De joodse begraafplaats
Een joodse begraafplaats bevindt zich tussen Lichtenvoorde en Vragender, nabij de boerderij van Wamelink op de Bulte, aan de Kerkdijk. De begraafplaats stamt waarschijnlijk uit het begin van de negentiende eeuw en was tot 1909 in gebruik. In 1972 is de dodenakker van 10,30 are (kad. Sectie D nr. 1604) omheind met betonnen paaltjes en met prikkeldraad afgesloten.
Er staan geen stenen op de dodenakker, waar toch menig keer een lewaje (begrafenis) moet hebben plaatsgevonden. In 1932 vermeldde chazzan (voorzanger) David Schielaar namelijk in een kort overzicht van de historie van de kille (joodse gemeente) Winterswijk dat er tien graven moesten zijn. In 1967 is het stukje grond verkocht aan het Nederlands Israëlitisch Kergenootschap te Amsterdam. Voordien was het in bezit van de burgerlijke gemeente.
Tegen de oostzijde van de begraafplaats ligt een perceeltje grond (kd. Sectie D nr. 1903) ter grootte van 1,60 are. Dat stukje is aangekocht als particuliere begraafplaats en staat op naam van Maurits Prins (geboren1898) en consorten, fabrikant te Dinxperlo.
Mede-eigenaren waren Marcus Gans, koopman te Aalten, Mozes Meijer Poppers, (geboren 1906), fabrikant te winterswijk, Gezina Mara Koopmans en consorten, weduwe van Jesaja Mogendorff te Groenlo. Op het stukje grond staan evenmin grafstenen. De lewaje (begrafenis) op het grootste stuk van de begraafplaats moet omstreeks 1850 hebben plaatsgevonden.
Hans Kooger "Het Oude Volk"
|