Izak (Isaac) en Jödde Ten Bosch
Solemnisatie (plechtige herdenking) van het huwelijk van de Lichtenvoordse Geertruid Hansels (Anschel), geboren in 1754, met Jacob Moses, geschiedde in 1774 door rebbe Aaron Gomperts.
De zoon van Isaac en Roosken, Symon Izak (Isaac), geboren in 1774, trouwde in 1797 met Rachel Moses, afkomstig uit Bretsenheim/Hannover. Zij was de stammoeder van de Lichtenvoordse familie die de achternaam Ten Bosch aannam. In het dorp werden zij ‘jödde Bosch’ genoemd. "Hee kof ulkevellen en kenienevellen op" (hij koopt bunzing en konijnenhuiden op) en "Hee hef ziene beste vellen an den jödde edaone" (hij heeft zijn beste huiden aan de jood verkocht) waren gebruikelijke gezegden.
Levi Herts had in november 1803 een geschil met de Winterswijker Berend Grevink betreffende de leverantie van 30 stuks ‘rauwe vellen’
Naamsverandering
Op 24 december 1812 legden twee joodse familiehoofden en één vrijgezel op het Lichtenvoordse gemeentehuis verklaringen af over het aannemen of behouden van hun familie- en voornamen.
Koopman Symon Izak (Isaäks Isaac) nam de achternaam Ten Bosch aan en dat gold ook voor zijn 12-jarige zoon Mozes Symon.
Slager Saloman Philip koos Vink als achternaam evenals zijn 28-jarige zoon Philip Salomon.
Philip Hertz wilde als familienaam De Haas; zijn voornamen wilde hij behouden. Zij verklaarden allen niet te kunnen schrijven.
Op een lijst van 977 gezinshoofden uit 1811-1812 komen tevens de namen voor van koopman Manuel Levy, geboren in 1785, de eerder genoemde Levy Hertz (die capitaliste werd genoemd; geboren in 1755) en kleermaker Jackes wolf (wellicht joods).
Levy Hertz ging in mei 1812 naar Groenlo, waar hij op 30 september 1812 de achternaam Kok aannam.
In Bredevoort werd rond 1801 een gebouw tot sjoel ingericht (er werd waarschijnlijk al eerder een gebouw van de Winterswijkse Janner Rattemer voor f 20 per jaar gehuurd) Het gebouwtje was 30x 15 voet groot en had aan de achterzijde een kleine woning voor de voorganger annex lesruimte. Omstreeks 1828 kregen de Bredevoortse joden het gebouw in eigendom. Het complex was 268 vierkante meter groot. De familie’s de Haas, Vink en ten Bosch kwamen al voor 1810 naar de Bredevoortse sjoel. (Inv.nrs. 188 en 1200)
Van de joodse familie Ten Bosch zou Mozes Symon, de zoon van Symon Izak, in maart 1836 trouwen met de in Ruurlo geboren Rachel Samuels. Achtereenvolgens werden de volgende kinderen geboren; Izaak (1837), Catharina (Kaatje; in 1838), Salomon (1839) en Jacob (1842).
Salomon zou 27 jaar later, in 1866, zijn voornamen vanwege overgang tot het roomskatholieke geloof veranderen in Antonius Aloysius Maria en vervolgens in het huwelijk treden met de boerin Johanna Hulshof. Zij kregen tien kinderen.
De broers van Salomon (Jacob en Izaak) en zijn zusje Catharina bleven het joodse geloof behouden. Jacob ten Bosch was een tijdje in huis bij de in Bredevoort wonende gepensioneerde soldaat Jozef Hartog Vogelzang. Hij ging in 1866 naar Doesburg waar hij in 1868 trouwde met Lena de Groote. Haar vader Izak Levi de Groote was bijna 40 jaar voorganger in Doesburg (1828-1868)
Auschwitz
Jacob en Lena Ten Bosch vertrokken later naar Aalten. Hun kleindochter Sara Lena Ten Bosch kwam in 1942 om in Auschwitz. Hun kleinzoon Jacob Ten Bosch zou in 1944 eveneens in Auschwitz sterven, na in Halle te zijn verraden. Met hen kwam meerdere ten Bosschen in de concentratiekampen om het leven.
Overwegend Ten Bosch
Een andere roomskatholieke familie Ten Bosch was die van Casparus Antonius (medicinae doctor) die was gehuwd met de Aaltense Modesta Juliana Gertruda Maria Driessen. De Ten Bosch-families kregen vele kinderen. Ter plaatse is de Ten Boschstraat op initiatief van de plaatselijke ULO genoemd naar Frans Ten Bosch, missionaris in Congo. Slager Philip Vink was getrouwd met Hendrika de Vries.
In de negentiende eeuw hebben nooit meer dan enkele joodse families in Lichtenvoorde gewoond. In 1809 waren het er 11 en in 1830 zes; in 1849 woonden er slechts drie joden. Omstreeks 1850 woonde behalve de familie Ten Bosch, ook ter plaatse; Derschen, Harmina Rebecca, Dela Hendrika en Philip Vink. Na 1860 waren er geen Vinken meer in Lichtenvoorde te bekennen. Uit een volkstelling uit 1860 komen de volgende namen naar voren. Elisabeth (tijdens de telling 51 jaar) en Symon Izak Ten Bosch (69 jaar) beide wonende in de Rentenierstraat. In de wijk Bosch woonden Kaatje (2 jaar), Mozes Symon (39 jaar) en Salomon Ten Bosch (10 mnd.). Ook Philip Vink (58 jaar en wellicht de laatste) woonde er.
In 1880 woonden er nog korte tijd de volgende joodse families in Lichtenvoorde: Rosendal, Zeehandelaar (afkomstig uit Joure) en Spier uit Eibergen. Een synagoge hebben de Lichtenvoordse joden nooit gehad.
Wellicht zijn wel godsdienstlessen ergens bij een joodse familie thuis gegeven, maar het ligt meer voor de hand te veronderstellen dat de joodse kinderen les kregen in het joodse schooltje dat in 1865 in Groenlo werd gebouwd. Voor de joodse feestdagen gingen de joden naar de sjoel in de schoolstraat in Groenlo. De vee, boter en warenmarkt in Lichtenvoorde, die al dateert van voor 1900, werd elke veertien dagen gehouden. Bekende kooplieden waren de Arnhemse IJzerketel met hamers, nijptangen, enzovoort en de "dinsdagsjood" Heijmans uit Groenlo die lappen verkocht. Bestellingen konden destijds in de loop van de week bij café Kruip worden afgehaald.
Hans Kooger "Het Oude Volk"
|