinder Schutten wegens geleend geld, d.d. 1-5-1864 250,00
vordering volgens obligatie ten laste van Hendrikus Eitink wegens geleend geld, d.d. 1-5-1859 250,00
vordering ten laste van Johanna Hulshof 400,00
vordering ten laste van Johanna Hulshof 400,00
vordering tegoed zijnde kosten voor verrichte werkzaamheden 30,00
vordering ten laste van Gradus Elschot wegens verkochte wilgen 30,00
vordering ten laste van Aleida Krabben 18,00
vordering ten laste van Louis Florack 90,00
schuld aan Theodorus Hulshof 700,00
schuld aan Bernardus Olieslager 220,00
schuld aan Hendrica Olieslager 150,00
schuld aan Hendrik Knippenborg 200,00
schuld aan weduwe Gerrit jan Hulshof 400,00
schuld aan Gerrit Jan Spekschoor 400,00
schuld aan Reidert Spekschoor 450,00
schuld aan Te Giffel 400,00
schuld aan Maria Orriens 50,00
schuld aan lubbert Bessinkpas 500,00
schuld aan Hendrik Hoenderboorn 1000,00
schuld aan Jan Klein Stolkenborg 600,00
schuld aan weduwe Gerrit Jan Hulshof 1000,00
schuld aan Hendrik Hulshof 300,00
schuld aan Johanna Wieggers 1840,00
schuld aan Hendrikus Holweg 250,00
schuld aan johannes lankveld 35,00
schuld aan weduwe Waander Schilderink 700,00
schuld aan de Rooms Katholieke Kerk te Zieuwent 298,00
schuld aan Jan Hendrik Knippenborg 1350,00
schuld aan de kinderen Stolkenborg op Scheper 300,00
afschrift van testament van Jan Berend Hulshof d.d.15-12-1866
akte van afgifte van legaat d.d. 30-4-1859
extract uit een proces verbaal van veiling d.d. 20-10-1848
akte van scheiding onderhandse, d.d. 5-8-1861
extract van akte van scheiding d.d. 21-2-1857
De Boerderij
Bakhuisje
1868 Juli 21. Ten Huize Iding van Uum, De Heurne gemeente Dinxperloo Molenhuis Teunismolenweg no 1.
In de Heurne gemeente Dinxperloo wordt Gerardus (Gerrit) Iding, broertje van Stephanus (Opa Iding) geboren uit het huwelijk van Hendrikus Iding en Aleida van Uum.
1868Oktober 13. Lichtenvoorde Fam. ten Bosch de Groot
Te Lichtenvoorde trouwt de 26 jarige slager Jacob Ten Bosch, (broer van Antonius Aloysius die met zijn broer Izaak en zijn zusje Catharina het joodse geloof bleef behouden) met de 26 jarige in Doesburg geboren Lena de Groot.
Ouders van de bruidegom zijn Mozes ten Bosch en Rachel Samuels, die van de bruid Izak Levi de Groot (de Groote) bijna 40 jaar voorganger in Doesburg en Betje Lijser Levie.
1868 December 30. Aalten Fam. Roozendaal ten Bosch
Te Aalten trouwt de 30 jarige in Lichtenvoorde geboren Catharina ten Bosch (zus van Antonius Aloysius) met de in Eibergen geboren 28 jarige koopman Jacob Rozendaal. De ouders van de bruid zijn koopman Mozes Simon ten Bosch en Rachel Samuels, die van de bruidegom Salomon Rozendaal en Johanna van Gelde.
Genlias
Huwelijk Catharina ten Bosch en Jacob Rozendaal
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 6761
Gemeente: Aalten
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 64
Datum: 30-12-1868
Bruidegom Jacob Rozendaal
Leeftijd: 28
Geboorteplaats: Eibergen
Bruid Catharina ten Bosch
Leeftijd: 30
Geboorteplaats: Lichtenvoorde
Vader bruidegom Salomon Rozendaal
Moeder bruidegom Johanna van Gelder
Vader bruid Mozes Simon ten Bosch
Moeder bruid Rachel Samuels
Nadere informatie beroep bg.: koopman;
beroep vader bg.: koopman;
1869.*
Hendrikus Johannes Iding, kleinzoon van Hendrik Iding en Petronella Jorissen en neefje van Stephanus (probant), wordt geboren uit het huwelijk van Dirk (Derk) Iding - Antonia Cornelissen
1869 September 19. Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof;Wijk B No 172 a Nr 178
Te Lichtenvoorde wordt Maria Henrica Aleida ten Bosch, oudste zusje van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (Oma Iding) geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna ten Bosch Hulshof.
No. 59.Heden den twintigsten der maand September één duizend acht honderd negen en zestigis voor ons Adrianus Wouter Cris van Zweers, Burgemeester en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, in het huis der Gemeente verschenen: Antonius Aloysius ten Bosch oud dertig jaren, van beroep Koopman wonende binnen deze gemeente, Wijk B No 172 a welke ons heeft verklaard, dat op Zondag den negentiendender maand September dezes jaars des namiddags ten een ure, ten zijnen woonhuis is geboren, een kind van het vrouwelijk geslacht, uit zijnen huisvrouw Johanna Hulshof zonder beroep bij hem wonende, welk kind zal genaamd worden Maria Henrica Aleida. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Adolf Wilhelm Wette, oud negen en vijftig jaren, van beroep -gepensioneerd-en van Jan Willem Klein Nibbelink oud drie en dertig jaren, van beroep smid, beide wonende binnen deze Gemeente, door den Comparant als getuigen medegebragt, welke acte wij, na in de twee daartoe bestemde Registers ingeschreven en voorgelezen te zijn, hebben getekend met den Comparant en de getuigen.
A.A. M. ten Bosch, J.W. Klein Nibbelink,A.W. Wette ?Z..?
Te Aalten wordt NN Rozendaal (gesl. M) levenloos geboren. Ouders Jacob Rozendaal en Catharina ten Bosch. (zus van Antonius Aloysius)
1869 Oktober 4. Aalten Bredevoort Fam. Rozendaal ten Bosch
Te Bredevoort (Aalten) overlijdt de in Lichtenvoorde geboren Catharina (Kaatje) ten Bosch echtgenote van Jacob Rozendaal op 31 jarige leeftijd. Haar ouders zijn wijlen Mozes Simon ten Bosch en Rachel Samuels.
Genlias
Overlijden van Catharina ten Bosch
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 6690
Gemeente: Aalten
Soort akte: overlijden
Aktenummer: 101
Aangiftedatum: 04-10-1869
Overledene Catharina ten Bosch
Geslacht: V
Overlijdensdatum: 04-10-1869
Leeftijd: 31
Overlijdensplaats: Bredevoort (Aalten)
Vader Mozes Simon ten Bosch
Moeder Rachel Samuels
Partner Jacob Rozendaal
Relatie: echtgenote
Nadere informatie geboortepl: Lichtenvoorde;
1870 Januari 2. Velp
Jacoba Iding geboren te Velp, echtgenote van Willem Sanders en tante van Stephanus, overlijdt te Arnhem op 39 jarige leeftijd. Ouders Hendricus Iding en Petronella Jorissen.
1871 Februari 2.Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B Nr 172 a
Dochter Maria Johanna Geertruida wordt geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof. Zij werd 0 jr.
1871. April 1
Door zijn observaties concludeertde cultuurhistoricus Jan ter Gouw dat 1 april in de negentiende eeuw een algemeen bekende dag is en dat de grappenmakerij een onschuldige bezigheid is geworden voor kinderen en schooljeugd. Vóór 1871 nam volgens hem iedereen deel aan de traditie, ook intellectuelen die er een denkspel in zagen. Het moet toen voor veel slachtoffers een weinig zachtzinnig gebruik zijn geweest, waarbij veel slachtoffers op hun tocht om onmogelijke boodschappen een flink pak slaag konden verwachten.
1871*
Hendrika Iding, nichtje van de inmiddels 13 jarige Stephanus Henricus Iding (probant), wordt geboren uit het huwelijk van Gerrit Iding en Arnolda Peters
1871 Juli 1. Velp
Derk Iding geboren te Velp, echtgenoot van Antonia Cornelissen en oom van Stephanus Henricus Iding, overlijdt te Arnhem op 36 jarige leeftijd. Zijn ouders zijn Hendricus Iding en Petronella Jorissen.
1871 November 30. Huize Iding van Uum, De Heurne gemeente Dinxperloo Molenhuis Teunismolenweg no 1.
In de De Heurne gemeente Dinxperloo wordt Aleida Iding, zusje van de 13 jarige Stephanus (Opa Iding), geboren uit het huwelijk van Hendrik Iding en Aleida van Uum.
1872 Februari 2. Ten Huize Iding van Uum, De Heurne gemeente Dinxperloo Molenhuis Teunismolenweg no 1.
In de Heurne gemeente Dinxperloo overlijdt Aleida Iding 2 maand oud. Ouders zijn Molenaar Hendrik Iding en Aleida van Uum.
Historie de Heurne: Boerderij Oldemoatshuus, helaas afgebroken
1872 Juni 23.Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B 172a Nr 178
Te Lichtenvoorde wordt Johanna Geertruide ten Bosch (Oma Iding) geboren uit het huwelijk van koopman Antonius ten Bosch en lanbouwster Johanna Hulshof.
No. 31. Op heden den vijf en twintigsten der maandJuni één duizend acht honderd twee en zeventigis voor ons Johan Hendrikus Antony van Barten Batenburg, Burgemeester en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, in het huis der Gemeente verschenen: Antonius Aloysius ten Bosch oud drie en veertig jaren, van beroep Koopman wonende binnen deze gemeente, Wijk B 172a - No 178 welke ons heeft verklaard, dat op Zondag den drie en twintigsten der maand Juni dezes jaars des avonds ten negen ure, ten zijnen woonhuis is geboren, een kind van het vrouwelijk geslacht, uit zijnen huisvrouw Johanna
Hulshof zonder beroep en bij hem wonende, welk kind zal genaamd worden Johanna Geertruide Maria. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid vanJan Willem Klein Nibbelink oud zes en dertig jaren, van beroep smid en van Antonie van Baat(?k) oud zes en twintig jaren, van beroep -zonder- beide wonende binnen deze Gemeente, door den Comparant als getuigen medegebragt, welke acte wij, na in de twee daartoe bestemde Registers ingeschreven en voorgelezen te zijn, hebben getekend met den Comparant en de getuigen.
A.A. M. ten Bosch, J.W. Nibbelink, Anton Baat(?k)
In de Joodse wet geldt dat iemand Joods is, als hij/zij een Joodse moeder heeft of tot het Jodendom is toegetreden. Voor de Joodse wet is Oma Iding derhalve niet joods omdat haar moeder Johanna Hulshof niet joods is. Door de nazi’s die bij “de zuivering van het Germaanse ras” uitgaan van bloedverwantschap zullen Oma en zelfs haar 12 kinderen worden geregistreerd als Zugehörig zur jüdischen Rasse.
De Knipmuts
De knipmuts wordt al door jonge meisjes gedragen, meestal wat eenvoudiger dan die van Johanna Hulshof op deze foto. Er is een duidelijk verschil tussen de dracht van katholieke en protestantse vrouwen. Bij de katholieke vrouwen is de achterzijde van de muts fijner geplooid en wat breder. De meeste vrouwen beschikken over meer mutsen voor verschillende gelegenheden. In het oosten vaak van Duitse oorsprong, met romantische taferelen erop.
1873 Augustus 20 Lichtenvoorde Huize ten Bosch HulshofWijk B No 172 a No 178
Dochter Louisa Aleijda Maria wordt geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof. Zij werd 4 jr.
1874 September 30 Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B No 172 a No 178
Zoon Franciscus Antonius Mariawordt geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof. Hij werd slechts 1 jr.
1874 November 26 Arnhem.
Hendrikus Sanders kleinzoon van Hendrik Iding en Petronellea Jorissen overlijdt in de leeftijd van 11 jaar. De ouders van het kind zijn Willem Sanders en Jacoba Iding.
1875 Februari 24.
Op 15 jarige leeftijd vertrekt Ida Iding, zusje van Stephanus, naar Bocholt Pruisen.
1875 Oktober 17. Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof
Wijk B No 172 a
Te Lichtenvoorde wordt Henrica Maria ten Bosch, zusje van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (Oma Iding) geboren uit het huwelijk van Antonius ten Bosch en Johanna Hulshof.
No. 81. Op heden den achttienen der maand October een duizend acht honderd vijf en zeventig, is voor ons Johannes Hendrikus Antony van Barten Batenburg, Burgemeester en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, in het huis der gemeente verschenen: Antonius Aloijsius Maria ten Bosch oud zes en dertig jaren, van beroep Koopman wonende binnen deze gemeente, wijk B no 172 a, welke ons heeft verklaard, dat op Zondag den Zeventienden der maand October dezes jaars, des morgens ten acht ure, ten zijne woonhuize is geboren, een kind van het vrouwelijk geslacht, uit Zijne Huisvrouw Johanna Hulshof zonder beroep bij hem wonende, welk kind zal genoemd worden Henrica Maria Antonia. Waarvan wij acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jan Willem Klein Nibbelink oud negen en dertig jaren, van beroep smid en van Johannes Bernardus van Harx¿ en oud achtenveertig jaren,van beroep brievengaander beide wonende binnen deze Gemeente , door den Comparant als getuigen ten deze medegebrcht, welke acte wij, na in de twee daartoe bestemde Registers ingeschreven en voorgelezen te zijn, hebben geteekend met den Comparant en de getuigen . A.A.M ten Bosch, J.W. Klein Nibbelink, H. Harkx¿en
Nadere Informatie: Zuster Alexandrina, lid van de congregatie van de zusters van liefde. Ingetreden 1 April 1900 en geprofest 4 augustus 1904 en overleden te Tilburg 21 September 1964
Getuige Jan Wiilem Klein Nibbelink geboren in lichtenvoorde en gehuwd met de in Aalten geboren bakkersdochter Berendina Swijtink was in navolging van zijn vader Jan Klein Nibbelink smid. Hoewel hij op 34 jarige leeftijd huwde in Aalten oefende hij zijn beroep waarschijnlijk uit in Lichtenvoorde waar ook zijn vader smidsbaas was.
1877 Mei 17 Bocholt.
Hedwig Schäpers (toekomstig echtgenote van Johannes Bernardus ten Bosch) wordt geboren
1877 Maart 3.Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B No 172 a
Dochter Antonia Josephina Maria wordt geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof.
1877* Arnhem
Te Arnhem wordt Jacob Riksen, kleinzoon van Derk Iding, geboren uit het huwelijk van Stephanus Riksen en Elisabeth Iding
1878 Augustus 4. Lichtenvoorde Huize ten BoschHulshof Wijk B No 172 a
Dochter Louisa Aleijda Mariawordt geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof. Zij wordt slechts 4 jaar
1879 November 4.
Op 11 jarige leeftijd vertrekt Gerrit Iding, broertje van Stephanus (Opa Iding) naar Westervoort.
De wereld is klein, Oma Iding ten Bosch (Johanna Geertruide) en Oma Sala van Houten (Joanna Elisabeth) zijn de eerste pensionaren op het st. Anna pensionaat te Groot Zundert in de Molenstraat
De Westbrabantse gemeente Zundert is tevens grensgemeente. Wat tegenwoordig bekend staat als Zundert, heette vroeger Groot-Zundert, in tegenstelling tot de kern Klein-Zundert
Van internaat tot een moderne vertaling van kloosterarchitectuur.
Midden in het centrum van Zundert, aan de Molenstraat, staat al sinds 1832 het St. Annaklooster met de diepe kloostertuin. Vele Zundertenaren kennen dit klooster en haar bewoners nog goed uit tijden toen er nog een internaat en een school in gevestigd waren.
Na jaren van leegstand heeft zorgvoorwonen het pand en de kloostertuin gekocht. In samenwerking met Buro 5 Maastricht en Dhondt Stedenbouw Architectuur en Advies werd een een plan ontwikkeld dat aansluit op de woonwensen van de inwoners van Zundert. Daarbij moet natuurlijk rekening gehouden worden met de eisen die gesteld zijn aan de monumentale gedeelten van het pand. Het resultaat: een moderne vertaling van ‘kloosterarchitectuur’ waarbij zoveel mogelijk de authentieke ornamenten en ruimten zijn benut en de nieuwbouw een herinterpretatie is van de vleugels uit het verleden.
1880 Februari 17.Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B No 217
Te Lichtenvoorde wordt Franciscus Antonius Josephus ten Bosch, broer van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch Iding (probanten), geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof.
No. 15. Op heden den negentienden der maand Februarij een duizend acht honderd tachtig, is voor ons Johannes Hendrikus Antony van Barten Batenburg, Burgemeester en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lichtenvoorde, in het huis der gemeente verschenen: Antonius Aloijsius Maria ten Bosch oud veertig jaren, van beroep Koopman wonende binnen deze gemeente, wijk B no 217, welke ons heeft verklaard, dat op dinsdag den Zeventienden der maand Februarijdezes jaars, des middags ten een ure, ten zijne woonhuize is geboren, een kind van het mannelijk geslacht, uit Zijne Huisvrouw Johanna Hulshof zonder beroep bij hem wonende, welk kind genaamd zal worden Franciscus Antonius Joseph. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Gerrit Jan IJdink ? Ikink ? oud twee en zeventig jaren, van beroep landbouwer en van HendrikusJohannes Jacobus Frank, oud vijf en twintig jaren, van beroep Kleermaker beide wonende binnen deze Gemeente, door den Comparant als getuigen ten deze medegebrcht, welke acte wij, na in de twee daartoe bestemde Registers ingeschreven en voorgelezen te zijn, hebben geteekend met den Comparant en de getuigen. A.A.M ten Bosch,G.J. IJdink ? Ikink ?, H.J.J. Frank.
1881 Juni 12.Lichtenvoorde Huize ten Bosch Hulshof Wijk B No 217
Te Lichtenvoorde wordt Anton ten Bosch, (broer van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Oma Iding probanten) geboren uit het huwelijk van Antonius Aloysius ten Bosch en Johanna Hulshof. (roepnaam oom Antony)
Herbert en Marianne ten Bosch waren de latere kinderen van oom Antony en tante Adele en neef en nicht van de twaalf Idings.
Zoon Herbert ten Bosch, was gehuwd met operazangeres Charlotte Bernardo.
Dochter Marianne ten Bosch was gehuwd met ingenieur Piet Hille.
1882 Februari 22. Arnhem
In Arnhem trouwt de 20 jarige in Arnhem geboren Elisabeth Iding met de 23 jarige in Ede geboren Stephanus Riksen. De ouders van de bruid zijn Derk Iding en Antonia Cornelissen, die van de bruidegom, Jacob Riksen en Hendrika Duifhuis
1883 Februari 16 Aalten.
Sara ten Bosch overlijdt 19 dagen na haar geboorte. De ouders zijn slager Jacob ten Bosch en moeder Lena de Groot.
1883 Maart 3. Lichtenvoorde Huize ten BoschHulshof Wijk B No 217
De weduwe Hendrika Hulshof Wieggers komt bij haar dochter Johanna en schoonzoon Antonius Aloysius wonen. Zij komt van ‘Het Hulshof’ waar zij vanaf haar huwelijk met Jan Berend Hulshof woonde.
Zij overlijdt 18 dagen later op 21-3-1883 bij haar dochter en schoonzoon.
1883 Mei 22. Dinxperlo Lage Heurnseweg nr. 44
Het gezin Iding van Uum (Vader, Moeder en de thuiswonende kinderen Elisabeth, de 25 jarige Stephanus en Johannes) verhuist van de Teunismolenweg no 1. naar de Lage Heurnseweg (huis 243) nr. 44 te Dinxperloo alwaar Hendrikus winkelier wordt.
Tot die tijd hebben vader Hendrik en zoon Stephanus bij de Teunismolen gewerkt.
De Teunismolen
De Teunismolen gelegen aan de Teunismolenweg (huidig) nr. 4 in de Heurne gemeente Dinxperlo sectie F nr. 1112 (Aalten) is de achtkantige stellingmolen in 1822 gebouwd door Vriesen en Buynink voor het malen van graan.
De huidige naam van de molen, voorheen “De Haan” is ontleend aan de nabij gelegen boerderij “Het Teunishuis”, in de volksmond “Tönnismölle”.
De Nederlandse molendatabase over de geschiedenis van de molen:
Naast de familie Ormel, die de molen liet bouwen en lange tijd in bezit had, moet ook de naam Iding worden genoemd. In April 1858 vestigde Hendrikus Iding zich met zijn vrouw in het molenhuis aan de (tegenwoordige) Teunismolenweg nr. 1 en ging op de Teunismolen werken.
Ook een zoon, Stephanus Iding, heeft later op deze molen gewerkt. De molen is in 1942 en in 1987/1988 gerestaureerd.
Binnenroede: 23,50 m., ijzer, gelast, fabr. Groot-Wesseldijk te Lochem, nummer 20, bouwjaar 1987, met Ten Have-kleppen
Buitenroede: 23,50 m., ijzer, gelast, fabr. Groot-Wesseldijk te Lochem, nummer 19, bouwjaar 1987
As: Gietijzer, fabrikaat, nummer en jaartal onbekend, lengte 5,45 m.
Vang: Vlaamse vang, vangtrommel
Bovenwiel of aswiel: 53 kammen, steek 13,8 cm., ø ?? m.
Kruiwerk: ? houten rollen, kruihaspel
Biotoop: AanvaardbaarLees meer...
Specificaties: Bonkelaar: 26 kammen
Spoorwiel: 75 kammen, steek 11,0 cm.
Steenschijfloop: 24 staven
Overbrengingsverhouding: 1:6,3
Maalstenen: 1 koppel 16er kunststenen
Luiwerk: elektrisch luiwerk
Stellinghoogte: 2,90 m.
RD-coördinaten: 231,832-435,409
GPS-coördinaten: 51°54,11'N 6°30,22'O
Geschiedenis
De molen is in 1942 en in 1987/1988 gerestaureerd.
In 1981 overleed G.J. Heinen, van beroep bakker. Zijn achtergebleven broer H.J. Heinen, van beroep molenaar en schoonvader van de vrijwillige molenaar A. Kraan, verkocht de molen in 1986 aan de gemeente Dinxperloo. Kort daarna startte een ingrijpende restauratie.
Zie de complete reportage over de molen in deze seriehier
In De Heurne; bekend als Het bruggetje bij ter Horst. Op de achtergrond de Meibrink
1883 Juni 1.
Te Arnhem overlijdt de 6 maanden oude Jacob Riksen. Ouders zijn de bierbrouwersknecht Stephanus Riksen en Elisabeth Iding
1884*
Hendrika Johanna Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding (Johanna is de dochter van Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
1884 Ruurlo.
Isaak ten Bosch 47 (zoon van Simon ten Bosch en Rachel Samuels) en zijn vrouw Heintjen Windmuller 43 jaar betrekken het huurhuis (van eigenaar Joseph Windmuller) te Ruurlo met schuur en erf (kad. Sectie B, nr 2077, groot 4 are en 5 ca).
1884 Augustus 31 Lichtenvoorde. Huize ten Bosch Hulshof Wijk B No 217
Te Lichtenvoorde wordt Johann ten Bosch, broer van Oma Iding, geboren uit het huwelijk van Antonius en Johanna ten Bosch Hulshof.
Johannes Lodewijk Antonius ten Bosch (Johann) slager, werd geboren te Lichtenvoorde 31-08-1884. Hij vertrok op14-06-1905 uit Lichtenvoorde naar Ahrweiler Duitsland waar hij twee jaar werkzaam was bij de zusters Ursulinen. In augustus 1907 krijgt Johann een getuigschrift.
Mogelijk van hieruit of in ieder geval later ging hij naar Franrijk .
Hij werd ereburger van een stadje nabij Parijs.
Burgerlijke Stand Lichtenvoorde
Opmerkelijk was dat in de kolom aanmerkingen, met een blauwe balpen was bijgeschreven: 14-10-1967 overleden te 57----Racrange (Fr). Of dat door een ambtenaar van Lichtenvoorde is gedaan of iemand anders die zich in het verleden al eens in ten Bosch heeft verdiept is mij niet duidelijk, aldus Bennie Schilderink.
De 80 jarige Johann ten Bosch, kwam op 28 Augustus 1964 op de motor uit Parijs naar Urmond om het 60 jarig priesterfeest van zijn broer Franciscus Antonius Josephus (Pater Eusebius) bij te wonen. Hij had een tentje bij zich en weigerde in het klooster te slapen. Hij bracht de nacht door in zijn tentje.
In die laatste jaren bezocht de bejaarde Johann samen met zijn chauffeur nog verschillende familieleden in en rond Eindhoven. De chauffeur wist te vertellen dat hij regelmatig met zijn hengel op pad gestuurd werd om verse forellen te vangen voor Johann.
1886* Arnhem.
Hendrika Antonia Riksen wordt geboren uit het huwelijk van Stephanus Riksen en Elisabeth Iding (Elisabeth is de dochter van Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
Datum onbekend Arnhem.
Stephanus Riksen wordt geboren uit het huwelijk van Stephanus Riksen en Elisabeth Iding (dochtervan Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
1886 Oktober 21.
Te Dinxperlo trouwt de 25 jarige te Dinxperlo geboren Ida Iding met de 47 jarige eveneens te Dinxperlo geboren Hendrikus Bernardus Bolwerk, weduwnaar van Geertruida Geurink en van Hendrika Lageschaar.
De ouders van de bruid zijn Hendrik Iding en Aleida van Uum.
De ouders van de bruidegom zijn Hendrik Jan Bolwerk en Johanna Beenen
Datum onbekend Arnhem.
Stephanus Riksen wordt geboren uit het huwelijk van Stephanus Riksen en Elisabeth Iding (dochtervan Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
Stephanus Riksen wordt geboren uit het huwelijk van Stephanus Riksen en Elisabeth Iding (dochter van Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
1886 Oktober 21.
Te Dinxperlo trouwt de 25 jarige te Dinxperlo geboren Ida Iding met de 47 jarige eveneens te Dinxperlo geboren Hendrikus Bernardus Bolwerk, weduwnaar van Geertruida Geurink en van Hendrika Lageschaar.
De ouders van de bruid zijn Hendrik Iding en Aleida van Uum.
De ouders van de bruidegom zijn Hendrik Jan Bolwerk en Johanna Beenen
1888*
Maria Aleida Bolwerk wordt geboren uit het huwelijk van Hendrikus Bernardus Bolwerk en Ida Iding (dochter van Hendrik Iding en Aleida van Uum)
1888 Maart 16.
De 22 jarige molenaar Johannes (zoon van Hendrik Iding en Aleida van Uum) vertrekt naar Bocholt Pruisen.
Opgetekend door MariaHedwig Henrica van der Heijden Iding.
(Hedwig dochter van Johanna Geertruide)
Ieder krijgt zijn deel op aard
Ieder heeft wat hem bezwaard
Ieder hart en ieder huis
Heeft zijn eigen smart en kruis
Het ene kruis is openbaar
Het ander wordt men niet gewaar
Het een is klein het ander groot
’ t Een van hout ’ t ander lood
Deze heeft een enkel kruis
Gene een driedubbel thuis
Maar dít is het wonderbaarst
Ieder vindt ’ t zijn het zwaarst
Ook houdt bij ’ t zijne menigeen
Zijns naasten kruis al was ’ t er geen
En als het mocht en mogelijk waar
Dan ruilden velen met elkaar.
Zag men echter op een rij
Al die kruisen van nabij
Ieder koos voor zich en nam
Waar hij mee ter markte kwam
Van een ander schijnt het kruis u licht
Maar gij bedriegt u in ’ t gewicht
En wie weet of gij verdroegt
Waar nu diens schouder onder zwoegt
Niet aan ieders voorhoofd staat
Hoe het hem van binnen gaat
Dikwerf heeft zo menig hart
Midden onder ’ t lachen smart
Dus dragen wij naar ’ s Heren wil
Steeds met gelatenheid en stil
Gij uwen kruis en ik mijn leed
Wijl God ons beider krachten meet
Het kruis te kiezen naar zijn zin
Heeft voor zeker niet veel in
Alsof men zich ten ene maal
Wil ontslaan van kruis en kwaal
Door zijnen duur drukt ons het kruis
Maar ’ t leidt ons eens naar ’ t Vaderhuis
Het wordt een brug die van het strand
Ons veilig voert naar d’overkant.
Mor dus niet, maar hoe het ga
Denk aan het kruis van Golgotha
En aan, die kruis en kracht
Geeft waar hij het nodig acht
Weest in geluk en tegenspoed
Met al wat God geeft welgemoed
Wat uit de hand der Godheid vliedt
Is weldaad al begrijpt men ’ t niet.
Johanna Geertruide ten Bosch en haar broers Johann en Anton (Antony)
1888 Juni 13. Arnhem
Te Arnhem trouwt de 21 jarige in Rheden geboren Johanna Iding met de 25 jarige in Arnhem geboren Gerrit Brinkenberg. De ouders van de bruid zijn Dirk Iding en Antonia Cornelissen.
1888* Arnhem.
Wilhelmus Antonius Riksen wordt geboren uit het huwelijk van Stephanus Riksen en Elisabeth Iding (dochter van Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
1889*
Jan Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding (dochter van Dirk Iding en Antonia Cornelissen)
1889 April 19.
De 26 jarige Elisabeth Iding, zus van Stephanus (Opa Iding) vertrekt naar Wisch gemeente Varse Veld.
1889 April 19.
De 20 jarige Gerardus (Gerrit) Iding, broer van Stephanus (Opa Iding), inmiddels uit Westervoort terug in De Heurne, vertrekt nu naar Bocholt Pruisen.
1889 Juli 16.
Wilhelmus Antonius Riksen oud 1 jaar overlijdt te Arnhem. Ouders zijn Stephanus Riksen en Elisabeth Iding, dochter van Derk Iding en Antonia Cornelissen.
1890.
Willem III Alexander Paul Frederik Lodewijk koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg overlijdt. Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, de tweede vrouw van Willem III wordt Koningin (Emma) regentes der Nederlanden gedurende de periode dat haar dochter Wilhelmina (troonopvolgster) minderjarig is.
1891 Mei 10.
Te Assen trouwt de 31 jarige in Gieten geboren Kreuntje ten Bosch (halfzusje van Izaak, Kaatje, Salomon en Jacob, kinderen uit het eerste huwelijk met Rachel Samuels) met de 25 jarige in Slochteren geboren Jozef Wolf. De ouders van de bruidegom zijn Samuel Jozef Wolf en Klara Zuidema. De ouders van de bruid zijn Mozes Simon ten Bosch en Schoengen Schoontje Zandman.
Genlias
Huwelijk van Jozef Wolf en Kreuntje ten Bosch
Archieflocatie Drents Archief
Algemeen Toegangnr: 0166.002
Inventarisnr: 1891
Gemeente: Assen
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 24
Datum: 10-05-1891
Bruidegom Jozef Wolf
Geboorteplaats: Slochteren
Bruid Kreuntje ten Bosch
Geboorteplaats: Gieten
Vader bruidegom Samuel Jozef Wolf
Moeder bruidegom Klara Zuidema
Vader bruid Mozes Simon ten Bosch
Moeder bruid Schoontje Zandman
Nadere informatie bruidegom: 25 jaar.; bruid: 31 jaar
Bron; Dutch jewish genealogical data base
Bosch, Kreuntje ten
g. 25 FEB 1860 Gieten, Drenthe, Nederland
o. 1 FEB 1943 Auschwitz
Geslacht: Vrouwelijk
Ouders:
Vader: Bosch, Mozes Simon ten
Moeder: SandmannZandman, Schoengen-Schoontje
Familie:
Huwelijk: 10 MAY 1891 Assen, Drenthe, Nederland
Partner: Wolf, Jozef
g. 18 MAY 1865 Slochteren, Groningen, Nederland
o. 26 SEP 1908 Annen, Anloo
Geslacht: Mannelijk
Ouders:
Vader: Wolf, Samuel Jozef
Moeder: Zuidema, Klara
Kinderen:
Wolf, Samuel Jozef
Wolf, Jeannetta Jacoba
1891 September 13.
In Assen wordt Samuel Jozef Wolf, kleinkind van Mozes Simon ten Bosch en Schoengen Schoontje Sandman, geboren uit het huwelijk van Jozef Wolf en Kreuntje ten Bosch.
De geschiedenis van de Drentse hoofdstad begint eigenlijk pas in 1258, toen er een nieuwe plek gevonden moest worden voor het klooster Maria in Campis, dat als boetedoening in de buurt van Coevorden was gebouwd. Het stond daar in een arm veengebied dat regelmatig ook nog eens onder water liep. Een betere en dus vooral drogere plek voor het Cistercienzer klooster werd gevonden in de marke van Witten, op een plek waar destijds alleen een paar boerderijen stonden. Rondom lagen buurtschappen als Deurze, Witten en Peelo. Van het laatste gaat de bewoningsgeschiedenis terug tot de tijden dat de hunebedden werd gebouwd, maar het ligt nu ingeklemd tussen twee nieuwbouwwijken van Assen.
Klooster
Het klooster werd gebouwd aan wat nu de Brink van Assen is. Op de plaats van het klooster staat nu het Drents Museum, in 1882 gebouwd als provinciehuis. Slechts de Abdijkerk, de singelstructuur rond het vroegere kloosterterrein en wat gedeelten van muren herinneren nog aan het de religieuze start van de stad.
Wapen
En ook het stadswapen, want dat erg lijkt op het aloude zegel van het klooster. Het gemeentewapen van Assen was oorspronkelijk het midden-zegel van de Landschap, maar is in 1807 aan de gemeente als wapen toegekend. Men meende het namelijk voor de provincie (toen departement geheten) niet meer nodig te hebben. Het geeft ook aan hoezeer de stadsgeschiedenis verweven is met die van het provinciaal bestuur. Dat heeft te maken met het feit dat rond 1600 de abdijgoederen werden geseculariseerd. Maria in Campis bestond niet meer, maar de gebouwen nog wel. Door de centrale ligging van Assen en het feit dat het bestuur van wat toen nog 'de Landschap Drenthe' heette een dak boven het hoofd zocht voor bestuur en ambtenaren is Assen zetel geworden van het provinciaal bestuur en daarmee feitelijk ook hoofdstad van de provincie.
Drents Haagje
Van een gemeente Assen was zelfs in kerkelijke zin nog geen sprake. Er was dan wel een Abdijkerk, maar Assen viel kerkelijk en bestuurlijk onder Rolde. In1615 kreeg Assen pas een eigen predikant. In 1807 kreeg Assen een eigen gemeentebestuur. In de jaren daarvoor had het dorp zich al bestuurlijk los gemaakt van de Rolder zeggenschap. In 1795 al stuurde Assen een eigen vertegenwoordiger naar de Landdag. Een gemeentebestuur overigens dat in veel gevallen in de schaduw opereerde van het provinciaal bestuur dat zich altijd prominent in het 'Drentse Haagje' heeft gemanifesteerd. Het gemeentebestuur kwam er ook voornamelijk door toedoen van provinciale bestuurders als gouverneur Petrus Hofstede. Dat was tegelijk degene die Koning Lodewijk Napoleon bij diens toer door Drenthe ertoe bracht om Assen stadsrechten te verlenen, het sterrebos (nu uniek gelegen midden in de stad) over te dragen, geld voor 'Nieuwe Huizen' te leveren en een stadsuitbreidingsplan te laten maken. Aan die tijd dankt Assen ook de veelzeggende bijnaam 'het Herenbolwerk'. Stadsrechten
Assen telt nu bijna 60000 inwoners, maar een stadse omvang kreeg het pas na de Tweede Wereldoorlog. Toch is het al sinds 1809 officieel stad. Na Coevorden werd het toenmalige dorp van zo'n zeshonderd zielen de tweede plaats in Drenthe met stadsrechten, verleend door koning Lodewijk Napoleon, die met het dorp grootse plannen had. Een plan om het tot een echte stad te maken is destijds opgezet, maar helaas voor Assen werd het Koninkrijk Holland in 1810 ingelijfd bij het Frankrijk van Napoleon Bonaparte en kwam er van de plannen bitter weinig terecht.
Als bestuurlijk centrum trok Assen energieke en welgestelde inwoners en daarmee ook initiatieven, die bijdroegen tot een langzaam maar zekere groei van voorzieningen en aanzien. Zoals een krantendrukkerij in 1823, een Latijnse school in 1825, een diligencedienst op Groningen in 1830,een rechtbank in 1840, een eerste aanzet voor een garnizoen in 1852 en een spoorwegstation in 1870. Niet onbelangrijk was ook de Drentse Hoofdvaart die tot aan het hart van het stadje werd doorgetrokken (met aan weerszijden van het water nu de statige herenhuizen van de initiatiefnemers) en het openstellen van het Noord-Willemskanaal in 1861. De belangrijkste monumenten van de stad dateren dan ook uit de negentiende eeuw.
Industrie
Rond de eeuwwisseling begon voor Assen ook de industrie een rol te spelen. Het was op en top een ambtenarenstadje, maar exportslachterij, zuivelfabriek en ijzergieterij doorbraken die eenzijdige ontwikkeling, zodat de groeimogelijkheden breder werden. Rond 1930 kreeg de stad ook een centrumrol voor de gezondheidszorg door onder meer de bouw van een psychiatrisch ziekenhuis.
Groei
Toch telde Assen tot de laatste oorlog niet veel meer dan zo'n 20000 inwoners. De TT had het stadje op de Drentse hei inmiddels bekendgemaakt, maar pas door de aanwijzing als industriekern eind jaren vijftig kwam de vaart erin. De Nederlandse Aardolie Maatschappij vestigde zich in de stad en daarmee was een trend gezet, die sindsdien alleen maar versterkt is. Nu is Assen niet alleen meer bekend om de TT, Bartje en de Drentse Rijwielvierdaagse. Het is ook de snelst groeiende stad van Noord-Nederland, kent de werkgelegenheid in met name de zakelijke dienstverlening een ongekende groei en zijn nieuwe bouwkavels al verdeeld voordat de uitgifte is begonnen. Als spin in het noordelijke autowegennet blijkt de abt van het klooster van Aduard destijds een plek met toekomst te hebben uitgezocht voor de Cistercienzer nonnen.
Te Arnhem trouwt de in Rheden geboren 22 jarige Hendrikus Johannes Iding met de 23 jarige in Nijmegen geboren Jacoba Adriana Strijbos. (wettiging 1 kind) De ouders van de bruidegom zijn Derk Iding en Antonia Cornelissen.
De ouders van de bruid zijn Hendrikus Strijbos en Willemina Petronella Weijers.
1892 Januari 13.
In Westervoort trouwt de 26 jarige in Westervoort geboren Berendina Iding met de 22 jarige in Arnhem geboren warmoezier Albertus Johannes Arnoldus van Maanen. De ouders van de bruidegom zijn de warmoezier Wijnand van Maanen en Geertruida Aleida Wilhelmina Dicker. De ouders van de bruid zijn de tapper Johannes Iding en winkelierster Berendina Kummeling .
1892 April 28.
In Westervoort trouwt de 30 jarige in Westervoort geboren Wilhelmina Iding met de 37 jarige in Duiven geboren landbouwer Paulus Brouwer. De ouders van de bruidegom zijn Theodorus en Johanna Gerarda Rutjes
De ouders van de bruid zijn Johannes Iding en winkelierster Berendina Kummeling
Westervoort Viaduct Stations-Koffiehuis
1892* Arnhem
Te Arnhem wordt Maria Jacoba Iding geboren uit het huwelijk van Hendrik Johannes Iding en Jacoba Adriana Strijbos
(Hendrik Johannes is de zoon van Derk Iding en Antonia Cornelissen)
1893* Dinxperlo
Te Dinxperlo wordt Wilhelmina Maria Bolwerk geboren uit het huwelijk van Ida Idingmet Hendrikus Bernardus Bolwerk. (Ida is de zus van Opa Iding en de dochter van Hendrik Iding en Aleida van Uum)
1893 April 1. Assen
Te Assen wordt Jeanette Jacoba Wolf, kleinkind van Mozes Simon ten Bosch en Schoengen Schoontje Sandman, geboren uit het huwelijk van Jozef Wolf en Kreuntje ten Bosch.
1893*
Ida Berendina Bolwerk wordt geboren uit het huwelijk van Ida Iding (dochter van Hendrik Iding en Aleida van Uum) met Hendrikus Bernardus Bolwerk.
1893*
Cornelia Antonia Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk Iding en Antonia Cornelissen.
1893 November 7. Westervoort
Te Westervoort trouwt de 36 jarige in Westervoort geboren Johanna Iding met de 37 jarige in Lith geboren winkelier Arnoldus Jacobus van Brug. De ouders van de bruidegom zijn de leerlooier Godefridus van Brug en Theodora Barten
De ouders van de bruid zijn de winkelier en winkelierster Johannes Iding en Berendina Kummeling