FAMILIE IDING TEN BOSCH
Foto

Welkom op de weblog van de Familie Iding ten Bosch - deze blog is gestart op 08-04-2005

E-mail de blogbeheerder


Foto

Foto

Foto

Foto



Overzicht
  • Ten huize van de familie Iding Aalten
  • STUDIE MEDISCHE ETHIEK
  • ARBEIDSKREIS SYNAGOGENLANSCHAFTEN
  • Übersetzung Archiv Einzelteile - Holländisch » Deutsch
  • BEELDBANKEN PAGINA DE MOEITE WAARD

    Inhoud blog
  • Behoud van het laatste stukje tastbaar erfgoed van Lichtenvoords-Joods-Christelijke geschiedenis
  • Graf Johanna Hulshof en Antonius Aloysius Maria ten Bosch
  • Gedenkprentje Henrica Francisca Maria van Helvoirt
  • Trouwboekje Gerrit Sanders 2
  • Gerrit Sanders paspoort 1894
  • Trouwboekje Gerrit Sanders 1
  • Wie weet waar
  • Oude techniek en werktuigbouw
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Kreuntje en Rika ten Bosch
  • Assen schuilkelder S.D.
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Kreuntje en Rika ten Bosch
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Samuel Jozef Wolf, Roosje Leezer en Erna Carla Jeanette Wolf
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Samuel Jozef Wolf, Roosje Leezer en Erna Carla Jeanette Wolf
  • Van der Feltzpark no. 3
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Coenraad Nathans Jeanette Jacoba Wolf Karla Sonja Rita Nathans
  • Commandant Juden Durchgangslager, Frau Kampcommandant Westerbork
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Coenraad Nathans Jeanette Jacoba Wolf en Karla Sonja Rita Nathans
  • Assen deportatietrein uit Westerbork
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Carel Samuel Nathans
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Carel Samuel Nathans
  • Westerbork
  • Prins Hendrikstraat 1 te Assen
  • Van der Feltzpark 3
  • Assen Rolderstraat nr. 109
  • Auschwitz akte van overlijden Rika ten Bosch
  • Auschwitz akte van overlijden Kreuntje ten Bosch
  • Auschwitz akte van overlijden Coenraad Nathans
  • Auschwitz akte van overlijden Erna Carla Jeanette Wolf
  • Auschwitz akte van overlijden Jeanette Jacoba Wolf
  • Auschwitz akte van overlijden Karla Sonja Rita Nathans
  • Auschwitz akte van overlijden Samuel Jozef Wolf
  • Auschwitz akte van overlijden Roosje Leezer
  • Auschwitz akte van overlijden Carel Samuel Nathans
  • Auschwitz akte van overlijden Benjamin Leezer
  • Westerbork akte van overlijden Abraham Cohen
  • Gedenksteen Asser joden
  • Grafsteen Salomon Cohen, echtgenoot van Heintjen ten Bosch
  • Begraafplaats: Marie Antonette Jacoba Iding J.C. Schweig M.M.J. Schweig
  • Begraafplaats: Louisa H. Brinkenberg - Antonia Iding
  • Grafsteen van Jacob Cohen, echtgenoot van Mathilda Johanna ten Bosch
  • Bidprentje Zuster Maria Modesta - Maria ten Bosch
  • Frans ten Bosch bidprentje
  • Bidprentje Gerardus Iding
  • Antonius Aloysius Maria ten Bosch bidprentje
  • Johanna Hulshof Bidprentje
  • Henri Iding Overlijdensbericht.
  • Arnoldus Maandonks Bidprentje Overlijdensbericht.
  • FAMILIE IDING TEN BOSCH
  • Huisindustrie *
  • Huisindustrie **
  • Huisindustrie ***
  • Huisindustrie ****
  • Industrie - Beroepen *
  • Industrie - Beroepen **
  • Twentsche Banketfabriek Enschede ***
  • Industie - Beroepen ****
  • Industrie - Beroepen *****
  • Beroepen - Industrie ******
  • Oude Beroepen
  • A. Over namen en bloedverwanten
  • B. Toelichting gegevens en het woongebied
  • C. Hoeve Ydink, Wehl, Varsseveld Trouwboek en Archief, Idink, Transcriptie, Fiscale Procesdossiers
  • D. Wisch in vogelvlucht - De vestiging van joden in Nederland Groenlo en Lichtenvoorde - Izak en Jödde Ten Bosch
  • E. De joodse begraafplaats - De joden in de oorlogsjaren
  • Familie historie en cultuur 1
  • Familie historie en cultuur 2
  • Familie historie en cultuur 3
  • Familie historie en cultuur 4
  • Familie historie en cultuur 5
  • Familie historie en cultuur 6
  • Familie historie en cultuur 7
  • Familie historie en cultuur 8
  • Familie historie en cultuur 9
  • Familie historie en cultuur 10
  • Familie historie en cultuur 11
  • Familie historie en cultuur 12
  • Familie historie en cultuur 13
  • Familie historie en cultuur 14 - Stephanus Henricus Iding 1858 - 1930
  • Familie historie en cultuur 15
  • Familie historie en cultuur 16
  • Familie historie en cultuur 17
  • Familie historie en cultuur 18
  • Familie historie en cultuur 19
  • Familie historie en cultuur 20
  • Familie historie en cultuur 21
  • Familie historie en cultuur 22
  • Familie historie en cultuur 23
  • Familie historie en cultuur 24
  • Familie historie en cultuur 25
  • Familie historie en cultuur 26
  • Familie historie en cultuur 27
  • Familie historie en cultuur 28
  • Familie historie en cultuur 29
  • Familie historie en cultuur 30
  • Familie historie en cultuur 31
  • Familie historie en cultuur 32
  • Familie historie en cultuur 33
  • Familie historie en cultuur 34
  • Familie historie en cultuur 35
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland: Voorwoord
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland: Inhoud
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 1.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 2.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 3.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 4.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 5.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 6.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 7.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 8.
  • link
  • Televisie 12 Oktober 2006 VPRO/NPS geschiedenis
  • Andere Tijden, 12 Oktober 2006
  • Heymans
  • Afbeelding Stephanus Henricus Iding is zijn nieuwe wanten vergeten
  • Foto Ten huize van de Familie Iding Aalten
  • Foto Johanna Maria Aleida Josepha Iding en Arnoldus Maandonks
  • Foto Aleida Maria Johanna Iding 04-05-1930 Bladel
  • Foto Gerrit Iding
  • Foto Heinrich Anton Johan (Hent) Iding
  • Foto Leonardus Bernardus Franciscus Iding
  • Foto Franciscus Antonius Stephanus Iding
  • Foto Johan Gerhard Lambert Iding
  • Foto Johanna Maria Aleida Josepha Iding
  • Foto 1926 schoolfoto Hapert
  • Foto 1939 Meerveldhoven. Distributie
  • Schoolfoto 1920 Oktober 13 Hapert
  • Foto Groot Zundert St. Anna pensionaat 7e klas
  • Foto Groepsfoto verpleegsters te Leuven
  • Hapert - Het genootschap der H. Kindsheid
  • Afbeelding Rijbewijs 1928 Augustus 20. Maria Hedwig Henrica (Hedwig)
  • Foto Groot Zundert St. Anna pensionaat Uitvoering.
  • Foto Groot Zundert St. Anna pensionaat 1926-1927
  • Foto Elisabeth en Maria Hedwig Iding met auto
  • Foto Pater Dhoye 1931 Allerzielen
  • Foto De Hapertse voetbalvereniging 1934
  • Foto Naar Meerveldhoven
  • Hapert zoals het toen was
  • Sus Maandonks
  • Leuven Elisabeth Maria Antonia Iding verpleegster
  • Leuven groepsfoto verpleegsters
  • Adele Jacoba Maria verpleegster
  • Leuven Adele Jacoba Maria verpleegster met patiënt
  • Leuven verpleegzaal Elisabeth Maria Antonia Iding
  • Elisabeth Maria Antonia Iding in Knokke
  • Boerenhoeve op Hiddink bij Varsseveld - Hiddinkbrug
  • Foto Aalten Hoogestraat
  • Foto Aalten landstraat
  • Foto Dinxperlo het Geerhuis
  • Foto Bladel, De kazerne van de Koninklijke Marchaussee
  • Foto Varsseveld molen
  • Foto Groet uit Dinxperlo
  • Foto Rheden Dorpstraat
  • Foto De Tram 3 Juni 1937 Hapert
  • Foto Groeten uit Hapert
  • Foto Hut op de Veluwe
  • Foto Idink Bos
  • Foto Lichtenvoorde Rentenierstraat
  • Foto de Lage Heurnseweg
  • Holland Cards
  • Oude gewassen
  • Spurrie
  • Stoomtrams in Oost Gelderland
  • Reclame arsenaal
  • Spelt
  • De Graafschap in de middeleeuwen
  • Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu: wat unbidan we nu
  • Op de Boerderij te Schagen
  • De eerste Nederlandse postzegel
  • Geldmuseum
  • Duizend jaar in de kleren
  • Volkstellingen 1795-1971
  • Brummel's commentaar
  • Historie van het licht
  • Klompen
  • Vervoer - de fiets
  • Neem een kijkje bij bodemvondsten
  • De Waterput van Wehl - Diepenbroek
  • Neem een kijkje bij
  • 1942 - 1944 Gedeporteerd ten Bosch
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Studie: Medische Ethiek
  • Ernst Klee
  • 1939 Duitsland. Augustus 18
  • 1939 Duitsland
  • 1938 Duitsland
  • 1937 Duitsland
  • 1933 Duitsland
  • Een voorbode van donkere tijden
  • Foto - Hedwig ten Bosch Schäpers
  • Foto vliegtuig - Franciscus Antonius Josephus ten Bosch
  • Foto Julia Hendrika Maria Margaretha Iding vliegt
  • Foto Aleida Iding
  • Foto Johanna Maria Hendrika ten Bosch
  • Slagersreclame
  • Afbeelding Getuigschrift Johann ten Bosch

    Familie Iding ten Bosch - Varsseveld - Heurne - Huissen - Westervoort - Lichtenvoorde
    03-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 23

     

     

     


    1900 Assen “De Vaart”

    De geschiedenis van Assen in kort bestek

     

    De geschiedenis van de Drentse hoofdstad begint eigenlijk pas in 1258, toen er een nieuwe plek gevonden moest worden voor het klooster Maria in Campis, dat als boetedoening in de buurt van Coevorden was gebouwd. Het stond daar in een arm veengebied dat regelmatig ook nog eens onder water liep. Een betere en dus vooral drogere plek voor het Cistercienzer klooster werd gevonden in de marke van Witten, op een plek waar destijds alleen een paar boerderijen stonden. Rondom lagen buurtschappen als Deurze, Witten en Peelo. Van het laatste gaat de bewoningsgeschiedenis terug tot de tijden dat de hunebedden werd gebouwd, maar het ligt nu ingeklemd tussen twee nieuwbouwwijken van Assen.

     

    Klooster

     

    Het klooster werd gebouwd aan wat nu de Brink van Assen is. Op de plaats van het klooster staat nu het Drents Museum, in 1882 gebouwd als provinciehuis. Slechts de Abdijkerk, de singelstructuur rond het vroegere kloosterterrein en wat gedeelten van muren herinneren nog aan het de religieuze start van de stad.

     

    Wapen

     

    En ook het stadswapen, want dat erg lijkt op het aloude zegel van het klooster. Het gemeentewapen van Assen was oorspronkelijk het midden-zegel van de Landschap, maar is in 1807 aan de gemeente als wapen toegekend. Men meende het namelijk voor de provincie (toen departement geheten) niet meer nodig te hebben. Het geeft ook aan hoezeer de stadsgeschiedenis verweven is met die van het provinciaal bestuur. Dat heeft te maken met het feit dat rond 1600 de abdijgoederen werden geseculariseerd. Maria in Campis bestond niet meer, maar de gebouwen nog wel. Door de centrale ligging van Assen en het feit dat het bestuur van wat toen nog 'de Landschap Drenthe' heette een dak boven het hoofd zocht voor bestuur en ambtenaren is Assen zetel geworden van het provinciaal bestuur en daarmee feitelijk ook hoofdstad van de provincie.

     

    Drents Haagje

     

    Van een gemeente Assen was zelfs in kerkelijke zin nog geen sprake. Er was dan wel een Abdijkerk, maar Assen viel kerkelijk en bestuurlijk onder Rolde. In  1615 kreeg Assen pas een eigen predikant. In 1807 kreeg Assen een eigen gemeentebestuur. In de jaren daarvoor had het dorp zich al bestuurlijk los gemaakt van de Rolder zeggenschap. In 1795 al stuurde Assen een eigen vertegenwoordiger naar de Landdag. Een gemeentebestuur overigens dat in veel gevallen in de schaduw opereerde van het provinciaal bestuur dat zich altijd prominent in het 'Drentse Haagje' heeft gemanifesteerd. Het gemeentebestuur kwam er ook voornamelijk door toedoen van provinciale bestuurders als gouverneur Petrus Hofstede. Dat was tegelijk degene die Koning Lodewijk Napoleon bij diens toer door Drenthe ertoe bracht om Assen stadsrechten te verlenen, het sterrebos (nu uniek gelegen midden in de stad) over te dragen, geld voor 'Nieuwe Huizen' te leveren en een stadsuitbreidingsplan te laten maken. Aan die tijd dankt Assen ook de veelzeggende bijnaam 'het Herenbolwerk'. Stadsrechten

     

    Assen telt nu bijna 60000 inwoners, maar een stadse omvang kreeg het pas na de Tweede Wereldoorlog. Toch is het al sinds 1809 officieel stad. Na Coevorden werd het toenmalige dorp van zo'n zeshonderd zielen de tweede plaats in Drenthe met stadsrechten, verleend door koning Lodewijk Napoleon, die met het dorp grootse plannen had. Een plan om het tot een echte stad te maken is destijds opgezet, maar helaas voor Assen werd het Koninkrijk Holland in 1810 ingelijfd bij het Frankrijk van Napoleon Bonaparte en kwam er van de plannen bitter weinig terecht.

     

    Als bestuurlijk centrum trok Assen energieke en welgestelde inwoners en daarmee ook initiatieven, die bijdroegen tot een langzaam maar zekere groei van voorzieningen en aanzien. Zoals een krantendrukkerij in 1823, een Latijnse school in 1825, een diligencedienst op Groningen in 1830,  een rechtbank in 1840, een eerste aanzet voor een garnizoen in 1852 en een spoorwegstation in 1870. Niet onbelangrijk was ook de Drentse Hoofdvaart die tot aan het hart van het stadje werd doorgetrokken (met aan weerszijden van het water nu de statige herenhuizen van de initiatiefnemers) en het openstellen van het Noord-Willemskanaal in 1861. De belangrijkste monumenten van de stad dateren dan ook uit de negentiende eeuw.

     

    Industrie

     

    Rond de eeuwwisseling begon voor Assen ook de industrie een rol te spelen. Het was op en top een ambtenarenstadje, maar exportslachterij, zuivelfabriek en ijzergieterij doorbraken die eenzijdige ontwikkeling, zodat de groeimogelijkheden breder werden. Rond 1930 kreeg de stad ook een centrumrol voor de gezondheidszorg door onder meer de bouw van een psychiatrisch ziekenhuis.

     

    Groei

     

    Toch telde Assen tot de laatste oorlog niet veel meer dan zo'n 20000 inwoners. De TT had het stadje op de Drentse hei inmiddels bekendgemaakt, maar pas door de aanwijzing als industriekern eind jaren vijftig kwam de vaart erin. De Nederlandse Aardolie Maatschappij vestigde zich in de stad en daarmee was een trend gezet, die sindsdien alleen maar versterkt is. Nu is Assen niet alleen meer bekend om de TT, Bartje en de Drentse Rijwielvierdaagse. Het is ook de snelst groeiende stad van Noord-Nederland, kent de werkgelegenheid in met name de zakelijke dienstverlening een ongekende groei en zijn nieuwe bouwkavels al verdeeld voordat de uitgifte is begonnen. Als spin in het noordelijke autowegennet blijkt de abt van het klooster van Aduard destijds een plek met toekomst te hebben uitgezocht voor de Cistercienzer nonnen.

     

     



    1903 Assen “Marktstraat

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur i
    02-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 24

    1891 September 9.

     

    Te Arnhem trouwt de in Rheden geboren 22 jarige Hendrikus Johannes Iding met de 23 jarige in Nijmegen geboren Jacoba Adriana Strijbos. (wettiging 1 kind) De ouders van de bruidegom zijn Derk Iding en Antonia Cornelissen.

    De ouders van de bruid zijn Hendrikus Strijbos en Willemina Petronella Weijers.

     

    1892 Januari 13.

     

    In Westervoort trouwt de 26 jarige in Westervoort geboren Berendina Iding met de 22 jarige in Arnhem geboren warmoezier Albertus Johannes Arnoldus van Maanen. De ouders van de bruidegom zijn de warmoezier Wijnand van Maanen en Geertruida Aleida Wilhelmina Dicker. De ouders van de bruid zijn de tapper Johannes Iding en winkelierster Berendina Kummeling .

     

    1892 April 28.

     

    In Westervoort trouwt de 30 jarige in Westervoort geboren Wilhelmina Iding met de 37 jarige in Duiven geboren landbouwer Paulus Brouwer. De ouders van de bruidegom zijn Theodorus en Johanna Gerarda Rutjes

    De ouders van de bruid zijn Johannes Iding en winkelierster Berendina Kummeling

     

     

     

    Westervoort Viaduct Stations-Koffiehuis

     

    1892* Arnhem

     

    Te Arnhem wordt Maria Jacoba Iding geboren uit het huwelijk van Hendrik Johannes Iding en Jacoba Adriana Strijbos

    (Hendrik Johannes is de zoon van Derk Iding en Antonia Cornelissen)

     

    1893* Dinxperlo

     

    Te Dinxperlo wordt Wilhelmina Maria Bolwerk geboren uit het huwelijk van Ida Iding  met Hendrikus Bernardus Bolwerk. (Ida is de zus van Opa Iding en de dochter van Hendrik Iding en Aleida van Uum)

     

    1893 April 1. Assen

     

    Te Assen wordt Jeanette Jacoba Wolf, kleinkind van Mozes Simon ten Bosch en Schoengen Schoontje Sandman, geboren uit het huwelijk van Jozef Wolf en Kreuntje ten Bosch.

     

    1893*

     

    Ida Berendina Bolwerk wordt geboren uit het huwelijk van Ida Iding (dochter van Hendrik Iding en Aleida van Uum) met Hendrikus Bernardus Bolwerk.

     

    1893*

    Cornelia Antonia Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk Iding en Antonia Cornelissen.

     

    1893 November 7. Westervoort

     

    Te Westervoort trouwt de 36 jarige in Westervoort geboren Johanna Iding met de 37 jarige in Lith geboren winkelier Arnoldus Jacobus van Brug. De ouders van de bruidegom zijn de leerlooier Godefridus van Brug en Theodora Barten

    De ouders van de bruid zijn de winkelier en winkelierster Johannes Iding en Berendina Kummeling

     



    Arnhem

     

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur i
    01-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 25

     

     

    Geschiedenis

     

    De 17e eeuw kon voor Arnhem niet beter beginnen dan met de aanleg van de schipbrug in 1602. De stad was nu beter bereikbaar voor de boeren uit de Betuwe en voor de kooplieden uit Nijmegen. Om de laatste handelscontacten nog verder uit te breiden werd een trekvaart tussen Arnhem en Nijmegen gegraven: de Grift.

    De stad bloeide als nooit tevoren. De oorlogshandelingen van de Tachtigjarige Oorlog werden minder en twee jaar na de Vrede van Münster vond Arnhems welvaren haar bekroning in de bouw van een achthoekige “lantaarn” (stenen opbouw) op de toren van de Grote Kerk.

    Met de kunsten maakte Arnhem niet zo’n bloei door als het gewest Holland, maar de landschappen van Joris van der Haagen, in de stijl van Rembrandt, werden ook buiten de gemeentegrenzen graag gezien. Joris van der Haagen woonde in Den Haag, maar had zijn jeugd in Arnhem doorgebracht en keerde daar ook regelmatig terug om schilderijen en tekeningen te maken.

     

    De stad werd ook in de eerste helft van de 17e eeuw geteisterd door een hevige stadsbrand in 1633. Drie jaar later liet ‘de zwarte dood’, de pest, de stad niet ongemoeid. In 1666 werd de stad voor het laatst door deze ziekte getroffen.

    De grootste ramp voltrok zich in het rampjaar 1672. Het leger van Lodewijk de Veertiende, de Zonnekoning, met generaal Turenne aan het hoofd belegerde de stad twee dagen alvorens deze in te nemen. De Franse bezetting zou twee jaar duren en in die tijd moest Arnhem hen kost en inwoning verschaffen. Bij hun vertrek eisten de soldaten een groot geldbedrag onder de bedreiging anders de stad te plunderen. Het duurde jaren voordat de stad dit bedrag kon betalen. Pas in 1690 konden weer investeringen in de stad zelf worden gedaan.

     

    Arnhem in de achttiende eeuw

    De achttiende eeuw wordt in de geschiedenisboekjes over Arnhem bijna overgeslagen. Een uitzondering wordt gemaakt over de machtsstrijd tussen regenten en patriotten, uitmondend in de Franse bezetting in het jaar 1795. Die gebeurtenissen worden op een andere plek binnen deze “Arneym-site” beschreven.

    Wij beperken ons ook hier tot enkele opzienbarende gebeurtenissen:

    In 1735 werd de heerlijkheid Westervoort en het daarbijbehorende veer over de IJssel aangekocht.

    In 1737 stond de Grote Eusebiuskerk, na een blikseminslag, weer in de brand. Omdat men geloofde dat een brand door blikseminslag met melk i.p.v. met water gedoofd moest worden, gebruikte men 640 kannen melk voor het bluswerk.

    De macht van bestuur en handel kreeg gestalte in de bouw van een nieuw Waaggebouw op de Markt.

    In 1772 verkreeg de stad het aan de overzijde van de Rijn gelegen Meynerswijk. Daar op de ‘Paaschweide’ werd altijd (tot 1877) de kermis gevierd.

    In de binnenstad, en vooral in Bakkerstraat, verschenen grote patriciërshuizen in barok en rococostijl.

    Van de stadsmuren bevrijd

    In 1808 wist Arnhem in het bezit te komen van de buitenwerken rondom de stadsmuren. Na een gedeeltelijke sloop, werd de stad in 1812 weer geheel versterkt. Tevergeefs, zoals we gezien hebben, want het Duits-Russische bombardement en daaropvolgende bestorming in 1813 sloegen grote gaten in de middeleeuwse verdedigingswerken.

    Nadat Arnhem in 1817 officieel de hoofdstad van Gelderland was geworden, kreeg het in hetzelfde jaar van Koning Willem 1 toestemming om de buitenwerken te veranderen in bolwerkplantsoenen. Daar bleef het niet bij. Kregen de meeste steden pas bij de Vestingwet van 1874 de gelegenheid om hun stadsmuren te slopen, Arnhem mocht dat al in 1829. In twintig jaar tijd werden de oude stadsmuren met de grond gelijk gemaakt. Het puin werd gebruikt om de stadsgracht, de singels, te dempen. De bolwerkplantsoenen verdwenen hierbij. Met het verdwijnen van de stadsmuur stond de stad nu direct in verbinding met de natuur. Rijke mensen uit het westen van het land werden door de ligging van Arnhem aangetrokken. Grote villa’s verrezen langs het Nieuwe Plein. Daarnaast trokken andere grote projecten veel arbeiders aan, zoals de bouw van Musis Sacrum in 1847.

    Een ander groot bouwproject scheidde Arnhem weer af van de natuur. In 1845 was de treinverbinding met Utrecht-Amsterdam, de Rhijnspoorweg, in gebruik genomen. Daarvvor moest aan de westkant van de stad in het fraaie landschap zowel een spoordijk (Mariëndaal) worden gebouwd als een kloof (Heijenoord, Lombok) worden gegraven. De verlenging van deze lijn naar Zevenaar en Emmerik gebeurde, tegen de zin van het gemeentebestuur – langs de noordkant van de stad. Om de spoorlijn de hoogteverschillen langs de rand van de Veluwezoom te laten overbruggen, moest opnieuw spoordijk worden aangelegd, maar nu dwars door de stad. Met het gereedkomen van de spoorlijn in 1856 verdween het zo fraaie uitzicht van de villa’s langs de Jans- en Eusebiussingels.

    Een tweede teleurstelling was de route van de spoorlijn naar Nijmegen. Niet langs de haven en Elden, zoals de wens van de Arnhemse bestuurders was, maar via Oosterbeek

     

    De grote doorbraak: de uitbreiding na 1853

    De grote bouwprojecten in en om Arnhem trokken veel arbeiders aan, die in zeer slechte huizen hun onderdak vonden. Het gemeentebestuur richtte haar aandacht vooral op het aantrekken van nog meer welgestelden. In 1853 presenteerde stadsarchitect H.J. Heuvelink een nieuw uitbreidingsplan waardoor de laatste vestingwerken verdwenen en villabouw langs de singels en de uitvalswegen (Utrechtseweg, Velperweg, Amsterdamseweg) mogelijk werd gemaakt. In de tweede plaats werden de ergste arbeiderssloppenwijken opgeruimd en werden nieuwe arbeiderswijken (Klarendal, Weerdjes, Ruiterstraat, Rietbeek), uit het zicht, achter de villa’s en de spoordijk gepland. De toestand van de arbeiders bleef erbarmelijk en enkele cholera-epidemieën (1853, 1859, 1866) maakten veel slachtoffers.

    Nog twintig jaar groeide Arnhem in bevolking en huizenbouw onstuimig. Daarna was het afgelopen. Arnhem raakte als woonstad uit de mode, andere steden (Nijmegen) sloopten ook hun stadswallen trokken de welgestelden aan. Dit verergerde door de suikercrisis van 1884/85 waardoor nog minder gepensioneerde oud-Indië-gangers hun weg naar Arnhem vonden. De belangrijkste reden voor de teruggang was dat het gemeentebestuur vast hield aan haar oude beleid van bevoordeling van de rijke bovenlaag en geen initiatieven ontplooide om industrie en nijverheid naar Arnhem te halen.

    Door de aankoop van de landgoederen Klarenbeek (1886) en Sonsbeek (1899) verzekerde het gemeentebestuur Arnhem van een ‘groen’ imago

     

    De nieuwe eeuw in

    Met de woningwet van 1901werd Arnhem verplicht om de huizenbouw weer ter hand te nemen. Directeur W.F.C. Schaap van Gemeentewerken ontwierp in 1904 een nieuwe uitbreidingspan, waardoor wijken als de Burgemeesterswijk, het Ettypark (rond het voormalige Diaconessenziekenhuis), de Mussenbuurt, het Verschuerplein, het Goeman Borgesiusplein en het Talmaplein ontstonden. Alle bebouwing richtte zich nog op de noord- en oostzijde van Arnhem.

    De werkgelegenheid in industrialisatie en dienstverlening van Arnhem bleef ver achter bij die van andere Nederlandse steden. Dat alles veranderde in 1911 als dr. J.C. Hartogs langs de Vosdijk de NV Nederlandsche Kunstzijdefabriek (ENKA) bouwde. In hetzelfde jaar kwam het hoofdgebouw van de Nederlandse Heidemaatschappij naar Arnhem (Apeldoornseweg). Met de bouw van een nieuw groot veilinggebouw en het rijden van de eerste elektrische trams betekende 1911 een ommekeer voor de stad


     

    1914 Arnhem Stationsplein

     

    1894 Januari 11. Elst

     

    In Elst trouwt de 40 jarige in Westervoort geboren broodbakker Hendrikus Iding met de 29 jarige in Elst geboren Antonia Christina Baltussen. De ouders van de bruidegom zijn winkelier Johannes Iding en Berdiena Kummeling

    De ouders van de  bruid zijn Ari¿n Baltussen en Maria Theresia Huisman

     

    1894 December 31. Arnhem

     

    Te Arnhem overlijdt Theodorus Johannes Iding, kleinzoon van Derk Iding en Antonia Cornelissen.

    Vader is Hendrik Johannes Iding. Moeder is Jacoba Adriana Strijbos.

     

    1894 Mei 26. Arnhem

     

    Te Arnhem overlijdt Maria Jacoba Iding, kleindochter van Derk Iding en Antonia Cornelissen op 2 jarige leeftijd. Vader is Hendrik Johannes Iding. Moeder is Jacoba Adriana Strijbos

     

    1894 November 20. Westervoort

     

    Te Westervoort trouwt de 27 jarige in Westervoort geboren Helena Iding met de 38 jarige in Huissen geboren landbouwer Fredericus Jansen.

    De ouders van de bruidegom zijn de landbouwer Gijsbertus Jansen en Anna Vermeulen

    De ouders van de bruid zijn de winkelier en winkelierster Jan Iding en Berendina Kummeling

     

    1894 November 21. Arnhem

    Te Arnhem trouwt de 26 jarige

    landbouwer Andries Sanders met de 34 jarige in Arnhem geboren Johanna Jacoba Mulder. Ouders van de bruidegom zijn arbeider Willem Sanders en Jacoba Iding. Ouders van de bruid zijn de kantoorbediende Evert Reinier Mulder en Elisabetha M¿hn

     

    1895 Januari 29. Vorden

     

    Te Vorden in het sterfhuis (wijk A, nr. 146) maakt de plaatselijke notaris in aanwezigheid van de erfgenamen een beschrijving van de inventaris en roerende goederen van Joseph Windmuller, die op 23 december 1894 was overleden. Bij de activa vermeld hij het door Izaak ten Bosch verschuldigde huurbedrag van  f  61,98 over het jaar 1894. De huurvordering betreft het huis met schuur en erf te Ruurlo (kad. Sectie B, nr. 2077, groot 4 are en ca.) Izaak ten Bosch woonde er al sinds 1884.

     

    1895 April 4 Arnhem.

     

    Naamloos Iding (mannelijk) wordt levenloos geboren. Ouders zijn Hendrik Johannes Iding en Jacoba Adriana Strijbos.

     

    1895 April 13.

     

    Korenmolenaar Johannes Iding 29 jr, zoon van Hendrik Iding en Aleida van Uum, vertrekt van Bocholt Pruisen naar Noord Amerika.

     

    1895 Oktober 17. Wish

     

    Te Wish trouwt de 37 jarige in Ruurlo geboren koopman Sallie ten Bosch met de in Wish geboren eveneens 37 jarige Sophie Schnitseler. De ouders van de bruidegom zijn koopman Isaak ten Bosch. en Heintjen Windmuller.

    De ouders van de bruid zijn koopman Godert Schnitseler en Willemiena Gans .

     

    1895 November 27.

     

    Stephanus Henricus Iding (Opa Iding) bijna 37 jr. voerman van beroep, vertrekt naar Bocholt Pruisen en vestigt zich als slager. Stephanus Henricus hier nog te boek als voerman, wordt kort daarop molenaar te Aalten.

     

    Naar de overlevering werd Johanna Gertruide ten Bosch uitgehuwd aan Stephanus Henricus Iding. Op een dag verschijnt ten huize ten Bosch een grote forse man met een hoed op. Enkele dochters moeten een dansje voor hem maken. Wat zij niet weten is dat de man een van hen tot zijn vrouw zal kiezen.

     

    BIEJ DEN HEKKENPOS

    Op ‘n ofgelaegen heuksken

    -zo’n endjen van ‘t pad-

    Daor hebt zich twee geleefden

    ‘s Efkes neer-ezat.

     

    Daor steet ‘t scheve hekke

    An de kante tegen den wal

    En de opgedreugde pöste

    Bunt däöneg in verval.

     

    Nog kroelt daor brummeltekke,

    Klimop en barkenries,

    En hef ‘t sleetjeshekke

    Een donzen kleed van gries.

     

    Daor heur iej veugele fluiten,

    ‘t Gezoem um ‘n hekkenpos,

    En ‘t fluusteren van de blaekes,

    Dee aait langs ‘t zachte mos.

     

    Daorbiej dan heim’lek hekke

    Is ‘t alle jaor fees,

    Op zundag, duur de wekke,

    A’j ‘t heuksken no maor weet.

     

    Dan ku’j ze daor zeen zitten,

    Dee twee van altied weer,

    Dee twee oet vrogger dage:

    Iej zeet daor oewzelvers weer!

     

    Uut: G. Odink: Daor veul’n ik mien a’lene.

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur j
    30-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 26

    1896 April 22. Winterswijk

     

    In Winterswijk trouwt de 27 jarige in Dinxperlo geboren slager Gerrit Iding met de 44 jarige in Groenlo geboren weduwe van Johannes Theodorus Balink, Jacoba Grada Aleida Reirink.

    Ouders van de bruidegom zijn korenmolenaar en kastelein Hendrik Iding en Aleida van Uum.

    Ouders van de bruid zijn landbouwer Gerardus Johannes Reirink en Johanna Gerharda Florijn.

     

    1897 Januari 30. Arnhem

     

    Te Arnhem overlijdt de 4 jarige Cornelia Antonia Brinkenberg. Kind van Jan Brinkenberg en Johanna Iding. (Johanna is de dochter van  Derk Iding en Antonia Cornelissen).

     

    1897* Arnhem

     

    Te Arnhem wordt Bernhard Jozef Iding geboren uit het huwelijk van Hendrikus Johannes Iding (zoon van Derk Iding en Antonia Cornelissen) en Jacoba Adriana Strijbos.

     

    1897 Mei 6 Lichtenvoorde

     

    1897 Mei 6. Te Lichtenvoorde trouwt de de fors gebouwde 38 jarige in Dinxperlo geboren koopman molenaar Stephanus Henricus Iding met de

    24 jarige in Lichtenvoorde geboren Johanna Geertruida Maria ten Bosch.

    Ouders van de bruidegom zijn de molenaar koopman Hendrikus Iding en Aleida van Uum

    Ouders van de bruid zijn koopman Antonius Aloijsius Maria ten Bosch en landbouwster Johanna Hulshof.

    Uit dit huwelijk de twaalf kinderen Iding ten Bosch worden geboren. Tien van deze twaalf zullen nakomelingen krijgen. De leeftijdsverschillen in het nageslacht van deze tien kinderen Iding ten Bosch leiden er toe dat de kinderen van het oudste nageslacht Iding ten Bosch ouder zullen zijn dan het jongste geslacht Iding ten Bosch.

     

    Genlias

    Huwelijk van Stephanus Hendrikus Iding en Johanna Geertruida Maria ten Bosch

    Archieflocatie Gelders Archief

    Algemeen Toegangnr: 0207

    Inventarisnr: 3829

    Gemeente: Lichtenvoorde

    Soort akte: Huwelijksakte

    Aktenummer: 2

    Datum: 06-05-1897

    Bruidegom Stephanus Hendrikus Iding

    Leeftijd: 38

    Geboorteplaats: Dinxperlo

    Bruid Johanna Geertruida Maria ten Bosch

    Leeftijd: 24

    Geboorteplaats: Lichtenvoorde

    Vader bruidegom Hendrikus Iding

    Moeder bruidegom Aleida van Uum

    Vader bruid Antonius Aloijsius Maria ten Bosch

    Moeder bruid Johanna Hulshof

    Nadere informatie beroep bg.: koopman molenaar

    beroep vader bg.: koopman

    beroep vader bd.: koopman

     

    1897 Mei 24 Bocholt

     

    Te Bocholt trouwt de 30 jarige Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch met de 20 jarige Sophia Hedwig Schäpers.

     

    1897 September 2. Rheden

     

    In Rheden trouwt de 26 jarige in Rheden (Velp) geboren Hendrika Iding met de 23 jarige in Arnhem geboren Johannes Wilhelmus Baumann. Ouders van de bruid zijn Gerrit Iding en Arnolda Peters

    De ouders van de bruidegom zijn Johannes Wilhelmus Baumann en Maria Schuurs

     

    1898 Januari 17. Bocholt

     

    Heinrich Iding, het eerste kind uit het huwelijk van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (probanten), Heinrich Iding, wordt geboren te Bocholt (roepnaam Hent)

     


    1897. Foto ouderlijk huis te Bocholt gemaakt op de familiereis 1979

     

    1898. Wilhelmina Helena Pauline Maria wordt koningin der Nederlanden.

     

    1898*

     

    Antje Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk Iding en Antonia Conelissen

     

    1898*

     

    Cornelia Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk Iding en Antonia Conelissen

     

    1898*

     

    Johanna Brinkenberg wordt geboren uit het huwelijk van Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk Iding en Antonia Conelissen

     

    1898 Maart 20 Bocholt. Huize ten Bosch Schäpers huis A 267?

     

    Joseph ten Bosch wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia Hedwig Schäpers (probanten)

     

    1899 Augustus 17 Bocholt. Huize ten Bosch Schäpers huis A 267?

     

    Karl (Karel) ten Bosch wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia HedwigSchäpers (probanten)

     

    1899  November. Leuven

     

    Franciscus Antonius ten Bosch, broer van Johanna Geertruide ten Bosch (probante) wordt in Leuven geprofest. Hij heet nu pater Eusebius. (Heeroom)

     


     

    Franciscus Antonius Maria ten Bosch

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur j
    29-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 27

    1899. Wisch Gemeente Varsseveld

     

    Hendrikus Iding  66 jr. en Aleida van Uum 69 jr. (ouders van Stephanus Henricus) vertrekken van De Heurne gemeente Dinxperloo, naar Wisch gemeente Varseveld, waar dochter Elisabeth, zich al tien jaar eerder vestigde.

     

     

     1899 Maart 30. Bocholt Hemden Duitsland

     

    Johanna Iding, het tweede kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) ziet het levenslicht te Bocholt Hemden Duitsland (roepnaam Jo)

     

     

    1899 April 20. Wisch

     

    In Wisch trouwt de 36 jarige in Dinxperlo geboren Elisabeth Iding (zus van Opa Iding) met de 35 jarige in Wish geboren Lambertus Kemperman. De ouders van de bruid zijn Hendrik Iding en Aleida van Uum. Die van de bruidegom zijn Willem Kemperman en Geertruid Hazenbrink

     

    1900 April.

     

    Henrica ten Bosch, zus van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (probanten) wordt lid van de congregatie van de zusters van liefde. Zij heet nu zuster Alexandrina. (tante Rieka)

    1900 Augustus 29. Ruurlo

     

    In Ruurlo trouwt de 27 jarige in Ruurlo geboren Mathilda Johanna ten Bosch met de 26 jarige in Aalten geboren manufacturier Jacob Cohen. Ouders van de bruidegom zijn Simon Jacob Cohen en Susanna van Gelder. Ouders van de  bruid zijn koopman Isaak ten Bosch en Heintjen Windmuller.

     

    1900 September 2. Lichtenvoorde

     

    Leonardus Iding, het derde kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt te Lichtenvoorde geboren. (Roepnaam Leo)

     

     

    De peerdeschutterie anno 1900

     

    Indien men over een paard beschikte, kon men zich aansluiten bij de peerdeschutterie. Dit waren veelal boeren, welke de paarden gebruikten voor het werk op de boerderij. En was men pachter van een boerderij of stuk land van de Landheer van Enghuizen dan stelde men dit als prioriteit. Beschikte men niet over een paard, dan werd men geacht zich aan te sluiten bij de Lopende Schutterie.

    Enige dagen voor de kermis komen twee commissieleden een intekenlijst aanbieden en doen deze bedelarij vergezeld gaan van het verzoek de eer te mogen hebben het vaandel te slaan (Dit bij de notabelen van het dorp). Na toestemmend antwoord kunt u de avond voor de kennis geklop voor de deur horen. Er wordt een boompje geplant van ongeveer een meter hoog, versierd met aspergegroen en dahlia's. Dit is het boompje van de bielemannen. En u zult er goed aandoen daaronder een offer te leggen. De volgende morgen klinkt in de verte het bazuingeschal van de reveille blazers, welke de ruiters van de peerdeschutterie aanstalte geven hun paard te zadelen en zich aanstonds naar de dorpskern begeven. Hier speelt het dorpsmuziekkorps inmiddels vrolijke marsmuziek met daarachter de lopende schutterie. De stoet is inmiddels samengevoegd.

    Wanneer men het erf opkomt, stelt de muziek zich op in een hoek. De schutters onder hoede van de Onder Commandant scharen zich erachter en de bielemannen doorzoeken het huis naar gevluchte en verschanste dienstmeisjes. Ook de ruiterij heeft zich inmiddels opgesteld.

    De Commandant treedt naar voren, salueert met de sabel en spreekt de traditionele inleiding "Het vaandel zal geslagen worden voor......... (volgt de meer of minder juist aangegeven titulatie van degene voor wie het vaandel zal worden geslagen) en dezelfde familie". Plechtige stilte. De muziek zet een wals melodie in, de vaandeldragers zwenken het vaandel in groet en daarna om hals, borst, buik, benen en dezelfde weg omhoog. Geen tip van het vaandel met het wapen van de Landheer mag de grond raken.

    Intussen zijn de Bielemannen opgedoken en dansen gedrieën om het boompje en wanneer het zwenkende dundoek het hoofd van de vaandeldrager weer heeft genaderd, hakken zij het boompje om, grissen de offergave, onder tromgeroffel, weg en onder het lang zal hij leven gezang, vliegt het boompje de lucht in.

    Zo wordt een rondtocht gemaakt door het dorp en bij de notabelen wordt dit ritueel herhaald om hun zo eer te bewijzen. Na afloop van deze ceremonie maakt men zich op voor het ringrijden te paard. Hierbij wikkelt men zich in heftige strijd om de eer van de dag te winnen, n.l. het Koningschap. Wanneer men dit behaald had, mocht men zich een Koningin aan zijn zijde vragen. Na afloop van dit schitterende schouwspel vertrekt de gehele optocht naar het kasteel van de Landheer waar het defilé wordt afgenomen en de prijzen worden uitgereikt, welke die dag zijn gewonnen.

    1901 Januari 1 Nederland. De Leerplichtwet wordt ingevoerd per 1 januari 1901.

     

    1901 Februari 7 Arnhem.

     

    Antje Brinkenberg, geboren Arnhem, overlijdt op 3 jarige leeftijd

    De ouders van het kind zijn Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk iding en Antonia Cornelissen.

     

    1901 Februari 7 Arnhem.

     

    Cornelia Brinkenberg, geboren in Arnhem, overlijdt op 3 jarige leeftijd

    De ouders van het kind zijn Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk iding en Antonia Cornelissen.

     

    1901 Februari 19 Arnhem.

     

    Johanna Brinkenberg, geboren Arnhem, overlijdt op 3 jarige leeftijd

    De ouders van het kind zijn Jan Brinkenberg en Johanna Iding, dochter van Derk iding en Antonia Cornelissen.

     

     

    1901 Maart 7. Aalten

    In Aalten trouwt de 24 jarige in Aalten geboren slager Izaak ten Bosch met de 29 jarige in Doesburg geboren Bertha Cohen. De ouders van de bruidegom zijn slager Jacob ten Bosch en Lena de Groot.

    De ouders van de bruid zijn Casper Jacob Cohen en Saartje de Groote (de Groot)

     

    1901 Mei 21 Bocholt. Huize ten Bosch Schäpers huis A 267?

     

    Johanna Maria Hendrika ten Bosch wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia Hedwig Schäpers. (probanten)

     

    1902 Februari 15. Lichtenvoorde

     

    Franciscus Antonius Stephanus Iding, het vierde kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch ziet het levenslicht te Lichtenvoorde. (roepnaam Frans)

     

    1903 Maart 6. Lichtenvoorde Huize ten Bosch Schäpers A  313 aan de Varsseveldseweg

     

    Hedwig Josephina Antonia ten Bosch wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia Hedwig Schäpers.

    (probanten)

     

    1903 Augustus 12. Arnhem

     

    In Arnhem trouwt de 36 jarige in Arnhem geboren Gerrit Sanders met de 34 jarige in steenderen geboren Grada Johanna Leeman. De ouders van de bruidegom zijn Willem Sanders en Jacoba Iding, dochter van Hendrik Iding en Petronella Jorissen. De ouders van de bruid zijn Hendrikus Leeman en Reinira van der Beek.

     

    1903 September 29. Bocholt

     

    Johan Gerhard Lambert Iding het vijfde kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch wordt te Bocholt geboren. (roepnaam Johan)

     

    1904. Franciscus Antonius Josephus (Pater Eusebius) ten Bosch wordt priester gewijd.

     

    1904 Juli 11. Wisch

     

    In Wisch hertrouwt de 41 jarige in Dinxperlo geboren weduwe van Lambertus Kemperman, Elisabeth Iding (zus van Stephanus Henricus Iding) met de 34 jarige in Anholt geboren Theodor Gerhard Brus. De ouders van de bruid zijn Hendrik Iding en Aleida van Uum. Die van de bruidegom zijn Hubert Bernard Brus en Gertrud Verholt.

     

    1904 Augustus 4.

     

    Zuster Alexandrina ten Bosch (zus van Johanna Geertruide) wordt geprofest.

     

    1905 April 26. Lichtenvoorde. Huize ten Bosch Hulshof  Wijk B No 217

     

    Johanna ten Bosch Hulshof (de moeder van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch ) overlijdt te Lichtenvoorde op 64 jarige leeftijd. Zij heeft slechts vijf van haar kleinkinderen Iding gekend. Nazaten herinnerden zich haar inderdaad als een bijzonder beminnelijke vrouw.

    Antonius Aloysius zal dan nog 25 jaar leven. Hoewel hij sober leeft bezoekt hij volgens overlevering de speeltafels van Monte Carlo die hem uiteindelijk veel geld kosten.

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur j
    28-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 28

     



     

     

    Johanna Hulshof

     

    BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER

    Mejuffrouw

    JOHANNA HULSHOF

    In leven huisvrouw van

    Antonius Aloysius Maria ten Bosch

    Geboren te Harreveld den 2 Febr. 1841, ge

    Stert door de H.H. Sacramenten der Ster-

    Venden, overleden te Lichtenvoorde 26

    April 1905 en den 29 daaropvolgende op

    Het R.K. Kerkhof begraven.

    Zij was een voortreffelijke en verstandige

    vrouw en moeder, Voor haar man een zuil,

    waarop hij kon rusten en voor haar kinderen

    een moeder vol zorg en tederheid

    Zij gaf acht op de gangen van haar huis en

    at het brood niet in ledigheid.

    Voor den arme opende zij mild hare hand

    en den behoeftige reikte zij hare arm.

    Hare kwaal was ongeneeslijk omdat God in

    Zijne wijsheid en liefde geen genezing wilde.

    God beproefde haar en bevond dat zij Hem

    waardig was.

    Geliefde echtgenoot en kinderen, troost U met

    Gods vaderlijke beschikking en denkt steeds:

    De liefde houdt nooit op, en gij mijn zoon, wees

    mij aan het Altaar indachtig.

    ONZE VADER-WEES GEGROET

    Steendruk-Ferd. Banning-Groenlo

     


     

    1905 Augustus 25. Bocholt

     

    Aleida Maria Johanna Iding, het zesde kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) komt in Hemden Bocholt ter wereld. (Roepnaam Leida)

     

    Omstreeks 1906

     

    Johanna Maria Aleida Josepha Iding gaat als eerste van de zusjes naar het st. Anna pensionaat te Groot Zundert.

     

    1907 Februari 26. Bocholt

     

    Adele Iding, het zevende kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt geboren te Bocholt. (roepnaam Adele) 

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur k
    27-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 29

     

     ca. 1905 Aalten Achterstraat


     

    1907 Augustus. Johann ten Bosch, broer van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Gertruide ten Bosch (Oma Iding) krijgt een getuigschrift van de zusters Ursulinen waar hij twee jaar werkzaam was.


    1907 September 7 Arnhem.

     

    Wilhelmina Maria Bolwerk overlijdt op 14 jarige leeftijd.

    Haar ouders zijn Hendrikus Bernardus Bolwerk en Ida Iding, zus van Opa iding.

     

    1907 December 24. Aalten

     

    In Aalten trouwt de 32 jarige in Ruurlo geboren Heintjen ten Bosch met de 30 jarige in Aalten geboren koopman Salomon Cohen. De ouders van de bruidegom zijn Simon Jacob Cohen en Susanna van Gelder. De ouders van de bruid zijn koopman Izaak ten Bosch en Heintjen Windmuller

     

    1907 Augustus 7. Nijkerk

     

    Te Nijkerk trouwt de 34 jarige in Ruurlo geboren manufacturier en weduwnaar van Sophie Schnitseler, Sallie ten Bosch met de 34 jarige in Nijkerk geboren Petronella Hamburger. De ouders van de bruidegom zijn koopman Isaak ten Bosch en Heintje Windmuller. De ouders van de bruid zijn vleeshouwer Joseph Hamburger en Jantje van der Hoeden.


     

    Aalten Achterstraat


    Stephanus Henricus Iding

     

    1908 Maart. Aalten. Stephanus Henricus Iding, heeft zijn wanten verloren.

    Ze liggen bij Oosterbos of bij Bongers waar hij koffie heeft gedronken.

     

    “Dit schrijven is van mijn grootvader, hij was toen 69 jaar oud, ze leerden in 1850 al schrijven”

     

    De 85 jarige dochter Maria Modesta Gerharda Iding maakte de notitie bij het doorzien van albums en het ophalen van herinneringen.

    Bijlagen:
    Kloster-Calvarienberg bijlage 02 blog.jpg (536.4 KB)   
    Kloster_Calvarienberg_01 bijlage blog.jpg (447.6 KB)   

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur k
    26-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 30


    1908 Juni 5 Bergh. (’s-Heerenberg).

     

    Josephine ten Bosch overlijdt 3 weken na haar geboorte. Haar ouders zijn Sallie ten Bosch en Petronella Hamburger

     

    1908 September 28 Slochteren.

     

    Koopman Jozef Wolf, echtgenoot van Kreuntje ten Bosch en zoon van Samuël Jozef Wolf en Klara Zuidema overlijdt te Anlo.

     

    1908 Oktober 22.

     

    In Bergh trouwt de 41 jarige in Ruurlo geboren Lowie ten Bosch met de 29 jarige in Bergh geboren Julia Hijmans. De ouders van de bruidegom zijn Isaak ten Bosch en Heintjen Windmuller. De ouders van de bruid zijn Hartog Hijmans en  Sibilla Wertheim

     

    1908 December 24 Dinxperlo.

     

    NN Cohen (Gesl. M) wordt levenloos geboren.

    Ouders zijn koopman Salomon Cohen en Heintjen ten Bosch

     

     Aalten

     

    In Aalten loopt Stephanus Henricus Iding (Opa Iding) een lelijke beenwond op als hem gevraagd wordt een bij de slacht dol geschoten stier te helpen bedwingen. Dat lukt de forse Hent wel maar de door de horens veroorzaakte beenwond zal nooit meer helen. Henricus lijdt aan suikerziekte.

     

     

     

    1909 April 6. Aalten

     

    Elisabeth Iding, het achtste kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt te Aalten geboren (roepnaam Lies)

     

     

    Aalten Laantje bij de Blekerij



     

    Foto midden voor. Antonius Aloysius Maria (Antony) met vrienden.

    (broer van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna  Geertruide ten Bosch, probanten)

     

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur k
    25-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Familie historie en cultuur 31



    Foto 1910 Antonius Aloysius Maria (Antony) ten Bosch

    Foto Antonius Aloysius Maria (Antony) ten Bosch

    Foto Stationshalte de Heurne

     

     Ku’j èten van 1 april tut 31 meert:

     

    Een moaltied veur noa een veurmeddag zwaar te hemme ge-arbeid. (kachelholt hakken, dössen, spaajen of zo-wat) en um doar noa een hötjen op de divan te slaopen.

    Dit moj ow bi’j huus halen:

    Zurg veur een homp goed wit gepekkelt vetspek, ut mooiste spek kump van een pog dat met roggemeal is gevoerd.

    Nem van zo’n eigeste pog de speklappen met de zwoerd d’r nog an (zo dik sni’jen as owen doem) Een benneken dreugkòkende eapels; een greep sjiepels (bi’j ut sni’jen mot ow de ogen lopen as een pomp, dan hej de goeien); Een paar slieven kennemelk (den mot zo zoer wèzen datow ut witte van de ogen noar de rug drèèjt) Een paar handenvol weitebloem; Een paar kroppen slaat, ut liefs woar vul roepen in zit, (dan we’j zeker dat ze lekker bunt). Een penneke bruune bonen gedreugt op een wèjerige zolder, wel 2 dagen loaten weken. Zo moj ut maken:

     

    Striek de speklappen in met grovven mosterd, ut liefs een dag van teveuren, dan kan ut d’r goed in trekken; Kòòk de bonen met vlot water en wat pekkel, tut ze goed gaar bunt. Sni’j ut vetspek in kleine brökskes, en broaj dizzen midden op den kachel uut in een penneke.

    De speklappen köj now ook broajen, moar denkteran da’j ze neet te schieluk broaj (ze mot sleddderig blieven) schoef de pan betieds naar de kant en gebruuk nooit gin magarine of ander slekkevet moar echte botter.

    Now kuj de eapels goan kôken en de slaat in den deurslag zetten. Ut spekvet waj uutgebroajen hep (een köpke spekvet moj effen terughollen um drek de sjiepels in te braojen) met de weitebloem binden, niet te heit stôken want dan vebrent ow ut grei en zörg da’j egaal ruurt andes kriej kloeten.

    Dan geliek de kennemelk bi’j gieten en blieven ruuren tut da’j een mooi pepken hep. De uutgebroajen brökskes spek d’r dan ook bi’j in doen.

    De borden könt op toafel en wat doar bi’j heurt. A’j de hele kraom gaar hep kuj de pannen op toafel zetten en ut volk neugen.

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur l
    24-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 32

     


     

    Gelders Landschap


     

    Foto 1910 Station Aalten

     

    1910 Juli 23. Aalten

     

    Maria  Hedwig Henrica Iding, het negende kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt te Aalten geboren (roepnaam Hedwig)

     

    1911 Juni 14.

     

    Te Eibergen trouwt de 23 jarige in Dinxperlo geboren Maria Aleida Bolwerk met de 17 jarige in Eibergen geboren Johannes Hendricus Reirink. De ouders van de bruid zijn Hendrikus Bernardus Bolwerk en Ida Iding, zus van Stephanus Henricus Iding (Opa Iding) De ouders van de bruidegom zijn Johannes Theodorus Bernardus Reirink en Grada Lageschaar

     

    1912 Juli 14. Berlijn

     

    Egon Siecke (Vincent, later echtgenoot van Julia Iding) wordt geboren te Berlijn 14 Juli 1912


     

    Foto 1912.  Antonius Aloysius Maria (Antony) ten Bosch en echtgenote Adele …

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur l
    23-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 33


     

    Foto Herbert ten Bosch zoon van Antonius Aloysius Maria (Antony) ten Bosch en echtgenote Adele

     

    1912 Oktober 17. Aalten

     

    Maria Modesta Gerharda Iding, het tiende kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt te Aalten geboren. (roepnaam Marie)

     

    1912–1913 Aalten.

     

    Henk (Heinrich), zoon van Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) gaat in de leer bij een bakker.

     

    Omstreeks 1913

     

    Omstreeks 1913 gaat Aleida, dochter van Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) naar het st. Anna pensionaat te Groot Zundert.

     

    28-01-1913 Eibergen

     

    Te Eibergen trouwt de 20 jarige in Dinxperlo geboren Ida Berendina Bolwerk met de 26 jarige in Eibergen geboren Gerhardus Bernardus Wilhelm Reijrink.

    Ouders van de bruid zijn Hendrikus Bernardus Bolwerk en Ida Iding, zus van Stephanus Henricus (Opa Iding)

    De ouders van de bruidegom zijn Johann Wilhelm Reijrink en Johanna Martha Esseling

     

    1913 Augustus 5 Lichtenvoorde. Huize ten Bosch Schäpers A  313 aan de Varsseveldseweg

     

    Franciscus Johannes Josephus (Frans) ten Bosch wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia Hedwig Schäpers. (probanten

     

    Eerste Wereldoorlog 1914-1918

     

    1914. De eerste wereldoorlog breekt uit.

     

    Aleida Maria Johanna Iding ziet vanuit het zolderraam van het st. Anna internaat, België in brand staan.

    Nederland is in de oorlog 1914 – 1918 neutraal.

    Omstreeks 1913 gaat Adele naar het st. Anna pensionaat te Groot Zundert. Frans is de verplichte spreektaal op het internaat.

    Later zullen de andere meisjes volgen.

    Als Jo het pensionaat verlaat gaat zij werken op het postkantoor van Winterswijk, dat zij helpt opzetten.

     

     


    Aleida 12 jaar

     

    1916 Juni 8. Aalten

     

    Julia iding, het elfde kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt geboren te Aalten. (Julia)


     

    Hoogestraat Aalten

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur l
    22-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 34

     

    1916 November 26. Lichtenvoorde. Huize ten Bosch Schäpers A  313 aan de Varsseveldseweg

     

    Hedwig, Bernadette Sophia Maria Wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia Hedwig Schäpers

     

    1917 Februari 23.

     

    Het huwelijk van Hendrik Johannes Iding met Jacoba Adriana Strijbos wordt ontbonden.

    Echtscheiding vonnis Arnhem 24-02-1916; gehuwd te 02-09-1891 Arnhem

     

    Kindje, als je tegen me spreekt, moet je me aankijken

     

    Omstreeks 1917 gaat Elisabeth Maria Antonia Iding (dochter van  Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch) naar het st. Anna pensionaat te Groot Zundert

    Leonardus Bernardus Franciscus Iding (zoon van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch) leert het slagersvak bij een joodse slager

    Johanna Maria Aleida Josepha Iding (dochter van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch) gaat als boekhoudster in dienst bij de boerenfamilie Reijrink in Aalten

    Franciscus Antonius Stephanus Iding (zoon van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch) is in de leer bij een bakker en vertrekt later naar Tilburg.

     

    Hoewel Moeder (Johanna Geertruide ten Bosch) bijzonder begaan is met het wel en wee van haar kinderen en later met dat van haar kleinkinderen, is zij zakelijker aangelegd dan Vader (Stephanus Henricus Iding) die een meer romantische natuur heeft. Hij jaagt graag, maar méér nog geniet hij van zijn wandelingen in de natuur. In de vakanties neemt hij zijn kinderen  mee de boer op. Bekend is zijn uitspraak; “Kindje, als je tegen me spreekt, moet je me aankijken.”

     

    1918 Januari 16. Arnhem

     

    Te Arnhem trouwt de 21 jarige in Emmerik Duitsland geboren Bernhard Jozef Iding (zoon van Hendrikus Iding en Jacoba Strijbos) met de 21 jarige eveneens in Emmerik Duitsland geboren Louise Demont.

    De ouders van de bruidegom zijn Hendrik Johannes Iding en Jacoba Adriana Strijbos

    Ouders van de bruid zijn Albertus Demont en Louise Immand

     

    1918 April 23. Arnhem

     

    Te Arnhem overlijdt op 52 jarige leeftijd Berendina Iding, geboren in Westervoort en echtgenote van Albertus Johannes Arnoldus van Maanen. De ouders van de overledene zijn Johannes Iding en Berendina Kummeling

     

    De familie Reijrink (verwanten van Stephanus Henricus Iding) verhuist van Aalten naar Hapert in Brabant. Johanna Maria Aleida Josepha Iding gaat met hen mee. Het bevalt haar goed in Brabant en ze vertelt thuis enthousiaste verhalen.

     

    1918 Juni 26 Lichtenvoorde. Huize ten Bosch Schäpers A  313 aan de Varsseveldseweg

     

    Gerda Josephina Maria wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en Sophia Hedwig Schäpers. (probanten)


     

    1917. Familie Iding. Foto; Van links naar rechts: Leo 17, Jo 18, Frans 15, Lies 8, Vader (Stephanus Henricus iding) 59, Johan 14, Moeder (Johanna Geertruide ten Bosch) 45, Julia 1, Aleida 12, Marie  5, Henk 19, Adele 10 en Hedwig 7.  Julius is op deze foto niet te vinden, hij moet nog geboren worden.

     

    1918 September 8. Aalten

     

    Julius Iding, het twaalfde kind van Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch (Opa en Oma Iding) wordt te Aalten geboren.

    (roepnaam jules)

     

    1919 Januari 7.

     

    Jacob Cohen (manufacturier geb te Aalten) echtgenoot van Mathilda Johanna ten Bosch overlijdt te Dinxperlo op 44 jarige leeftijd. Ouders zijn Simon Jacob Cohen en Susanna van Gelder.

     

    1919

     

    Door het sluiten van de grenzen tijdens de jaren van de eerste wereldoorlog is de meelverkoop sterk teruggelopen. Stephanus Henricus Iding (Opa Iding) heeft weinig vertrouwen in de L.T.B. coöperatie van de Achterhoek en verwacht voor zijn zonen in Brabant een betere toekomst.

     

    1919 Bochholt.

     

    Rond 1900 telt Bocholt 200 joden (ca. 1 % van de totale bevolking). Velen van hen zijn actief in het zakenleven, in cultuur en liefdadigheid. Joden worden lid van de gemeenteraad: van 1908 tot 1927 Emil Cohen (Zentrum) en van 1919 tot 1932 Jeanette Wolff (SPD) De Jeanette-Wolff-Weg in Bocholt herinnert aan deze vroegere burger van de stad. 


     

    Foto Johanna Maria Aleida Josepha Iding (Jo)

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur m
    21-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 35

     

    Bladel Marktstraat


     

    Foto 1919 Oktober 22. Arnoldus Maandonks en Johanna Maria Aleida Josepha Iding.

     

    1919* Lichtenvoorde Huize ten Bosch Schäpers A  313 aan de Varsseveldseweg

     

    Detty ten Bosch wordt geboren uit het huwelijk van Johannes Bernardus ten Bosch en Hedwig Schäpers.

     

    Bladel 1919 Oktober 22.

     

    Te Bladel trouwt de in Netersel geboren 35* jarige Arnoldus Maandonks met de in Hemden (Bocholt) Duitsland geboren 20 jarige Johanna Maria Aleida Josepha Iding.

    De ouders van de bruidegom zijn Arnoldus Maandonks en Maria Anna Aarts.

    De ouders van de bruid zijn Stephanus Henricus Iding en Johanna Gertruda Maria ten Bosch.

    De verkeringstijd heeft zó kort geduurd dat de pastoor ervan overtuigd is dat het een ‘moetje’ is en dat laat hij ook merken. Dat is echter niet het geval.

     

    Johanna Maria Aleida Josepha Iding

    Bruid op woensdag 22 oktober 1919 Bladel en Netersel

    Bron: RANB inventarisnummer: 352 plaats: Bladel en Netersel

    Burgerlijke Stand: huwelijk , aktenummer: 12, datum: 22-10-1919

    BRUIDEGOM: Arnoldus Maandonks

    geboorteplaats bruidegom: Bladel en Netersel

    BRUID: Johanna Maria Aleida Josepha Iding

    geboorteplaats bruid: Hemden DEU

    Vader bruidegom: Arnoldus Maandonks

    Moeder bruidegom: Maria Anna Aarts

    Vader bruid: Stephan Heinrich Iding

    Moeder bruid: Johanna Gertruda Maria ten Bosch

    Opmerkingen: Bruidegom geboren circa 1884 Bruid geboren circa 1899

    Bron:

    BS - Bladel & Netersel - huwelijken 1811-1922

    Archief:

    BS HUWELIJKEN inventarisnummer diverse

    Burgerlijke Stand 1811-1918 (1922)

     

     

    Bladel Bieijenhoek

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur m
    30-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland: Voorwoord


    Publikatie Collectie Arbeidsinspectie van het Nationaal Archief op flickr.

     

    http://www.flickr.com/photos/nationaalarchief/sets/

     

    De collectie Arbeidsinspectie is ontstaan tijdens diverse onderzoeken naar de arbeidsomstandigheden in verschillende bedrijven aan het begin van de twintigste eeuw. De collectie Arbeidsinspectie bevat ongeveer 5000 foto’s uit de periode 1900 tot 1955. De collectie bevat naast veel foto’s van machines ook mooie tijdsbeelden van niet meer bestaande industrietakken. Inspecteurs van de Arbeidsinspectie maakten gebruik van fotografie om arbeidsomstandigheden en eventuele misstanden in bedrijven vast te leggen en konden met hun foto’s hun rapporten kracht bijzetten met als doel de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De foto’s hebben een voorlichtende en educatieve functie en werden daarnaast ook gebruikt als bewijsmateriaal bij overtredingen.


     

    VOORWOORD.

    De Commissie van Enquête naar de Huisindustrie in Nederland heeft, in overleg met het Bureau, gemeend naar aanleiding van de Opening der Tentoonstelling van Huisindustrie eenige gegevens te moeten publiceeren, die als voorloopige resultaten der enquête zijn te beschouwen. In deze korte rapporten worden een vijftigtal takken van huisindustrie in ons land behandeld. Daarmee wordt geenszins het algemeene rapport, dat echter op zijn vroegst in den loop van het jaar 1910 zal kunnen verschijnen, overbodig gemaakt. Het hierachter afgedrukte bedoeld slechts een zeer algemeen beeld van de betreffende industrieën te geven en put in geenen deele het rijke materiaal uit, dat de Enquête-Commissie tot haar beschikking heeft. Ook worden in deze rapporten niet alle branches van huisindustrie behandeld, daar de Enquête-Commissie nog niet met haar onderzoek over geheel Nederland gereed is. Naar schatting is eerst de helft der huisarbeiders bezocht, zoodat het ontbreken van vele  en soms belangrijke takken van huisindustrie hier niet behoeft te verwonderen.

    Bij het verschijnen van dit werk moet nog dank betuigd worden aan de velen, die bij de samenstelling ervan behulpzaam zijn geweest, met name aan den heer J. G. VAN DILLEN, docts. i d Stw., te Amsterdam.

    Mr.  N. W. POSTHUMUS, Secr. der Enquête-Commissie.

     

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    29-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland: Inhoud

     

    INHOUD

    Het vervaardigen van meubelen te Amsterdam

    Het klompenmaken te Best e.o

    Het roopdraaien te Den lip

    Het maken van stalen en sneuen te Maassluis

    De stoelenindustrie te Noordwolde

    De mandenindustrie te Noordwolde

    Het vervaardigen van stroohulzen te Oisterwijk en Leende

    Het reepschrabben te Oss

    Het vervaardigen van matten in Overijsel

    Het stoelenmatten te Utrecht

    De ijzerindustriete Nieuwkoop

    De goud en zilverindustrie te Schoonhoven

    Het tabakstrippen in de omstreken van Eindhoven

    Het tabakstrippen te 's Hertogenbosch

    Het tabakstrippen te Kampen

    Het tabakstrippen te Wageningen

    Het sigarenmaken in de omstreken van Eindhoven

    Het sigarenmaken te 's Hertogenbosch

    Het sigarenmaken te Kampen

    Het maken van sigarenkistjes te 's Hertogenbosch

    Het maken van sigarenkistjes te Kampen

    Het erwtenlezen te Enkhuizen

    Het erwtenlezen te Groningen

    Het erwtenlezen te Middelburg

    Het koffieverlezen te Venlo

    Het blauwselinpakken te Westzaan

    De gloeikousjesindustrie te Enschedé

    De kleedingindustrie te Arnhem

    De kleedingindustrie (confectie) te Eindhoven e.o.

    De huisweverij in Eindhoven e.o.

    De schoenenindustrie in Eindhoven e.o.

    De huisweverij te Goirle

    Het zakkennaaien te Goirle

    Het kantwerken te 's Gravemoer

    De heerenkleedingindustrie (confectie) te 's Gravenhage

    De heerenkleedingindustrie (maatwerk) te 's Gravenhage

    De dameskleermakerij te 's Gravenhage

    De lingerie-industrie te 's Gravenhage

    De kleedingindustrie (en gros confectie) te Groningen

    De  heerenkleedingindustrie (maatwerk) te Groningen

    De heerenkleedingindustrie (maatwerk) te Haarlem

    Het breien van aalfuiken te Den Lip

    De schoenenindustrie in de Langstraat

    Het breien en het naaien van gebreid goed te Nunen en Waalre

    Het maken van dassen te Rhenen

    De heerenkleedingindustrie (maatwerk) te Rotterdam

    De heerenkleedingindustrie (confectie) te Rotterdam

    De kinderkleedingindustrie  (confectie)  te Rotterdam

    De lingerie-industrie te Rotterdam

    De huisweverij te Tilburg

    Het borduren te Veldhoven e.o.

    Het zakkenstoppen te Venlo

    Het maken van linnens te Venlo en Blerik

    De cartonnage-arbeid te Enschedé

    De papierindustrie te Rotterdam

    De cartonnage-arbeid te Weert

    De huisindustrie in de diamantnijverheid te Amsterdam

    Het maken van passementwerk te Breda

    Het drummen te Weert

    Het erwtenlezen te Harlingen

    De schoenenindustrie te Oisterwijk

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    28-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 1.

    Het vervaardigen van meubelen te Amsterdam.

     

    Aantal: Ongeveer 160 thuiswerkende meubelmakers, die voor een groot deel in de Jordaan wonen, werden bezocht. Onder dit getal zijn ook 27 houtdraaiers begrepen, die in een eenigzins afwijkende positie verkeeren, evenals de huisarbeiders, die zich vooral met houtsnijwerk en het beeldhouwen van meubelen bezighouden.

    Onder de eigenlijke meubelmakers vindt men een aantal, die allerlei meubelen maken, maar daarnaast bestaat in dit vak een vrij groote specialisatie, zoodat men afzonderlijke stoelenmakers, tafelmakers, kastenmakers en witwerkers onderscheidt. Ook het restaureeren en vervaardigen van antieke meubelen is een afzonderlijk vak.


    Bedrijfsvorm: Deze meubelmakers staan op de grens tusschen huisindustrie en kleinindustrie. Zij onderscheiden zich van de gewone huisindustrieele arbeiders hierin, dat zij niet in vasten dienst van een patroon staan, maar hetzij werk aannemen hetzij op eigen risico meubelen vervaardigen en deze dan bij grossiers en winkeliers trachten te slijten.

    Meestal koopen zij zelf het benoodigde hout in. Soms werken zij ook wel voor paticulieren. Vooral als zoo'n meubelmaker met een of meer knechts werkt, nadert hij zeer sterk het zelfstandige baasje. Echter staan de meesten in zóó groote afhankelijkheid van de grossiers, winkeliers en fabrikanten, voor wie zij werken, en vertoont hun toestand een zóó groote gelijkenis met dien der eigenlijke huisindustrieelen, dat men hen bij een beschrijving van de huisindustrie niet over het hoofd mag zien. De houtdraaiers en houtsnijders werken gewoonlijk voor de meubelmakers.


    Arbeidsduur: Het voornaamste kenmerk van den arbeidsduur dezer meubelmakers is de groote ongeregeldheid; als zij werk hebben, werken zij lang, maar zeer dikwijls hebben zij gebrek aan arbeid. Dit is het gevolg van den achteruitgang van hun toestand in de laatste jaren en van de groote concurrentie, die in hun vak heerscht. In zeer vele gevallen bedraagt de gemiddelde arbeidsduur per week ongeveer 60 uur; door sommigen wordt echter 70 a 100 uur per week gewerkt, terwijl verscheidene meubelmakers door gebrek aan werk gemiddeld slechts 30 a 40 uur per week arbeiden. Als er werk is, worden vaak lange dagen gemaakt en komt ook Zondagsarbeid en nachtarbeid voor; vooral in de nacht van Vrijdag op Zaterdag wordt soms zeer laat gewerkt.
    Met inleveren en houtkoopen gaan nog ? uur per week verloren.


    Loon: De loonen zijn buitengewoon laag. Van ongeveer 55% varieert het gemiddelde weekloon (het netto inkomen) van f 5 tot f 10.50, terwijl van 70% het loon f 12 of minder bedraagt.

    Heel dikwijls komt een weekloon voor van f 7 a f 8, een bedrag, dat in verband met het dure Amsterdamsche leven, zeker zeer laag mag genoemd worden. Ongeveer 30 % verdient meer dan f 12 per week.

    Door het geringe aantal uren, dat gemiddeld per week gewerkt wordt, is het uurloon hooger dan men zou verwachten. Toch blijft het meestal ver beneden het gemiddelde uurloon van 24 cent, dat op de meubelfabrieken te Amsterdam betaald wordt. Voor de thuiswerkers varieert het uurloon gewoonlijk tusschen 14 en 22 cent, soms echter is het hooger, soms lager.


    Woning: De woningen zijn gewoonlijk niet slecht; steeds is er een afzonderlijke werkplaats, die dikwijls vrij goed is, maar ook in verscheidene gevallen niet aan redelijke eischen voldoet. Dikwijls wordt een zolder als werkplaats gebruikt en in verscheidene gevallen een onbewoonbaar verklaarde woning.

    Vrij algemeen zijn deze meubelmakers lid van ziekenfonds maar bijna nooit van een vakvereeniging.

     

    Het klompenmaken te Best en omstreken.

     

    Aantal: 30 huisindustrieele klompenmakers werden in deze streken bezocht. Zij beschikken zonder uitzondering over een stukje land, soms over een vrij groot stuk van 100 a 175 roe.

    Verhouding tot den werkgever: Zij werken uitsluitend thuis, direct voor den werkgever.


    Arbeidstijd: De meesten werken 10 of 11 uur per dag, slechts enkelen langer of korter.


    Loon: De meeste klompenmakers werken met een huisgenoot of knecht. Zij verdienen gewoonlijk van f? tot f 13 per week, maar de klompenmakers, die met een vreemden knecht werken, moeten daarvan nog f 5 a f 6 loon betalen. De enkele klompenmakers, die geheel alleen werken, verdienen slechts f 6 a f 7 per week.

    Voorts zijn er nog enkele klompenschrabbers, die met een werktijd van 9 a 10 uur per dag slechts f 2 en f 2.50 per week verdienen.


    Woning: De woning bevat meestal 3, soms echter 2 vertrekken. Van een afzonderlijk werkvertrek wordt slechts zelden melding gemaakt.

     

    Roopdraaien te Den lip.

     

    Aard van het bedrijf: Een zeer eigenaardige, doch uitstervende huisindustrie wordt nog gevonden te Den lip. Het is het z.g. roopdraaien.

    Roop wordt gebruikt om het riet te bevestigen op molens en boerenhuizen en wordt vervaardigd van biezen. Deze biezen worden met de hand stevig in elkaar gedraaid op dezelfde wijze als touw gedraaid wordt. Wanneer door steeds nieuwe biezen te nemen, een lang eind verkregen is, wordt dit 50 maal om een gewone plank gewonden. Deze 50 windingen worden vastgebonden tot een bos. Vier bossen vormen een z.g. bond. Hiernaar wordt de stukprijs bepaald. Een bond wordt betaald met f ? Het werk is hoofdzakelijk vrouwenarbeid.

    Een gewone roopdraaister vervaardigd 1 bond in 2 uur. Nooit is er echter dagen achtereen werk. Er is slechts één patroon die het doet vervaardigen en deze laat slechts dan werken als zijn voorraad bijna ten einde raakt.

    Het draaien wordt in de huiskamer gedaan. Vele vrouwen willen het echter niet meer in huis hebben.

     

    Het maken van stalen en sneuen te Maassluis.

     

    Techniek: Stalen zijn gedraaide einden touw, die op de loggers, die ter haringvangst uitgaan, gebruikt worden om de hoeken aan de lijn te bevestigen.

    Sneuen zijn dunnere en langere einden touw ; deze worden bij de beugelvisscherij gebruikt.

    Het maken van stalen en sneuen is vrij licht werk en geschiedt met behulp van een wiel.


    Bijverdienste: Dit bedrijf is meestal een bijverdienste en brengt een paar guldens in de week op. Maar voor enkele ouden van dagen is het vaak de voornaamste bron van inkomsten. Het maken van sneuen geschiedt dikwijls door de visschers in den tijd (December tot Juni), dat zij geen werk hebben.

    Verhouding tot den werkgever: Deze huisarbeiders staan soms in dienst van een touwslagerij, die hun het touw levert. Het gebeurt echter ook wel, dat zij de stalen en sneuen direct aan de reeders leveren; hun verdienste is dan grooter, maar zij moeten dan, als ze een bestelling krijgen, dikwijls in korten tijd een massa afleveren, zoodat ze dan vaak 's nachts doorwerken.


    Loon: Door den touwslager wordt voor 100 stalen 5 cent betaald. Een laag loon; immers het maken van 100 stalen kost ongeveer ? uur arbeid.

    Zij, die direct voor de reeders werken, verdienen meer. Hun verdienste (dus na aftrek der kosten) bedraagt ongeveer f ? per 1000 stuks.

    Het maken van sneuen (meestal direct voor de reeders) levert een verdienste van ±90 cent per 1000 stuks op. Een visscher, die 's winters den heelen dag, ± 15 uur werkte, verdiende met dit sneuenmaken f 3.50 per week.


    Arbeidsduur: Hierover zijn weinig gegevens aanwezig. Door sommigen wordt den heelen dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gewerkt, door anderen slechts een paar uur. Zooals gezegd, komt soms ook nachtarbeid voor.


    Kinderarbeid: Het is een werk, dat gemakkelijk door kinderen kan worden gedaan. Kinderarbeid komt dan ook veel voor. Soms werken kinderen van 6 en 7 jaar al mee.

     

    De stoelenindustrie te Noordwolde (Fr.)

     

    Omvang: De stoelenindustrie te Noordwolde, Vledder en Beuil, het vervaardigen van wilgenhouten tuinstoelen, is in het jaar 1872 in het leven geroepen door den toenmaligen Noordwolder predikant Van der Tuuk en is uit de manden-vlechterij voortgekomen. Ze wordt deels in huisindustrie, deels in werkplaats gedreven door een twintigtal ondernemingen van grooter of kleiner omvang, die een 300 werklieden omvatten; daarvan is het aantal thuiswerkers ongeveer 80. Van hen zijn 70 stoelenmakers en 10 ruggenvlechtsters en roopdraaiers.


    Organisatie: De meest gebruikelijke vorm van huisindustrie is het z.g. koopsysteem: de arbeiders koopen bij den patroon de grondstoffen en verkoopen aan hem de afgewerkte stoelen. Een klein deel werkt volgens het z.g. loonsysteem: de patroon verschaft hun de grondstoffen en betaalt voor de afgewerkte stoelen het standaardloon, dat voor de fabrieksarbeiders geldt en dat onlangs bij de regeling van het arbeidskontrakt opnieuw is vastgesteld. Zij, die volgens het koopsysteem werken, klagen algemeen dat ze niet uitkomen, d. w. z. door de duurte der grondstoffen het standaardloon niet kunnen verdienen.

    Het uurloon varieert, al naar de werkvaardigheid van den arbeider, van 11 tot 15 cent, zoodat bij een gemiddelden arbeidstijd van 65 uur per week (Zaterdagmiddags worden geen stoelen gemaakt en ook op andere dagen kost hun land en vee hun, al naar den tijd van het jaar en de weersgesteldheid, eenigen tijd), ongeveer 9 gulden kan worden verdiend.


    Vrouwen- en kinderarbeid: Er zijn 17 kinderen beneden 16 jaar in het bedrijf in huisindustrie werkzaam; ze maken meest het onderstel van den stoel of kinderstoeltjes en werken ongeveer even lang als de volwassenen. Vrouwenarbeid komt alleen bij het ruggenvlechten voor, maar dit wordt langzaam verdrongen door het steeds toenemend gebruik der z.g. Japansche matjes.


    Woningtoestanden: De woning- en gezondheidstoestanden zijn bij de stoelenmakers veel gunstiger dan bij de mandjesvlechters; bijna allen hebben een afzonderlijk werkvertrek en sommigen 2 of 3-kamerwoningen. Degenen, die lid der vakvereeniging zijn  en dat is ongeveer 60% der mannelijke thuisarbeiders boven 16 jaar  genieten bij ziekte een wekelijksche ondersteuning van f 2.50.


    Gedwongen winkelnering: Evenals de mandenvlechters zuchten ook de stoelenmakers onder de winkelnering al is de dwang dan ook niet zoo direkt: als bij genen, ze bestaat toch indirekt. Op 2 na hebben alle patroons, die thuiswerkers hebben, een winkel, waar allen zich vrijwel verplicht voelen te koopen, daar anders bij slapte ontslag pleegt te volgen. Bij sommigen betalen zij koffie 10%? (,suiker 20% en zeep 10 a 20% duurder dan in de vrije winkels te Noordwolde.

    Dit en de omstandigheid, dat zij dikwijls grondstoffen te duur moeten betalen, zijn de bezwarendste toestanden, die op de huisindustrie in dit bedrijf drukken; de winkelnering drukt de geheele industrie. In andere opzichten is de toestand der huisarbeiders lang niet zoo ongunstig als meestal in de huisindustrie voorkomt. Behalve de iets geringere verdiensten is hun toestand in veel opzichten beter in ieder geval niet slechter dan die van de fabrieksarbeiders. Ten opzichte van andere huisindustrieele arbeiders hebben ze dit groote voordeel, dat de industrie een plattelandsche is; bijna allen hebben schapen of geiten of één of zelfs meer koeien en evenzoo een grooter of kleiner stuk land; door de opbrengst hiervan worden hun inkomsten vermeerderd en wordt hun leven minder eentonig gemaakt.


    Uitvoer: Ten slotte zij opgemerkt, dat jaarlijks ongeveer 350,000 stoelen worden uitgevoerd uit Noordwolde. Venters, die op de Belgisch-Fransche grens wonen, in Rousselare en Dixmuiden, koopen ze op en trekken dan op wagens heel Frankrijk tot de Pvreneeën door om ze te slijten. In de laatste jaren worden ze ook afgezet in Italië en Engeland.

     

    De mandenindustrie te Noordwolde (Fr.)

     

    Organisatie: Het vervaardigen van mandjes geschiedt alleen in huisindustrie en is naar de grondstof in 2 verschillende deelen te onderscheiden: de teenen of twijgmandjes en de z.g. sportmandjes. De eersten worden door een groot deel van de Noordwolder bevolking alleen 's winters gemaakt en is dan voor hun het eenige bestaansmiddel; het laatste geschiedt gedurende het geheele jaar door vrouwen en meisjes en is meer een bijverdienste.

    In het voorjaar gaan de mannen, die ‘s winters twijgmandjes hebben gevlochten, overal heen om te werken als maaiers, zandgravers enz. Daardoor is het geheele aantal arbeiders, dat in deze industrie werkzaam bij uitstek lastig te bepalen.


    Loon: Het loon, dat met het vlechten der mandjes verdiend wordt, bedraagt voor de teenen mandjes ongeveer per uur 5 cent, zoodat bij een gemiddelden werktijd van 70 uur per week ongeveer f 3.50 verdiend wordt. Arbeid van kinderen, beneden den leeftijd van 12 jaar komt bijna niet voor; boven dien leeftijd helpen zij hun ouders door het maken van bodems en het afknippen der randen; zelfstandige verdienste kan men aan de meesten niet toerekenen.

    De mandenvlechters en vlechtsters behooren tot het armste deel der Noordwolder bevolking; hoewel bijna allen in het bezit van een stukje land (met of zonder hypotheek) laten de woningtoestanden nog veel te wenschen over. Verreweg het grootste deel leeft in éénkamerwoningen, terwijl een deel der huizen nog van riet en hout gebouwd is. Hun gezondheidstoestand is dan ook niet in alle opzichten bevredigend; het vlechten der mandjes is op zichzelf geen ongezond werk, maar des te meer is dit het koken en schillen van de twijg, dat een buitengewoon vieze lucht en damp verspreidt en meestal in dezelfde kamer wordt gedaan waarin ze huizen en slapen: slechts enkele doen het daarbuiten.


    Vakvereeniging. Een vakvereeniging of ziekenfonds bestaat er onder hen niet, zoodat ze bij ziekte geen ondersteuning genieten.

    Gedwongen winkelnering. Ten slotte de gedwongen winkelnering. Hoewel sinds 1 Februari 1909 wettelijk verboden, bestaat te Noordwolde nog de gedwongen winkelnering; deze, gevoegd bij het z.g. touwgeld, een korting van 10% door de meeste patroon-winkeliers in rekening gebracht, doet de schamele verdiensten tot het minimum dalen. Terwijl uitsluitend winkeliers de mandjes koopen, zijn de arbeiders verplicht bij hen te winkelen.

     

    Geld wordt hun voor hun arbeid nooit betaald; met de mandjes betalen ze het over de afgeloopen week verbruikte en zelfs wanneer dat minder is dan de waarde der ingeleverde mandjes, wordt hun dat niet uitbetaald, maar als tegoed geboekt.

    Uit de opgaven der arbeiders blijkt, dat voor koffie bij sommige winkeliers 10 % voor zeep 20 % en voor suiker bij sommigen ? % meer wordt betaald, dan in de   vrije winkels te Koordwolde.


    Toekomst: In de Rijksrietvlechtschool wordt thans een geslacht opgekweekt, dat de oude mandenvlechterij in nieuwe meer kunstindustrieele banen kan leiden. In deze richting ligt onweersprekelijk de toekomst der manden vlechterij.

     

    Het vervaardigen van stroohulzen te Oisterwijk en te Leende (N.B.)

     

    Aantal: Hier werden 15 gezinnen bezocht, die zich bezig houden met het maken van stroohulzen voor flesschen enz.

    Door middel van een ijzeren plaat wordt het stroo dubbel geslagen, waarna het met de machine gestikt wordt. Ten slotte wordt de huls gebonden.


    Bijverdienste: Dit werk is een bijverdienste; het geschiedt meestal door vrouwen en kinderen, soms echter ook door mannen. De man is vaak schoenmaker (loon f 6 a f 7 per week). Deze gezinnen beschikken steeds over een stukje land.


    Kinderarbeid: Een twaalftal kinderen beneden 14 jaar werken mee, waaronder kinderen van 8 en 9 jaar. Het aantal is misschien wel grooter.


    Arbeidstijd: De arbeidstijd is zeer verschillend; meestal 7 a 14 uur per dag, soms echter maar 4 a 5 uur. De schoolgaande kinderen werken 4 uur per dag.


    Loon: Voor het maken van 1000 stroohulzen wordt 90 cent betaald. Sommigen houden zich alleen met het binden bezig, waarvoor 40 cent per 1000 betaald wordt. Het uurloon varieert van 2, tot 5 cent.

    Per week wordt door een gezin met dit werk meestal f 2 a f 3 verdiend.


    Woning: De woning bevat meestal 2, soms 3 kamers. Slechts in een paar gevallen is er een werkschuur, meestal geschiedt het werk in het woonvertrek, dat dikwijls ook keuken en slaapkamer is.

     

    Het reepschrabben te Oss (N.B.)

     

    Techniek: Het reepschrabben is het van de schors ontdoen van dunne takken.


    Aantal: Het reepschrabben geschiedt te Oss door ruim 30 vrouwen, die echter meestal door gezinsleden worden geholpen.


    Kinderarbeid: In dit bedrijf bestaat zeer veel kinderarbeid. Er werden 28 kinderen beneden 14 jaar opgegeven, waaronder kinderen van 9, 8 e n 7 jaar. Deze kinderen werken na schooltijd, dikwijls 4 uur per dag.


    Bijverdienste: Het reepschrabben is bijna steeds een bijverdienste. De man is soms hoepelmaker of los arbeider of klompenmaker; het meeste verdienen zij, die op een boterfabriek werken. Bijna steeds beschikken deze gezinnen over een stukje land. Het reepschrabben geschiedt alleen 's winters.


    Arbeidsduur: De arbeidstijd van 15 dezer vrouwen is 4 a 6 uur per dag en van 9; 8 a 10 uur; enkele vrouwen werken echter langer dan 10 en enkele korter dan 4 uur.


    Loon: Het stukloon bedraagt voor de verschillende soorten resp. 8, 12 en 14 cent per bos. Het uurloon is ten hoogste 3 ½ cent.

    Het weekloon varieert natuurlijk zeer naar gelang er meer of minder door gezinsleden wordt meegewerkt en in verband met het verschil in werktijd. Een vrouw, die zonder hulp werkt, verdient met een arbeidstijd van ? uur per dag f 1.25 per week. Een andere vrouw, die 8 uur per dag werkt f 1.75 per week. Vaak verdienen zij, met hulp van gezinsleden, f 1.50 a f 2 per wreek, maar soms ook minder; een enkele bereikt met veel hulp een loon van f 3, f 5 of f 6 per week.


    Woning: Steeds bevat de woning twee vertrekken, en bijna altijd wordt in het werkvertrek tevens gewoond, gekookt en geslapen.

     

    Het vervaardigen van matten in het Noorden van Overijsel.

     

    Aantal: Volgens een schatting in de Verslagen van de arbeidsinspectie, waaruit voor het volgende een en ander is overgenomen, zijn in de mattenindustrie in Overijsel ongeveer 1800 personen werkzaam. Vooral in de gemeenten Genemuiden, Hasselt, Wilsum en Grafhorst wonen zeer vele matters.


    Techniek: De grondstoffen voor het maken van vloermatten zijn bies en rusch. Het snijden en bewerken van biezen en russchen wordt meestal des zomers door de matters gedaan. Het biezensnijden, waarbij men 8 a 9 uur per dag in het water staat, is een zwaar en ongezond werk.

    De rolmatten worden geweven met behulp van een matten-raam, waarop een aantal draden van dun touw gespannen zijn, tusschen welke de biezen of russchen gevlochten worden.


    Bedrijfsvorm: In de tweede helft der 18 de eeuw is de bedrijfsvorm der mattenindustrie zeer veranderd. Het is tegenwoordig niet meer een zuivere huisindustrie. Dat is ten deele het gevolg van een nieuwere wijze van verpachting der biesvelden, namelijk een verpachting in kleine perceelen met betaling eerst na maanden. Nu kan elk arbeider zich het noodige bies aanschaffen. Dientengevolge zijn de groote mattersbazen, die vele huisarbeiders in dienst hadden, voor een groot deel verdwenen en werken de matters voor eigen rekening. In plaats van de afhankelijkheid van de mattersbazen is nu een groote afhankelijkheid der matters van de opkoopers-handelaars getreden. Wel is het loon der eigenwerkers iets hooger, maar zij moeten nu het risico dragen van den biezenoogst en van de prijswisseling der matten. Echter komt ook nog wel het matten voor rekening van een patroon voor.


    Arbeidsduur: De werktijd der matters is zeer lang.

    Velen beginnen reeds om 4 a 6 uur 's morgens en werken dan tot 's avonds door.


    Loon: Het weekloon van een matter, die voor een ander werkt, bedraagt ongeveer f 3 voor een biezenmatter en f 2 voor een russchenmatter. Voor eigenwerkers zijn deze cijfers ongeveer f 4 en f 2.80. Wel ontvangen de eigenwerkers wekelijks veel meer, maar daarvan moet worden afgetrokken het bedrag van de pachtsom van het bies en van het loon voor het biezensnijden.

    Terwijl het uurloon der loonarbeiders 4 a 4,1 cent bedraagt, is dit cijfer voor de eigenwerkers 5 a 5,1 cent.


    Kinderarbeid: Doordat het maken van kleine matten veel minder loonend is geworden, is de kinder-exploitatie veel geringer dan vroeger. Toch werken nog ongeveer 200 kinderen mee.


    Andere inkomsten: Het mattenvlechten geschiedt alleen des winters en is dan voor de meeste gezinnen de eenige bron van inkomsten. Wel vindt men onder de matters enkele kleine boertjes, maar meestal zijn het losse arbeiders, die 's winters geen werk hebben. Des zomers verhuren zij zich bij een boer voor ongeveer f 6 per week; alleen in den hooitijd en in den tijd van het biezen snijden verdienen zij veel meer.


    Gezondheid: De heer Meijers heeft aangetoond, dat de sterfte aan tuberculose in de mattersgemeenten meer dan tweemaal zoo hoog is als de gemiddelde sterfte aan deze ziekte in Nederland.

    In het naburige Zwartsluis, waar grootere welvaart heerscht en dus niet gemat wordt, is het tuberculose-sterftecijfer slechts 1/3 van het cijfer voor Genemuiden. Dit is waarschijnlijk niet een gevolg van het mattersbedrijf zelf, maar van de armoede, de ondervoeding en de slechte woningtoestanden. De woning bevat meestal slechts één klein vertrek.

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    27-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 2.

    Het stoelenmattersbedrijf te Utrecht.

     

    Aantal: Ongeveer 15 gezinnen, die zich met rietvlechtwerk voor stoelzittingen en ruggen bezighouden, werden door ons bezocht.

    Zij werken voor eenige stoelenfabrikanten. De werkgever levert het riet.

    Arbeid van schoolgaande kinderen komt in dit bedrijf nog al eens voor.


    Arbeidsduur: De werktijden zijn zeer verschillend. Dikwijls wordt 10 a 12 uur per dag gemat.

    Het stoelenmatten wordt meestal voornamelijk door de vrouw of door een volwassen zoon of dochter gedaan, die dan des avonds door den man of den vader geholpen worden.


    Loon: Per stoelzitting wordt 10 a 13 cent betaald en voor een stoelrug 6 a 10 cent.

    Als arbeidstijd voor het vlechten van een zitting wordt vaak 3 a 4 uur opgegeven en voor het vlechten van een rug 2 a 3 uur,

    Het uurloon varieert van 2 tot 6 cent.

    Het weekloon is meestal f 2,50 a f 4, maar in enkele gevallen f 5 a f 6.


    Bijverdienste: Behalve in een paar gevallen is het stoelenmatten steeds een bijverdienste. De algemeene toestand dezer gezinnen is dan ook niet slecht.


    Woning: De woning bevat meestal 2 kamers en een zolder. Het matten geschiedt steeds in de woonkamer, die dikwijls tevens slaapkamer is.

     

    Ijzerindustrie te Nieuwkoop.

     

    Omvang: Een dertigtal smederijen bevinden zich in dit afgelegen dorp, wier eigenaars, meest bijgestaan door eigen kinderen of familieleden, hard mede werken om den kost te verdienen. Enkele grootere bazen houden er vreemd personeel op na.


    Organisatie: De smeden bezitten een zekere zelfstandigheid, zoodat de aard van hun bedrijf hierdoor eenigszins afwijkt van dien in andere huisindustrieën. Alle produkten worden op bestelling gemaakt en geleverd aan groote en kleine afnemers. Enkelen zelfs venten hun waren langs de winkels uit.


    Arbeidstijd: Deze bedraagt gemiddeld 70 a 72 uur per week, als volgt verdeeld : 's Maandags van 6 tot 8, Dinsdags tot Vrijdag; van 5 tot 8 en Zaterdags van 5 tot 2 of 3 uur in den namiddag. Hier en daar eindigt de werktijd des Zaterdags reeds om 12 uur. Per dag houdt men 2 uur schafttijd.


    Loon: De prijzen van het werk zijn laag en de loonen, die aan de helpers werden betaald, eveneens.

    Installatie: De inrichting der smederijen is zeer primitief en geheel ingericht voor het maken van vuurwerk. Bankwerk bepaalt zich tot grof werk, plaatwerk komt nergens voor. Boormachines zijn meestal niet aanwezig.


    Producten: Deze allen kleinwerk bestaan uit gereedschappen voor het landbouwbedrijf, klein smeedwerk, benoodigd voor het bouwen van huizen en schepen en verder artikelen voor verschillende doeleinden.


    Concurrentie: De. Nieuwkoopsche huisarbeiders voeren een sterken strijd tegen de concurrentie uit het buitenland. Te Nieuwkoop zelf is één smid reeds begonnen zich toe te leggen op het machinaal vervaardigen van enkele voorwerpen.

     

    Goud en Zilverindustrie te Schoonhoven.

     

    Karakter: Men kan in dit bedrijf niet spreken van huisindustrie in den gewonen zin des woords. Het is oppervlakkig gezien een kleinbedrijf met zelfstandige patroons, werkend voor iedereen, die bij hun een of ander bestelt. Inderdaad echter zijn het grootste deel dezer zelfstandigen afhankelijk van enkele grossiers in gouden en zilveren werken. Afhankelijk zóó sterk, dat vaak eerst materiaal moet verschaft worden, vóór de gegeven bestelling kan worden uitgevoerd. Zeer zeker heeft men in zoo'n geval met gewone huisindustrie te doen, immers het kenmerkende karakter: het afwentelen van de bedrijfsrisico op de schouders van den arbeider, is hier aanwezig. En ook den meer zelfstandigen wordt op alle mogelijke wijzen met prijsbepalingen, lang op afrekening laten wachten, ongeregeld bestellen enz., duidelijk gemaakt, dat hun onafhankelijkheid meer fictief dan werkelijk is.


    Techniek: Na smelting van het materiaal, zilver met rood koper, of goud met zilver en koper wordt het tot platen of draad gegoten. Daarna geplet en dan verwerkt tot draadwerk (Zeeuwsche branche in 't zilver, parures, enz. van cantille in 't goud) of tot glad- of plaatwerk (imitatieantiek, lepelwerk, flacons, monteering van glaswerk, lijfsieraden enz. in 't zilver, lijfsieraden in 't goud). Niet zooals in groote bedrijven, waarvan men er in Schoonhoven ook enkele aantreft, is de arbeidsverdeeling zeer doorgevoerd, maar ieder werkman maakt vrijwel zijn artikel kant en klaar. In den laatsten tijd wordt veel direct werkbaar zilver verkocht, dat veel arbeidstijd van smelten, pletten, enz. uitspaart. Doordat echter vaak een gedeelte van de rekening in oud zilver uitbetaald wordt, kan men er niet altijd gebruik van maken.


    Aantal werkplaatsen: Het aantal werkplaatsen is 1130?, terwijl er aan arbeidskrachten ongeveer 500 mannen of jongens in 't bedrijf werkzaam zijn. Op de draadwerkerwinkels is het aantal jongens onevenredig groot, minder is dit het geval op de andere. Dit zit voornamelijk hierin, dat de jongens in 't kleinere draadwerk hetzelfde presteeren als een volwassen knecht en natuurlijk veel minder loon ontvangen. Vrouwenarbeid komt slechts in zeldzame uitzonderingsgevallen voor.


    Loonen: Deze zijn zeer afwisselend. Er zijn patroons, die met geregeld f 10 in de week zeer tevreden zijn, er zijn er ook wel, die f 24 en meer verdienen. Het loon der arbeiders bedraagt ±143. 17 c. per uur. Er wordt veel overgewerkt, zoodat het gemiddelde loon van een volwassen arbeider ± f 9 a f 10 zal bedragen. Jongens verdienen al gauw f 1 a f 2.

    Arbeidstijd: Deze is gewoonlijk zeer groot. De week wordt op 60 uren gerekend, maar er wordt vaak 12, soms 14 uren per dag gewerkt. Vooral Vrijdags als men goed klaar moet hebben, wordt er op een uur of wat niet gekeken.


    Kinderarbeid: Kinderen werken door 't niet aansluiten van Leerplicht- en Arbeidswet vaak al in de werkplaatsen, als zij nog leerplichtig zijn, maar toch den 12-jarigen leeftijd al bereikt hebben. Overigens werken zij ±10 uren per dag. Na afloop daarvan gaan de meesten naar de Teekenschool voor Goud- en Zilversmeden, zoodat van ontspanning al weinig sprake is, daar deze duurt van 7:15 uur tot 9:15 uur 's avonds.


    Woningen: De woningtoestanden zijn over 't geheel niet slecht, de werkplaatsen zijn in 't algemeen afzonderlijke, weliswaar kleine, gebouwtjes, die achter de woning zijn geplaatst. De huren wisselen voor de arbeiders af van f 1.25 tot f2.25, voor de patroons van f2.25 tot f 4.00 (Voor de werkplaatsen wordt f 0.50 a f 1 extra huur betaald. De grootere patroons wonen natuurlijk beter.


    Gezondheidstoestand: Deze is niet ongunstig te noemen, hoewel een voortdurend zittend leven in een vooral 's winters bedompt werkplaatsje, nu juist niet tot het verkrijgen van een bloeiende gezondheid meewerkt. Tegenwicht wordt hier echter uitgeoefend, doordat het een vaste gewoonte is, in de schafttijd wat rond te wandelen, gevolg waarschijnlijk van de noodzakelijke reactie op het lange zitten.


    Ondersteuning bij ziekten: Voor de gezellen is er een ziekenfonds. In de verschillende arbeidscontracten, die na 1 Febr. 1909 gesloten zijn, zijn vrijwel de gunstige bepalingen van 16380? en d uitgeschakeld, wat niet te verwonderen is: waar zou de kleine patroon het van betalen. In de grootere bedrijven is dit dan ook beter.

    Zeer zeker zou door samenwerking, waardoor aan de moordende concurrentie een einde kwam, een betere toestand intreden voor de kleine patroons, terwijl velen ook met een goed bezoldigde plaats als arbeider op een fabriek ten zeerste gebaat waren. Voor velen toch is het leven één tredmolen van hard werken en zware zorgen.

     

    Het tabakstrippen in de omstreken van Eindhoven.

     

    Techniek: Anders dan te Wageningen, wordt in de omstreken van Eindhoven alleen binnengoed gestript, d.w.z. de tabak, die voor het binnengoed van de sigaren bestemd is, wordt van de stelen getrokken. Eerst wordt de tabak ingevocht, daarna gestript en dan gedroogd.


    Aantal: In Eindhoven zelf wordt bijna niet gestript, maar des te meer in de dorpen in den omtrek; in Stratum b.v. werden gevonden 33, in Bladel 15, in Reuzel 5, in Valkenswaard 34 en in Woensel 55 stripsters. In het geheel wordt in 't zuid-oostelijk deel van Brabant door meer dan 160 personen, in enkele gevallen met hulp van leden van het gezin, gestript.

    De toestanden in de Brabantsche tabakstripperij verschillen in menig opzicht van die, welke in Wageningen gevonden worden, in Wageningen b.v. stript na fabrieks- en schooltijd het heele gezin, meestal tot 9 uur 's avonds, in Brabant echter komt deze gezinsarbeid bij het strippen weinig voor. De kinderarbeid heeft geringen omvang.


    Vrouwenarbeid: Het tabakstrippen is hier overwegend vrouwenarbeid. In twee derde van het aantal gevallen stripte de vrouw zonder eenige hulp van gezinsleden.


    Kinderarbeid: Uit het voorgaande volgt reeds, dat kinderarbeid in de Brabantsche stripperij slechts sporadisch voorkomt, nl. in 10 gevallen. Voorzoover kinderarbeid voorkomt, werken de kinderen veel korter dan te Wageningen, gemiddeld 2 uur per dag. Het betrof meestal kinderen van 11 tot 14 jaar; slechts 3 kinderen van 8 en 9 jaar strippen mee.


    Bijverdienste: De stripperij is ook hier overwegend een aanvulling van de lage loonen van man of zoon. Slechts in 14 gevallen was het striploon het eenige inkomen en dat betrof meestal weduwen of oude menschen. In vele gevallen is de man sigarenmaker, (loon f 6 a f 8.)

    Bovendien hebben deze lieden, bijna zonder uitzondering, een stukje grond in bewerking.


    Loon: Het loon, dat voor 1 pond gestripte tabak betaald wordt, varieert van ? tot 5 cent. Voor Brazieltabak wordt meer betaald dan voor de andere soorten. Het gemiddelde stukloon is ? a 3 cent per pond. De opgaven over den tijd loopen zeer uiteen; door sommigen wordt, evenals te Wageningen, ? a ? uur, door de meesten echter 1/2 a 3/4 uur opgegeven. In verband hiermee varieert ook het uurloon vrij sterk ; ± 8% der stripsters verdienen 2 of 5 cent per uur, 64% 3 of 4 centen 23 a 25 % ? cent of minder. In 7 gevallen werd slechts 2 en in 2 gevallen slechts ? cent per uur verdiend. Het weekloon varieert meestal tusschen 1 en 2 gulden.


    Arbeidsduur: Ook de arbeidstijd is zeer verschillend. In 31 gevallen werd 8 uur of langer gearbeid, in 58 gevallen van 5 tot 8 uur en in 49 gevallen minder dan 5 uur. Slechts bij uitzondering komt een arbeidstijd van 10 uur voor.


    Woningtoestanden: Er werden betrekkelijk weinig éénkamerwoningen aangetroffen, n.l. 10; verder 72 twee- en 62 driekamerwoningen. Van een afzonderlijke werkplaats was echter nooit sprake, in 90 gevallen werd de werkplaats als woonkamer en keuken gebruikt en in 55 gevallen zelfs als woonkamer, slaapkamer en keuken tegelijk. Als men hierbij bedenkt, dat het tabakstrippen veel stof verspreidt en de tabak een benauwde lucht veroorzaakt, is het duidelijk, dat dit geen gewenschte toestanden zijn. En ook voor de zuiverheid der tabak zijn dergelijke toestanden niet wenschelijk.

     

    Het tabakstrippen te 's Hertogenbosch.

     

    Aantal: Over het strippen in Den Bosch werden van 57 vrouwen en 5 mannen gegevens verkregen.


    Kinderarbeid: Het is opmerkelijk, dat, terwijl in Eindhoven bij het tabakstrippen heel weinig kinderarbeid voorkomt, deze te 's Hertogenbosch zeer verbreid is. Ruim 50 kinderen beneden 14 jaar werden uitdrukkelijk als helpers opgegeven, terwijl bij het onderzoek de indruk verkregen werd, dat nog in verscheidene andere gevallen de kinderarbeid uit vrees werd verzwegen. Van die 50 kinderen was de helft nog beneden 10 jaar en het werken van kinderen van 4,5 en 6 jaar is volstrekt geen zeldzaamheid.


    Bijverdienste: Het tabakstrippen is bijna steeds een bijverdienste. De man is in de meeste gevallen sigarenmaker, hoewel ook andere beroepen voorkomen. In enkele gevallen betreft het echter weduwen, die alleen met wasschen of als werkster er nog iets bijverdienen. Het bewerken van een stukje grond, dat onder deze arbeiders op het platteland van Brabant zoo algemeen is, komt te 's Hertogenbosch natuurlijk niet voor.


    Verhouding tot den werkgever: De werkgever levert de grondstof; wanneer de werksters daaruit niet het overeenstemmende gewicht aan gestripte tabak afleveren, wordt gedurende eenigen tijd geen werk uitgegeven.


    Arbeidsduur: Ongeveer ?o stripsters werken van 8 tot 10 uur per dag, 8 werken langer dan 10 uur, maar de meeste werken korter dan 8 uur. Gewoonlijk strippen zij slechts een dag of vier in de week.

    De arbeidstijd van de kinderen werd meestal niet opgegeven; gewoonlijk werken zij een paar uur na schooltijd, soms tot 8 of 9 uur des avonds.


    Loon: Het stukloon bedraagt 2 a 3 cent per pond. De tijd, noodig voor het strippen van een pond tabak, wordt hier zeer verschillend opgegeven ; soms wordt gezegd 3/4 en 1/2 uur en soms slechts 20 minuten opgegeven. Vandaar is het uurloon zeer verschillend; meestal varieert het van 3 tot 5 cent, maar soms is het meer (6 en 7 c.) en ook soms minder (2 en 3 c.).

    Ook het weekloon is natuurlijk zeer verschillend; meestal varieert het tusschen f 1 en f 2.50 voor het strippen.


    Woningtoestanden: Deze zijn in Den Bosch niet gunstig. In 17 gevallen bevatte de woning 3 of 4 kamers; in 27 gevallen 2 kamers en in 13 gevallen slechts één vertrek. Meestal is het werkvertrek tevens woonkamer en keuken en in 25 gevallen wordt in het werkvertrek gewoond, gekookt, gegeten en geslapen. Dikwijls wordt de woning beschreven als donker, vochtig en vuil en is vaak in een nauwe steeg gelegen.


    Ziekteverzekering: In 16 gevallen werd, in geval van ziekte, uitkeering genoten uit een of ander fonds.


    Vakvereeniging: De stripsters zijn bijna nooit lid van een organisatie.


    Conclusie: Behalve het lage loon zijn het vooral de kinderarbeid en de slechte woningtoestanden, die den indruk van het strippen in Den Bosch zoo onaangenaam maken. En hoe slechter de woning, hoe meer kinderarbeid. Juist in de donkere, vochtige, steegwoningen van één of twee vertrekken (zulke woningen worden vaak bewoond door gezinnen van 8, 9 of 10 personen) werd de meeste kinderarbeid gevonden.

    Een enkel voorbeeld: een vrouw stript 3 dagen in de week 10 a 12 uur per dag. Ze wordt geholpen door 4 kinderen van 4 tot 13 jaar na schooltijd. Haar man is smidsknecht. Het gezin van 8 personen bewoont één kamer in een steegje.

    Een ander geval betreft een vrouw, die 4 uur per dag stript en opgaf door 2 kinderen van 8 en 10 jaar na schooltijd 5 uur per dag (5 dagen per week) te worden geholpen. De enquêteur zag echter nog twee kinderen van 6 en 7 jaar strippen. Het gezin van 10 personen bewoont 2 kamers.

     

    Het tabakstrippen te Kampen.

     

    Aantal: Te Kampen werden 70 gezinnen, die zich met strippen bezig houden, bezocht. Het strippen geschiedt voor het grootst deel door vrouwen, die echter dikwijls door den man of door andere gezinsleden geholpen worden; van 35 kinderen beneden 14 jaar werd het meewerken uitdrukkelijk geconstateerd. Vele dezer gezinnen leven in bittere armoede, de grootste helft behoort tot de bedeelden (50 cent a f 1.50 per week). Het zijn dikwijls oude menschen of weduwen met veel kinderen.


    Arbeidsduur. De werktijd bedraagt van 22% minder dan 10 uur per dag, van 14% 10 tot 12 uur, van 26% 12 tot 14 uur, van 37% 14 tot 18 uur per dag. Met inleveren gaat dikwijls 5 dagen per week telkens 1 uur verloren.
    De stripsters werken vaak tot 12 uur des avonds, in enkele gevallen tot diep in den nacht. Dikwijls wordt nagenoeg geen schafttijd genomen. De werktijd der kinderen varieert van 2 tot 5 uur per dag, meestal naschooltijd.


    Loon: Het stukloon bedraagt 2 a 3 cent per pond. Het uurloon varieert meestal van 2 tot 3 cent, soms beloopt het iets meer en soms iets minder. Het weekloon varieert meestal tusschen f 1.50 en f 3.


    Woning: In nagenoeg de helft der gevallen bevat de woning één kamer en een zolder, in de overige gevallen twee kamers en een zolder. Steeds wordt gestript in de woon- en slaapkamer of keuken, in 32 gevallen was het werkvertrek alles tegelijk.

     

    Het tabakstrippen te Wageningen.

     

    Techniek: Te Wageningen wordt onder strippen iets anders verstaan dan in andere deelen van ons land.

    Gewoonlijk wordt alleen het binnengoed gestript, d. w. z. de tabak, die voor het binnengoed der sigaren bestemd is, wordt van de stelen getrokken. De tabak, die te Wageningen gestript wordt, is voor het omblad der sigaren bestemd. Ook deze tabak moet van de stelen worden ontdaan, maar dat vereischt meer zorg, deze tabak mag niet van de stelen getrokken worden, want dan zou het omblad stukgaan. Vandaar vereischt het strippen van een pond tabak te Wageningen meer tijd dan elders. Het omblad moet worden uitgezocht; er wordt iets meer voor betaald. Wat het strippen betreft, neemt Wageningen een uitzonderingspositie in, omdat hier gewerkt wordt voor Engeland. In Engeland bestaat n.l. een invoerrecht op tabak en daarom laat de importeur in Wageningen de stelen, waaraan hij weinig heeft, uit de tabak verwijderen.


    Aantal: Het strippen wordt te Wageningen beoefend door ongeveer loonhuis-industrieelen met hun gezinnen, die in dienst staan van een drietal werkgevers.


    Loon: In de sigarenfabrieken wordt meestal niet gestript; waar echter op de fabriek wordt gestript is het loon hooger dan in de huisindustrie, n.l. tot 4 cent per pond, terwijl aan de huisarbeiders meestal of 2,? cent, soms 3 of 3,? cent per pond wordt betaald. Voor omblad wordt in het eerste geval ½ c. p. p. meer betaald. Ten hoogste echter komt op de 80 afgeleverde ponden ± 25 pond omblad voor. Hoe laag zoon loon is kan men pas begrijpen, wanneer men weet, dat een pond afgeleverde tabak 1 a ? uur arbeid kost. Bovendien gaan nog 1 a 2 uur verloren met halen en inleveren der tabak.


    Bijverdienste: Gewoonlijk levert het tabakstrippen een aanvulling van de meestal zeer schrale verdienste van het hoofd van het gezin. Onder de tabakstrippers werden slechts enkele sigarenmakers aangetroffen, voor wie het meenemen van werk naar huis na afloop van den fabrieksarbeid niet verplicht is. In 16 gevallen betrof het arbeiders van de steenbakkerijen met een weekloon van f6 a f8; overigens de meest verschillende beroepen. In 9 gevallen bleek het strippen de eenige inkomst van het gezin op te leveren, terwijl voor enkele andere gezinnen de hoofdverdienste was, hoewel ook nog als werkster of als straatventer of door 't houden van een snoepwinkeltje iets werd bijverdiend.


    Arbeidstijd: Zooals wij reeds zeiden, is het strippen meestal een bijverdienste; de vrouwen strippen den heelen dag tusschen de huishoudelijke bezigheden door; de mannen des avonds na den fabrieksarbeid en de kinderen na schooltijden in de vacanties vaak den heelen dag. Des avonds wordt gewoonlijk tot 9 en soms tot 10 uur gewerkt en een enkelen keer, wanneer het werk af moet, nog later.


    Kinderarbeid: Kinderarbeid komt in deze huisindustrie heel vee! voor. Kinderen van 8 tot 12 jaar strippen geregeld mee en in verscheidene gevallen ook kinderen van 6 en 7 jaar, terwijl één keer zelfs een kind van 3 jaar strippende werd aangetroffen. De kinderen werken dikwijls 5 uur per dag, meestal na schooltijd van 4 tot 8 of 9 uur en soms ook nog des morgens vóór schooltijd.


    Woning: De woning der tabakstrippers bestaat meestal uit 2 kamers, dikwijls ook uit slechts 1 vertrek en een bergplaats. Het werkvertrek dient dan ook geregeld tegelijk tot slaap en woonkamer of tot alles tegelijk.


    Gezondheid: De vraag of het strippen de gezondheid benadeelt, werd door de strippers meestal ontkennend beantwoord. Slechts in enkele gevallen werd geklaagd over de benauwde atmosfeer, die het strippen veroorzaakt en één arbeider schreef daaraan de ziekelijkheid zijner kinderen toe.
    Ondersteuning bij ziekte genieten de meeste strippers niet. Slechts enkelen zijn lid van een onderling ziektefonds.

    Vooral die gezinnen, die alleen van het strippen moeten leven, vertoonen een beeld van ellende. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere arbeiders, (dikwijls losse werklieden), wanneer ze werkeloos zijn. Zoo werd bij de enquête een gezin aangetroffen, bestaande uit man, vrouw en 4 kinderen, welk gezin alleen van het strippen moest leven. De man en de vrouw werkten van half 9 's morgens tot 10 uur des avonds en een enkelen keer ook 's nachts; twee kinderen van 6 en 3 jaar werkten 5 uur. Het gezin leverde 100 pond per week a 3 cent per pond, terwijl voor straf wel eens minder tabak werd gegeven. Geen wonder, dat vraag 40 der vragenlijst beantwoord werd met de woorden veel ziekte onder de kinderen!


    Vooral voor de 32 kinderen beneden de 12 jaar, die in Wageningen aan het werk werden gevonden, is dit werk een plaag. Geen vacanties, geen vrije middagen of avonden. De kinderen verfoeien het eentoonige strippen. Om hen tot den grootsten ijver aan te sporen, wordt hun door de ouders een bepaalde taak opgegeven, na afloop waarvan ze mogen gaan spelen. Daar gewoonlijk tot 8 uur of 9 uur 's avonds gestript wordt zal er meestal van dat spelen wel niet veel komen. Het strippen verspreidt veel stof in de kleine woningen. De Wageningsche bevolking heeft een afschuw van het strippen: slechts in den uitersten nood gaan de menschen er toe over de ‘zwijnderij’ in huis te halen en gaan zij bij een werkgever tabak halen.

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    26-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 3.


     

    Het sigarenmaken in de omstreken van Eindhoven.

     

    Techniek: Nadat de gestripte tabak gedroogd is, komt ze in handen van den poppenmaker, die het zoogenaamde binnen-g p e d met het omblad omrolt en de aldus vervaardigde pop (ook wikkel of bosje genoemd) in een houten vorm drukt. Bij den zoogenaamden handarbeid wordt die houten vorm niet gebruikt. De handarbeid levert een luchtiger sigaar, maar geschiedt alleen bij het maken der beste soorten. Door den eigenlijken sigarenmaker wordt de pop met het dekblad omrold en dan is de sigaar klaar.

    De laatste werkzaamheid is het sorteeren, dat echter bijna altijd in de fabriek geschiedt. Het poppenmaken wordt dikwijls door vrouwen of jongens gedaan. Ook in de fabriek staat de jongen niet in dienst van den patroon, maar van den sigarenmaker. Deze arbeidsverdeeling is echter niet zóó streng doorgevoerd, dat het poppenmaken een afzonderlijk vak zou zijn. Integendeel is het meer een overgangsstadium bij het leeren van het sigarenmakersvak, terwijl in de huisindustrie de sigarenmaker dikwijls tevens zijn eigen poppenmaker is.


    Aantal: Rondom Eindhoven zijn een driehonderdtal thuiswerkende sigarenmakers. Hierbij zijn nog niet gerekend de gezinsleden, die dikwijls bij het bedrijf behulpzaam zijn. In Eindhoven zelf zijn er weinig, maar des te meer in Stratum, Gestel, Bladel, Valkenswaard en Woensel.


    Hoofd of bij bedrijf: In minstens 84 gevallen bleek deze huisindustrie de eenige of althans de voornaamste bron van inkomsten van het gezin op te leveren. Maar meestal is toch de huisarbeid een noodzakelijke aanvulling van het lage loon, dat de man in de fabriek verdient. Het betreft dan ook voor een groot deel vrouwen, die echter meestal na fabriekstijd door haar mannen worden geholpen. De man is dan gewoonlijk sigarenmaker op een fabriek (loon f 7 a 8).


    Kinderarbeid: Arbeid van kinderen beneden 12 jaar komt zoo goed als niet voor. Wel doet soms een jongen van 12 of 13 jaar dienst als poppenmaker.


    Vreemde helpers: Dikwijls wordt de huisarbeider door de andere leden van zijn gezin geholpen. Soms moet hij echter een vreemden poppenmaker in dienst nemen, die dan gewoonlijk 1/3 van het loon van den huisarbeider ontvangt.


    Verhouding tot den werkgever: Meestal levert de werkgever de grondstof en betaalt dan aan den arbeider een vast stukloon. Er zijn echter een paar werkgevers, die de tabak aan de huisarbeiders verkoopen en dan weer de sigaren van hen inkoopen. Het verschil is, dat bij dit laatste stelsel de werkgever de risico van de kwaliteit der tabak afwentelt op den huisarbeider. Het aantal sigaren, dat uit een zekere hoeveelheid tabak kan worden gemaakt is n.l. zeer verschillend en daar de werkgever den arbeider voor tabak van éénzelfde soort een vasten prijs laat betalen, draagt de arbeider de schade als de tabak slecht blijkt te zijn. Ook de risico van de prijsverandering der tabak is bij dit stelsel geheel ten laste van de huisarbeiders. Dit koopsysteem werd o.a. gevolgd door een firma te Roosendaal, die veel in de omstreken van Eindhoven laat werken.


    Loon: Het stukloon varieert meestal van 26 tot 35 cent per 100 sigaren. Een vaak voorkomend loon is 29 a 30 cent per 100 sigaren. Wanneer men bedenkt, dat het vervaardigen van 100 sigaren 3 a 3 ½ uur arbeid kost, dan blijkt wel, dat dit loon zeer laag is. Het uurloon is zeer verschillend, varieert meestal tusschen 6 en 12 ct, maar is soms hooger en soms lager. Zij, die alleen van deze huisindustrie moeten leven, kunnen dan ook, al rekken zij hun arbeidsdagen nog zoover uit, niet dan een klein weekloon verdienen. Bij een arbeidstijd van 10 a 12 uur per dag wordt meestal niet meer dan f 6 a f 7 per week verdiend. Lange arbeidsdagen van 14 tot 16 uur zijn noodig cm een weekloon van f 9.50 te bereiken.


    Arbeidsduur: Bij de arbeiders, voor wie deze huisindustrie de eenige of voornaamste inkomst is, komen zeer lange arbeidstijden voor; in 35 gevallen wordt 12 uur of langer gewerkt, waaronder werktijden van 15, 16 en in 2 gevallen zelfs van 18 uur per dag voorkomen. In de beide laatste gevallen bedroeg het loon resp. f 6 en f 9 per v/eek.

    Voorzoover het huisarbeid der vrouw betreft tot aanvulling van de verdienste van man of zoon komt een arbeidstijd van 8 tot 11 uur per dag voor; het gebeurt echter ook heel vaak, dat in zoo'n geval de vrouw niet meer dan 2 a 5 uur per dag werkt. In vele gevallen werkt de man na een fabrieksarbeid van ongeveer 10? uur nog 2 a 4 uur thuis.


    Gedwongen winkelnering: Deze komt voor te Reuzel, Valkenswaard en Woensel. Behalve kleeren zijn de waren te Reuzel duurder dan elders. In Valkenswaard komt bij enkele patroons gedwongen winkelnering voor; het wordt wel niet uitdrukkelijk gezegd, maar de arbeiders merken de gevolgen, wanneer zij niet in den patroonswinkel koopen.


    Woningtoestanden: Eénkamerwoningen komen bijna niet voor. Meer dan de helft der huisarbeiders bewoont 3 kamers. Tech werd slechts zelden een afzonderlijk werkvertrek gevonden; dikwijls was het werkvertrek tevens woonkamer, keuken en slaapkamer.

     

    Conclusie: Uit het voorgaande blijkt, hoezeer de toestanden onderling verschillen. Soms werkt alleen de vrouw thuis 2 tot 5 uur per dag, maar voor een groot gezin blijft dan het gezamenlijk loon te laag, zoodat dan de vrouw dikwijls 8 tot 10 uuur werkt en de man nog een paar uur na fabriekstijd helpt. En soms is het loon dan nog onvoldoende.


    De grootste wantoestanden vindt men bij de gezinnen, die alleen van den huisarbeid leven moeten. Ook hier bestaan echter groote verschillen. Tot de beste gevallen behooren die, waarin de man met zijn vrouw of zoontje ? of 12 uur werkt en daarmee f 9 tot f 10 per week verdient. Maar ook wordt een jonge vrouw vermeld, die 's avonds zoolang werkt tot ze voor haar werktafel in slaap valt, ongeveer 16 uur per dag, en daarmee f 5.40 verdient. Van drie mannen, die elk 15 uur werken, verdient de één f 8.30, de tweede f 7.54 en de derde f 5.44 per week. In sommige dorpen (echter niet te Valkenswaard) schijnt deze huisindustrie af te nemen, omdat de jongelieden meer in de lampenfabrieken gaan werken, waar ze iets meer kunnen verdienen.

     

    Het sigarenmaken te 's Hertogenbosch.

     

    Aantal: In dat vak werden te 's Hertogenbosch 188 huisarbeiders bezocht. (Zeker een honderdtal weigerde inlichtingen). Onder dit aantal zijn echter 47 arbeiders begrepen, die, meestal na fabriekstijd, des avonds voor eigen rekening een paar uur werken. Vooral in de groote steden komen deze eigen-werkmakers veel voor. Hun positie komt in vele opzichten overeen met die der huisindustrieelen ; zij verdienen iets meer, maar moeten zelf voor den afzet van hun sigaren zorgen en dragen natuurlijk zelf het risico van hun bedrijf.


    Hoofd of bijbedrijf: Deze thuiswerkers zijn meestal arbeiders in een sigarenfabriek, die nog eenig werk mee naar huis nemen om aldus het lage fabrieksloon aan te vullen. Het fabrieksloon werd meestal niet opgegeven; in verscheidene gevallen wordt echter een loon van f 9, f 10 of f 11 vermeld.

    Ook werden 37 sigarenmakers aangetroffen, die alleen thuis werkten. Een viertal van hen zijn eigenwerkmakers, de overigen volslagen huisindustrieelen.


    Arbeidstijd: Van de 37 sigarenmakers, die alleen thuis werken, hebben 25 een arbeidsdag van 12 uur of langer. Zelfs arbeidstijden van 15, 16 en 17 uur per dag komen bij hen voor.

    Maar ook de arbeiders, die overdag in de sigarenfabriek werken, maken een langen arbeidsdag. Weliswaar wordt op de sigarenfabrieken in Den Bosch zelden langer dan 11, uur gewerkt, maar het huiswerk bederft weer alles. Het huiswerk is niet verplicht, maar het lage loon dwingt de arbeiders wel om werk mee naar huis te nemen om het in hun vrijen tijd af te maken. Zelfs in het schaftuur wordt door sommigen gewerkt. De helft dezer fabrieksarbeiders, werkt thuis drie uur of langer, 22 hunner zelfs 4 of 5 uur. Het is jammer, dat de enquête geschiedde in een tijd van groote slapte in het bedrijf, zoodat een paar fabrieken te 's Hertogenbosch den arbeidstijd tot 71? 2 uur hadden verkort. Daardoor is het beeld, dat wij zien, niet geheel normaal; sommige arbeiders werken nu thuis langer dan in gewone tijden, maar andere weer korter omdat wegens de slapte niet zooveel werk mee naar huis wordt gegeven als gewoonlijk. Toch kwamen ons vele, blijkbaar normale, gevallen onder de oogen, waarin op de fabriek 10 of 11, uur en thuis 3, 4 of 5 uur gewerkt wordt.

    Een arbeidsdag van 13, 14 en 15 uur is dus in dit vak te 's Hertogenbosch blijkbaar niet zeldzaam.


    Loon: In 't algemeen is het stukloon hier iets hooger dan in de dorpen rondom Eindhoven. Bleek daar het normale loon 29 a 32 cent per 100 sigaren te zijn, zoo bedraagt dat hier 35 o f 37 ½ cent. Echter komt ook zoowel een lager als een hooger loon voor. Het blijkt niet of hier het huisindustrieloon lager is dan het fabrieksloon. Het maken van 100 sigaren kost 2 ½  a 3 uur arbeid; handarbeid duurt langer, maar wordt ook beter betaald.

    Het loon, dat de fabrieksarbeiders met hun thuiswerk per week verdienen is moeilijk op te geven, daar zij de wikkels gewoonlijk al op de fabriek maken. Voor deze aldus gedeeltelijk thuis, gedeeltelijk in de fabriek gemaakte sigaren wordt dikwijls f 1.50 a f 3 per week betaald. Ook bestaat de huisarbeid soms geheel of gedeeltelijk uit het dekklaarmaken. Dat maakt, dat de arbeider op de fabriek in denzelfden tijd meer sigaren kan vervaardigen dan anders. Wanneer de arbeider aan dit werk 1 a 2 uur per dag besteedt, verhoogt dit zijn weekloon met ongeveer f 1.20.


    Ook het weekloon der sigarenmakers, die alleen thuis werken, verschilt natuurlijk zeer naar gelang zij al of niet door een huisgenoot of leerling geholpen worden. Aan een vreemden leerling wordt van 75 c. tot f 3 per week betaald, maar vaak worden deze sigarenmakers door vrouw of zoon geholpen. Toch verdienen van deze 37 sigarenmakers 27 minder dan f 12 per week en 20 hunner zelfs minder dan f 10. Verscheidene gevallen komen voor, waarin ondanks werktijden van 12, 14 en 16 uur per dag slechts f 6 a 7 per week wordt verdiend.


    Woningtoestanden: Deze zijn over 't algemeen niet gunstig. In 87 gevallen bevatte de woning twee en in 27 gevallen slechts één kamer. Bij ongeveer de helft dezer huisarbeiders was het werkvertrek woon- en slaapkamer en keuken tegelijk. Slechts 25 hadden een afzonderlijk werkvertrek. De werkkamer bleek dikwijls laag en slecht verlicht.


    Ziekteverzekering: Deze arbeiders zijn bijna zonder uitzondering lid van een ziekenfonds.


    Vakvereeniging: Ongeveer 2/3 zijn georganiseerd. Van de sigarenmakers, die uitsluitend thuis werken, ongeveer de helft.

     

    Conclusie: Hoewel het loon iets hooger is dan te Eindhoven, is het toch nog zóó laag, dat alleen door overmatig gerekte arbeidsdagen een nauwelijks voldoende weekgeld kan worden verkregen. De woningtoestanden zijn blijkbaar slechter dan in den omtrek van Eindhoven. Hierbij moet men nog in 't oog houden, dat in de twee vertrekken of in het ééne vertrek, waarin de sigarenmaker met zijn helper werkt en waar het vaak talrijke gezin woont en slaapt en waar gekookt wordt, tevens in verscheidene gevallen door de vrouw en soms ook door de kinderen gestript wordt

     

    Het sigarenmaken te Kampen.

     

    Aantal: Te Kampen werden ongeveer 500 thuiswerkende sigarenmakers bezocht. Hieronder zijn 4- 150 fabrieksarbeiders begrepen, die na fabriekstijd nog eenige uren thuis werken, de overigen zijn volledige huisarbeiders.

    In 250 gevallen wordt de sigarenmaker door gezinsleden (meestal de vrouw) geholpen; in 450 gevallen werden vreemde helpers aangetroffen, dikwijls leerlingen van 15 tot 17 jaar. De vrouw of leerling maakt de wikkels of bosjes, stript het dekblad of knipt de sigaren af.

    Kinderarbeid werd slechts in enkele gevallen geconstateerd; van ongeveer 40 kinderen beneden 14 jaar wordt uitdrukkelijk gezegd, dat zij na schooltijd een paar uur meewerken.


    Arbeidsduur: De arbeidstijden zijn buitengewoon lang. Van de volledige huisarbeiders werkt 9% 12 uur of korter, 43 van 12 tot 15 uur en langer dan 15 uur per dag. Niet zelden komt een arbeidstijd van geregeld 18 uur per dag voor. In de sigarenfabrieken wordt vaak des winters 9 uur, des zomers 10 uur gewerkt. Wanneer men echter ook den huisarbeid in aanmerking neemt, dan blijkt, dat ook deze arbeiders nog ver van den tienurendag verwijderd zijn. Van hen werkt n.l. thuis, (? 30 tot 26%: 1 uur of  korter, 34%: 3 ½ uur, ? 4 uur ?) en 10%: 5 uur of langer.

    Ook nachtarbeid komt dikwijls voor, vooral tegen den tijd, dat het werk moet worden ingeleverd; het is dan een jachten om klaar te komen, want als het te laat wordt ingeleverd, wordt als straf een dag geen tabak gegeven.

    Met het inleveren gaat veel tijd verloren; soms geschiedt het 2 keer, maar ook vaak 5 keer per week, waarmee telkens 1 uur gemoeid is.

    Ook het bereiden van het dekblad kost veel tijd, namelijk 1 a 2 uur; de overige tabak ontvangen de arbeiders klaargemaakt.


    Loon: Ondanks de lange arbeidstijden zijn de loonen laag. Wel schijnt het stukloon vrij hoog, namelijk meestal f 4 a f 5.50 per 1000 sigaren, doch dat komt, omdat in Kampen in de huisindustrie veel handwerk gemaakt wordt, dat veel meer tijd kost dan vormwerk.

    Het uurloon bedraagt dan ook voor 63% 10 cent of minder, voor 34%: van 10 tot 15 cent en voor 3%: meer dan 15 cent.

    Van de volledige huisarbeiders bedraagt het weekloon voor 9% : f 12.50 of meer, voor 41% (?) : van f 10 tot 12.50, voor 33%: van f 7.50 tot f 10 en 17% (?) minder dan f 7.50.

    Ook het weekloon van hen, die én op de fabriek én thuis werken varieert meestal tusschen f 7.50 en f ? (voor fabrieks- en thuiswerk samen); slechts 20% verdient meer dan f 11 per week.


    Woning: In ± 60 gevallen bevat de woning 2 kamers, overigens steeds 3 of 4. Toch heeft slechts 45% een afzonderlijk werkvertrek. Terwijl dus in 't algemeen 55% geen afzonderlijk werkvertrek heeft, bedraagt dit getal voor de volledige huisarbeiders 38%. Overigens is dus het werkvertrek ook woonkamer, slaapkamer of keuken, in 120 gevallen zelfs alles tegelijk. In de gevallen, waarin wél een afzonderlijk werkvertrek bestaat, voldoet dit echter volstrekt niet altijd aan billijke eischen; dikwijls is het een klein en laag zoldervertrek, waar veel te veel personen in een kleine ruimte zijn opeengepakt. Het komt namelijk wel voor, dat ongehuwde of kleinbehuisde sigarenmakers bij een ander werken tegen betaling van 40 of 50 cent zitgeld per week.

     

    Het maken van sigarenkistjes te ’s Hertogenbosch.

     

    Aantal: Dit geschiedt door 76 personen, uitsluitend mannen. Echter werkt de vrouw bij na steeds een paar uur per dag mee.

    Kinderarbeid: Over 't algemeen komt kinderarbeid weinig voor. Toch wordt van ongeveer 12 kinderen beneden 14 jaar bericht, dat zij na schooltijd medewerken.


    Bijverdienste: Het betreft bijna steeds sigaren-sorteerders op een fabriek werkzaam, die thuis de kistjes maken. Het fabrieksloon werd meestal niet opgegeven; in de enkele gevallen, dat het wel werd vermeld, varieerde het van f 8 tot f 12. Het thuiswerk is niet verplicht.


    Arbeidsduur: Door 33 arbeiders wordt 2 of 2 ½  uur gewerkt, door 20 arbeiders 3 uur en door 13 arbeiders 3 ½ , 4 of 5uur; slechts 6 personen werken 1 of 1 ½  uur. Daar de arbeidstijd op de fabriek soms ? uur, maar meestal 10 of 11 uur bedraagt, is het duidelijk, dat de arbeidsdag van deze arbeiders zéér lang is. Onder hen komt dan ook een arbeidsdag van 13 of 14 uur dikwijls voor. Ook in het schaftuur wordt soms gewerkt.

    Men moet voorts in 't oog houden, dat de enquête plaats vond in een tijd van groote slapte, zoodat thuis minder werd gewerkt dan gewoonlijk. Door een arbeider werd verzekerd, dat in den drukken tijd vaak laat op de fabriek gewerkt wordt, zoodat het afmaken van de kistjes thuis dan dikwijls tot in den nacht duurt.

    De genoemde werktijden gelden vaak slechts voor 5, soms voor 4 dagen in de week.

    De vrouw helpt bij het kistjes maken meestal 1 ½  a 3 uur per dag, soms nog langer.


    Loon: Het stukloon bedraagt meestal 2 cent per kistje, soms 2 ½  en 3 cent al naar de soort. De opgaven van den tijd, noodig voor het maken van één kistje, loopen zeer uiteen; vaak wordt opgegeven, dat één kistje met hulp in 4 a 5 min., zonder hulp in 9 min. gemaakt wordt. Voor het maken van 10 kistjes wordt dikwijls 1 a 1 ½  uur arbeid gerekend. Vandaar loopt ook het uurloon zeer uiteen; het varieert meestal van 8 tot 16 cent. Het weekloon bedroeg in 33 gevallen f 3 a f 3.50 en in 15 gevallen f 3.50 a 4, in 7 gevallen f 4 a f 4.50, maar in 7gevallen f 1 a f 3. Hierbij moet men echter in aanmerking nemen, dat de kistjesmaker 15 a 20 c. onkosten (voor stijfsel, enz.) per week heeft.


    Woning: In ? gevallen bevatte de woning slechts één kamer en in 32 gevallen twee kamers, overigens gewoonlijk 3 vertrekken. Het kistjesmaken geschiedt meestal in de woonkamer, die meestal tevens keuken of slaapkamer of zeer dikwijls alles tegelijk is.


    Ziekteverzekering: Bijna steeds zijn deze arbeiders lid van een ziekenfonds.


    Vakvereeniging: Van deze arbeiders is ongeveer de helft georganiseerd.

     

    Het maken van sigarenkistjes te Kampen.

     

    Aantal: Een 6o-tal personen, die des avonds sigarenkistjes vervaardigen, werden bezocht. Het zijn allen sorteerders op een sigarenfabriek, die door dezen huisarbeid het lage loon, dat zij op de fabriek verdienen, aanvullen. Bij de meesten bestaat deze huisarbeid in het plakken der kistjes, slechts enkelen houden zich bezig met het zagen en spijkeren hiervan.


    Arbeidsduur: De werktijden zijn van 30 % 2 uur, van 40 % 2 ½  uur, en van 90% 3 uur per dag. In de fabriek wordt 10? uur gewerkt. De huisarbeid geschiedt meestal gedurende 4 of 5 avonden per week.


    Loon: Het stukloon bedraagt 2, 2 ½ , of 3 cent per kistje. Per week worden gewoonlijk 60 a 100 kistjes vervaardigd, het weekloon varieert van f 1.50 tot f 2.25 (het weekloon in de fabriek bedraagt f 6.50 a f 9.) Het uurloon wisselt tusschen 13 en 22 cent.

    Voor stijfsel enz. hebben deze arbeiders ongeveer 10 cent onkosten per week.


    Woning: In enkele gevallen bevat de woning één kamer en een zolder, maar meestal 2 kamers en een zolder. Het kistjesplakken geschiedt steeds in de woon- en slaapkamer of keuken.

     

    Het erwtenlezen te Enkhuizen.

     

    Seizoenarbeid: Het erwtenlezen te Enkhuizen geschiedt meestal van October of November tot Februari of Maart, naarmate de grossiers leveranties voor het leger hebben.


    Bijverdienste: Het erwtenlezen wordt heel vaak gedaan door de gezinnen van visschers, die, wanneer ze hun jaarlijksche verdienste per week berekenen, gewoonlijk een weekloon van f 7, soms f 8 hebben. Maar ook andere beroepen (o.a. bouwvakarbeiders) komen voor.


    Vrouwenarbeid: Het erwtenlezen wordt voornamelijk door vrouwen gedaan, welke echter dikwijls door den man worden geholpen.


    Kinderarbeid: Ook kinderarbeid komt voor. De kinderen werken een paar uur na schooltijd. Steeds werd gezegd, dat de kinderen nooit langer dan tot ongeveer 9 uur 's avonds werkten. Ook werd door de erwtenlezers gewoonlijk beweerd, dat de arbeid door kinderen verricht niet veel te beteekenen had. In hoever dit juist is, is zeer moeilijk uit te maken.


    Arbeidsduur: Deze is zeer verschillend. Door sommige vrouwen wordt slechts ongeveer 4 uur per dag gewerkt, door vele andere van 9 tot 12 uur per dag. De mannen werken soms slechts een paar uur mee, doch soms ook den heelen dag. Op Zaterdagmiddag wordt over 't algemeen niet gewerkt.


    Loon: De wijze van betaling is verschillend; de ééne werkgever betaalt naar het aantal kilo's vuil, dat uit een zak gelezen is, de andere per uitgezochte zak. Per zak wordt gemiddeld 65 cent betaald. Bij de andere wijze van betaling bedraagt het loon per kilo uitgelezen vuil ? cent bij vale erwten en 9 cent bij groene erwten.

    De arbeidstijd, noodig voor het uitzoeken van één zak, is zeer verschillend. Een vrouw verklaarde, dat zij met haar man den heelen dag (ongeveer 12 uur) werkte over één zak. In verband hiermede varieert ook het uurloon van 1 tot 6 cent. In elk geval staat vast, dat het loon zeer laag is, meestal 2 a 3 cent per uur.

    Per week wordt met erwtenlezen, ook met hulp van man en kinderen, gewoonlijk slechts f 1.50 a f 3 verdiend, soms echter meer en soms minder.


    Woning: De woningtoestanden schijnen bij deze gezinnen wat gunstiger te zijn dan elders. Eénkamerwoningen werden bij de bezochten niet aangetroffen. Dikwijls bevat de woning een kamer, een keuken en een zolder. Wel werd bijna altijd het werkvertrek ook als woon- en slaapkamer gebruikt.


    Conclusie: Onze gegevens voor de erwtenlezerij te Enkhuizen waren zeer onvolledig. Maar op grond dezer gegevens kan wel worden geconstateerd, dat het erwtenlezen een zeer slecht betaald werk is. Bovendien verspreidt het veel stof in huis.

     

    Het erwtenlezen te Groningen.

     

    In de stad Groningen houden zich een paar honderd gezinnen, voornamelijk in de wintermaanden (September tot Februari of Maart), bezig met erwtenlezen. Het zijn dikwijls gezinnen van losse arbeiders, soms ook van bouwvakarbeiders, gemeentewerk lieden enz. (het loon van den man is meestal f 7 a f 9 per week). Ook is het erwtenlezen een kleine bron van inkomsten voor oude lieden of weduwen, die vaak bovendien nog uit werken gaan.

    Het erwtenlezen geschiedt vooral door vrouwen, soms des avonds door den man geholpen. Het is bekend, dat bij dit werk een groote kinderexploitatie voorkomt. Deze wordt echter sedert eenige jaren door de arbeidsinspectie te Groningen zooveel mogelijk tegengegaan. Of dit geholpen heeft, is moeilijk te zeggen; de controle is zeer bezwaarlijk.
     
    Bij de enquête werd opgegeven, dat 51 kinderen beneden 14 jaar (waarvan 39 beneden 12 jaar) meewerken, maar waarschijnlijk is, uit vrees voor de inspectie, dikwijls het meewerken van kinderen verzwegen. Vroeger werden vaak schoolgaande kinderen thuis gehouden om erwten te lezen, dit is echter sedert de invoering der Leerplichtwet veel verbeterd. Maar zij werken nu vóór, tusschenen na schooltijd. Vroeger geschiedde het erwtenlezen in de pakhuizen. Het spreekt van zelf, dat het behandelen van eetwaren in de, vaak onzindelijke, éénkamerwoningen der allerarmsten zeer onhygiënisch is.


    Arbeidsduur: De werktijd der meeste vrouwen varieert van 7 tot 11 uur per dag; een twintigtal werkt echter 12 a 16 uur per dag. Sommigen beginnen al om 5 of 6 uur des morgens, anderen werken tot 10 of 11 uur des avonds. In de meeste gezinnen geschiedt het erwtenlezen voornamelijk 's avonds na afloop der andere werkzaamheden. Ook Zondags-arbeid komt voor.


    Loon: Voor het sorteeren van groene erwten wordt f 1, van grauwe erwten 75 cent en van groote boonen 25 cent per H.L. betaald. Hoeveel tijd noodig is voor het sorteeren van een H.L. is moeilijk te zeggen; dat hangt veel van de kwaliteit af. In 't algemeen kost het sorteeren van 1 H.L. erwten 20 a 30 uur arbeid, van 1 H.L. boonen 6 a 10 uur. Het uurloon is meestal 2 ½  a 3 ½  cent, soms 4 cent. Door één gezin wordt per week gewoonlijk 2 a 3 H.L. soms 4 H.L. erwten afgeleverd. De arbeiders hebben dikwijls ongeveer 20 cent onkosten per week voor het huren van een kar en een zeef.


    Woning: Deze gezinnen, soms van 8 a 10 personen, bewonen bijna zonder uitzondering éénkamerwoningen; enkele hebben echter nog een keukentje of achterhuis.


    Schade voor de gezondheid: Het werk geschiedt vaak 's avonds bij slecht kunstlicht en is daardoor schadelijk voor de oogen. Dikwijls wordt over ziekelijkheid van de vrouw of de kinderen geklaagd.

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    25-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 4.

    Het erwtenlezen te Middelburg.

     

    Te Middelburg geschiedt het erwtenlezen door ongeveer 350 gezinnen ten behoeve van eenige graanhandelaars. De toestand der erwtenlezers is zeer slecht; door het groote aanbod van arbeidskrachten is het loon nog lager dan vroeger geworden, terwijl bij een paar firma's het verlezen van erwten reeds met een machine geschiedt.

    Soms zijn het de gezinnen van vakarbeiders, voor wie het erwtenlezen een kleine bijverdienste is, maar voor een groot deel betreft het de gezinnen van losse arbeiders, sjouwerlieden en bouwvakarbeiders, die dikwijls Werkloos zijn. Ook is het erwtenlezen de eenige uitkomst voor de allerarmsten, straatventers en weduwen met veel kinderen, die ook als werkvrouw of met wasschen iets verdienen; men treft dan ook onder erwt:nhzers vele bedeelden aan.

    Het lage loon maakt een groote kinderexploitatie onvermijdelijk; het meewerken van ongeveer 240 kinderen beneden 14 jaar werd uitdrukkdijk geconstateerd. Dit cijfer is echter veel te laag; de kinderarbeid toch wordt meestal verzwegen, omdat een bezoek van den arbeidsinspecteur, eenige jaren geleden, dees menschen bang heeft gemaakt.


    Arbeidsduur: Het zijn vooral vrouwen, die erwten verlezen. Haar arbeidstijden zijn zeer verschillend, sommigen werken slechts 4 of 5 uur per dag, anderen 10 uur, maar ongeveer 50% werkt 12 uur of langer. Een arbeidstijd van 15 of 16 uur per dag komt niet zelden voor, terwijl soms het erwtenlezen tot laat in den nacht wordt voortgezet.

    De kinderen werken na schooltijd, vaak tot 10 uur en soms ook des morgens voor schooltijd.


    Loon: Het stukloon bedraagt 60 a 85 cent per mud. Hiervan gaat echter 10 cent per mud af voor bezorgloon. De arbeidstijd per mud is moeilijk op te geven; een enkele maal werd geantwoord, dat een persoon over één mud 18 a 20 uur werkt. Het uurloon is ongeveer 2 ½  a 3 cent. Per week wordt vaak f 1.50 a f 3 verdiend.


    Woning: Meestal bevat de woning 2 kamers, maar in ongeveer 25% der gevallen slechts één vertrek, waarin dus het soms groote gezin woont, slaapt, kookt en erwten verleest. In verscheidene gevallen waren het krotten met slechts enkele stukken haveloos huisraad.


    Gedwongen winkelnering: Sedert enkele jaren worden de erwten thuis bezorgd en afgehaald. Deze bezorgers, die ook het loon afdragen, hebben veel macht, hetgeen tot allerlei misbruiken, soms een soort van gedwongen winkelnering aanleiding geeft.


    Omvang: Behalve in Middelburg vindt men in Zeeland talrijke erwtenlezers in Vlissingen (± 60), Goes (260), Arnemuiden (140), en Zierikzee (150).

     

    Het koffieverlezen te Venlo.

     

    Aantal: Een twintigtal vrouwen, die zich met koffieverlezen en soms ook met het naaien van zakken voor de koffie bezig houden, werden bezocht. Zij worden soms geholpen door kinderen, die na schooltijd een paar uur meewerken. Het werk wordt vooral des winters veel gedaan, in de maanden Januari, Februari en Maart. Het zijn dikwijls de vrouwen van bouwvakarbeiders, die in den winter werkloos zijn.


    Arbeidsduur: Het werk geschiedt zeer ongeregeld; de vrouwen werken tusschen de huishoudelijke bezigheden door of na afloop daarvan tot 9, 10 of 11 uur des avonds.


    Loon: Wanneer van een baal (van 75 kilo) 1 kilo uitschot of minder komt, wordt 35 cent betaald. Bij meerder uitschot wordt i cent per ons betaald. Het uurloon bedraagt 3 a 5 cent. Per week bedraagt het loon f 1.20 a f 3.


    Woning: De woning bevat soms 2, maar meestal 3 of 4 kamers. Het werk geschiedt gewoonlijk in de woonkamer, die tevens keuken is.


    Gedwongen winkelneering: In een paar gevallen wordt melding gemaakt van dwang tot het koopen van kruidenierswaren in den winkel van den werkgever.

     

    Het blauwselinpakken te Westzaan.

     

    Omvang: Het inpakken van blauwsel en potlood was vroeger meer algemeen dan nu. Het aantal gezinnen, waar blauwsel wordt verpakt, bedraagt thans niet meer dan 25. Enkele gezinnen hebben speciaal potlood te verwerken.


    Omschrijving: De thuiswerkers (sters) krijgen het blauwsel in platte ronde stukjes van bepaalde dikte in kistjes van de fabriek. Hierbij zijn bedrukte witte stukjes linnen gevoegd. De werkers (sters ) hebben een plank, met holten erin geboord, voor zich liggen. De witte bedrukte linnen lapjes komen over de plankholte te liggen, het ronde stukje blauw wordt tegelijk met het lapje in de holte gedrukt, dan wordt er met een wit koordje omheengeslagen en dichtgeknoopt. Het stukje blauw wordt daarna uit de plankholte getrokken, de koordeindjes dichtgeknoopt en ten slotte een étiquet.


    Loon en Arbeidsduur: Vroeger werd 10 cent voor het inpakken van 100 stuks betaald, deze prijs is nu gereduceerd tot 7 cent per 100. De arbeidstijd, daarvoor benoodigd voor twee personen gezamelijk 8 a 9 uur per 1000. Het maximum aantal stukjes ter verpakking uitgegeven, bedraagt wekelijks niet meer dan 2000. Dit geeft een weekloon van f 1.50. Meestal wordt er minder ter bewerking uitgegeven. Het werk wordt veelal des avonds verricht. Onkosten zijn niet te maken daar de fabriek alles levert.


    Bijzonderheden: Het inpakken geschiedt in de huiskamer. Bij goede behandeling is het zindelijk werk, in tegenstelling met het potlood inpakken, waarvoor hetzelfde loon betaald wordt en dat zeer vuil werk is. Door de kleine hoeveelheid in huisarbeid gegeven komt kinderarbeid weinig voor.


    Loondaling komt soms voor door het maken van platte ronde stukjes op de halve dikte, die voor reclame worden uitgegeven. Om deze pakjes behoeft geen étiquet geplakt te worden. Doch voor de 1000 wordt slechts dan f 0.50 betaald.

     

    Gloeikousjesindustrie te Enschedé.

     

    Omvang: De toepassing der gloeikousjes bij gasverlichting heeft te Enschedé een nieuwe huisindustrie in het leven geroepen. Nog voor een jaar was dit uitsluitend fabriekswerk. Eerst in het najaar van den vorigen winter waren er een vijftig huisarbeidsters in dit nieuwe bedrijf werkzaam. Bij minder groote bestellingen daalde hun aantal snel, en zijn er zelfs zekere rustpoozen waar te nemen. De uitgifte geschiedt door een enkele firma. Het is speciaal vrouwenarbeid, waarbij ook hulp van kinderen kan geconstateerd worden. Doch niet overwegend.


    Techniek: Men heeft staande en hangende kousjes. De laatste vooral worden in huisarbeid gegeven. De arbeidsters krijgen de kousjes gebreid van de fabriek met de steenen voetjes en de asbestdraad. Het boveneinde der kousjes wordt ontrafeld, daarna saamgetrokken tot zich een kapje vormt en met de afhangende draad kruiselings vastgehecht. Daarna worden de kousjes gekeerd. Met de asbestdraad wordt het steenen voetje aan het benedeneind bevestigd, doch zoo, dat de afknooping naar binnen komt. In dezen staat gaan de kousjes naar de fabrieken om machinaal gegloeid te worden. Slecht aangehechte kousjes moeten overgemaakt worden.


    Loonen: De prijs voor de 100 kousjes is 75 cent; de tijd tot afwerking, hiervoor benoodigd, 8 uur. Geroutineerde werksters maken er 500 en soms meer af in een week van 50 uren.

    Het loon bedraagt dan f 4. De meesten echter kunnen dit aantal niet halen en leveren gemiddeld 300 in 25 a 30 uur en bij mindere routine in langer tijdsbestek. Het gemiddelde uurloon is 7 a 10 cent.

    De staande kousjes, die zorgvuldiger bewerking vereischen, worden met f 1 per 100 betaald.


    Opmerkingen: Algemeen is de klacht over het zenuwachtige van dezen arbeid. Verschillende vrouwen wilden het niet meer aanvaarden, daar hun zenuwgestel er door leed.

    De keuring der kousjes is zeer streng. Dikwijls maakt het groote aantal afgekeurde kousjes de werksters afkeerig om denzelfden arbeid weer aan te nemen.

    Daar het zindelijk werk is, geschiedt het in de huiskamer; hulp van schoolgaande kinderen had slechts in enkele gevallen plaats.

     

    De kleedingindustrie te Arnhem.

     

    Aantal: Ruim 300 thuiswerkers en -werksters werden in dit vak te Arnhem bezocht. Onder de kleermakers waren zoowel maat- als confectiewerkers.


    Maatwerk: Evenals elders zijn ook hier de eersten er het best aan toe, hoewel zij, tengevolge van de wisselende seizoendrukte, maanden lang van 's morgens 5 tot 's avonds 9 of later werken, om daarna weken lang vergeefs op werk te wachten. De hoogste loonen voor een gekleede jas (30 a 40 uur werk) zijn f 8 a f 10 per stuk, voor een broek (14 uur) f 2.25 a f 2.50.


    Confectiewerk: De algemeene toestand van deze werkers is minder dan die der eerstgenoemden, wat zoowel uit de huisvesting blijkt als uit het feit, dat hier veel meer hulp van vrouw en kinderen wordt aangetroffen.

    Hier komen loonen voor van f 6.50 per week in een gezin, waar de vrouw meewerkt (de man 75, de vrouw 60 uur per week). Voor een gekleede jas werd hier betaald f 2.15 a f 2.95 (7 uur werk met hulp der vrouw), voor een broek f 0.20.


    Knechts: Een volwassen inwonende knecht verdiende f 3 per week boven de kost en werkte hiervoor 120 a 130 uur per week.

    Zondagsarbeid: Nagenoeg alle kleermakers deelden mede nu en dan Zondags te moeten werken, doch bij verscheidene kwam dit drukker voor, zelfs 26 Zondagen per jaar.


    Naaisters: Ook hier evenals elders de bekende lage loonen. Hoewel het aantal werkuren (dikwijls 80 in de week, soms ook meer) er op wijst, dat niet aan bijverdienste gedacht moet worden, wordt veelal een loon gemaakt, waarvan niet geleefd kan worden. Een weduwe met 2 dochters, die 's winters van 's morgens 9 tot 's avonds 12, 's zomers van 's morgens 4 tot 's avonds 7 werken, kunnen zoodoende voor f 10 afkrijgen, waar nog f 1 onkosten afgaat. Uurloonen van 6 cent zijn volstrekt geen uitzondering; er komen er voor van 4 cent, van 3 cent en bij beginsters zelfs van 2 cent.

     

    Kleedingindustrie (confectie) In de  omstreken van Eindhoven.

     

    Aantal: In Eindhoven en in de dorpen in den omtrek (Horst, Stratum, Woensel enz.) werden ± 90 thuiswerkende kleermakers bezocht. Hiervan wonen 14 in Eindhoven. Het zijn allen confectiewerkers; slechts enkelen maken ook nog eenig maatwerk.

    De werkgevers wonen te Eindhoven, Venlo, Helmond enz , zoodat met de inlevering van het werk heel wat tijd, soms zelfs 10 of 12 uur per week, gemoeid is. Deze arbeiders worden dikwijls door de vrouw en zoon of een dochter geholpen, terwijl ruim 20 met een knecht of leerjongen werken, een dertigtal werkt zonder hulp.


    Arbeidsduur: De kleedingindustrie schijnt hier niet zoo sterk het seizoenkarakter te hebben, dat dit vak elders meestal kenmerkt. Er wordt althans slechts zelden van verschil in arbeidsduur in de verschillende jaargetijden melding gemaakt.

    In de meeste gevallen wordt 12 uur of langer gewerkt, heel dikwijls 13 of I3 ½  uur per dag en in 26 gevallen zelfs van 14 tot 16 uur per dag. In enkele gevallen wordt medegedeeld, dat de drukste tijd tusschen Paschen en Pinksteren is.

    Gewoonlijk wordt des morgens om 6 of 7 uur (des zomers ook wel om 5 uur) begonnen en dan tot den avond doorgewerkt met 1 a 2 uur schafttijd. Soms wordt tot laat in den avond gewerkt, nachtarbeid schijnt echter niet voor te komen. Evenmin Zondagsarbeid.


    Loon: Het stukloon bedraagt per colbert dikwijls slechts 75 cents a f 1., echter ook wel f 1. a f 2. Per pantalon is een loon van 20 a 30 cent zeer gewoon, soms echter 40 of 50 cent; per vest wordt gewoonlijk 15 a 25 cent betaald. Voor een colbert of vest wordt dikwijls 95 cent a f 1.20 betaald. Het stukloon voor een demi bedraagt vaak 90 cent of f 1., ook wel f 1. a f 2.


    Het uurloon is gemiddeld 10 cent, soms iets meer maar ook wel 8 of 9 cent. Eigenlijk is het nog lager, daar de kleermakers meestal f 1. a f 2. onkosten per week hebben.

    Natuurlijk is ook het weekloon laag. Van de ruim 30 kleermakers, die alleen werken, varieert het weekloon van f 5  tot f 10., en dat ondanks de bovengenoemde zeer lange arbeidsdagen. Wordt met vrouw, zoon of knecht gewerkt, dan bedraagt het weekloon meestal f 12 a f 10., hoewel ook dan in sommige gevallen slechts f 9 a f ?. verdiend wordt.

    Indien met meerdere familieleden of knechts gewerkt wordt, maakt men soms f 16. a f 20., in enkele gevallen wel f 25. of f 30. per week. In de 20 gevallen, dat met een leerjongen of knecht gearbeid wordt, moet natuurlijk ook diens loon van het weekloon af; een leerjongen krijgt gewoonlijk niet veel meer dan de kost, een knecht f 3. a f 5. en de kost. Als men hierbij aan de f 1. a f 2. onkosten per week denkt, blijkt, hoe laag het loon van een confectiewerker in Brabant is. Ook moeten zij zelf voor een naaimachine zorgen, die dikwijls minimum f 100. kost. Meestal beschikken deze gezinnen over een stukje land.

    Woning: Eénkamerwoningen komen niet voor; de woning bevat dikwijls 2, maar ook vaak 3 en soms 4 vertrekken. Slechts in ongeveer 20 gevallen werd een afzonderlijke werkkamer gevonden, meestal wordt in de woonkamer gewerkt, die bovendien dikwijls tevens keuken en soms de slaapkamer is.

     

    De huisweverij in Eindhoven en omstreken.

     

    Aantal: Huiswevers in Eindhoven en omstreken werden gevonden in Boxtel ± 15, Heeze 10, Geldrop 60, Zeelst ± 50, Meerveldhoven 20, Nunen 30, Zesgehuchten ± 25, Veldhoven 30, Waalre 20, Gerwen 15, Someren 5, Strijp ± 20, Aalst 30, Woensel ± 20, Gemert ruim 100 en in Mierlo ± 60, in het geheel dus tusschen de 500 en 600 wevers.


    Loon: De  loonen  wisselen uiteraard eenigszins naar de verschillende plaatsen en naar de soort van weefsels, die vervaardigd worden. In het algemeen kan gezegd worden, dat te Mierlo en te Gemert de toestand der wevers het slechtst is. Dit blijkt uit de zeer lage loonen die hier verdiend worden. Voor Gemert verkreeg men b.v. de volgende gegevens betreffende de uurloonen: 13 % verdienen gemiddeld tot 4 cent per uur, 37 % van 4 tot 6 ct. per uur, 27% van 6 tot 8 cent per uur, 23  % meer dan 8. In de overige  plaatsen zijn de uurloonen wat hooger.

    Vrouwenarbeid: De wevers worden, voor zoover zij hun garen moeten spoelen, daarin door hun vrouw bijgestaan.

    Kinderarbeid: Deze komt in de textielbranche zeer weinig meer voor

     

    De Schoenmakerij in de omtrek van Eindhoven.

     

    Aantal: In de dorpen rondom Eindhoven werden ± 250 schoenmakers bezocht. Bijna altijd beschikken zij over een stukje land.

    Zeer waarschijnlijk wordt dikwijls door de vrouwen door de kinderen (na schooltijd) meegewerkt, maar bij de enquête bleek hiervan weinig. Als de vrouw meewerkt, maakt zij de knoopsgaten en stikt zij het bovenwerk met de machine. Slechts in enkele gevallen wordt met een knecht of leerling gewerkt.


    Arbeidsduur: Op enkele uitzonderingen na wordt steeds langer dan 10 uur per dag gewerkt; ± 150 schoenmakers werken 12 uur of langer. Door velen wordt geregeld 13 of 14 uur per dag gewerkt, door ± 20 personen zelfs I4, 15 en 19 uur.


    Loon: Het stukloon bedraagt per paar bottines 60 a 65 cent (chroomleer 75 a 80 c.), mansschoenen 45 a 60 ct., jongensschoenen 45 ct, kinderlaarsjes 30 a 45 ct., rijgschoenen 50 a 70 ct., lage schoenen 50 ct., sneeuwschoenen 60 ct., sokschoenen 45 a 55 ct., vetleeren jachtschoenen 60 a 75 ct., laarzen 90 ct. a f 1.25, soms ook f 1.50 a f 2, pantoffels 40 a 50 c. Hierbij moet in 't oog gehouden worden, dat de huisarbeider ongeveer 2 cent onkosten per paar schoenen heeft.


    Het weekloon varieert gewoonlijk tusschen f 5.50 en f 7.50, soms echter is het slechts f4 a f 5 en in enkele gevallen f 8 a f 10, maar hooger dan f 10 is het zeer zelden. Het uurloon varieert gewoonlijk tusschen 7 en 10 cent.


    Woning: Eénkamerwoningen komen zelden voor.

    De grootste helft der woningen bevat 2 kamers, de overige gewoonlijk 3 kamers. Een afzonderlijk werkvertrek vindt men bij de schoenmakers in den omtrek van Eindhoven slechts zelden; meestal is dit tevens woonkamer en keuken en in 33% bovendien nog slaapkamer.

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    24-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 5.

    De huisweverij te Goirle (N.B.)

     

    Aantal: In het in de nabijheid van Tilburg gelegen Goirle wordt naast de fabriekmatige weverij nog door een I50-tal wevers thuis gewerkt. Zij vervaardigen in hoofdzaak behangsellinnen, katoen en jute voor ondernemers daar ter plaatse.

    Het behangsellinnen (het z.g. schilder) bestaat uit een ketting van linnen en een inslag van linnen of jute. Het katoen wordt voor spandoek, de jute voor zakken gebruikt. De huiswevers ontvangen meestal het garen gespoeld van de fabriek, waarvoor zij werken, doch bij het behangsellinnen moeten zij doorgaans den inslag zelf spoelen of laten spoelen.

    Slechts enkele ondernemers laten alleen in huisindustrie hun goederen vervaardigen.

    Vreemde arbeidskrachten worden door de huiswevers zeer weinig gebruikt.


    Arbeidsduur: De arbeidstijden zijn zeer afwisselend en zijn bij den eenen wever veel langer dan bij den anderen. Dit is een gevolg hiervan, dat in vele gevallen de verdiensten, die de overige gezinsleden op de textielfabrieken hebben, den wever niet zoo noodzaken tot het maken van lange arbeidstijden als elders.

    Er werkten: 6 uur of minder: ± 40 wevers, 7 of 8 uur: ± 35, 8 uur tot 10 uur: ± 35, meer dan 10 uur: ruim 40 wevers.


    Loon: In één geval werd als uitzondering een gemiddeld weekloon van f 9.50 bereikt, in alle andere gevallen was dit beduidend minder. Een gemiddeld weekloon van f 7.50 is het gewone maximum.

    De drukke tijd is van Nieuwjaar tot Augustus, soms tot September. Herhaaldelijk komt het voor, dat de wevers op taak worden gesteld, d. i., dat zij niet meer dan een bepaald aantal stukken per week mogen weven.


    Vrouwen en kinderarbeid: Onder de wevers bevinden zich ook een dertigtal vrouwen, die dezen zwaren arbeid verrichten. In de gevallen, waarin door den wever de inslag thuis gespoeld moet worden, geschiedt dit meestentijds door de vrouw; een twintigtal verrichten aldus spoelarbeid. Kinderarbeid komt ook hierbij enkele malen voor.


    Woningtoestanden: Veertien wevers bewoonden een éénkamerwoning.. Hiervan werden 14 éénkamerwoningen tezamen bewoond door 53 personen.

     

    2 éénkamerwoningen

    elk bewoond door 1 persoon   

    2

    4       ,,

    2 personen 

    8

    2       ,,

    3

    6

    1       ,,

    4

    4

    3       ,,

    5

    15

    1       ,,

    8

    8

    1       ,,

    10

    10

     

    Het meest voorkomende type is de tweekamerwoning, waarvan het gevolg is, dat een afzonderlijk werkvertrek weinig voorkomt. Bij meer dan een derde der wevers werd in het werkvertrek tevens geslapen, hetgeen door de stofdeeltjes, die bij het weven loskomen, wat vooral bij de jute geschiedt, zeer onhygiënisch is.

     

    Het zakkennaaien te Goirle (N.B.)

     

    Aantal: Tusschen de 30 en 40 vrouwen houden zich te Goirle met het naaien van zakken bezig, waarin sommige huisarbeidsters bijgestaan worden door leden van haar huisgezin: man, volwassen dochters of kinderen. De leeftijd der door ons bezochte arbeidsters liep van 24 tot 67 jaar.


    Product: Zij naaien uien-, bloem-, suiker-, bonen en kolenzakken.

    Kinderarbeid: Bij het onderzoek werden ? kinderen, waarvan 7 jongens en 4 meisjes, beneden de 14 jaar, aangetroffen, die, hetzij tusschen of na schooltijd, hun moeder eenige uren per dag in het werk hielpen.


    Arbeidstijd: Daar het werk slechts bijverdienste voor de vrouwen is als aanvulling van het loon, dat haar man of kinderen op de fabriek ontvangen, is de arbeidsduur in het algemeen niet lang; de zorg voor de huishouding neemt veel tijd in beslag. Zeven arbeidsters werken gemiddeld minder dan 3 uur, veertien van 3 tot 5 uur, vier van 5 tot 10 uur en één 10 uur per dag. In de helft der gevallen wordt nog 13 uur per dag door een lid van het huisgezin meegewerkt.

    Zij ontvangen niet geregeld arbeid; bij de meesten worden daardoor de verdiensten beperkt, vooral daar velen slechts 3 tot 6 maanden werk hebben.


    Loon: Het gemiddelde weekloon varieert van 65 cent tot f 2.50. In overeenstemming hiermede is het uurloon laag en varieert van 2 tot 6 cent.


    Woning: Geen dezer arbeidsters heeft een afzonderlijk werkvertrek. De woning bevat steeds 2 kamers; in 13 gevallen werd in het werkvertrek zoowel gekookt, gehuisd als geslapen.

     

    Het kantwerken te 's Gravemoer (N.B.)

     

    Aantal: Door een dertigtal, meest oudere vrouwen, wordt nog deze uitstervende industrie te 's Gravemoer uitgeoefend. Een derde deel hiervan is gehuwd, een derde weduwe en een derde ongehuwd. Slechts een enkele werkster is beneden de 50 jaar; de oudsten zijn bij de tachtig.


    Product: De kant, die meestal gemaakt wordt, is 12 en 15 cm. breed. Als grondstof wordt katoenen garen gebruikt.


    Arbeidsverhoudingen: Het loon per el bedraagt 35 en 40 cent. Voor onkosten aan materiaal gaan hiervan ± 5 ct. per el af, zoodat een zuivere verdienste van 30 en 35 ct. per el overblijft. Gemiddeld wordt over een el kant 14 a 16 uur gewerkt, zoodat de gemiddelde verdienste per uur 2 a 2 ½ . cent bedraagt.

    De kant wordt als regel aan een winkelier verkocht, die niet in geld uitbetaalt, maar in winkelwaren, die in qualiteit en prijs gelijk zijn aan die in andere winkels. Ook het garen wordt bij hem gekocht.

    Werkplaats is de huiskamer; 's zomers wordt buiten gewerkt.


    Afzet: De winkelier verkoopt de kant met een prijsverhooging van 1 a 2 cent per el aan winkeliers te Rotterdam, Utrecht, den Haag enz., welke de kant op hun beurt aan de Zuid-Hollandsche en Utrechtsche boerinnen verkoopen tegen 50 a 60 cent de el.

    De kantindustrie sterft snel  uit.

     

    Heerenkleedingindustrie (confectie) te 's Gravenhage.

     

    Omvang: De kleedingindustrie te 's Gravenhage is grootendeels maatwerk. Slechts een twintigtal thuiswerkende confectiewerkers werden gevonden. Deze arbeiders worden dikwijls door hun vrouw geholpen; soms werkt deze even lang, soms slechts enkele uren per dag.


    Arbeidsduur: Bij deze arbeiders schijnt niet zoo'n groot verschil in werktijd tusschen den drukke en den slapppen tijd te bestaan als bij de maatwerkers. Vrij geregeld, het heele jaar door, werken sommigen 12 of 13 uur, maar de meesten 14 uur of langer, soms 16 of 17 uur en in één geval zelfs 19 uur per dag. Nachtarbeid en Zondagsarbeid werden slechts in enkele gevallen uitdrukkelijk vermeld.


    Loon: Het stukloon is nogal verschillend, het varieert per colbert van f 1.10 tot f 3, per pantalon van 55 cent tot f 1, per demi van f 1.30 tot 1.75. Het uurloon bedraagt meestal 10 a 15 cent. Het weekloon varieert meestal tusschen f 10 en f 13, soms echter is het meer en soms minder. De kleermakers hebben f 1 a f 2 onkosten per week. Het loon is dus in het algemeen lager dan dat der maatwerkers.


    Woning: De woningtoestanden zijn vrij gunstig, meestal is er een afzonderlijk werkvertrek.

     

    Heerenkleedingindustrie (maatwerk) te ’s Gravenhage.

     

    In den Haag is de kleedingindustrie voor verreweg het grootste deel maatwerk. Het confectiewerk, dat er verkocht wordt, komt op enkele uitzonderingen na, uit Amsterdam en Rotterdam.

    Confectie en maatwerk zijn in den laatsten tijd geheel verschillende bedrijven geworden. Voor het maatwerk wordt grooter vakbekwaamheid vereischt; een maatwerker bezit ook niet de eigenaardige handigheid van den confectiewerker. In 't algemeen verkeeren de maatwerkers in gunstiger positie dan de confectiewerkers.


    Aantal: Het aantal kleermakers (werklieden) is naar schatting ± 800 waarvan een groot aantal (ongeveer 200) op ateliers werken, vooral in het damesvak. Er werden ± 530 thuiswerkende kleermakers bezocht; het aantal is echter iets grooter, waarschijnlijk ± 600. Van deze 530 waren ruim 400 alleen maatwerkers, ruim 100 maat én confectiewerkers, 20 alleen confectiewerkers. Onder dit aantal zijn 10 dameskleermakers begrepen, die in een afzonderlijk overzicht behandeld worden. Het volgende ( evenals de overige confectiewerkers ) heeft dus alleen betrekking op het maatwerk in de heerenkleedingindustrie.


    Hoofdbedrijf: Terwijl in vele andere industrieën het thuiswerk dikwijls slechts des avonds na den fabrieksarbeid geschiedt of door vrouwen en kinderen bedreven wordt tot aanvulling van de verdiensten van den man, is hier de huisindustrie de eenige werkzaamheid van den man. Deze wordt echter in zeer vele gevallen gedurende 1, 2 of 3 uur per dag door de vrouw geholpen. In enkele gevallen heeft hij een knecht of jongen in dienst, maar meestal niet. Soms werken in den drukken tijd ook de kinderen mee, waarvan echter bij de enquête weinig bleek.


    Verhouding tot den werkgever: De huisarbeiders ontvangen het goed, op maat gesneden, van den werkgever, die daartoe coupeurs in dienst heeft. Voor een naaimachine moeten de arbeiders zelf zorgen, terwijl zij bovendien nog ongeveer f 1,50 onkosten per week hebben.


    Seizoenarbeid: In het leven van den kleermaker wisselen, tegenwoordig nog meer dan vroeger, perioden van overwerken, van koortsachtige inspanning en perioden van groote slapte en werkeloosheid elkander geregeld af. De drukke tijd duurt 7 maanden, nl. Maart-Juni en September-December; het voorjaar is nog drukker dan het najaar. In den slappen tijd (gedurende 5 maanden) heeft de kleermaker een tamelijk korten werkdag en komt het wel voor, dat hij een paar weken achter elkander in 't geheel geen werk heeft.


    Arbeidsduur: Gedurende de 4 drukste maanden (Maart-Juni) werken de kleermakers enorm lang. Sommigen werken dan 14 uur, maar de meesten 15 of 16 uur per dag en in niet minder dan 192 gevallen werd een arbeidstijd van 17 en 18 uur per opgegeven. Enkelen werken dan zelfs geregeld 19 uur per dag. Van schafttijd is dan geen sprake. Ook nachtarbeid komt zeer dikwijls voor; sommigen werken geregeld 1 of 2 nachten per week, anderen werken vaak tot 2 uur 's nachts door of beginnen al om 4 uur. In ruim 130 gevallen werd uitdrukkelijk opgegeven, dat ook des Zondags (gewoonlijk alleen 's morgens) gewerkt wordt, maar het aantal is, volgens den enquêteur, waarschijnlijk veel grooter, omdat velen dit (ook andere dingen als b. v. het meewerken van de vrouw ) uit valsche schaamte verzwijgen. Een arbeidstijd per week van 95 tot 100 uur is zeer gewoon, terwijl deze dikwijls nog 120 uur beloopt,


    Ook de maanden September-December zijn zeer druk. Soms wordt dan even lang gewerkt als in het voorjaar, maar meestal toch een paar uur per dag korter. Een arbeidstijd van 15 of 16 uur per dag, komt echter ook dan zeer dikwijls voor. Eveneens wordt in deze periode des nachts en des Zondags gewerkt.

    In den slappen tijd is de gemiddelde werktijd dikwijls 8 uur of minder, ook vaak 10 uur en in sommige gevallen 11 of 12 uur per dag. Ook in die maanden is de werktijd zeer ongeregeld; soms heeft de kleermaker dagen of weken lang geen werk en dan weer wordt hem plotseling spoed werk opgedragen, zoodat hij dag en nacht moet doorwerken.


    Loon: Het stukloon voor het maatwerk bedraagt meestal per colbert f 4 a f 6, per demi f ? a f 7,50, per gekleede jas f 8 a f 12. Het stukloon voor confectiewerk is veel lager. Het uurloon is ongeveer 15 cent; er zijn ook wel kleermakers, die 20 a 30 cent per uur verdienen, maar nog grooter is het aantal van hen, wier uurloon 10 cent of minder bedraagt. Voor het dure werk, dat in Den Haag veel gemaakt wordt, is het stukloon wel iets hooger dan hierboven is meegedeeld, maar het kost zooveel meer arbeid, dat het uurloon niet veel hooger is. Het meeste verdienen nog de kleermakers die én maat- én confectiewerk maken.

    Het is natuurlijk zeer moeilijk voor dit vak een gemiddeld weekloon te berekenen; de opgaven varieeren meestal van f 13 tot f 17, zijn soms echter hooger en soms lager.


    Voor het uniformwerk, dat in Den Haag veel wordt gemaakt, bestaan tenminste wat posterij-en politieuniformen betreft, bestek-loonen; het is echter zeer twijfelachtig of deze wel steeds betaald worden. Er zijn vele kleermakers, die uitsluitend pantalons of vesten maken; in Den Haag werden 85 pantalonmakers en ± 50 vestenmakers bezocht. Per pantalon wordt ongeveer f 1,50 a f 2,50 betaald, per vest f 1,25 a f 2,25.


    Woning: De woningtoestanden zijn vrij gunstig. De huishuur is minder hoog dan te Amsterdam en Rotterdam. Over 't algemeen hebben de Haagsche kleermakers een afzonderlijk werkvertrek; in sommige gevallen echter is 't werkvertrek tevens woonkamer.


    Eigen werk: Nog moet worden opgemerkt, dat deze kleermakers dikwijls ook nog eenig eigen werk hebben. Dat eigen werk is soms vrij  aanzienlijk, in enkele gevallen zelfs de hoofdzaak.

     

    Dameskleedingindustrie te 's Gravenhage.

     

    De dameskleermakerij geschiedt voor een groot deel op ateliers. Toch werden een tiental thuiswerkers gevonden, maar verscheidene dezer personen werken overdag op atelier en alleen des avonds thuis. Het betreft 7 mannen en 3 vrouwen; de mannen vervaardigen mantels en de vrouwen japonnen.


    Arbeidsduur: Ook bij de dameskleermakers komen in den drukken tijd (Maart-Juni en September-December) lange arbeidsdagen van 16 en 18 uur voor. In den slappen tijd zijn de werktijden zeer ongeregeld, nu eens lang en dan weer heel kort.


    Loon: Per mantel wordt gewoonlijk van f 8 tot f 15 betaald. Het uurloon der dameskleermakers is gewoonlijk hooger dan dat der heerenkleermakers, nl. 20 a 25 cent. Het weekloon is f 15 a f 20.

    Per katoenen of wollen japon wordt 70 cent a f 1. betaald. Een vrouw, die dit werk voor een magazijn deed, gaf op slechts f ? per week te verdienen bij een arbeidstijd van ? uur per dag (gedurende 5 dagen per week).


    Woning: Meestal is er een afzonderlijk werkvertrek, in 3 gevallen is dit echter tevens woonkamer.

     

    Lingerie te 's Gravenhage.

     

    Een tiental lingerienaaisters werden bezocht.

    Er zijn in den Haag natuurlijk veel meer lingerienaaisters, die voor magazijnen werken, maar het is zeer moeilijk haar te vinden.

    Onze gegevens zijn dus zeer onvolledig.

    Deze naaisters arbeiden soms alleen, maar er zijn ook verscheidene, die met eenige naaimeisjes werken. Een der bezochte naaisters had 6, een ander 8 naaimeisjes van 13 jaar en ouder.


    Arbeidsduur: Sommige naaisters, wier man geregeld werk heeft en voor wie het naaiwerk dus een bijverdienste is, werken niet buitengewoon lang. Maar andere vrouwen beginnen zoodra het huishouden verzorgd is en werken dan vaak tot des avonds 10 a 12 uur, in zeer drukke tijden ook wel eens den heelen nacht; andere werken weer nooit den heelen nacht, maar beginnen in den drukken tijd soms al om 5 uur 's morgens en werken dan tot 12 uur 's avonds door.


    Loon: Voor vrouwenhemden wordt 10-15 cent betaald, heerenhemden 12 cent, kinderhemden 6-10 cent, kinderjurken 10-12 cent, beddezakken 4 c., lakens 2 c., kinderschorten 10 c., boezeroenen I2 c., blauwe kielen 15 c., vrouwenpantalons 7 ½ c., onderrokken zonder strook 10 c., met strook tot 35 c. toe (dit laatste voor rokken met 3 entredeux en 9 plooitjes in de strook ), blouses 25-40 c., soms 50 c., ondertailles 60-75 c-

    Wij hebben te weinig gegevens om een uur- of weekloon te kunnen berekenen.

    Over een blouse van 40 cent wordt een heelen dag gewerkt.

    Reageer (0)

    Categorie:Huisindustrie Rapp
    Foto

    Stuur een e-mail als u antwoord wilt, reacties in het gastenboek worden niet standaard doorgestuurd

    Categorieën
  • 0 1 FAMILIE IDING TEN BOSCH (12)
  • 1 DE JODEN VAN LICHTENVOORDE EN DE JÖDDEN BOSCH (1)
  • 1 MOORD OP MISSIONARISSEN VPRO/NPS (1)
  • 1 PATER FRANS TEN BOSCH (5)
  • 2e WRLD OORL AKTEN DEPORTATIE a (13)
  • 2e WRLD OORL AKTEN DEPORTATIE b (7)
  • 2e WRLD OORL AKTEN DEPORTATIE c (5)
  • 2e WRLD OORL DEPORTATIE TEN BOSCH (1)
  • 2e wrld oorlg div (9)
  • 2e wrld oorlg Philips (6)
  • Archief Akten a (20)
  • Archief Akten b (20)
  • Archief Akten c (20)
  • Begraafplaatsen (5)
  • Bidprentjes (8)
  • Cultuur (19)
  • De kinderen van (18)
  • Div downloads links (2)
  • Fam foto Iding a (20)
  • Fam foto Iding b (13)
  • Fam foto ten Bosch a (9)
  • Fam foto ten Bosch b (9)
  • Fam foto ten Bosch c (5)
  • Fam hist cultuur a (5)
  • Fam hist cultuur b (3)
  • Fam hist cultuur c (3)
  • Fam hist cultuur d (3)
  • Fam hist cultuur e (3)
  • Fam hist cultuur f (3)
  • Fam hist cultuur g (3)
  • Fam hist cultuur h (3)
  • Fam hist cultuur i (3)
  • Fam hist cultuur j (3)
  • Fam hist cultuur k (3)
  • Fam hist cultuur l (3)
  • Fam hist cultuur m (2)
  • FF Lezen (7)
  • Generaties+graden (1)
  • Gereedschappen (16)
  • Groepsfoto+Schema (3)
  • Historie de Joden (15)
  • Historie a (10)
  • Historie b (13)
  • Huisindustrie a (1)
  • Huisindustrie b (1)
  • Huisindustrie c (1)
  • Huisindustrie d (1)
  • Huisindustrie Rapp (10)
  • Huurvordering (1)
  • Industr Beroepen a (1)
  • Industr Beroepen b (1)
  • Industr Beroepen c (1)
  • Industr Beroepen d (1)
  • Industr Beroepen e (1)
  • Industr Beroepen f (1)
  • Jan Berend Hulshof (10)
  • Kadaster detail (5)
  • Nalatenschap (2)
  • Oude Beroepen (1)
  • Over familie namen (4)
  • Overzicht Iding (1)
  • Overzicht ten Bosch (1)
  • Reportage Oproep (2)
  • Straten huizen a (10)
  • Straten huizen b (7)
  • Varia a (10)
  • Varia b (10)
  • Varia c (1)
  • Varsseveld perc nrs (1)
  • Varsseveld transcr (4)
  • Veldnamen Harrev (1)
  • Verpachting (1)

  • Gastenboek


    Archief per dag
  • 01-02-2014
  • 31-01-2014
  • 26-09-2011
  • 25-12-2010
  • 04-01-2010
  • 01-01-2010
  • 02-11-2009
  • 01-11-2009
  • 31-10-2009
  • 30-10-2009
  • 29-10-2009
  • 28-10-2009
  • 27-10-2009
  • 26-10-2009
  • 25-10-2009
  • 24-10-2009
  • 23-10-2009
  • 22-10-2009
  • 21-10-2009
  • 20-10-2009
  • 19-10-2009
  • 18-10-2009
  • 17-10-2009
  • 16-10-2009
  • 15-10-2009
  • 14-10-2009
  • 13-10-2009
  • 12-10-2009
  • 11-10-2009
  • 10-10-2009
  • 09-10-2009
  • 08-10-2009
  • 07-10-2009
  • 04-09-2009
  • 03-09-2009
  • 02-09-2009
  • 01-09-2009
  • 08-08-2009
  • 07-08-2009
  • 06-08-2009
  • 04-08-2009
  • 03-08-2009
  • 02-08-2009
  • 01-08-2009
  • 08-03-2009
  • 05-10-2008
  • 04-10-2008
  • 03-10-2008
  • 02-10-2008
  • 20-09-2008
  • 19-09-2008
  • 18-09-2008
  • 17-09-2008
  • 16-09-2008
  • 15-09-2008
  • 14-09-2008
  • 30-07-2008
  • 29-07-2008
  • 28-07-2008
  • 27-07-2008
  • 26-07-2008
  • 25-07-2008
  • 24-07-2008
  • 23-07-2008
  • 22-07-2008
  • 21-07-2008
  • 20-07-2008
  • 19-07-2008
  • 18-07-2008
  • 17-07-2008
  • 16-07-2008
  • 15-07-2008
  • 14-07-2008
  • 13-07-2008
  • 12-07-2008
  • 11-07-2008
  • 10-07-2008
  • 09-07-2008
  • 08-07-2008
  • 07-07-2008
  • 06-07-2008
  • 05-07-2008
  • 04-07-2008
  • 03-07-2008
  • 02-07-2008
  • 01-07-2008
  • 30-06-2008
  • 29-06-2008
  • 28-06-2008
  • 27-06-2008
  • 26-06-2008
  • 25-06-2008
  • 24-06-2008
  • 23-06-2008
  • 22-06-2008
  • 21-06-2008
  • 30-01-2008
  • 29-01-2008
  • 28-01-2008
  • 27-01-2008
  • 26-01-2008
  • 25-01-2008
  • 24-01-2008
  • 23-01-2008
  • 22-01-2008
  • 21-01-2008
  • 01-01-2007
  • 01-06-2006
  • 01-05-2006
  • 30-04-2006
  • 29-04-2006
  • 28-04-2006
  • 27-04-2006
  • 26-04-2006
  • 25-04-2006
  • 24-04-2006
  • 23-04-2006
  • 22-04-2006
  • 21-04-2006
  • 20-04-2006
  • 19-04-2006
  • 18-04-2006
  • 17-04-2006
  • 16-04-2006
  • 15-04-2006
  • 14-04-2006
  • 13-04-2006
  • 12-04-2006
  • 11-04-2006
  • 10-04-2006
  • 09-04-2006
  • 08-04-2006
  • 07-04-2006
  • 06-04-2006
  • 05-04-2006
  • 04-04-2006
  • 03-04-2006
  • 02-04-2006
  • 01-04-2006
  • 01-03-2006
  • 01-02-2006
  • 01-01-2006
  • 27-12-2005
  • 14-12-2005
  • 30-11-2005
  • 27-11-2005
  • 25-11-2005
  • 24-11-2005
  • 17-09-2005
  • 16-09-2005
  • 15-09-2005
  • 09-07-2005
  • 08-07-2005
  • 07-07-2005
  • 06-07-2005
  • 05-07-2005
  • 30-06-2005
  • 29-06-2005
  • 28-06-2005
  • 27-06-2005
  • 26-06-2005
  • 25-06-2005
  • 24-06-2005
  • 23-06-2005
  • 22-06-2005
  • 21-06-2005
  • 19-06-2005
  • 23-05-2005
  • 22-05-2005
  • 21-05-2005
  • 20-05-2005
  • 19-05-2005
  • 18-05-2005
  • 17-05-2005
  • 16-05-2005
  • 15-05-2005
  • 14-05-2005
  • 13-05-2005
  • 12-05-2005
  • 11-05-2005
  • 10-05-2005
  • 09-05-2005
  • 08-05-2005
  • 07-05-2005
  • 06-05-2005
  • 05-05-2005
  • 04-05-2005
  • 03-05-2005
  • 02-05-2005
  • 01-05-2005
  • 25-04-2005
  • 18-04-2005
  • 17-04-2005
  • 16-04-2005
  • 15-04-2005
  • 12-04-2005
  • 05-04-2005
  • 04-04-2005
  • 03-04-2005
  • 16-03-2005
  • 15-03-2005
  • 13-03-2005
  • 12-03-2005
  • 11-03-2005
  • 10-03-2005
  • 09-03-2005
  • 08-03-2005
  • 07-03-2005
  • 06-03-2005
  • 05-03-2005
  • 04-03-2005
  • 03-03-2005
  • 02-03-2005
  • 01-03-2005
  • 20-01-2005
  • 19-01-2005
  • 18-01-2005
  • 17-01-2005
  • 16-01-2005
  • 14-01-2005
  • 13-01-2005
  • 12-01-2005
  • 11-01-2005
  • 10-01-2005
  • 09-01-2005
  • 08-01-2005
  • 07-01-2005
  • 06-01-2005
  • 05-01-2005
  • 04-01-2005
  • 03-01-2005
  • 02-01-2005
  • 01-01-2005
  • 09-12-2004
  • 08-12-2004
  • 07-12-2004
  • 06-12-2004
  • 05-12-2004
  • 04-12-2004
  • 03-12-2004

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    eliza
    blog.seniorennet.be/eliza

    Zoeken in blog



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!