Het stoelenmattersbedrijf te Utrecht.
Aantal: Ongeveer 15 gezinnen, die zich met rietvlechtwerk voor stoelzittingen en ruggen bezighouden, werden door ons bezocht.
Zij werken voor eenige stoelenfabrikanten. De werkgever levert het riet.
Arbeid van schoolgaande kinderen komt in dit bedrijf nog al eens voor.
Arbeidsduur: De werktijden zijn zeer verschillend. Dikwijls wordt 10 a 12 uur per dag gemat.
Het stoelenmatten wordt meestal voornamelijk door de vrouw of door een volwassen zoon of dochter gedaan, die dan des avonds door den man of den vader geholpen worden.
Loon: Per stoelzitting wordt 10 a 13 cent betaald en voor een stoelrug 6 a 10 cent.
Als arbeidstijd voor het vlechten van een zitting wordt vaak 3 a 4 uur opgegeven en voor het vlechten van een rug 2 a 3 uur,
Het uurloon varieert van 2 tot 6 cent.
Het weekloon is meestal f 2,50 a f 4, maar in enkele gevallen f 5 a f 6.
Bijverdienste: Behalve in een paar gevallen is het stoelenmatten steeds een bijverdienste. De algemeene toestand dezer gezinnen is dan ook niet slecht.
Woning: De woning bevat meestal 2 kamers en een zolder. Het matten geschiedt steeds in de woonkamer, die dikwijls tevens slaapkamer is.
Ijzerindustrie te Nieuwkoop.
Omvang: Een dertigtal smederijen bevinden zich in dit afgelegen dorp, wier eigenaars, meest bijgestaan door eigen kinderen of familieleden, hard mede werken om den kost te verdienen. Enkele grootere bazen houden er vreemd personeel op na.
Organisatie: De smeden bezitten een zekere zelfstandigheid, zoodat de aard van hun bedrijf hierdoor eenigszins afwijkt van dien in andere huisindustrieën. Alle produkten worden op bestelling gemaakt en geleverd aan groote en kleine afnemers. Enkelen zelfs venten hun waren langs de winkels uit.
Arbeidstijd: Deze bedraagt gemiddeld 70 a 72 uur per week, als volgt verdeeld : 's Maandags van 6 tot 8, Dinsdags tot Vrijdag; van 5 tot 8 en Zaterdags van 5 tot 2 of 3 uur in den namiddag. Hier en daar eindigt de werktijd des Zaterdags reeds om 12 uur. Per dag houdt men 2 uur schafttijd.
Loon: De prijzen van het werk zijn laag en de loonen, die aan de helpers werden betaald, eveneens.
Installatie: De inrichting der smederijen is zeer primitief en geheel ingericht voor het maken van vuurwerk. Bankwerk bepaalt zich tot grof werk, plaatwerk komt nergens voor. Boormachines zijn meestal niet aanwezig.
Producten: Deze allen kleinwerk bestaan uit gereedschappen voor het landbouwbedrijf, klein smeedwerk, benoodigd voor het bouwen van huizen en schepen en verder artikelen voor verschillende doeleinden.
Concurrentie: De. Nieuwkoopsche huisarbeiders voeren een sterken strijd tegen de concurrentie uit het buitenland. Te Nieuwkoop zelf is één smid reeds begonnen zich toe te leggen op het machinaal vervaardigen van enkele voorwerpen.
Goud en Zilverindustrie te Schoonhoven.
Karakter: Men kan in dit bedrijf niet spreken van huisindustrie in den gewonen zin des woords. Het is oppervlakkig gezien een kleinbedrijf met zelfstandige patroons, werkend voor iedereen, die bij hun een of ander bestelt. Inderdaad echter zijn het grootste deel dezer zelfstandigen afhankelijk van enkele grossiers in gouden en zilveren werken. Afhankelijk zóó sterk, dat vaak eerst materiaal moet verschaft worden, vóór de gegeven bestelling kan worden uitgevoerd. Zeer zeker heeft men in zoo'n geval met gewone huisindustrie te doen, immers het kenmerkende karakter: het afwentelen van de bedrijfsrisico op de schouders van den arbeider, is hier aanwezig. En ook den meer zelfstandigen wordt op alle mogelijke wijzen met prijsbepalingen, lang op afrekening laten wachten, ongeregeld bestellen enz., duidelijk gemaakt, dat hun onafhankelijkheid meer fictief dan werkelijk is.
Techniek: Na smelting van het materiaal, zilver met rood koper, of goud met zilver en koper wordt het tot platen of draad gegoten. Daarna geplet en dan verwerkt tot draadwerk (Zeeuwsche branche in 't zilver, parures, enz. van cantille in 't goud) of tot glad- of plaatwerk (imitatieantiek, lepelwerk, flacons, monteering van glaswerk, lijfsieraden enz. in 't zilver, lijfsieraden in 't goud). Niet zooals in groote bedrijven, waarvan men er in Schoonhoven ook enkele aantreft, is de arbeidsverdeeling zeer doorgevoerd, maar ieder werkman maakt vrijwel zijn artikel kant en klaar. In den laatsten tijd wordt veel direct werkbaar zilver verkocht, dat veel arbeidstijd van smelten, pletten, enz. uitspaart. Doordat echter vaak een gedeelte van de rekening in oud zilver uitbetaald wordt, kan men er niet altijd gebruik van maken.
Aantal werkplaatsen: Het aantal werkplaatsen is 1130?, terwijl er aan arbeidskrachten ongeveer 500 mannen of jongens in 't bedrijf werkzaam zijn. Op de draadwerkerwinkels is het aantal jongens onevenredig groot, minder is dit het geval op de andere. Dit zit voornamelijk hierin, dat de jongens in 't kleinere draadwerk hetzelfde presteeren als een volwassen knecht en natuurlijk veel minder loon ontvangen. Vrouwenarbeid komt slechts in zeldzame uitzonderingsgevallen voor.
Loonen: Deze zijn zeer afwisselend. Er zijn patroons, die met geregeld f 10 in de week zeer tevreden zijn, er zijn er ook wel, die f 24 en meer verdienen. Het loon der arbeiders bedraagt ±143. 17 c. per uur. Er wordt veel overgewerkt, zoodat het gemiddelde loon van een volwassen arbeider ± f 9 a f 10 zal bedragen. Jongens verdienen al gauw f 1 a f 2.
Arbeidstijd: Deze is gewoonlijk zeer groot. De week wordt op 60 uren gerekend, maar er wordt vaak 12, soms 14 uren per dag gewerkt. Vooral Vrijdags als men goed klaar moet hebben, wordt er op een uur of wat niet gekeken.
Kinderarbeid: Kinderen werken door 't niet aansluiten van Leerplicht- en Arbeidswet vaak al in de werkplaatsen, als zij nog leerplichtig zijn, maar toch den 12-jarigen leeftijd al bereikt hebben. Overigens werken zij ±10 uren per dag. Na afloop daarvan gaan de meesten naar de Teekenschool voor Goud- en Zilversmeden, zoodat van ontspanning al weinig sprake is, daar deze duurt van 7:15 uur tot 9:15 uur 's avonds.
Woningen: De woningtoestanden zijn over 't geheel niet slecht, de werkplaatsen zijn in 't algemeen afzonderlijke, weliswaar kleine, gebouwtjes, die achter de woning zijn geplaatst. De huren wisselen voor de arbeiders af van f 1.25 tot f2.25, voor de patroons van f2.25 tot f 4.00 (Voor de werkplaatsen wordt f 0.50 a f 1 extra huur betaald. De grootere patroons wonen natuurlijk beter.
Gezondheidstoestand: Deze is niet ongunstig te noemen, hoewel een voortdurend zittend leven in een vooral 's winters bedompt werkplaatsje, nu juist niet tot het verkrijgen van een bloeiende gezondheid meewerkt. Tegenwicht wordt hier echter uitgeoefend, doordat het een vaste gewoonte is, in de schafttijd wat rond te wandelen, gevolg waarschijnlijk van de noodzakelijke reactie op het lange zitten.
Ondersteuning bij ziekten: Voor de gezellen is er een ziekenfonds. In de verschillende arbeidscontracten, die na 1 Febr. 1909 gesloten zijn, zijn vrijwel de gunstige bepalingen van 16380? en d uitgeschakeld, wat niet te verwonderen is: waar zou de kleine patroon het van betalen. In de grootere bedrijven is dit dan ook beter.
Zeer zeker zou door samenwerking, waardoor aan de moordende concurrentie een einde kwam, een betere toestand intreden voor de kleine patroons, terwijl velen ook met een goed bezoldigde plaats als arbeider op een fabriek ten zeerste gebaat waren. Voor velen toch is het leven één tredmolen van hard werken en zware zorgen.
Het tabakstrippen in de omstreken van Eindhoven.
Techniek: Anders dan te Wageningen, wordt in de omstreken van Eindhoven alleen binnengoed gestript, d.w.z. de tabak, die voor het binnengoed van de sigaren bestemd is, wordt van de stelen getrokken. Eerst wordt de tabak ingevocht, daarna gestript en dan gedroogd.
Aantal: In Eindhoven zelf wordt bijna niet gestript, maar des te meer in de dorpen in den omtrek; in Stratum b.v. werden gevonden 33, in Bladel 15, in Reuzel 5, in Valkenswaard 34 en in Woensel 55 stripsters. In het geheel wordt in 't zuid-oostelijk deel van Brabant door meer dan 160 personen, in enkele gevallen met hulp van leden van het gezin, gestript.
De toestanden in de Brabantsche tabakstripperij verschillen in menig opzicht van die, welke in Wageningen gevonden worden, in Wageningen b.v. stript na fabrieks- en schooltijd het heele gezin, meestal tot 9 uur 's avonds, in Brabant echter komt deze gezinsarbeid bij het strippen weinig voor. De kinderarbeid heeft geringen omvang.
Vrouwenarbeid: Het tabakstrippen is hier overwegend vrouwenarbeid. In twee derde van het aantal gevallen stripte de vrouw zonder eenige hulp van gezinsleden.
Kinderarbeid: Uit het voorgaande volgt reeds, dat kinderarbeid in de Brabantsche stripperij slechts sporadisch voorkomt, nl. in 10 gevallen. Voorzoover kinderarbeid voorkomt, werken de kinderen veel korter dan te Wageningen, gemiddeld 2 uur per dag. Het betrof meestal kinderen van 11 tot 14 jaar; slechts 3 kinderen van 8 en 9 jaar strippen mee.
Bijverdienste: De stripperij is ook hier overwegend een aanvulling van de lage loonen van man of zoon. Slechts in 14 gevallen was het striploon het eenige inkomen en dat betrof meestal weduwen of oude menschen. In vele gevallen is de man sigarenmaker, (loon f 6 a f 8.)
Bovendien hebben deze lieden, bijna zonder uitzondering, een stukje grond in bewerking.
Loon: Het loon, dat voor 1 pond gestripte tabak betaald wordt, varieert van ? tot 5 cent. Voor Brazieltabak wordt meer betaald dan voor de andere soorten. Het gemiddelde stukloon is ? a 3 cent per pond. De opgaven over den tijd loopen zeer uiteen; door sommigen wordt, evenals te Wageningen, ? a ? uur, door de meesten echter 1/2 a 3/4 uur opgegeven. In verband hiermee varieert ook het uurloon vrij sterk ; ± 8% der stripsters verdienen 2 of 5 cent per uur, 64% 3 of 4 centen 23 a 25 % ? cent of minder. In 7 gevallen werd slechts 2 en in 2 gevallen slechts ? cent per uur verdiend. Het weekloon varieert meestal tusschen 1 en 2 gulden.
Arbeidsduur: Ook de arbeidstijd is zeer verschillend. In 31 gevallen werd 8 uur of langer gearbeid, in 58 gevallen van 5 tot 8 uur en in 49 gevallen minder dan 5 uur. Slechts bij uitzondering komt een arbeidstijd van 10 uur voor.
Woningtoestanden: Er werden betrekkelijk weinig éénkamerwoningen aangetroffen, n.l. 10; verder 72 twee- en 62 driekamerwoningen. Van een afzonderlijke werkplaats was echter nooit sprake, in 90 gevallen werd de werkplaats als woonkamer en keuken gebruikt en in 55 gevallen zelfs als woonkamer, slaapkamer en keuken tegelijk. Als men hierbij bedenkt, dat het tabakstrippen veel stof verspreidt en de tabak een benauwde lucht veroorzaakt, is het duidelijk, dat dit geen gewenschte toestanden zijn. En ook voor de zuiverheid der tabak zijn dergelijke toestanden niet wenschelijk.
Het tabakstrippen te 's Hertogenbosch.
Aantal: Over het strippen in Den Bosch werden van 57 vrouwen en 5 mannen gegevens verkregen.
Kinderarbeid: Het is opmerkelijk, dat, terwijl in Eindhoven bij het tabakstrippen heel weinig kinderarbeid voorkomt, deze te 's Hertogenbosch zeer verbreid is. Ruim 50 kinderen beneden 14 jaar werden uitdrukkelijk als helpers opgegeven, terwijl bij het onderzoek de indruk verkregen werd, dat nog in verscheidene andere gevallen de kinderarbeid uit vrees werd verzwegen. Van die 50 kinderen was de helft nog beneden 10 jaar en het werken van kinderen van 4,5 en 6 jaar is volstrekt geen zeldzaamheid.
Bijverdienste: Het tabakstrippen is bijna steeds een bijverdienste. De man is in de meeste gevallen sigarenmaker, hoewel ook andere beroepen voorkomen. In enkele gevallen betreft het echter weduwen, die alleen met wasschen of als werkster er nog iets bijverdienen. Het bewerken van een stukje grond, dat onder deze arbeiders op het platteland van Brabant zoo algemeen is, komt te 's Hertogenbosch natuurlijk niet voor.
Verhouding tot den werkgever: De werkgever levert de grondstof; wanneer de werksters daaruit niet het overeenstemmende gewicht aan gestripte tabak afleveren, wordt gedurende eenigen tijd geen werk uitgegeven.
Arbeidsduur: Ongeveer ?o stripsters werken van 8 tot 10 uur per dag, 8 werken langer dan 10 uur, maar de meeste werken korter dan 8 uur. Gewoonlijk strippen zij slechts een dag of vier in de week.
De arbeidstijd van de kinderen werd meestal niet opgegeven; gewoonlijk werken zij een paar uur na schooltijd, soms tot 8 of 9 uur des avonds.
Loon: Het stukloon bedraagt 2 a 3 cent per pond. De tijd, noodig voor het strippen van een pond tabak, wordt hier zeer verschillend opgegeven ; soms wordt gezegd 3/4 en 1/2 uur en soms slechts 20 minuten opgegeven. Vandaar is het uurloon zeer verschillend; meestal varieert het van 3 tot 5 cent, maar soms is het meer (6 en 7 c.) en ook soms minder (2 en 3 c.).
Ook het weekloon is natuurlijk zeer verschillend; meestal varieert het tusschen f 1 en f 2.50 voor het strippen.
Woningtoestanden: Deze zijn in Den Bosch niet gunstig. In 17 gevallen bevatte de woning 3 of 4 kamers; in 27 gevallen 2 kamers en in 13 gevallen slechts één vertrek. Meestal is het werkvertrek tevens woonkamer en keuken en in 25 gevallen wordt in het werkvertrek gewoond, gekookt, gegeten en geslapen. Dikwijls wordt de woning beschreven als donker, vochtig en vuil en is vaak in een nauwe steeg gelegen.
Ziekteverzekering: In 16 gevallen werd, in geval van ziekte, uitkeering genoten uit een of ander fonds.
Vakvereeniging: De stripsters zijn bijna nooit lid van een organisatie.
Conclusie: Behalve het lage loon zijn het vooral de kinderarbeid en de slechte woningtoestanden, die den indruk van het strippen in Den Bosch zoo onaangenaam maken. En hoe slechter de woning, hoe meer kinderarbeid. Juist in de donkere, vochtige, steegwoningen van één of twee vertrekken (zulke woningen worden vaak bewoond door gezinnen van 8, 9 of 10 personen) werd de meeste kinderarbeid gevonden.
Een enkel voorbeeld: een vrouw stript 3 dagen in de week 10 a 12 uur per dag. Ze wordt geholpen door 4 kinderen van 4 tot 13 jaar na schooltijd. Haar man is smidsknecht. Het gezin van 8 personen bewoont één kamer in een steegje.
Een ander geval betreft een vrouw, die 4 uur per dag stript en opgaf door 2 kinderen van 8 en 10 jaar na schooltijd 5 uur per dag (5 dagen per week) te worden geholpen. De enquêteur zag echter nog twee kinderen van 6 en 7 jaar strippen. Het gezin van 10 personen bewoont 2 kamers.
Het tabakstrippen te Kampen.
Aantal: Te Kampen werden 70 gezinnen, die zich met strippen bezig houden, bezocht. Het strippen geschiedt voor het grootst deel door vrouwen, die echter dikwijls door den man of door andere gezinsleden geholpen worden; van 35 kinderen beneden 14 jaar werd het meewerken uitdrukkelijk geconstateerd. Vele dezer gezinnen leven in bittere armoede, de grootste helft behoort tot de bedeelden (50 cent a f 1.50 per week). Het zijn dikwijls oude menschen of weduwen met veel kinderen.
Arbeidsduur. De werktijd bedraagt van 22% minder dan 10 uur per dag, van 14% 10 tot 12 uur, van 26% 12 tot 14 uur, van 37% 14 tot 18 uur per dag. Met inleveren gaat dikwijls 5 dagen per week telkens 1 uur verloren. De stripsters werken vaak tot 12 uur des avonds, in enkele gevallen tot diep in den nacht. Dikwijls wordt nagenoeg geen schafttijd genomen. De werktijd der kinderen varieert van 2 tot 5 uur per dag, meestal naschooltijd.
Loon: Het stukloon bedraagt 2 a 3 cent per pond. Het uurloon varieert meestal van 2 tot 3 cent, soms beloopt het iets meer en soms iets minder. Het weekloon varieert meestal tusschen f 1.50 en f 3.
Woning: In nagenoeg de helft der gevallen bevat de woning één kamer en een zolder, in de overige gevallen twee kamers en een zolder. Steeds wordt gestript in de woon- en slaapkamer of keuken, in 32 gevallen was het werkvertrek alles tegelijk.
Het tabakstrippen te Wageningen.
Techniek: Te Wageningen wordt onder strippen iets anders verstaan dan in andere deelen van ons land.
Gewoonlijk wordt alleen het binnengoed gestript, d. w. z. de tabak, die voor het binnengoed der sigaren bestemd is, wordt van de stelen getrokken. De tabak, die te Wageningen gestript wordt, is voor het omblad der sigaren bestemd. Ook deze tabak moet van de stelen worden ontdaan, maar dat vereischt meer zorg, deze tabak mag niet van de stelen getrokken worden, want dan zou het omblad stukgaan. Vandaar vereischt het strippen van een pond tabak te Wageningen meer tijd dan elders. Het omblad moet worden uitgezocht; er wordt iets meer voor betaald. Wat het strippen betreft, neemt Wageningen een uitzonderingspositie in, omdat hier gewerkt wordt voor Engeland. In Engeland bestaat n.l. een invoerrecht op tabak en daarom laat de importeur in Wageningen de stelen, waaraan hij weinig heeft, uit de tabak verwijderen.
Aantal: Het strippen wordt te Wageningen beoefend door ongeveer loonhuis-industrieelen met hun gezinnen, die in dienst staan van een drietal werkgevers.
Loon: In de sigarenfabrieken wordt meestal niet gestript; waar echter op de fabriek wordt gestript is het loon hooger dan in de huisindustrie, n.l. tot 4 cent per pond, terwijl aan de huisarbeiders meestal of 2,? cent, soms 3 of 3,? cent per pond wordt betaald. Voor omblad wordt in het eerste geval ½ c. p. p. meer betaald. Ten hoogste echter komt op de 80 afgeleverde ponden ± 25 pond omblad voor. Hoe laag zoon loon is kan men pas begrijpen, wanneer men weet, dat een pond afgeleverde tabak 1 a ? uur arbeid kost. Bovendien gaan nog 1 a 2 uur verloren met halen en inleveren der tabak.
Bijverdienste: Gewoonlijk levert het tabakstrippen een aanvulling van de meestal zeer schrale verdienste van het hoofd van het gezin. Onder de tabakstrippers werden slechts enkele sigarenmakers aangetroffen, voor wie het meenemen van werk naar huis na afloop van den fabrieksarbeid niet verplicht is. In 16 gevallen betrof het arbeiders van de steenbakkerijen met een weekloon van f6 a f8; overigens de meest verschillende beroepen. In 9 gevallen bleek het strippen de eenige inkomst van het gezin op te leveren, terwijl voor enkele andere gezinnen de hoofdverdienste was, hoewel ook nog als werkster of als straatventer of door 't houden van een snoepwinkeltje iets werd bijverdiend.
Arbeidstijd: Zooals wij reeds zeiden, is het strippen meestal een bijverdienste; de vrouwen strippen den heelen dag tusschen de huishoudelijke bezigheden door; de mannen des avonds na den fabrieksarbeid en de kinderen na schooltijden in de vacanties vaak den heelen dag. Des avonds wordt gewoonlijk tot 9 en soms tot 10 uur gewerkt en een enkelen keer, wanneer het werk af moet, nog later.
Kinderarbeid: Kinderarbeid komt in deze huisindustrie heel vee! voor. Kinderen van 8 tot 12 jaar strippen geregeld mee en in verscheidene gevallen ook kinderen van 6 en 7 jaar, terwijl één keer zelfs een kind van 3 jaar strippende werd aangetroffen. De kinderen werken dikwijls 5 uur per dag, meestal na schooltijd van 4 tot 8 of 9 uur en soms ook nog des morgens vóór schooltijd.
Woning: De woning der tabakstrippers bestaat meestal uit 2 kamers, dikwijls ook uit slechts 1 vertrek en een bergplaats. Het werkvertrek dient dan ook geregeld tegelijk tot slaap en woonkamer of tot alles tegelijk.
Gezondheid: De vraag of het strippen de gezondheid benadeelt, werd door de strippers meestal ontkennend beantwoord. Slechts in enkele gevallen werd geklaagd over de benauwde atmosfeer, die het strippen veroorzaakt en één arbeider schreef daaraan de ziekelijkheid zijner kinderen toe. Ondersteuning bij ziekte genieten de meeste strippers niet. Slechts enkelen zijn lid van een onderling ziektefonds.
Vooral die gezinnen, die alleen van het strippen moeten leven, vertoonen een beeld van ellende. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere arbeiders, (dikwijls losse werklieden), wanneer ze werkeloos zijn. Zoo werd bij de enquête een gezin aangetroffen, bestaande uit man, vrouw en 4 kinderen, welk gezin alleen van het strippen moest leven. De man en de vrouw werkten van half 9 's morgens tot 10 uur des avonds en een enkelen keer ook 's nachts; twee kinderen van 6 en 3 jaar werkten 5 uur. Het gezin leverde 100 pond per week a 3 cent per pond, terwijl voor straf wel eens minder tabak werd gegeven. Geen wonder, dat vraag 40 der vragenlijst beantwoord werd met de woorden veel ziekte onder de kinderen!
Vooral voor de 32 kinderen beneden de 12 jaar, die in Wageningen aan het werk werden gevonden, is dit werk een plaag. Geen vacanties, geen vrije middagen of avonden. De kinderen verfoeien het eentoonige strippen. Om hen tot den grootsten ijver aan te sporen, wordt hun door de ouders een bepaalde taak opgegeven, na afloop waarvan ze mogen gaan spelen. Daar gewoonlijk tot 8 uur of 9 uur 's avonds gestript wordt zal er meestal van dat spelen wel niet veel komen. Het strippen verspreidt veel stof in de kleine woningen. De Wageningsche bevolking heeft een afschuw van het strippen: slechts in den uitersten nood gaan de menschen er toe over de zwijnderij in huis te halen en gaan zij bij een werkgever tabak halen.
|