Varsseveld: De Hoeve Ydink Binnenheurne sectie D blad 3 Varsseveld en Wehl De vroegste link in de genealogie Iding tot heden is met zekerheid, Joannes Iding te Wehl, gehuwd met Joanna Weetings. Hun zoon Hendricus (Hendrik) is in Wehl geboren rond het jaar 1794. Joannes Iding en Joanna weetings hebben wellicht nog zwaar te lijden gehad van de nasleep van de zevenjarige oorlog. Zoon Hendricus verliet Wehl en trouwde in Arnhem met zijn Petronella, die uit het al even armetierige Huissen kwam en vestigde zich in Rheden. Of zijn ouders Wehl verlieten weten we niet. Wehl was in die tijd Pruisisch. Verderop komen we nog op Wehl en de hieronder vermeldde herberg de Zwaan van de familie van Uum terug.
Wehl In 1758 moesten op een kwade dag op bevel van de Fransen niet minder dan 403 broden voor het leger gebakken worden. Men kwam ze echter niet ophalen, het brood verschimmelde en werd tenslotte als veevoer verkocht, waarbij alles tezamen niet meer dan 10 gulden en 8 stuivers opbracht. Weer een jaar later moesten enorme hoeveelheden stro, haver en hooi geleverd worden. Omdat echter alle voorraden reeds lang op waren, werden de Wehlenaren gedwongen grote sommen geld te lenen om op die manier alsnog het gevraagde te kunnen leveren. De weinige boeren die nog paarden hadden, werden gedwongen in Wezel aan de versterkingen te werken. Toen in juni van dat jaar een aantal ambtenaren arriveerde om onwillige inwoners te dwingen, toonde de bevolking zich zo vijandig, dat de beambten zich ijllings in de herberg De Zwaan (van Uum) in veiligheid moesten brengen. Zo ging het jaar in, jaar uit. De naweeën van de oorlog waren rampzalig. De Wehlse bevolking leed door de oorlogen groot gebrek. Daar bovenop kwamen ook nog slechte oogsten en barre winters; het volkt had zwaar te lijden. Meer dan een halve eeuw later zat de Wehlse gemeenschap nog zo diep in de schulden, dat men genoodzaakt was de gehele Wehlse heide te verkopen. Ook in 1795 en 1796 werd men gedwongen tot leveranties en diensten ten behoeve van zowel Pruisische als Franse troepen. Een link tussen de namen Iding en IJding heb ik (nog) niet gevonden. Hiernaast enkele vermeldingen uit het trouwboek Dinxperlo en enkele vroege vermeldingen uit Wehl. Ik denk hierbij ook aan de vermelding van de hoeve Ydink in Varsseveld op de kadasterkaart van 1828. Maar ook gaan de gedachten onwillekeurig naar de zeer oude vermeldingen in de transcripties Varsseveld onder de volgende titelbalk. Hoe dan ook, dit familiebestand is niet primair gericht op het verzamelen van data. De historie, leefwijze en cultuur van onze voorouders is zeker zo interessant.
Varsseveld prae Trouwboek Dinxperlo 06-05-1714 Derck IJdinck wedr.v. Enneken Eerinckfeld, won.in de binnen Heurne, en Willemken Raterdinck, jd v. Garrit Raterdinck, won.in de Heurne tr 31.05.1714 met att naar Varsevelt 10-04-1719 Wehl. Geboren Jacobus IJdingh – Vader Jan IJdingh – Moeder Henderijn Jacobs – Getuige 1: W. Budkerckmeijst - Getuige 2: Garrit Felthuijsen - Getuige 3: Freer.ken Felthuijsen. 16-04-1722 Wehl. Geboren Catharina IJding - Vader Johan IJding - Moeder Henderien Jacobs - Getuige 1: Berendt Kersties - Getuige 2: Christien Velthuijsen - Getuige 3: Geesken Lieftinx 1724 Maart 3 Wehl. (Pruisisch) Johanna Iding wordt geboren uit het huwelijk van Jannes Iding en Hendrina Jacobs. Getuigen zijn: Henricus Garritsen en Maria Iding. Opmerking: ex Eldrid. 1724 December 10. Wehl. (Pruisisch) Theodora (illegit) Iding wordt geboren uit het huwelijk van Henricus Iding en Elisabeth Oosthoff. Getuigen zijn: Bernardus Bongarts en Aleida van Gaelen.
In een transcriptie opgemaakt door J.H.G. te Boekhorst van het Registre Civique van de gemeente Gendringen – pag. 2 Deel 8 uit de serie Bronnen van het Algemeen Historisch Archief komen de volgende twee vermeldingen voor. 1730 Januari 1. Gendringen 850 Garrit Jan Idink, boerderij, geb. 6-1-1730, woonplaats Etten 1779 Mei 4. Meggelen 866 Jannis Idink, boerenwerk, geb. 4-5-1769, woonplaats Etten Varsseveld prae Trouwboek Dinxperlo. 1752 November 5. Wessel IDINCK, wdnr., geb. Varseveld, won. Velserduijn, tr. (1) Velsen 5-11-1752 Grietje Niehuijs,weduwe, geb. Letten-Munsterland, won. Schooten en (2) Velsen 10-6-1764 Maria Elisabeth Brummer, ongeh., geb. Rule Munsterland, won. Jan Gijsenvaart. 1754 Februari 6. Afkondigingen: 20.01.1754 - 27.01.1754 - 03.02.1754 trouw datum: 06.02.1754, Jan RABELINK Z.v.wl. Wolter Rabelink in’t Rigterampt en Anna Elisabet IDINK Nagel.d.v. Derk Idink onder Varsseveld. - Ydink Spijkker [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]: 11-9-1745 (dodenlijst Varsseveld, RBS 1785, AHA-volgnr. 145): Septembr: / Den 11den Een Kint in Ydink Spijkker [gestorven] / den 13den begraven - Ydink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]: 7-3-1748 (dodenlijst Varsseveld, RBS 1785, AHA -volgnr. 263): / Maart / Den 7den Een kint van Baarent Ydink / den 9 begr - IJdink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]: 18-10-1748 (dodenlijst Varsseveld, RBS 1785, AHA-volgnr. 303): / Octo - ber / Den 18den Willemken IJdink / den 21sten begr: - Idink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]: - Idink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]: 20-2-1818: Overlijdensregister gemeente Wisch, 20-2-1818 No 16 / Heden den Twintigsten der maand Februarij een duizend acht honderd en achttien, des Voormiddags om Elf uren, zijn voor ons Jan Hendrik Pliester Schout van Wisch, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat in het Schoutambt Wisch, Provincie Gelderland, verschenen / Jan Jeltink oud Dertig jaren, Landbouwer / en Hendrik Jan Messink oud Vyf en dertig jaren, Landbouwer / beide in deze Gemeente woonachtig, dewelke ons hebben verklaard, dat op den Negentienden der maand Februarij des jaars achttien honderd en acht - tien, des morgens ten tien uren, in het huis No. 288 binnen deze Gemeente, in den ouderdom van Vyf en Zestig jaren is overleden Johannes Idink Boereknegt, Zoon van Berend Idink en Jenneken Oostendarp, in Leven Landbouwers gewoond hebbende onder Varsseveld / Ons van deze verklaring verzekerd hebbende, zoo hebben wij daarvan deze acte opgemaakt, en in de beide daartoe bestemde Registers overgeschreven, waarna dezelve, na voorlezing door ons is onderteekend met de getuigen. Archief Varsseveld transcriptie Transcripties zijn omzettingen van handgeschreven meestal moeilijk leesbare documenten uit archieven in leesbare tekst. Transcriptie lijst der zielen Exacte lijste van het getal der zielen, de minderjarige, vrouwen, en kinderen hier onder begrepen, als mede het getal der meerderjarige manspersonen, welke zig in den dorpe Varsevelde en dezelver buurschappen Zinderhoek, Binnenhuerne, Heelweg en Westendorp, onder het district van Wisch gehorende, zig bevinden, bij de respective rotmeesteren aldus nauwkeurig opgenomen, den 14 en 15 october 1795. In den dorpe Varsevelde Getal aller zielen Dat der meerderjarige manspersonen
Onder het Rot van H.J. Bruekelder 131 40 H. Rueterink 242 74 G.J. Colenbrander 184 59 Buurschap Zinderhoek en Binnenheurne Onder het Rot van Renting 140 44 A. Huesingfelt 128 34 T. Hoopman 126 43 Hofscholte 143 39 Morren 111 36 IJdink 126 39
Groepsnaam Idink volgens Varsseveld archief Group name="idink" Word name="ijdink" Word name="idinks" Word name="idink" Word name="ijdinc" Archief Varsseveld Onderstaande transcripties zijn onvolledig. Het is onmogelijk naamsverbindingen te maken omdat er in feite sprake is van een gat van meer dan 4 eeuwen. Maar er is geen bezwaar om het vermoeden uit te spreken dat een van de oudste wortels van de Idings in Varsseveld liggen. 1. Transcriptie onvolledig Gese Ydinx sone …een Winricus van Wesenthorst in de mark Notlo, kerspel Silvolde, gewaard te zijn geweest. En vooral wijzen we op een, in dit verband wel zeer merkwaardige oorkonde van 22 Febr. 1335 1), waarin de hiervóor het laatst genoemde Winrich van Wesenthorst aan zijn neef, heer Adam van den Berg, het Sibertsgoed te Mechelen (gem. Gendringen) overdroeg, waarbij hij tevens aan denzelfden heer Adam van den Berg een groot aantal dienstlude en eygenlude verkocht. Uit de betreffende, in deze oorkonde voorkomende opgaaf blijkt duidelijk, dat deze Winrich van Wesenthorst en zijn voorvaderen (!) heer waren over een aanmerkelijk aantal aanzienlijke dienstlieden, m.a.w. dat zij bepaald een hoogen staat voerden, zooals men dat van afstammelingen van een geslacht als van de Lohns kon verwachten. En bovendien: in de lange lijst van eygenlude oftewel hoorigen, die in denzelfden overdracht begrepen waren, treffen we, onder vele anderen, ook... "Henric jonghe Varsevelt, Wendele sijn wijf, Wolter sijn soin, Henric d’alde Versevelt,... jonghe Versevelts susteren twe ind dry oir kinder to Silvolden,... Ludeken, Gese Ydinx sone, to Bellehem,... die Vossynne, Aleyt, oir dochter, Jan van Eglo, Gese ind Alleit, sien susteren, Stine, Nese ind Alleit, der voirgenoimder Gesen ind her (= pastoor) Diderix kinder van Varsevelt, ind Mette, der voirgenoimder Aleit dochter..." ; allen personen, die blijkens hun namen óf in Varsseveld woondent of uit Varsseveld afkomstig waren: de Ydinc, de Voss en de Eg(e)lo zijn Varsseveldsche hoeven; ook her Dideric is ons uit anderen hoofde als de toenmalige Varsseveldsche pastoor bekend 2). Onze conclusie uit het vorenstaande is, dat ook de sterke geïnteresseerdheid van de Wesenhorsten in Varsseveld een uitvloeisel, en daarom tevens een bewijs is van de machtige vermogenspositie van de Lohns in Varsseveld. Nog een tweede, kennelijk in Varsseveld zetelend lid van het geslacht van Varsseveld verschijnt er één generatie na Godescalcus de Versnevelde ten tooneele in Gerardus de Virsenelelde, die ons bekend is als getuige onder een tweetal oorkonden van aartsbisschop Philips van Keulen uit het jaar 1177 3) 4) 5). De oorkonden zelf kunnen hier als niet ter zake doende buiten beschouwing worden gelaten;… (einde) 2. Transcriptie onvolledig De naam Hiddink is niet verbonden met de naam Idink maar behoorde wel tot het Lohnsche goederenbezit. 88 Hiddink (1250) …het optreden van een nieuwen gebruiker één pond zou moeten worden betaald; als tyns zouden ze op Maria Hemelvaart twee denariën hebben te betalen. Ook de hoeve Hiddink onder Varsseveld behoorde met zekerheid eens tot het Lohnsche goederenbezit aldaar. De naam Hiddink is weer een compositum van een persoonsnaam, Hiddo, en den uitgang -inc. De hoeve Hiddink heeft tot in de 19de eeuw voortbestaan. Bouwmeester is er, wat dat betreft, beslist náast, als hij (in 1903) schrijft: "De Hiddink ligt nog heden ten dage aan den Romeinendijkt, want de Hiddink was er ook in 1903 al niet meer, en ze had ook niet gelegen aan den Romeinendijk. Ze staat op een kaart uit het jaar 1828 3) nog duidelijk aangegeven, maar op een andere, enkele tientallen jaren jongere kaart (van uiterlijk 1853) zijn nog slechts de perceelen aangegeven, waarop de gebouwen van den Hiddink gestaan hadden; deze gebouwen waren er toen zelfs blijkbaar niet meer.
|
Wel herinneren ook thans nog enkele locale namen aan de vroegere hoeve: aan den noordkant van het dorp, nauwelijks buiten de bebouwde kom, te weten, bij het begin van den Lichtenvoordsche weg, buigt zich de Hiddinkdijk links af, die zich met een oostwaartsche ronding in noordelijke richting uitstrekt, weldra links en rechts eenige kleinere beboschte gronden, die tesamen het Hiddinkbosch heeten, passeert, daarna via de Hiddinkbrug over de Slingebeek en verder recht toe recht aan op de grens van Varsseveld en Lichtenvoorde aangaat, in de nabijheid van welke grens hij op de Landstraat, ook wel Romeinendijk geheeten, uitkomt. |
Het lijkt ons toe, dat het laatstgenoemde, ten noorden van de Slingebeek gelegen gedeelte van den Hiddinkdijk eerst later, en wel als verlengde van het eerstgenoemde oudere gedeelte, dezen naam heeft verkregen, en dat de Hiddinkdijk voorheen z’n ronde tracé bezuiden de Slingebeek, eerst in westelijke, dan in zuidelijke en tenslotte weer in oostelijke richting vervolgde (deze cirkel-vormige weg is er nog!), om Zoo een esch-achtigaandoend gebied van ongeveer één km doorsnede af te bakenen, welk gebied thans in den volksmond nog in z’n geheel "Het Hiddink" heet. De Hiddink nu lag, blijkens de genoemde kaart uit 1828 in het meest-zuidelijke gedeelte van dit cirkel-vormige gebied,… 3. Transcriptie onvolledig 76 Idink, Boesveld, Honlo (1245) …komt: "Item Egkynck I waer. Pastor in Versevelt" I) 2), terwijl ook op de Lijst van kerkegoederen van pastoor Johannes van Wytenhorst uit 1439 vermeld wordt: "Item in parochia Zilvolden bona Egginc" 3). Wij kunnen overigens niet beoordeelen, of de naams-overgang van Eg-lo in Egg-ink al dan niet aanvaardbaar is. De Eggink is een nog altijd bestaande hoeve; het tegenwoordige adres is: Egginkstraat I, Silvolde. Dan, de vijfde mansus uit de oorkonde van 1245 is de domus Busvelde, een naam, die in een oorkonde van 1292 (zie hierna) als Buysvelde gespeld wordt. De beteekenis van het eerste lid van dit compositum is onduidelijk; misschien van buse, buysse, = vaas, beker 4): bekervormig veld. Ook de hoeve Busvelde bestaat nog; de naam wordt nu geschreven: Boesveld, en het tegenwoordig adres is: Boesvelderdijk 4, Westendorp. Van deze hoeve Busvelde weten we, gelijk we hiervóor op blz. 73 reeds terloops opmerkten, met zekerheid, dat ze niet aan de kerk van Varsseveld toebehoorde. Immers, uit een drie-tal andere oorkonden, eveneens uit het jaar 1245 s), blijkt, dat de nobilis Konrad van Velen, samen met z’n vrouw Bia van Metelen en z’n zoon Herman, in dat jaar zijn aangeërfde goederen Idink, Busvelde en Honlo te Varsseveld, waarvan hij de grondheer was, aan het klooster Bethlehem verkocht, en dat het klooster daarop Bernard Idink, ridder, en ministeriaal of dienstman van den genoemden Konrad van Velen, welke Bernard Idink mede door hem aan het klooster Bethlehem was overgedragen, met deze goederen beleende. Deze drie Varsseveldsche goederen Idink, Busvelde en Honlo waren dus vóór dezen verkoop in 1245 goederen van de familie Van Velen, en nadien goederen van het klooster Bethlehem. Naar de door ons gegeven voorstelling moet er dus op Busvelde een uitgang gerust hebben ten behoeve van de kerk van Varsseveld of van een daarin gevestigde stichting, hetzij een Van Velen, als leenheer van dit dienstmansgoed, hetzij een Idink, die dit goed in dienstleen hield, hetzij een boer, die dit goed Busvelde van Idink in erfelijk gebruiksrecht had, deze verplichting had aangegaan. Het behoeft ons, (zie voor vervolg Transcriptie 4) 4. Transcriptie onvolledig Het Geslacht Idink. Groot Boesveld 77 in het licht van onze opvatting, niet te verwonderen, dat in de oorkonde van Herman van Lohn van 1245 alleen van Busvelde ,en dat in die van Konrad van Velen van hetzelfde jaar van Idinc, Busvelde en Honlo wordt gesproken, daar een dergelijke uitgang aan de kerk van Varsseveld blijkbaar alleen op Busvelde, en niet op Idinc en Honlo rustte. We merken hier nog op, dat het goed Idinc (de naam is weer een compositum van een persoonsnaam, met element Id 1), en het suffix -inc) nog bestaat; het tegenwoordig adres is: Idinkweg 5, Varsseveld. Wat het riddermatig geslacht Idink betreft waar de genoemde Bernard Idink in de oorkonde van 1245 toe behoorde: we troffen in een oorkonde van ruim een halve eeuw later, nl. van 25 Januari 1296, uitgevaardigd door Willem van Hekeren 2), nog een Johannes Idinc, miles; we hebben overigens geen gegevens ter beschikking, om de herkomst van dit riddermatig geslacht nader vast te stellen. Het goed Honlo (compositum van hon = hooge, en -loo) hebben we in geen enkel stuk na 1245 aangetroffen. We verkregen echter van den heer H. J. Kolks, te Silvolde, de inlichting, dat het in zijn familie nog bekend is, dat er een bosch, vlak ten westen van de hoeve Idink, nog Hallo wordt genoemd, en wij meenen, dat het goed Honlo hier gelegen zal hebben. Om nog even op het goed Busvelde terug te komen: we hebben dan dienaangaande nog een nader gegeven, dat ook nog binnen het bestek van de Lohnsche periode valt, nl. uit een oorkonde van 16 Nov. 1292 3). Uit deze oorkonde blijkt, dat zekere Bernardus Gyr toentertijd het goed Groot Buysvelde van het klooster Bethlehem in leen hield (we merken hier en passant bij op, dat het oude goed Busvelde toen dus kennelijk reeds in een Groot- en Klein Buysvelde gesplitst was!), en dat deze Bernardus Gyr Groot Buysvelde voor 30 pond aan Wilhelmus de Hekere verpand had, m.a.w. dat Bernardus Gyr 30 pond van Wilhelmus de Hekere had opgenomen met Groot Buysvelde als onderpand; voorts blijkt uit de oorkonde, dat de proost en het convent van Bethlehem daar tegenover stelden, dat Groot Buysvelde hun rechtens vrij zou zijn toegevallen (dit ziet kennelijk op den verkoop van Busvelde door Konrad van Velen aan Bethlehem in 1245, waarover wij zooëven handelden), en dat zij derhalve Wilhelmus de Hekere meermalen verzocht hadden, dat hij hun…(einde) Uit de Fiscale Procesdossiers 1655-1808 Gendringen. Dat de straffen in die tijd niet flauw waren maken we op uit de Fiscale Procesdossiers 1655-1808 van het Oud Rechterlijk Archief van het Landdrostambt Bergh. Dat Hendrick Ellis in 1664 werd aangegeven omdat hij zijn behoefte in de hutspot had gedaan zal hem geen kopzorgen hebben gegeven, evenmin als Jantje van de Pavord die in 1783 onbevoegd fungeerde als vroedvrouw.
Met de onderstaande gevallen liep het minder goed af. Anno1653 Wiltink Gerrit Engelen, Jan van Egeren, alias Vleut, c.u. Grietje Wiltink en Gerrit Bodde vrouwenkracht, moord en diefstal; radbraking, brandmerking, onthoofding, worging Anno1680 Gijbinck Derrisken van Huet, vrouw van Jan Gijbinck brandstichting; behalve worging, verbranding Anno1680 Grobbe Berendt Grobbe brandstichting en paardenmishandeling; verbranding, radbraking Anno1713 Libertijn Frans Libertijn, heiden en Daeltjen en Jenne Willems, heidinnen vagebonderij, diefstal, ontucht; geseling, brandmerking, verbanning, kaakstelling Anno1740 Rossum Corpus van ... van Rossum, vrouw van Gerrit te Poel zelfmoord; begraving in stilte en na zonsondergang Anno1787 Joling Frederick Joling diefstal; geseling, brandmerking, levenslange tuchthuisstraf Anno1790 Gosseling Jacob Gosseling brandstichting en bijslaap bij moeder; 40- jarige tuchthuisstraf
|
|